Peugeot 206 CC 2005 Handleiding (in Dutch)

Page 41 of 129

40 -Audio en telematica
01-03-2005
41
-Audio en telematica
01-03-2005
Een nieuwe bestemming invoeren
De laatst ingevoerde plaats wordt
weergegeven.
Kies een nieuwe plaats door met
behulp van de pijltjestoetsen de
verschillende letters te selecteren
en deze steeds te bevestigen (toets
"VAL"
).
Bij een fout kan met behulp van
de functie "Verbeteren" de laatst
ingevoerde letter worden gewist.
De functie "Lijst" geeft, voor
zover de naam is ingevoerd, een
lijst met namen die met de invoer
overeenkomen. Als er niet meer dan
5 namen op deze lijst voorkomen,
worden alle namen automatisch
weergegeven. Kies een plaats en
bevestig uw keuze (toets "VAL").
Met de functie "Wijzigen" kan de
naam van de ingevoerde plaats
gewist worden.
Als de complete naam wordt
weergegeven, kies dan de functie
"Bevestigen" en druk op de toets
"VAL" .
Opmerking:
Na het bevestigen van een letter
worden alleen die letters die een
bestaande naam kunnen vormen,
weergegeven.Voer de naam van de straat in. Kies
de functie "Bevestigen" en druk dan
op de toets "VAL".
Opmerking:
Het navigeren kan beginnen
zodra een naam van een
plaats is ingevoerd, zonder een
straatnaam of een huisnummer in
te geven. Kies daarvoor de functie
"Stadscentrum" .Voer het nummer van de straat in.
Kies de functie "Bevestigen" en
druk dan op de toets "VAL".
Opmerking:
Het navigeren kan beginnen zodra
een naam van een plaats en een
straatnaam is ingevoerd, zonder
een huisnummer in te geven. Kies
daarvoor de functie "Bevestigen".

Page 42 of 129

42 -Audio en telematica
01-03-2005
43
-Audio en telematica
01-03-2005
De complete bestemming wordt
weergegeven. Kies de functie
"Bevestigen"
en druk dan op de
toets "VAL" .
Opmerking:
U kunt de bestemming wijzigen of
opslaan in één van beide geheugens
(zie het hoofdstuk over het opslaan
van een adres in het geheugen).Het laatst gebruikte criterium wordt
weergegeven.
Het navigeren begint automatisch
volgens dit criterium als er binnen
5 seconden geen enkele actie
plaatsvindt of als de functie "NEE"
wordt geselecteerd.
Volg de aanwijzingen.
Als u een navigatiecriterium wilt
wijzigen, kies de functie "JA" en
druk dan op de toets "VAL".Kies een nieuw criterium uit de
lijst en bevestig uw keuze (toets
"VAL"). Als het gewenste criterium
is geselecteerd, kies dan de functie
"Bevestigen" en druk op de toets
"VAL" . Het navigeren begint, volg de
aanwijzingen.

Page 43 of 129

42 -Audio en telematica
01-03-2005
43
-Audio en telematica
01-03-2005
Een dienst kiezen
Het laatst ingevoerde adres wordt
weergegeven.
Er zijn 3 mogelijkheden om de
plaats voor een bepaalde dienst in
te voeren:
- het laatste adres opnieuw gebruiken
door de functie "Bevestigen" te
kiezen.
- invoeren van een nieuwe plaats en dan de straat (of de functie
"Stadscentrum" ) met de functie
"Wijzigen" .
- automatische invoer van de naam van de plaats waar u zich bevindt
met de functie "Huidige lokatie" .Kies na het bevestigen van het adres
met de pijltjestoetsen een dienst uit
de lijst en bevestig uw keuze met de
toets "VAL" .
Een cursor aan de linkerzijde van het
scherm geeft aan waar u zich in de
lijst bevindt.Het adres van de gewenste dienst
wordt weergegeven.
Aan de rechterzijde van het scherm
verschijnt een indicatie (1/50) als
er binnen een straal van ongeveer
50 km meerdere gelegenheden
(maximaal 50) zijn die dezelfde
dienst aanbieden.
Ga met de functies "Volgende" en
"Vorige" door de lijst.
Als het bedrijf van uw keuze is
geselecteerd, kies dan de functie
"Bevestigen" en druk op de toets
"VAL" . Kies een navigatiecriterium.
Het navigeren begint, volg de
aanwijzingen.

