Peugeot 206 SW 2004.5 Handleiding (in Dutch)

Page 31 of 183

30 -
31-01-2005
31
-
31-01-2005
Toets Functie
A AAN/UIT-schakelaar radio.
B - Verlagen van volume.
C + Verhogen van volume.
D RDS RDS-functie AAN/UIT.
Langer dan 2 seconden indrukken: aan-/uitzetten van de region
ale functie.
E TA Voorrang voor verkeersinformatie AAN/UIT.
F Lang indrukken: snel terugspoelen van cassette.
G Lang indrukken: snel vooruitspoelen van cassette.
F + G 3
4
7 8 Kort indrukken: omkeren afspeelrichting van de cassette.
Lang indrukken: uitwerpen van de cassette.
H ¯Instelling van bassen, hoge tonen, loudness, balans en
automatische volumeregeling.
I 5Hoger instellen van de aan de toets
H gekoppelde functies.
J 6Lager instellen van de aan de toets
H gekoppelde functies.
K SRC Selecteren van geluidsbron: radio, cassette of CD-wisselaar.
Langer dan 2 seconden indrukken: in willekeurige volgorde afsp
elen CD.
L 8Handmatig en automatisch zoeken van zenders in oplopende frequ
entie.
Volgende nummer van CD selecteren en selecteren volgende PTY (rad io).
M MAN Handmatige/automatische functie van de toetsen L en N voor de radio.
N 7Handmatig en automatisch zoeken van zenders in alopende freque
ntie.
Vorige nummer van CD selecteren en selecteren vorige PTY (radio).
O BND
AST Selectie van het golfbereik FM1, FM2, FMast, AM.
Langer dan 2 seconden indrukken: automatisch opslaan van voorkeuze
zenders (autostore).
1 t/m 6 1 2 3 4 5 6 Selectie van een opgeslagen zender.
Langer dan 2 seconden indrukken: opslaan van een zender.
1 t/m 5 1 2 3 4 5 Selecteren van CD in CD-wisselaar.
Audio en telematica

Page 32 of 183

34 -
31-01-2005
35
-
31-01-2005
ALGEMENE FUNCTIES
AUDIO-INSTELLINGEN
Loudness-functie
Met deze functie kunnen de bassen
en hoge tonen bij een gering volume
versterkt worden. Druk op de toetsen
I of J om de functie in of uit te scha-
kelen.
Aan/uit
Druk, als het contact
AAN is of in de stand
ACCESSOIRES staat,
op de knop
A om de ra-
dio aan of uit te zetten.
De radio kan gedu-
rende 30 minuten
werken zonder dat het contact
aanstaat.
Diefstalbeveiliging
De radio is zodanig gecodeerd dat
deze alleen in uw auto functioneert.
Het heeft geen enkele zin de radio in
een andere auto te monteren.
De diefstalbeveiliging is volledig
automatisch en behoeft daarom
niet te worden ingeschakeld of
ingesteld.REGELING VAN HET VOLUME
Druk herhaaldelijk op de toets C om
het volume te verhogen en op de
toets B om het te verlagen.
Door langer op de toetsen C en B
te drukken wordt het volume sneller
geregeld. Bassen
Toonregeling
Druk, als er
"TREB" op het display
wordt weergegeven, op de toets I of
J om de hoge tonen in te stellen.
- "TREB -9" minimum instelling hoge
tonen.
- "TREB 0" normale stand.
- "TREB +9" maximum instelling hoge
tonen.
Druk herhaaldelijk op
de toets
H om achter-
eenvolgens de bassen
(BASS) , de hoge to-
nen (TREB) , de loud-
ness-functie (LOUD),
de fader (FAD), de
balans (BAL) en de
automatische aanpassing van het
volume te kiezen.
Deze functie wordt na enkele secon-
den automatisch weer uitgeschakeld
als er geen instellingen gewijzigd
worden of door de toets H na het be-
reiken van de functie voor de auto-
matische aanpassing van het volume
nogmaals in te drukken.
Opmerking: De instellingen voor
de bassen, de hoge tonen en de
loudness zijn gekoppeld aan de op
dat moment ingeschakelde geluids-
bron. Zo kan de toonhoogte voor de
radio, cassette (RB3), CD (RD3) of
CD-wisselaar verschillend worden
ingesteld. Druk, als er
"BASS"
op het display wordt
weergegeven, op de
toets I of J om de bas-
sen in te stellen.
- "BASS -9" minimum
instelling bassen.
- "BASS 0" normale
stand.
- "BASS +9" maximum instelling
bassen.
Audio en telematica

