Peugeot 206 CC 2006 Handleiding (in Dutch)

Page 21 of 133

21
-Controle tijdens het rijden
01-01-2006
Verklikkerlampje
veiligheidsgordels*
Dit lampje gaat branden als,
bij ingeschakeld contact, de
bestuurder zijn veiligheidsgordel niet
heeft vastgemaakt.
Bij een snelheid hoger dan 20 km/h
knippert het lampje gedurende onge-
veer 2 minuten in combinatie met een
steeds luider wordend geluidssignaal
en een melding op het multifunctionele
display. Het verklikkerlampje blijft
branden zolang de bestuurder zijn vei-
ligheidsgordel niet heeft vastgemaakt.
Verklikkerlampje
uitschakeling airbag
passagier*
Als dit lampje gaat branden in
combinatie met een melding op het
multifunctionele display, wijst dit erop
dat de airbag aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
Zolang de airbag aan passagierszijde
is uitgeschakeld, blijft het verklikker-
lampje branden.
Raadpleeg in alle gevallen dat het lampje
knippert uw PEUGEOT-servicepunt.
Koelvloeistoftemperatuur-
meter
- Wijzer in zone (A): temperatuur is
in orde.
- Wijzer in zone (B): temperatuur
is te hoog. Het verklikkerlampje
STOP knippert.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-
punt.
Verklikkerlampje airbags
Dit lampje gaat elke keer dat
het contact wordt aangezet
enkele seconden branden.
Als het lampje bij draaiende motor
gaat branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display, wijst dit op
een storing in het airbagsysteem.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-
punt. Temperatuurmeter motorolie
Bij draaiende motor geeft de meter
de temperatuur van de motorolie
aan:
- Wijzer in zone
(C): olietemperatuur
is in orde.
- Wijzer in zone (D): olietemperatuur
is te hoog. Verminder uw snelheid
om de olietemperatuur te laten
dalen.
* Volgens land van bestemming.

Page 22 of 133

22 -Controle tijdens het rijden
01-01-2006
Display stand selectiehendel
automatische transmissiePark (Parkeerstand)
Reverse (Achteruit)
Neutral (Neutraalstand)
Drive (Rijstand)
Handbediening:
1e
versnelling
ingeschakeld
2 e
versnelling
ingeschakeld
3 e
versnelling
ingeschakeld
4 e
versnelling
ingeschakeld
Verklikkerlampjes
automatische transmissie
Verklikkerlampje “SPORT”
Dit lampje gaat branden als het
schakelprogramma “SPORT”
wordt ingeschakeld.
Verklikkerlampje
“SNEEUW”
Dit lampje gaat branden
als het schakelprogramma
“SNEEUW” wordt ingeschakeld.
Storing
Een storing wordt aangegeven door
het knipperen van de verklikkerlamp-
jes Sport en Sneeuw in combinatie
met een geluidssignaal en een mel-
ding op het multifunctionele display.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-
punt.

Page 23 of 133

23
-Controle tijdens het rijden
01-01-2006
Onderhoudsintervalindicator
Deze geeft aan hoeveel kilometer u
nog verwijderd bent van de eerstvol-
gende onderhoudscontrole volgens
het onderhoudsschema.
5 seconden na het aanzetten van
het contact geeft de teller weer de
normale kilometerstand of de stand
van de dagteller aan.
De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole is minder
dan 1.000 km.
Voorbeeld:
Er is nog 900 km af te
leggen tot de eerstvolgende onder-
houdscontrole.
Bij het aanzetten van het contact en
gedurende 5 seconden daarna geeft
de teller aan:
5 seconden na het aanzetten van
het contact geeft de teller weer de
normale kilometerstand aan, maar
het lampje blijft branden.
Dit om aan te geven dat er binnen-
kort onderhoudswerkzaamheden
uitgevoerd moeten worden. De kilo-
metertotaalstand of de stand van de
dagteller wordt aangegeven. De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole is
overschreden.
Elke keer als het contact wordt aangezet,
gaat het lampje gedurende 5 seconden
knipperen en geeft de teller het aantal
kilometers aan dat er te veel gereden is.
Voorbeeld:
Er had 300 km eerder een
onderhoudscontrole uitgevoerd moeten
worden.
Bij het aanzetten van het contact en
gedurende 5 seconden daarna geeft de
teller aan:
5 seconden na het aanzetten van
het contact geeft de teller weer de
normale kilometerstand aan, maar
het lampje blijft branden. De kilo-
metertotaalstand of de stand van de
dagteller wordt aangegeven.
Opmerking: De onderhoudssleutel gaat
ook branden als het onderhoudsinterval
van 2 jaar is overschreden*.
DISPLAY OP HET
TRUMENTENPANEEL
Dit heeft na het aanzetten van het
contact, 3 verschillende functies:
- onderhoudsintervalindicator,
- motorolieniveaumeter,
- kilometerteller, deze wordt na het uitzetten van het contact, bij het
openen van het bestuurdersportier
en bij het vergrendelen en ont-
grendelen van de auto gedurende
30 seconden weergegeven.
* Volgens land van bestemming.
Werking
Zodra het contact wordt aangezet,
gaat het lampje (een sleutel die onder-
houdswerkzaamheden symboliseert)
gedurende 5 seconden branden. De
teller geeft (afgerond) het resterende
aantal kilometers tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole aan.
Voorbeeld: Er is nog 4.800 km af te
leggen tot de eerstvolgende onder-
houdscontrole. Bij het aanzetten van
het contact en gedurende 5 seconden
daarna geeft de teller aan:

Page 24 of 133

24 -Controle tijdens het rijden
01-01-2006
Motorolieniveaumeter
Bij het aanzetten van het contact
wordt de onderhoudsintervalindicator
enkele seconden weergegeven en
vervolgens gedurende 10 seconden
het motorolieniveau.
Te veel olie
Als de zes segmenten knipperen en
"max" wordt weergegeven, is het motor-
olieniveau te hoog, waardoor ernstige
motorschade kan ontstaan.
Controleer het olieniveau met de peil-
stok. Als blijkt dat het olieniveau te hoog
is, raadpleeg dan zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
Op 0 zetten van de onderhoudsin-
tervalindicator
Uw PEUGEOT-servicepunt zet de
onderhoudsintervalindicator na elke
onderhoudscontrole weer op 0.
De onderhoudsintervalindicator kan
op de volgende wijze op 0 worden
gezet:
- zet het contact af,
- druk op de knop 1 en houd deze
ingedrukt,
- zet het contact aan.
De kilometerteller begint 10 secon-
den terug te tellen,
- houd de knop 1 gedurende 10 se-
conden ingedrukt.
De teller geeft [= 0] aan en het lampje
gaat uit.
Te weinig olie
Als de zes segmenten knipperen
en "min" wordt weergegeven, is het
motorolieniveau te laag, waardoor
ernstige motorschade kan ontstaan.
Controleer het olieniveau met de peil-
stok. Als blijkt dat het olieniveau te
laag is, moet olie worden bijgevuld.Storing motorolieniveaumeter
Het knipperen van de zes segmenten
duidt op een storing in de motorolie-
niveaumeter.
Er bestaat kans op ernstige motor-
schade.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-
punt.
Controle van het olieniveau met
de peilstok is alleen betrouwbaar
als de auto op een vlakke, hori-
zontale ondergrond staat en de
motor minstens 10 minuten niet
heeft gedraaid.

Page 25 of 133

25
-Controle tijdens het rijden
01-01-2006
Druk op de knop
1 om over te schake-
len van kilometerteller naar dagteller
en terug.
Druk, als de dagteller is ingescha-
keld, op de knop 1 tot de nullen
verschijnen om de dagteller op nul te
zetten.
Kilometerteller
Druk, tijdens het branden van de ver-
lichting, op de knop om de sterkte van
de dashboardverlichting te verande-
ren. Als de verlichting de zwakste (of
felste) stand heeft bereikt, laat dan
de knop los en druk deze vervolgens
opnieuw in om de verlichting weer
feller (of zwakker) te maken.
Laat de knop los zodra de gewenste
lichtsterkte is bereikt.
DIMMER
DASHBOARDVERLICHTING

Page 26 of 133

26 -Multifunctionele displays
01-01-2006
Instellen van de gegevens
Druk knop 1 in en houd deze gedu-
rende 2 seconden ingedrukt. Het
eerste gegeven knippert en kan wor-
den veranderd.
Hierna kunnen door het indrukken
van knop 1 achereenvolgens de ver-
schillende gegevens geselecteerd
worden:
- de taal,
- de snelheidseenheden (km of mijl),
- de temperatuureenheden (graden Celsius of Fahrenheit),
- de tijdsaanduiding (in 12 of 24 uur),
- de uren,
- de minuten,
- het jaar,
- de maand,
- de dag.
Door het indrukken van knop 2 kan
het geselecteerde gegeven worden
gewijzigd. Houd de knop ingedrukt
om de gegevens in een hoger tempo
in te stellen.
Als de knop gedurende 7 seconden
niet wordt ingedrukt, geeft het display
het oorspronkelijke scherm weer en
zijn de wijzigingen opgeslagen.DISPLAY B
Dit kan de volgende informatie weer-
geven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur (knippert bij kans op gladheid),
- informatie van de autoradio,
- controle op geopende portieren. Het display geeft schematisch aan
of een portier geopend is,
- waarschuwingen (bijv.: "storing laden accu") of berichten (bijv.:
"brandstofniveau laag") die tijdelijk
worden weergegeven, kunnen wor-
den gewist door op knop 1 of 2 te
drukken,
- de boordcomputer.