Page 44 of 129

44 -Audio en telematica
01-03-2005
45
-Audio en telematica
01-03-2005
Een adres opslaan
Bij het invoeren van een nieuw adres
kunt u dit opslaan met behulp van de
functie
"Opslaan" .
Voer de omschrijving van het adres
in. Als de omschrijving al bestaat
voor een ander adres, dan kunt u het
oude adres overschrijven.
Kies het privé- of zakelijke geheugen
en druk op de toets "VAL". Het
adres is nu opgeslagen in het door u
gekozen geheugen.
(Er kunnen maximaal 100 adressen
worden opgeslagen.) Een opgeslagen bestemming
kiezenKies het geheugen waarin het adres
is opgeslagen met behulp van de
pijltjestoetsen en druk op de toets
"VAL"
.
De opgeslagen adressen worden
weergegeven.Een cursor aan de linkerzijde van het
scherm geeft aan waar u zich in de
lijst bevindt. Kies met behulp van de
pijltjestoetsen een omschrijving uit de
lijst en druk op de toets "VAL". Het
volledige adres wordt weergegeven.
Kies de functie "Bevestigen" en
druk op de toets "VAL". Kies een
navigatiecriterium. Het navigeren
begint, volg de aanwijzingen.

Page 45 of 129

44 -Audio en telematica
01-03-2005
45
-
Audio en telematica
01-03-2005
Instellingen display
Vanuit het hoofdmenu kan het
menu
"Beeldschermconiguratie"
worden gekozen met de volgende
instellingen:
- regelen van de lichtsterkte van de tekst en de achtergrond op het
scherm.
- instellen van de datum en de tijd.
- keuze van de taal voor de weergave op het display en de gesproken
informatie (Duits, Spaans, Frans,
Engels, Italiaans, Nederlands).
- instellen van formaten en eenheden. Er kan gekozen worden
tussen de weergave in km/h of mph
en in graden Celsius of Fahrenheit
en tussen 12- of 24-uurs weergave
van de tijd. OptiesVanuit het menu navigatie/
begeleiding kan het menu
"Navigatie-opties"
worden gekozen
dat de volgende mogelijkheden
biedt:
- beheer van de geheugens. Met deze functie kan de omschrijving
van een opgeslagen adres
gewijzigd worden en kan een adres
gewist worden. Kies daarvoor het
geheugen en dan de omschrijving
van het desbetreffende adres.
- het regelen van de geluidssterkte van de gesproken berichten.
- het wissen van alle gegevens in beide geheugens.
- het stopzetten of het hervatten van de navigatie. Afhankelijk van
de uitgangssituatie verschijnt de
melding "Navigatie hervatten" of
"Navigatie stopzetten" .NavigatiefunctiesDruk tijdens het navigeren op
de toets
"VAL" om in het menu
"Navigatiehulp" te komen.
Dit menu biedt de volgende
mogelijkheden:
- criterium van huidige navigatie- opdracht wijzigen.
- weergave of wijzigen van een opgegeven bestemming.
- regelen van de geluidssterkte van de gesproken berichten.
-
huidige navigatie-opdracht stoppen.

Page 46 of 129

46 -Comfort
01-03-2005
47
-Comfort
01-03-2005

Page 47 of 129

46 -Comfort
01-03-2005
47
-Comfort
01-03-2005
VENTILATIE
1
. Uitstroomopeningen
voorruitontwaseming.
2 . Uitstroomopeningen
zijruitontwaseming.
3 . Zijventilatieroosters.
4 . Middelste ventilatieroosters.
5 . Uitstroomopening voor
beenruimte voor.
6 . Uitstroomopening voor
beenruimte achter. Schakel de stand AUTO (volgens
uitvoering) in om te zorgen voor
een optimaal comfort. Het systeem
regelt automatisch de volgende
instellingen:
- luchtopbrengst,
- temperatuur in het interieur,
- luchtverdeling,
- toevoer van buitenlucht of
luchtrecirculatie,
- temperatuurverschillen.
Om te voorkomen dat bij koude
motor te veel koude lucht wordt
verspreid, zal de ventilatie geleidelijk
aan het optimale niveau bereiken.
Zet de luchttoevoer ver genoeg open
voor een optimale verversing van de
lucht in het interieur.
Gebruik de stand "OFF" alleen
indien nodig (kans op beslaan van
de ruiten).
Voor een doeltreffende werking van
de airconditioning moeten de ruiten
gesloten zijn.
Maar, als de auto langdurig in de zon
heeft gestaan en de temperatuur in
het interieur zeer hoog blijft, kunnen
de ruiten wel even geopend worden
om de ventilatie te bevorderen.
Let erop dat het luchtinlaatrooster in
de motorkap, de uitstroomopeningen
in de auto en de luchtkanalen onder
de voorstoelen vrij blijven.
Gebruiksadviezen
Het kan zijn dat de temperatuur bij
het instappen veel lager (of hoger) is
dan de ingestelde temperatuur.
Het heeft geen zin om de ingestelde
temperatuur aan te passen om sneller
de gewenste binnentemperatuur te
bereiken.

