Peugeot 206 CC 2006 Handleiding (in Dutch)

Page 31 of 133

31
-Audio en telematica
01-01-2006
Toets
Functie
A AAN/UIT-schakelaar radio.
B - Verlagen van volume.
C + Verhogen van volume.
D
 Uitwerpen van de CD.
E RDS RDS-functie AAN/UIT.
Langer dan 2 seconden indrukken: aan-/uitzetten van de region
ale functie.
F TA Voorrang voor verkeersinformatie AAN/UIT.
Langer dan 2 seconden indrukken: aan-/uitzetten van de
PTY-functie.
G Instellen van bassen, hoge tonen, loudness, balans en fade
r en automatische volumeregeling.
H Hoger instellen van de aan de toets
G gekoppelde functies.
I Lager instellen van de aan de toets
G gekoppelde functies.
J Handmatig en automatisch zoeken van zenders in oplopende frequ
entie.
Volgende nummer van CD en volgend programmatype (PTY) (radio) selectere n.
K MAN Handmatige/automatische functie van de toetsen J en L.
L Handmatig en automatisch zoeken van zenders in aflopende frequent
ie.
Vorige nummer van CD en vorig programmatype (PTY) (radio) selecteren.
M CH. CD Selecteren van de CD-wisselaar.
Langer dan 2 seconden indrukken: in willekeurige volgorde afsp
elen.
N CD Selecteren van de CD-speler.
Langer dan 2 seconden indrukken: in willekeurige volgorde afsp
elen.
O Radio Selecteren van de radiofunctie. Selecteren van het golfbereik F
M1, FM2, FMAST, AM.
Langer dan 2 seconden indrukken: automatisch opslaan van voorkeuze zenders (autostore).
1 t/m 6 1 2 3 4 5 6 Selectie van een opgeslagen zender.
Langer dan 2 seconden indrukken: opslaan van een zender.
1 t/m 5 1 2 3 4 5 Selecteren van CD's uit de CD-wisselaar.

Page 32 of 133

32 -Audio en telematica
01-01-2006
ALGEMENE FUNCTIESAUDIO-INSTELLINGEN
Loudness-functie
Met deze functie kunnen de bassen
en hoge tonen versterkt worden.
Druk op de toetsen H of I om de func-
tie in of uit te schakelen.
Aan / uit
Druk, als het contact
aan is of in de stand
accessoires staat,
op de knop
A om de
radio aan of uit te
schakelen.
De radio kan gedurende 30 minu-
ten werken zonder dat het contact
aanstaat.
Diefstalbeveiliging
De radio is zodanig gecodeerd dat
deze alleen in uw auto functioneert.
Het heeft geen enkele zin de radio in
een andere auto te monteren.
De diefstalbeveiliging is volledig
automatisch en behoeft daarom
niet te worden ingeschakeld of
ingesteld.
REGELING VAN HET VOLUME
Druk herhaaldelijk op de toets C om
het volume te verhogen en op de
toets B om het te verlagen.
Druk lang op de toets C of B om het
volume sneller te verhogen respec-
tievelijk te verlagen. BassenToonregeling
Druk, als er
"TREB" op het display
wordt weergegeven, op de toets H
of I om de hoge tonen in te stellen.
- "TREB -9" minimum instelling hoge
tonen.
- "TREB 0" normale stand.
- "TREB +9" maximum instelling
hoge tonen.
Druk herhaaldelijk op
de toets G om achter-
eenvolgens de bassen
(BASS) , de hoge tonen
(TREB) , de loudness-
functie (LOUD) , de fader
(FAD) , de balans (BAL)
en de automatische
aanpassing van het volume te kiezen.
Deze functie wordt automatisch weer
uitgeschakeld als er geen instellingen
gewijzigd worden of door de toets G
na het bereiken van de functie voor
de automatische aanpassing van het
volume nogmaals in te drukken.
Opmerking: de instellingen voor de
bassen, de hoge tonen en de loudness
zijn gekoppeld aan de op dat moment
ingeschakelde geluidsbron. Zo kan de
toonhoogte voor de radio, CD of CD-wis-
selaar verschillend worden ingesteld.
Druk, als er "BASS"
op het display wordt
weergegeven, op de
toets H of I om de
bassen in te stellen.
- "BASS -9" minimum
instelling bassen.
- "BASS 0" normale
stand.
- "BASS +9" maximum instelling
bassen. Faderregeling
Druk, als er
"FAD" op het display
wordt weergegeven, op de toets H
of I.
Met de toets H wordt het volume vóór
versterkt.
Met de toets I wordt het volume ach-
ter versterkt.
Balansregeling
Druk, als er "BAL" op het display
wordt weergegeven, op de toets H
of I.
Met de toets H wordt het volume
rechts versterkt.
Met de toets I wordt het volume links
versterkt.

