Peugeot 206 SW 2004.5 Handleiding (in Dutch)

Page 21 of 183

22 -
31-01-2005
23
-
31-01-2005
Verklikkerlampje
veiligheidsgordels*
Dit lampje gaat branden als, bij
ingeschakeld contact, de bestuurder zijn
veiligheidsgordel niet heeft vastgemaakt.
Bij een snelheid hoger dan 20 km/h
knippert het lampje gedurende onge-
veer 2 minuten in combinatie met een
steeds luider wordend geluidssignaal
en een melding op het multifunctio-
nele display. Het verklikkerlampje blijft
branden zolang de bestuurder zijn vei-
ligheidsgordel niet heeft vastgemaakt.
Verklikkerlampje
uitschakeling airbag
passagier*
Als dit lampje gaat branden in com-
binatie met een melding op het multi-
functionele display, wijst dit erop dat
de airbag aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
Zolang de airbag aan passagierszij-
de is uitgeschakeld, blijft het verklik-
kerlampje branden.
Raadpleeg in alle gevallen dat het lamp-
je knippert uw PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje airbags
Het lampje gaat bij het aanzet-
ten van het contact branden en
gaat na enkele seconden uit.
Als het lampje bij draaiende motor
gaat branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display, wijst dit op
een storing in het airbagsysteem.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-
punt.
Koelvloeistof-
temperatuurmeter
- Wijzer in zone (A): temperatuur is
in orde.
- Wijzer in zone (B): temperatuur
is te hoog. Het verklikkerlampje
STOP knippert.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-
punt.
Temperatuurmeter motorolie
Bij draaiende motor geeft de meter
de temperatuur van de motorolie
aan:
- Wijzer in zone (C): olietemperatuur
is in orde.
- Wijzer in zone (D): olietemperatuur is
te hoog. Verminder uw snelheid om
de olietemperatuur te laten dalen.
* Volgens land van bestemming.
Controle tijdens het rijden

Page 22 of 183

22 -
31-01-2005
23
-
31-01-2005
Verklikkerlampje
veiligheidsgordels*
Dit lampje gaat branden als, bij
ingeschakeld contact, de bestuurder zijn
veiligheidsgordel niet heeft vastgemaakt.
Bij een snelheid hoger dan 20 km/h
knippert het lampje gedurende onge-
veer 2 minuten in combinatie met een
steeds luider wordend geluidssignaal
en een melding op het multifunctio-
nele display. Het verklikkerlampje blijft
branden zolang de bestuurder zijn vei-
ligheidsgordel niet heeft vastgemaakt.
Verklikkerlampje
uitschakeling airbag
passagier*
Als dit lampje gaat branden in com-
binatie met een melding op het multi-
functionele display, wijst dit erop dat
de airbag aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
Zolang de airbag aan passagierszij-
de is uitgeschakeld, blijft het verklik-
kerlampje branden.
Raadpleeg in alle gevallen dat het lamp-
je knippert uw PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje airbags
Het lampje gaat bij het aanzet-
ten van het contact branden en
gaat na enkele seconden uit.
Als het lampje bij draaiende motor
gaat branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display, wijst dit op
een storing in het airbagsysteem.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-
punt.
Koelvloeistof-
temperatuurmeter
- Wijzer in zone (A): temperatuur is
in orde.
- Wijzer in zone (B): temperatuur
is te hoog. Het verklikkerlampje
STOP knippert.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-
punt.
Temperatuurmeter motorolie
Bij draaiende motor geeft de meter
de temperatuur van de motorolie
aan:
- Wijzer in zone (C): olietemperatuur
is in orde.
- Wijzer in zone (D): olietemperatuur is
te hoog. Verminder uw snelheid om
de olietemperatuur te laten dalen.
* Volgens land van bestemming.
Controle tijdens het rijden

Page 23 of 183

22 -
31-01-2005
23
-
31-01-2005
Display stand selectiehendel
automatische transmissie Verklikkerlampjes
automatische transmissie
Park
(Parkeerstand)
Reverse (Achteruit)
Neutral (Neutraalstand)
Drive (Rijstand)
Handbediening: 1
e versnelling
ingeschakeld
2
e versnelling
ingeschakeld
3
e versnelling
ingeschakeld
4
e versnelling
ingeschakeld Verklikkerlampje "SPORT"
Dit lampje gaat branden als het
schakelprogramma
"SPORT"
wordt ingeschakeld.
Verklikkerlampje "SNEEUW"
Dit lampje gaat branden als het
schakelprogramma "SNEEUW"
wordt ingeschakeld.
Storing
Een storing wordt aangegeven door
het knipperen van de verklikkerlamp-
jes Sport en Sneeuw in combinatie met
een geluidssignaal en een melding op
het multifunctionele display. Raad-
pleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Controle tijdens het rijden

