Peugeot 206 SW 2004.5 Handleiding (in Dutch)

Page 1 of 183

4 -
31-01-2005
5
-
31-01-2005
In een oogopslag

Page 2 of 183

4 -
31-01-2005
5
-
31-01-2005
1 Stuurwiel met airbag en claxon
2 Schakelaar verlichting en
richtingaanwijzers
3 Uitschakelen airbag aan
passagierszijde*
4 Blokkeerschakelaar elektrisch
bedienbare ruiten achter
5 Schakelaar elektronisch
stabiliteitsprogramma
(ESP/ASR)
6 Dimmer dashboardverlichting
7 Schakelaar ruitenwissers/-
sproeiers/boordcomputer
8 Stuurkolomschakelaar autoradio
9 Schakelaar alarmknipperlichten/
schakelaar centrale
vergrendeling
10 Multifunctioneel display
11 Voorruitontwaseming 12
Zijruitontwaseming
13 Verstelbaar zijventilatierooster
14 Airbag aan passagierszijde
15 Middelste verstelbare
ventilatieroosters
16 Dashboardkastje
17 Autoradio
18 Schakelaars en
bedieningsorganen verwarming,
ventilatie, airconditioning,
achterruitverwarming en
verwarming buitenspiegels
19 Asbak vóór
20 Versnellingshendel
21 Aansteker
22 Schakelaar elektrisch
bedienbare spiegels
23 Schakelaar elektrisch
bedienbare ruiten achter 24
Bediening stoelverwarming
25 Schakelaars elektrisch
bedienbare ruiten vóór
26 Handrem
27 Motorkapontgrendeling
28 Stuur-/contactslot
29 Zekeringenkast
30 Opbergvak
31 Stuurwielverstelling
32 Hoogteverstelling koplampen
* Volgens land van bestemming.
In een oogopslag

Page 3 of 183

6 -
31-01-2005
7
-
31-01-2005
SLEUTELS
Met behulp van de sleutels kunnen
de voorportieren, de achterklep (3-/5-
deurs) en de tankdop onafhankelijk
van elkaar vergrendeld of ontgren-
deld worden, kan de airbag aan pas-
sagierszijde worden uitgeschakeld en
wordt het contact-/stuurslot bediend.
STARTEN
De vier standen van de sleutel in
het contact-/stuurslot zijn:
1 - STOP:
Het contact is afgezet.
2 - 1
e stand, accessoires:
Het contact is afgezet, maar
de accessoires kunnen wel
functioneren.
3 - 2
e stand, contact aan:
Het contact staat aan.
4 - Starten:
De startmotor wordt in werking
gezet.
Afstandsbediening
Druk op de knop A om de auto op
afstand te vergrendelen.
Dit wordt bevestigd door het ge-
durende ongeveer twee seconden
branden van de richtingaanwijzers.
Druk op de knop B om de auto op
afstand te ontgrendelen.
Dit wordt bevestigd door het gedu-
rende ongeveer twee seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
206 SW: Druk lang op de knop B om
de auto te ontgrendelen en de ach-
terruit te openen.
: 95
Centrale vergrendeling en
ontgrendeling
Met behulp van de sleutel in het slot
van het bestuurdersportier kunnen
de portieren en de achterklep ge-
lijktijdig vergrendeld of ontgrendeld
worden. Als een van de portieren, de
achterklep of de achterruit (206 SW)
is geopend, werkt de centrale ver-
grendeling niet.
Waarschuwingssignaal sleutel in contact
Als het contact is afgezet klinkt er
een geluidssignaal als het bestuur-
dersportier wordt geopend terwijl de
sleutel nog in het contact steekt.
Lokaliseren van de auto
Als de auto is vergrendeld kan de
auto op een parkeerplaats worden
gelokaliseerd:
F Druk op de knop A, de plafonniers
en de richtingaanwijzers gaan gedu-
rende enkele seconden branden. Stuurslot
Ontgrendel indien nodig het stuurslot
alvorens te starten door het stuur
tegelijkertijd met de sleutel enigszins
te verdraaien.
Trap bij het starten het koppelings-
pedaal in om het aanslaan te verge-
makkelijken.
: : dit symbool verwijst u naar de bladzijde waar de ze functie uitgebreid aan bod
komt.
In een oogopslag