Page 33 of 133

33
-Audio en telematica
01-01-2006
RADIOFUNCTIE
Opmerkingen over de radio-
ontvangst
De ontvangst van uw autoradio
wijkt af van de ontvangst van uw
radio thuis. De ontvangst van lan-
gegolf, middengolf en FM-zenders
(frequentiemodulatie) kan door
diverse oorzaken worden gestoord.
Dit ligt niet aan de kwaliteit van het
apparaat, maar aan de opbouw van
de radiosignalen en de wijze van
verzenden.
Bij AM-zenders kunnen er storingen
optreden als er onder hoogspan-
ningskabels, in tunnels of onder
viaducten wordt gereden.
Bij FM-zenders kunnen de afstand
van de zender, de reflectie van het
signaal door grote obstakels (bergen,
gebouwen, enz.) en het zenderbe-
reik oorzaak zijn van een mindere
ontvangst. Selecteren van de radiofunctie
Automatisch afstemmen
Automatische volumeregeling
Met deze functie wordt het volume
automatisch aangepast aan het
geluidsniveau ten gevolge van de
snelheid van de auto.
Druk op de toets
H of I om de functie
in of uit te schakelen. Druk op de toets
O.
Druk kort op de toets
O , om de golflengte
FM1, FM2, FMast of
AM te kiezen.
Druk kort op één van de toetsen J
of L om respectievelijk de volgende
of vorige zender te selecteren. Als
deze toets wordt vastgehouden, blijft
de radio in de gekozen volgorde fre-
quenties afzoeken.
De radio stopt bij de eerste zender
die na het loslaten van de toets wordt
gevonden.
Als de functie TA is ingeschakeld,
wordt alleen afgestemd op zenders
die verkeersinformatie uitzenden.
Selecteren van het golfbereik
Handmatig afstemmen
Druk op de toets "MAN".
Druk kort op de toets J of L om de
weergegeven frequentie respectie-
velijk te verhogen of te verlagen.
Als deze toets wordt vastgehouden,
blijft de radio in de gekozen volgorde
frequenties afzoeken.
Het zoeken stopt zodra de toets
wordt losgelaten.
Als de toets "MAN" opnieuw wordt
ingedrukt, wordt teruggekeerd naar
het automatisch afstemmen op een
zender.
Handmatig opslaan van zenders
Kies het gewenste station.
Houd één van de voorkeuzetoetsen
"1" t/m "6" langer dan twee secon-
den ingedrukt.
Het geluid valt weg en keert weer
terug: de desbetreffende zender is
nu opgeslagen.
Eerst worden de sterkste zenders
afgezocht in de stand
"LO". Daarna
wordt in de stand "DX" ook naar
zwakkere zenders gezocht.
Druk twee keer kort op de toets J
of L om direct in de stand "DX" op
de zwakkere zenders af te kunnen
stemmen.