Page 24 of 183

24 -
31-01-2005
25
-
31-01-2005
Onderhoudsintervalindicator
Deze geeft aan hoeveel kilometer u
nog verwijderd bent van de eerstvol-
gende onderhoudscontrole volgens
het onderhoudsschema. 5 seconden na het aanzetten van het
contact geeft de teller weer de nor-
male kilometerstand of de stand van
de dagteller aan.
De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole is minder
dan 1.000 km.
Voorbeeld:
Er is nog 900 km af te leggen
tot de eerstvolgende onderhoudscontrole.
Bij het aanzetten van het contact en geduren-
de 5 seconden daarna geeft de teller aan:
5 seconden na het aanzetten van het
contact geeft de teller weer de normale
kilometerstand aan, maar het lampje blijft
branden.
Dit om aan te geven dat er binnenkort on-
derhoudswerkzaamheden uitgevoerd moe-
ten worden. De kilometertotaalstand of de
stand van de dagteller wordt aangegeven.
De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole is
overschreden.
Elke keer als het contact wordt aangezet,
gaat het lampje gedurende 5 seconden knip-
peren en geeft de teller het aantal kilometers
aan dat er te veel gereden is.
Voorbeeld: Er had 300 km eerder een onder-
houdscontrole uitgevoerd moeten worden.
Bij het aanzetten van het contact en geduren-
de 5 seconden daarna geeft de teller aan:
DISPLAY OP HET
INSTRUMENTENPANEEL
Dit heeft na het aanzetten van het
contact, 3 verschillende functies:
- onderhoudsintervalindicator,
- motorolieniveaumeter,
- kilometerteller, deze wordt na het uitzetten van het contact, bij het
openen van het bestuurdersportier
en bij het vergrendelen en ont-
grendelen van de auto gedurende
30 seconden weergegeven.
5 seconden na het aanzetten van
het contact geeft de teller weer de
normale kilometerstand aan, maar
het lampje blijft branden. De kilo-
metertotaalstand of de stand van de
dagteller wordt aangegeven.
Opmerking: De onderhoudssleutel
gaat ook branden als het onder-
houdsinterval van 2 jaar is over-
schreden*.
* Volgens land van bestemming.
Werking
Zodra het contact wordt aangezet,
gaat het lampje (een sleutel die onder-
houdswerkzaamheden symboliseert)
gedurende 5 seconden branden. De
teller geeft (afgerond) het resterende
aantal kilometers tot de eerstvolgen-
de onderhoudscontrole aan.
Voorbeeld:
Er is nog 4.800 km af te leggen
tot de eerstvolgende onderhoudscontrole. Bij
het aanzetten van het contact en gedurende
5 seconden daarna geeft de teller aan:
Controle tijdens het rijden

Page 25 of 183

24 -
31-01-2005
25
-
31-01-2005
Op 0 zetten van de
onderhoudsintervalindicator
Uw PEUGEOT-servicepunt zet de
onderhoudsintervalindicator na elke
onderhoudscontrole weer op 0.
De onderhoudsintervalindicator kan
op de volgende wijze op 0 worden
gezet:
- zet het contact af,
- druk op de knop 1 en houd deze
ingedrukt,
- zet het contact aan.
De kilometerteller begint 10 secon-
den terug te tellen,
- houd de knop 1 gedurende 10 se-
conden ingedrukt.
De teller geeft [= 0] aan en het
lampje gaat uit.Motorolieniveaumeter
Bij het aanzetten van het contact
wordt de onderhoudsintervalindica-
tor enkele seconden weergegeven
en vervolgens gedurende 10 secon-
den het motorolieniveau. Storing motorolieniveaumeter
Het knipperen van de zes segmen-
ten duidt op een storing in de motor-
olieniveaumeter.
Er bestaat kans op ernstige motor-
schade.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Te veel olie
Als de zes segmenten knipperen en
"max" wordt weergegeven, is het
motorolieniveau te hoog, waardoor
ernstige motorschade kan ontstaan.
Controleer het olieniveau met de peil-
stok. Als blijkt dat het olieniveau te
hoog is, raadpleeg dan zo snel moge-
lijk een PEUGEOT-servicepunt.
Te weinig olie
Als de zes segmenten knipperen en
"min" wordt weergegeven, is het mo-
torolieniveau te laag, waardoor ern-
stige motorschade kan ontstaan.
Controleer het olieniveau met de peil-
stok. Als blijkt dat het olieniveau te
laag is, moet olie worden bijgevuld. Controle van het olieniveau met
de peilstok is alleen betrouw-
baar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en
de motor minstens 10 minuten
niet heeft gedraaid.
Controle tijdens het rijden