Page 27 of 133

27
-Multifunctionele displays
01-01-2006
Dit kan de volgende informatie weer-
geven:
- de tijd.
- de datum.
- de buitentemperatuur (knippert bij
kans op gladheid).
- informatie van de autoradio.
- controle op geopende portieren. Het display geeft schematisch aan
of een portier geopend is.
- waarschuwingen die tijdelijk worden weergegeven (bijv.: "brandstofni-
veau laag") kunnen worden gewist
met behulp van de afstandsbedie-
ning.
- de boordcomputer (zie desbetref- fende hoofdstuk).
- het navigatiesysteem (zie desbe- treffende hoofdstuk). Permanente plaatsbepaling
Deze functie geeft de naam van de
straat waarin de auto zich bevindt
weer als er geen navigatie plaats-
vindt.
Druk op de toets "
mod" van de
afstandsbediening om de naam van
de straat waarin u zich bevindt weer
te geven.
Druk op de rechterpijl van de
afstandsbediening om met de functie "zoom" op de informatie in te zoo-
men.
LET OP : De CD-Rom met cartografi-
sche gegevens moet in de speler zijn
geplaatst.
DISPLAY CInstellen van parameters
Met behulp van de afstandsbediening
kunnen de parameters ingesteld wor-
den. De toegang tot de verschillende
menu's is bij het navigatiesysteem
beschreven.

Page 28 of 133

28 -Multifunctionele displays
01-01-2006
BOORDCOMPUTER
Als de knop op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar meermaals
wordt ingedrukt, worden achtereen-
volgens aangegeven:
Display B
- de actieradius,
- de afgelegde afstand,
- het gemiddelde verbruik,
- het momentele verbruik,
- de gemiddelde snelheid.
Display C
- het momentele verbruik en de actieradius:
- het gemiddelde verbruik, de afge- legde afstand en de gemiddelde
snelheid berekend over een peri-
ode "1";
- het gemiddelde verbruik, de afge- legde afstand en de gemiddelde
snelheid berekend over een peri-
ode "2".
De periodes "1" en "2" worden
bepaald door de frequentie waarmee
de teller op nul gezet wordt. Zo kan
de periode "1" gelden voor een
dagelijks verbruik en de periode "2"
voor een gemiddeld verbruik over
een maand.
Op 0 zetten
Druk meer dan 2 seconden op de
knop.
Op 0 zetten
Druk de knop meer dan 2 seconden
in zodra de gewenste periode wordt
aangegeven.

Page 29 of 133

29
-Multifunctionele displays
01-01-2006
Actieradius
In deze stand geeft de computer
het aantal kilometers dat met de
resterende hoeveelheid brandstof
gereden kan worden.
Opmerking:
dit getal kan verhoogd
worden door een verandering in de
rijstijl of van het landschap, met als
gevolg een aanzienlijke verlaging
van het momenteel verbruik.
Als de resterende hoeveelheid
brandstof in de tank minder is dan
3 liter, branden er slechts 3 streepjes
op de display.
Momenteel verbruik
Dit is het verbruik dat geregistreerd is
tijdens de laatste 2 seconden. Deze
informatie verschijnt alleen als er
met een snelheid hoger dan 20 km/h
wordt gereden.
Gemiddeld verbruik
Het gemiddelde verbruik is de verhou-
ding tussen de verbruikte brandstof
en het aantal afgelegde kilometers
sinds de laatste nulstelling van de
boordcomputer.
Gemiddelde snelheid
De gemiddelde snelheid wordt
verkregen door de sinds de laatste
nulstelling afgelegde afstand te delen
door de tijd dat de auto in gebruik is
(contact aan).
Afgelegde afstand
In deze stand geeft de boordcom-
puter de afgelegde afstand sinds de
laatste nulstelling aan.
Na het op nul stellen van de boord-
computer is de weergegeven
actieradius pas na enige tijd betrouw-
baar.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-
punt wanneer er tijdens het rijden
horizontale streepjes op de display
verschijnen, in plaats van cijfers.

Page 30 of 133

30 -Audio en telematica
01-01-2006
AUTORADIO RD3
HendelFunctie
1 - Indrukken (achterzijde) Volume verhogen
2 - Indrukken (achterzijde) Volume verlagen
1 + 2 - Gelijktijdig indrukken Geluid onderbreken (mute); geluid keert terug door indrukken van een willekeurige toets
3 - Indrukken Automatisch zoeken naar zenders in oplopende frequentie (radio) -

Volgende nummer selecteren (CD)
4 - Indrukken Automatisch zoeken naar zenders in aflopende frequentie (radio) -
Vorige nummer selecteren (CD)
5 - Op het uiteinde drukken Wijzigen van de geluidsbron (radio/ CD/CD-wisselaar)
6 - Draaien (rechtsom) Selecteren van volgende opgeslagen zender (radio) -
Selecteren van volgende CD
7 - Draaien (linksom) Selecteren van vorige opgeslagen zender (radio) -
Selecteren van vorige CD

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 140 next >