Page 34 of 133

33
-Audio en telematica
01-01-2006
RADIOFUNCTIE
Opmerkingen over de radio-
ontvangst
De ontvangst van uw autoradio
wijkt af van de ontvangst van uw
radio thuis. De ontvangst van lan-
gegolf, middengolf en FM-zenders
(frequentiemodulatie) kan door
diverse oorzaken worden gestoord.
Dit ligt niet aan de kwaliteit van het
apparaat, maar aan de opbouw van
de radiosignalen en de wijze van
verzenden.
Bij AM-zenders kunnen er storingen
optreden als er onder hoogspan-
ningskabels, in tunnels of onder
viaducten wordt gereden.
Bij FM-zenders kunnen de afstand
van de zender, de reflectie van het
signaal door grote obstakels (bergen,
gebouwen, enz.) en het zenderbe-
reik oorzaak zijn van een mindere
ontvangst. Selecteren van de radiofunctie
Automatisch afstemmen
Automatische volumeregeling
Met deze functie wordt het volume
automatisch aangepast aan het
geluidsniveau ten gevolge van de
snelheid van de auto.
Druk op de toets
H of I om de functie
in of uit te schakelen. Druk op de toets
O.
Druk kort op de toets
O , om de golflengte
FM1, FM2, FMast of
AM te kiezen.
Druk kort op één van de toetsen J
of L om respectievelijk de volgende
of vorige zender te selecteren. Als
deze toets wordt vastgehouden, blijft
de radio in de gekozen volgorde fre-
quenties afzoeken.
De radio stopt bij de eerste zender
die na het loslaten van de toets wordt
gevonden.
Als de functie TA is ingeschakeld,
wordt alleen afgestemd op zenders
die verkeersinformatie uitzenden.
Selecteren van het golfbereik
Handmatig afstemmen
Druk op de toets "MAN".
Druk kort op de toets J of L om de
weergegeven frequentie respectie-
velijk te verhogen of te verlagen.
Als deze toets wordt vastgehouden,
blijft de radio in de gekozen volgorde
frequenties afzoeken.
Het zoeken stopt zodra de toets
wordt losgelaten.
Als de toets "MAN" opnieuw wordt
ingedrukt, wordt teruggekeerd naar
het automatisch afstemmen op een
zender.
Handmatig opslaan van zenders
Kies het gewenste station.
Houd één van de voorkeuzetoetsen
"1" t/m "6" langer dan twee secon-
den ingedrukt.
Het geluid valt weg en keert weer
terug: de desbetreffende zender is
nu opgeslagen.
Eerst worden de sterkste zenders
afgezocht in de stand
"LO". Daarna
wordt in de stand "DX" ook naar
zwakkere zenders gezocht.
Druk twee keer kort op de toets J
of L om direct in de stand "DX" op
de zwakkere zenders af te kunnen
stemmen.

Page 35 of 133

34 -Audio en telematica
01-01-2006
Automatisch opslaan van FM-
zenders (autostore)Houd de toets O meer
dan twee seconden
ingedrukt.
De autoradio slaat
automatisch de 6 best te ontvangen
FM -zenders op. Deze zenders wor-
den op de Fmast-band opgeslagen.
Als er minder dan zes zenders wor-
den gevonden, blijven de resterende
geheugens ongewijzigd.RDS
Gebruik van RDS-functie (Radio
Data Systeem) op FM
De RDS -functie biedt de mogelijk-
heid om naar een zender te luisteren,
ongeacht de verschillende frequen-
ties die voor deze zender gebruikt
worden in de diverse regio's. Verkeersinformatie
Volgen van RDS-zenders
Op het display wordt de naam van
de zender aangegeven. Als de RDS-
functie is ingeschakeld, zoekt de
radio steeds de sterkste zender die
hetzelfde programma uitzendt. Druk op de toets
"TA"
om deze functie in of
uit te schakelen.
Op het display verschijnt:
- "TA" als deze functie is ingescha-
keld,
- "(TA)" als deze functie wel inge-
schakeld, maar niet beschikbaar
is.
Als deze functie is ingeschakeld,
wordt de geluidsbron die op dat
moment te horen is (radio, CD of
CD-wisselaar) onderbroken om voor-
rang te verlenen aan de ontvangen
verkeersinformatie.
Druk op de toets "TA" om de ver-
keersinformatie te onderbreken; de
functie is dan uitgeschakeld.
Druk kort op de toets
"RDS"
om de functie
in of uit te schakelen.
Op het multifunctio-
nele display verschijnt:
- "RDS" als deze functie is inge-
schakeld,
- "(RDS)" als deze functie wel inge-
schakeld, maar niet beschikbaar is.
Oproepen van opgeslagen
zenders
Telkens als een van de toetsen
"1"
t/m "6" wordt ingedrukt, wordt de
desbetreffende zender weergege-
ven.
Opmerking: Het volume van de
verkeersinformatie is onafhan-
kelijk van het normale volume
van de radio. U kunt dit instellen
met de volumeknop. De instelling
wordt opgeslagen en gebruikt bij
volgende berichten.