Page 26 of 183

26 -
31-01-2005
Kilometerteller
Druk op de knop 1 om over te scha-
kelen van kilometerteller naar dagtel-
ler en terug.
Druk, als de dagteller is ingescha-
keld, op de knop 1 tot de nullen
verschijnen om de dagteller op nul
te zetten.
DIMMER
DASHBOARDVERLICHTING
Druk, tijdens het branden van de
verlichting, op de knop om de sterkte
van de dashboardverlichting te veran-
deren. Als de verlichting de zwakste
(of felste) stand heeft bereikt, laat dan
de knop los en druk deze vervolgens
opnieuw in om de verlichting weer fel-
ler (of zwakker) te maken.
Laat de knop los zodra de gewenste
lichtsterkte is bereikt.
ALARM-
KNIPPERLICHTEN
Druk de knop in, de richtingaanwij-
zers knipperen tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook
als het contact is afgezet.
Automatische ontsteking van
de alarmknipperlichten*
Bij een noodstop schakelen de
alarmknipperlichten, afhankelijk van
de remvertraging die optreedt, au-
tomatisch in. De alarmknipperlichten
blijven knipperen totdat er opnieuw
gas wordt gegeven. U kunt de alarm-
knipperlichten echter ook uitschake-
len door de knop in te drukken.
* Volgens land van bestemming.
Controle tijdens het rijden

Page 27 of 183

27
-
31-01-2005
KLOKJEInstellen van de parameters
Houd de knop 1 gedurende twee se-
conden ingedrukt om de gegevens in
te stellen. Zodra een gegeven knip-
pert, kan het worden gewijzigd.
Vervolgens kunnen door het indruk-
ken van de knop 1 in onderstaande
volgorde de verschillende gegevens
geselecteerd worden:
- taal,
- uren (12 of 24 uur),
- minuten,
- jaar,
- maand,
- dag,
-
temperatuureenheden (graden Celcius
of Fahrenheit).
Door de knop 2 in te drukken kan het
geselecteerde gegeven gewijzigd
worden. Houd de knop ingedrukt om
de instelling in een hoger tempo te
wijzigen (terug naar het begin na de
laatste waarde).
Als de knop gedurende 7 seconden
niet wordt ingedrukt, geeft het dis-
play het basisscherm weer en zijn de
gewijzigde gegevens opgeslagen.
Opmerking: Druk kort op de knop 2
om gedurende enkele seconden de
buitentemperatuur weer te geven.
Knop
1: instellen van de uren.
Knop 2: instellen van de minuten.
Houd de knop ingedrukt om de tijd in
een hoger tempo in te stellen.
DISPLAY A
Dit display kan de volgende informa-
tie weergeven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur* (knippert bij kans op gladheid),
- de informatie van de radio,
- de controle op geopende portieren (bijv.: "portier links voor geopend", ...),
- de waarschuwingsmeldingen (bijv.: "batterij afstandsbediening
leeg") en de status van de functies
van de auto (bijv.: "spaarstand
actief"), kort weergegeven.
* Volgens uitvoering.
Multifunctionele displays

Page 28 of 183

28 -
31-01-2005
29
-
31-01-2005
Instellen van de gegevens
Druk knop 1 in en houd deze gedurende
2 seconden ingedrukt. Het eerste gege-
ven knippert en kan worden veranderd.
Hierna kunnen door het indrukken van
knop 1 achereenvolgens de verschil-
lende gegevens geselecteerd worden:
- de taal,
- de snelheidseenheden (km of mijl),
- de temperatuureenheden (graden Celsius of Fahrenheit),
- de tijdsaanduiding (in 12 of 24 uur),
- de uren,
- de minuten,
- het jaar,
- de maand,
- de dag.
Door het indrukken van knop 2 kan het
geselecteerde gegeven worden gewij-
zigd. Houd de knop ingedrukt om de ge-
gevens in een hoger tempo in te stellen.
Als de knop gedurende 7 seconden
niet wordt ingedrukt, geeft het display
het oorspronkelijke scherm weer en
zijn de wijzigingen opgeslagen.
DISPLAY B
Dit kan de volgende informatie weer-
geven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur (knippert bij kans op gladheid),
- informatie van de autoradio,
- controle op geopende portieren. Het display geeft schematisch aan
of een portier geopend is,
- waarschuwingen (bijv.: "storing la- den accu") of berichten (bijv.: "brand-
stofniveau laag") die tijdelijk worden
weergegeven, kunnen worden ge-
wist door op knop 1 of 2 te drukken,
- de boordcomputer.
Multifunctionele displays