Page 4 of 183

6 -
31-01-2005
7
-
31-01-2005
SLEUTELS
Met behulp van de sleutels kunnen
de voorportieren, de achterklep (3-/5-
deurs) en de tankdop onafhankelijk
van elkaar vergrendeld of ontgren-
deld worden, kan de airbag aan pas-
sagierszijde worden uitgeschakeld en
wordt het contact-/stuurslot bediend.
STARTEN
De vier standen van de sleutel in
het contact-/stuurslot zijn:
1 - STOP:
Het contact is afgezet.
2 - 1
e stand, accessoires:
Het contact is afgezet, maar
de accessoires kunnen wel
functioneren.
3 - 2
e stand, contact aan:
Het contact staat aan.
4 - Starten:
De startmotor wordt in werking
gezet.
Afstandsbediening
Druk op de knop A om de auto op
afstand te vergrendelen.
Dit wordt bevestigd door het ge-
durende ongeveer twee seconden
branden van de richtingaanwijzers.
Druk op de knop B om de auto op
afstand te ontgrendelen.
Dit wordt bevestigd door het gedu-
rende ongeveer twee seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
206 SW: Druk lang op de knop B om
de auto te ontgrendelen en de ach-
terruit te openen.
: 95
Centrale vergrendeling en
ontgrendeling
Met behulp van de sleutel in het slot
van het bestuurdersportier kunnen
de portieren en de achterklep ge-
lijktijdig vergrendeld of ontgrendeld
worden. Als een van de portieren, de
achterklep of de achterruit (206 SW)
is geopend, werkt de centrale ver-
grendeling niet.
Waarschuwingssignaal sleutel in contact
Als het contact is afgezet klinkt er
een geluidssignaal als het bestuur-
dersportier wordt geopend terwijl de
sleutel nog in het contact steekt.
Lokaliseren van de auto
Als de auto is vergrendeld kan de
auto op een parkeerplaats worden
gelokaliseerd:
F Druk op de knop A, de plafonniers
en de richtingaanwijzers gaan gedu-
rende enkele seconden branden. Stuurslot
Ontgrendel indien nodig het stuurslot
alvorens te starten door het stuur
tegelijkertijd met de sleutel enigszins
te verdraaien.
Trap bij het starten het koppelings-
pedaal in om het aanslaan te verge-
makkelijken.
: : dit symbool verwijst u naar de bladzijde waar de ze functie uitgebreid aan bod
komt.
In een oogopslag

Page 5 of 183

6 -
31-01-2005
7
-
31-01-2005
Voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot een airbag aan
passagierszijde
Auto's met een airbagschakelaar:
Starten van een benzinemotor
Trap het gaspedaal niet in.
Stel de startmotor in werking en laat de
sleutel los zodra de motor aanslaat.
Starten van een
dieselmotor
Trap het gaspedaal niet in.
Draai de sleutel in de stand
"Contact aan" .
Als de temperatuur al hoog genoeg
is, gaat het lampje niet branden en
kunt u de motor direct starten.
Als het lampje brandt, wacht dan
met het starten van de motor tot het
lampje uitgaat.
Als de motor is afgeslagen, moet de
sleutel eerst weer in stand "STOP"
gezet worden, voordat opnieuw ge-
start kan worden.
Belast nooit een motor die
koud is.
Laat de motor nooit in een
afgesloten ruimte draaien.
Breng nooit wijzigingen aan
het stuurslot aan. Controle werking
Als bij aangezet contact
(2
e stand) dit verklikkerlamp-
je op het instrumentenpa-
neel gaat branden in combinatie met
een melding op het multifunctionele
display, betekent dit dat de airbag
aan passagierszijde is uitgeschakeld
(stand "OFF" van de schakelaar).
Als de airbag aan passagierszijde
is uitgeschakeld, blijft het verklikker-
lampje branden.
AIRBAGS VÓÓR
Uitschakelen airbag aan
passagierszijde*
Steek de contactsleutel in de scha-
kelaar 1 en draai deze:
- op "ON" : airbag aan passagiers-
zijde geactiveerd.
- op "OFF" : airbag aan passagiers-
zijde uitgeschakeld.
-
Schakel de airbag
aan passagierszijde
uit als u een kinder-
zitje met de rug in
de rijrichting op de
voorstoel plaatst.
- Schakel de airbag in
als er een passagier
op de voorstoel zit.
Auto's zonder een airbagschakelaar:-
Plaats geen kinder-
zitje met de rug in
de rijrichting op de
voorstoel.
Leg in elk geval nooit uw voeten,
noch enig voorwerp op het dash-
board.
* Volgens land van bestemming.
: 124
In een oogopslag

Page 6 of 183

10 -
31-01-2005
11
-
31-01-2005
SCHAKELAARS OP
STUURKOLOM
Verlichting
Verlichting voor en achter (ring A) Mistachterlicht
(ring B)
Ruitenwissers
Voor
2 Hoge snelheid
1 Normale snelheid
I Interval
of
AUTO Automatisch wissen
0 Uit
â Eén keer wissen
Ruitensproeier: trek de hendel naar
u toe.
Lichten uit
Parkeerlichten aan
Dim-/grootlicht aan
Automatisch
inschakelen van de
verlichting
Automatisch inschakelen van de
verlichting
Zet om deze functie in of uit te scha-
kelen het contact in de stand acces-
soires, de lichtschakelaar in de stand
AUTO/0 en druk minimaal 4 seconden
op het uiteinde van de lichtschakelaar. Mistlampen en mistachterlicht
(ring C)
Mistachterlicht (ring naar vo-
ren draaien)
Mistlampen vóór (ring 1 stand
naar voren draaien)
Mistlampen en mistach-
terlicht (ring 2 standen
naar voren draaien) Uit
Interval Ruiten-
sproeier
Automatische ruitenwissers
In de stand AUTO werken de ruiten-
wissers automatisch en wordt de
snelheid van de wissers aan de
hoeveelheid neerslag aangepast .
: 102: 104
Achter
In een oogopslag