Page 36 of 133

35
-Audio en telematica
01-01-2006
Regionale functie (REG)
Sommige gekoppelde zenders
zenden op bepaalde tijdstippen op
dezelfde frequentie verschillende,
regionale programma's uit. Met deze
functie kan een regionaal programma
worden beluisterd.
Houd hiervoor de toets
"RDS" langer
dan twee seconden ingedrukt om
deze functie in of uit te schakelen.
PTY-functie
Met behulp van deze functie kunnen
zenders met een specifieke program-
mering (info, cultuur, sport, pop...)
beluisterd worden.
Houd, als FM is gese-
lecteerd, de toets
"TA" langer dan twee
seconden ingedrukt
om deze functie in of uit te schake-
len. Zoeken van een
PTY-programme-
ring:
- schakel de PTY-functie in,
- druk kort op één van de toetsen J
of L om een overzicht met de ver-
schillende programmatypes weer
te geven.
- als er een programma naar wens wordt weergegeven, houd dan
één van de toetsen J of L langer
dan twee seconden ingedrukt om
automatisch af te stemmen (na het
afstemmen wordt de PTY-functie
weer uitgeschakeld).
In de stand PTY kunnen de verschil-
lende programmatypes worden
opgeslagen. Houd daarvoor de
voorkeuzetoetsen " 1" t/m " 6" langer
dan twee seconden ingedrukt. Een
bepaalde programmering kan nu
worden opgeroepen door de desbe-
treffende toets kort in te drukken. EON
Dit systeem maakt koppelingen tus-
sen zenders in hetzelfde gebied.
Bij dit systeem is het mogelijk om
automatisch naar andere zenders
binnen het gebied over te schakelen
die verkeersinformatie of een
PTY-
programmering uitzenden.
De EON-functie werkt alleen als de
functie TA of PTY is ingeschakeld.

Page 37 of 133

36 -Audio en telematica
01-01-2006
Random-functie (RDM)
Houd, op het moment dat de CD-
speler als geluidsbron is gekozen,
de toets N 2 seconden ingedrukt. De
nummers van de CD worden nu in
een willekeurige volgorde afgespeeld.
Druk de toets N opnieuw langer dan
2 seconden in om weer op normaal
spelen over te schakelen.
De random-functie wordt uitgescha-
keld als de radio wordt uitgezet.
Het gebruik van gekraste
CD's kan storingen ver-
oorzaken.
Gebruik alleen CD's met
een ronde vorm.
Denk eraan bij het verlaten van
de auto met het dak in de stand
cabriolet de CD uit de speler te
halen (kans op diefstal).CD-SPELER
Selecteren van CD-speler
Zodra een CD in
de CD-speler wordt
gestoken met het
etiket naar boven
gericht, zal de CD-speler de CD
automatisch afspelen.
Als er al een CD in het apparaat zit,
druk dan op de toets N.
Uitwerpen van een CD Druk op de toets D om
de CD uit de CD-spe-
ler te werpen. Druk op de toets
J om het volgende
nummer te selecteren.
Druk op de toets L om terug te gaan
naar het begin van het afgespeelde
nummer of het vorige nummer.
Selecteren van een nummer van
de CD
Versneld afspelen
Houd één van de toetsen
J of L inge-
drukt om de CD versneld vooruit of
achteruit af te spelen.
Het versneld afspelen stopt zodra de
toets wordt losgelaten.

Page 38 of 133

37
-Audio en telematica
01-01-2006
Selecteren van een CD Versneld afspelen
Houd één van de toetsen
J of L inge-
drukt om de CD versneld vooruit of
achteruit te spelen.
Het versneld afspelen stopt zodra de
toets wordt losgelaten.
Druk op de toets M.
CD-WISSELAAR
Selecteren van CD-wisselaar
Selecteren van een nummer van
een CD
Druk op de toets J om het volgende
nummer te selecteren.
Druk op de toets L om terug te gaan
naar het begin van het afgebeelde
nummer of het vorige nummer.
Druk op een van de toetsen
"1" t/m
"5" van de autoradio om de desbe-
treffende CD te selecteren.
Het afspelen van gekraste
CD’s kan storingen
veroorzaken.
Gebruik uitsluitend CD’s
met een ronde vorm.
CD-WISSELAAR 5 CD’s*
* Volgens land van bestemming.
Deze is in het dashboardkastje aan-
gebracht en kan maximaal 5
CD’s
bevatten.
Steek de CD’s met de bedrukte zijde
naar boven in het magazijn.
Druk lang op één van de toetsen "1"
t/m "5" om de desbetreffende CD uit
te werpen.
Random-functie (RDM)
Houd, op het moment dat de CD-
wisselaar is geselecteerd, de toets
M
twee seconden ingedrukt. De num-
mers van de CD worden nu in een
willekeurige volgorde afgespeeld.
Druk de toets opnieuw in om weer op
normaal spelen over te schakelen.