Page 29 of 183

28 -
31-01-2005
29
-
31-01-2005
MONOCHROOM DISPLAY CT
Menu coniguratie
Dit menu biedt toegang tot de vol-
gende parameters:
- "Instellen lichtsterkte": instellen van
de lichtsterkte van het display.
- "Geluid": instellen van de spraak- synthese (voor de parameter
vrouwelijke/mannelijke stem: plaats
de coniguratie-CD-Rom); gespro-
ken opdrachten aan/uit.
- "Internationale parameters": instel- len datum en tijd (weergave in 12
of 24 uur, instellen minuten via
GPS); instellen van eenheden (l/
100 - °C of mpg - °F).
- "Keuze van de taal": keuze van de taal van de weergave en de gespro-
ken informatie en commando’s (Ne-
derlands, Duits, Engels, Spaans,
Frans, Italiaans, Portugees: plaats
de coniguratie-CD-Rom).
Algemeen menu
Druk op de toets
"MENU" van de
autoradio/telefoon RT3 om het al-
gemene menu weer te geven, van
waaruit de volgende functies kunnen
worden geselecteerd:
- navigatie (zie hoofdstuk "Naviga- tiesysteem"),
- audiofuncties (zie hoofdstuk "Auto- radio/telefoon RT3"),
- de boordcomputer (zie desbetref- fende hoofdstuk),
- de index (zie hoofdstuk "Autoradio/ -telefoon RT3"),
- de telefoonfunctie (zie hoofdstuk "Autoradio/-telefoon RT3"),
- coniguratie.
Dit systeem wordt bediend met
behulp van het toetsenbord van de
autoradio/telefoon GPS RT3 .
Het kan de volgende informatie
weergeven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur (bij kans op gladheid verschijnt een waarschu-
wingsmelding),
- weergave van de radiofunctie (ra- dio, CD, ...),
- de telefoonfuncties (telefoon, dien- sten, ...),
- controle op geopende portieren, motorkap, enz.,
- waarschuwingen (bijv.: "Brandstof- niveau laag") of meldingen met
betrekking tot de functies van de
auto (bijv.: "Airbag passagier uit-
geschakeld") die tijdelijk worden
weergegeven,
- de boordcomputer (zie desbetref- fende hoofdstuk),
- het navigatiesysteem (zie desbe- treffende hoofdstuk). Opmerking:
Om gebruik te kunnen
maken van alle functies van het sys-
teem, heeft u de beschikking over
twee CD-Roms: de CD-Rom "Coni-
guratie" met de software en de ver-
schillende talen voor de weergave
en de gesproken berichten en de
CD-Rom "Navigatie" met alle carto-
graische gegevens van het naviga-
tiesysteem.
Multifunctionele displays

Page 30 of 183

30 -
31-01-2005
31
-
31-01-2005
DE AUTORADIO RB3
Hendel Functie
1 - Indrukken (achterzijde) Volume verhogen.
2 - Indrukken (achterzijde) Volume verlagen.
1 + 2 - Gelijktijdig indrukken Geluid onderbreken (mute); geluid keert t erug door indrukken van een willekeurige toets.
3 - Indrukken Automatisch zoeken naar zenders in oplopende frequentie (radio) -
Volgende nummer selecteren (CD).
4 - Indrukken Automatisch zoeken naar zenders in alopende frequentie (radio) -
Vorige nummer selecteren (CD).
5 - Op het uiteinde drukken Wijzigen van de geluidsbron (radio/ cassette/CD-wisselaar).
6 - Draaien (rechtsom) Selecteren van volgende opgeslagen zender (radio) -
Selecteren van volgende CD.
7 - Draaien (linksom) Selecteren van vorige opgeslagen zender (radio) -
Selecteren van vorige CD.
Audio en telematica

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 190 next >