Page 7 of 183

10 -
31-01-2005
11
-
31-01-2005
Ga nooit rijden als de hoofd-
steunen zijn verwijderd.
4 -
Hoogteverstelling.
5 - Verstelling van de hoek van de
rugleuning.
6 - Schakelaar stoelverwarming.
VOORSTOELEN
(3-/5-deurs en 206 SW)
1 - Verstelling in lengterichting.
2 - Hoogteverstelling en verstelling
van de hoek van de hoofdsteun.
3 - Toegang tot de achterbank
(3-deurs).
: 82
In een oogopslag

Page 8 of 183

12 -
31-01-2005
13
-
31-01-2005
ACHTERBANK
Neerklappen van de achterbank:
- Til de zitting 1 aan de voorzijde op.
- Klap de zitting 1 tegen de rugleu-
ning van de voorstoelen.
- Plaats de veiligheidsgordel onder de geleider 2.
- Trek aan de knop 3 om de rugleu-
ning 4 los te maken.
- Verwijder de hoofdsteun of duw deze omlaag.
- Klap de rugleuning 4 neer.
Als de bank weer in de normale
stand wordt geklapt, let dan op dat de
gordels niet worden vastgeklemd.
Bagageafdekking
Plaatsen:
- Plaats 1 één uiteinde van het oprol-
mechanisme van de bagageafdek-
king in een van de twee steunen.
- Plaats 2 het uiteinde aan de andere
zijde door dit in te drukken.
- Laat het los 3 om het te bevestigen.
- Rol 4 de bagageafdekking uit tot
aan de achterklepsponning.
- Steek de geleiders 5 van de bagageaf-
dekking in de rails op de zijpanelen.
: 85: 116
Verwijderen:
- Verwijder de geleiders van de bagageafdekking uit de rails op de
zijpanelen.
- Rol de bagageafdekking op, druk het uiteinde in en verwijder het uit
de steun.
In een oogopslag

Page 9 of 183

12 -
31-01-2005
13
-
31-01-2005
INDELING VAN DE
BAGAGERUIMTE (206 SW)
1 - Handgrepen en kledinghaak
2 - Kledinghaken
3 - Bevestigingspunten bagagenet
voor hoge belading
4 - Haken
5 - 12 V-aansluiting
6 - Opbergnetten
7 - Riemen
8 - Bagage-afdekking
9 - Sjorogen
: 116
In een oogopslag

Page 10 of 183

6 -
31-01-2005
7
-
31-01-2005
Voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot een airbag aan
passagierszijde
Auto's met een airbagschakelaar:
Starten van een benzinemotor
Trap het gaspedaal niet in.
Stel de startmotor in werking en laat de
sleutel los zodra de motor aanslaat.
Starten van een
dieselmotor
Trap het gaspedaal niet in.
Draai de sleutel in de stand
"Contact aan" .
Als de temperatuur al hoog genoeg
is, gaat het lampje niet branden en
kunt u de motor direct starten.
Als het lampje brandt, wacht dan
met het starten van de motor tot het
lampje uitgaat.
Als de motor is afgeslagen, moet de
sleutel eerst weer in stand "STOP"
gezet worden, voordat opnieuw ge-
start kan worden.
Belast nooit een motor die
koud is.
Laat de motor nooit in een
afgesloten ruimte draaien.
Breng nooit wijzigingen aan
het stuurslot aan. Controle werking
Als bij aangezet contact
(2
e stand) dit verklikkerlamp-
je op het instrumentenpa-
neel gaat branden in combinatie met
een melding op het multifunctionele
display, betekent dit dat de airbag
aan passagierszijde is uitgeschakeld
(stand "OFF" van de schakelaar).
Als de airbag aan passagierszijde
is uitgeschakeld, blijft het verklikker-
lampje branden.
AIRBAGS VÓÓR
Uitschakelen airbag aan
passagierszijde*
Steek de contactsleutel in de scha-
kelaar 1 en draai deze:
- op "ON" : airbag aan passagiers-
zijde geactiveerd.
- op "OFF" : airbag aan passagiers-
zijde uitgeschakeld.
-
Schakel de airbag
aan passagierszijde
uit als u een kinder-
zitje met de rug in
de rijrichting op de
voorstoel plaatst.
- Schakel de airbag in
als er een passagier
op de voorstoel zit.
Auto's zonder een airbagschakelaar:-
Plaats geen kinder-
zitje met de rug in
de rijrichting op de
voorstoel.
Leg in elk geval nooit uw voeten,
noch enig voorwerp op het dash-
board.
* Volgens land van bestemming.
: 124
In een oogopslag

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 ... 190 next >