Page 39 of 133

38 -Audio en telematica
01-01-2006
Presentatie
Uw 206 CC is voorzien van een
audiosysteem van het merk JBL,
afgestemd op het interieur van de
auto.
Een multifunctionele versterker
(1) van 240 Watt (geïntegreerd in
de subwoofer in de bagageruimte)
stuurt 8 topklasse luidsprekers en
de subwoofer afzonderlijk aan.Het systeem zorgt voor een opti-
male weergave en verdeling van
het geluid in de auto, ongeacht
of het dak in de stand Coupé of
Cabriolet staat.De luidsprekers bevinden zich:
- in de voorstijlen: twee
Tweeters (2)
voor de weergave van de hoge
tonen.
- in de voorportieren: twee Woofers (3) voor de weergave van
de bassen (lage tonen).
- in de achterpanelen: twee Tweeters (4) , die zijn ingebouwd
in twee Woofers (5) voor een
optimaal evenwicht tussen de ver-
schillende geluidsfrequenties in het
interieur.
- in de bagageruimte: een Subwoofer
(6) met twee geïntegreerde spe-
ciale woofers voor de weergave
van de bassen en diepe bassen
voor het gehele interieur.
U zult ongetwijfeld genieten van
de dynamiek en de diepte van de
geluidsweergave van het JBL-
systeem in de auto.
AUDIOSYSTEEM
Instellen in de CD- en
radiofunctie
De basisfuncties zijn gelijk aan die
van de autoradio.
Er zijn geen extra instellingen nodig.
Om echter volledig te kunnen genie-
ten van het JBL audiosysteem, wordt
geadviseerd om de AUDIO-instel-
lingen (BASS, TREB, FAD, BAL)
in de stand " 0" (nul) te zetten en de
Loudness (LOUD) in de stand " ON"
voor de CD-functie en in de stand " OFF " voor de radiofunctie.

Page 40 of 133

39
-Audio en telematica
01-01-2006
Afstandsbediening
Door de afstandsbediening op het
display te richten kunnen de verschil-
lende functies worden geselecteerd.
NAVIGATIESYSTEEM
Presentatie
Het navigatiesysteem helpt u door
middel van beeld en geluid om de
bestemming van uw keuze te berei-
ken.
Het systeem berust op een bestand
met cartografische gegevens en een
GPS-systeem (Global Positioning
System). Dit systeem bepaalt uw
positie met behulp van een aantal
satellieten.
Het navigatiesysteem bestaat uit de
volgende onderdelen:
- de afstandsbediening.
- het display.
- de computer.
- de schakelaar voor het herhalen
van het laatste gesproken bericht.
- de CD-rom.
- de multifunctionele antenne.
Sommige functies of diensten in
deze handleiding kunnen variëren,
afhankelijk van de gebruikte CD-
rom of het land van bestemming.
menu : het indrukken van deze toets
geeft toegang tot het hoofd-
menu. Deze toets kan op
elk gewenst moment worden
ingedrukt.
esc : escape-toets
Kort indrukken: annuleren van de actuele handeling en terug
naar het vorige scherm.
Langer dan 2 seconden indrukken: terug naar begin-
menu.
Deze toets kan vanuit elk menu worden ingedrukt. Deze
functie werkt niet tijdens het
navigeren.
mod : mode-toets
Kort indrukken: wisselen tus- sen weergave van datum,
navigeren, radio en perma-
nente plaatsbepaling.
val : bevestigingstoets
Bevestigen van de geselec- teerde functie.
De afstandsbediening kan in een
speciaal daarvoor bestemd vak in
het dashboardkastje worden opge-
borgen.
Type van de 2 batterijen: 1,5 V type
LR03.
Pijltjestoetsen:
Met behulp van de pijltjestoetsen
kan een item op het scherm worden
geselecteerd.
In het beginmenu kan met behulp
van de pijltjestoetsen "omhoog" en
"omlaag" de lichtsterkte van het
scherm worden ingesteld.
Door tijdens het navigeren op de
pijltjestoets "links" of "rechts" te druk-
ken wordt tijdelijk de volledige naam
van de straat weergegeven als deze
gedeeltelijk buiten het scherm valt.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 ... 140 next >