Page 48 of 129

48 -Comfort
01-03-2005
49
-Comfort
01-03-2005
VERWARMING/VENTILATIE
1. Temperatuurregeling
Naar behoefte in te stellen: van
blauw (temperatuur buitenlucht) tot
rood (warm). 3. Luchtopbrengstregeling
Luchtstroom naar voorruit
en zijruiten (ontwasemen-
ontdooien)
2. Regeling luchtverdeling
Luchtstroom naar de voorruit,
de zijruiten en de beenruimte
van de inzittenden. Luchtstroom naar de been-
ruimte van de inzittenden.
Deze instelling wordt aanbevolen bij
een koud klimaat.
Luchtstroom naar de
middelste en de linker en
rechter ventilatieroosters.
Deze instelling wordt aanbevolen bij
een warm klimaat.
Draai de knop van stand
1 naar 4 om de gewenste
luchtopbrengst te bereiken.

Page 49 of 129

48 -Comfort
01-03-2005
49
-Comfort
01-03-2005
Deze stand dient om de toevoer van
buitenlucht bij stank en stofoverlast
af te sluiten en om het verwarmen
van het interieur te versnellen.
In het laatste geval kunnen door
condensatie echter de ruiten
beslaan. Snel ontwasemen/ontdooien
Ga voor het snel ontwasemen of
ontdooien van de voorruit en de
zijruiten als volgt te werk:
- plaats de knop van de
luchttoevoerregeling naar links in de
stand "Toevoer van buitenlucht".
- stel de temperatuur en de luchtopbrengst in op maximaal.
-
sluit de middelste ventilatieroosters.
4. Regeling luchttoevoer
Toevoer van buitenlucht. 5. Achterruitverwarming en
verwarming buitenspiegels
Het indrukken van de scha-
kelaar als de motor draait
zorgt voor het inschakelen
van de achterruitverwarming
en de verwarming van de buitenspie-
gels.
Deze gaat na ongeveer 12 minuten
automatisch uit.
Druk nogmaals op de schakelaar
om de achterruitverwarming
opnieuw gedurende 12 minuten in te
schakelen.
Druk de toets nogmaals in om de
achterruitverwarming eerder uit te
schakelen.
Opmerking : Deze functie werkt niet
wanneer het dak in de bagageruimte
is opgeborgen.
Dit is de normale stand.
Recirculatie van de lucht in
het interieur.
Zet de knop, zodra de
omstandigheden dit toelaten, weer
in de stand toevoer buitenlucht
om het beslaan van de ruiten te
voorkomen.

Page 50 of 129

50 -Comfort
01-03-2005
51
-Comfort
01-03-2005
AIRCONDITIONING
1. Bediening airconditioning
De airconditioning zorgt tijdens
alle seizoenen voor een snelle
ontwaseming van beslagen ruiten. 's
Zomers stelt het systeem u in staat
de temperatuur in het interieur te
verlagen. De airconditioning werkt niet als
de knop voor de regeling van de
luchtopbrengst op "OFF" staat
.
Opmerking:
Condensvorming in de airconditioning
kan ertoe leiden dat er zich een klein
plasje water onder de auto vormt, dit
is een normaal verschijnsel. 2. Temperatuurregeling
Naar behoefte in te stellen: van blauw
(koud als de airco is ingeschakeld)
tot rood (warm).
3. Regeling luchtverdeling
Luchtstroom naar de voorruit
en de zijruiten (ontwasemen
- ontdooien).
Luchtstroom naar de
middelste en de linker en
rechter ventilatieroosters.
Druk de schakelaar in om de
airconditioning in te schakelen.
Het verklikkerlampje gaat
branden.
Luchtstroom naar de voorruit,
zijruiten en de beenruimte
van de inzittenden.
Luchtstroom naar de been-
ruimte van de inzittenden.
Deze instelling wordt aanbevolen bij
een koud klimaat.
Deze instelling wordt aanbevolen bij
een warm klimaat.

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 ... 130 next >