Page 33 of 183

34 -
31-01-2005
35
-
31-01-2005
RADIOFUNCTIE
Opmerkingen over de
radio-ontvangst
De ontvangst van uw autoradio wijkt
af van de ontvangst van uw radio
thuis. De ontvangst van langegolf,
middengolf en FM-zenders (frequen-
tiemodulatie) kan door diverse oorza-
ken worden gestoord. Dit ligt niet aan
de kwaliteit van het apparaat, maar
aan de opbouw van de radiosignalen
en de wijze van verzenden.
Bij AM-zenders kunnen er storingen
optreden als er onder hoogspan-
ningskabels, in tunnels of onder via-
ducten wordt gereden.
Bij FM-zenders kunnen de afstand
van de zender, de relectie van het
signaal door grote obstakels (ber-
gen, gebouwen, enz.) en het zender-
bereik oorzaak zijn van een mindere
ontvangst. Selecteren van de radiofunctie
Selecteren van het golfbereik
Faderregeling
Druk, als er
"FAD" op het display
wordt weergegeven, op de toets I
of J.
Met de toets I wordt het volume vóór
versterkt.
Met de toets J wordt het volume ach-
ter versterkt.
Balansregeling
Druk, als er "BAL" op het display
wordt weergegeven, op de toets I
of J.
Met de toets I wordt het volume
rechts versterkt.
Met de toets J wordt het volume links
versterkt.
Automatische volumeregeling
Met deze functie wordt het volume
automatisch aangepast aan het
geluidsniveau ten gevolge van de
snelheid van de auto.
Druk op de toets I of J om de functie
in- of uit te schakelen. Autoradio RB3:
Druk
herhaaldelijk op de
toets "SRC" .
Autoradio RD3: Druk
op de toets R.
Autoradio RB3: druk
kort op de toets "BND/
AST" om de golleng-
te FM1, FM2, FMast of
AM te kiezen.
Autoradio RD3: druk
kort op de toets R om
de gollengte FM1,
FM2, FMast of AM te
kiezen.
Audio en telematica

Page 34 of 183

34 -
31-01-2005
35
-
31-01-2005
RADIOFUNCTIE
Opmerkingen over de
radio-ontvangst
De ontvangst van uw autoradio wijkt
af van de ontvangst van uw radio
thuis. De ontvangst van langegolf,
middengolf en FM-zenders (frequen-
tiemodulatie) kan door diverse oorza-
ken worden gestoord. Dit ligt niet aan
de kwaliteit van het apparaat, maar
aan de opbouw van de radiosignalen
en de wijze van verzenden.
Bij AM-zenders kunnen er storingen
optreden als er onder hoogspan-
ningskabels, in tunnels of onder via-
ducten wordt gereden.
Bij FM-zenders kunnen de afstand
van de zender, de relectie van het
signaal door grote obstakels (ber-
gen, gebouwen, enz.) en het zender-
bereik oorzaak zijn van een mindere
ontvangst. Selecteren van de radiofunctie
Selecteren van het golfbereik
Faderregeling
Druk, als er
"FAD" op het display
wordt weergegeven, op de toets I
of J.
Met de toets I wordt het volume vóór
versterkt.
Met de toets J wordt het volume ach-
ter versterkt.
Balansregeling
Druk, als er "BAL" op het display
wordt weergegeven, op de toets I
of J.
Met de toets I wordt het volume
rechts versterkt.
Met de toets J wordt het volume links
versterkt.
Automatische volumeregeling
Met deze functie wordt het volume
automatisch aangepast aan het
geluidsniveau ten gevolge van de
snelheid van de auto.
Druk op de toets I of J om de functie
in- of uit te schakelen. Autoradio RB3:
Druk
herhaaldelijk op de
toets "SRC" .
Autoradio RD3: Druk
op de toets R.
Autoradio RB3: druk
kort op de toets "BND/
AST" om de golleng-
te FM1, FM2, FMast of
AM te kiezen.
Autoradio RD3: druk
kort op de toets R om
de gollengte FM1,
FM2, FMast of AM te
kiezen.
Audio en telematica

Page 35 of 183

36 -
31-01-2005
37
-
31-01-2005
Handmatig afstemmen
Druk op de toets "MAN".
Druk kort op de toets L of N om
respectievelijk de volgende of vorige
zender te selecteren.
Als deze toets wordt vastgehouden,
blijft de radio in de gekozen volgorde
frequenties afzoeken.
Het zoeken stopt zodra de toets
wordt losgelaten.
Als de toets "MAN" opnieuw wordt
ingedrukt, wordt teruggekeerd naar
het automatisch afstemmen op een
zender. Automatisch opslaan van FM-
zenders (autostore)
De autoradio slaat automatisch
de 6 beste
FM-zenders op. Deze
zenders worden op de FMast-band
opgeslagen.
Als er minder dan 6 zenders worden
gevonden, blijven de resterende
geheugens ongewijzigd.
Automatisch afstemmen
Handmatig opslaan van zenders
Kies het gewenste station.
Houd één van de voorkeuzetoetsen
"1" t/m "6" langer dan twee secon-
den ingedrukt.
Het geluid valt weg en keert weer te-
rug: de desbetreffende zender is nu
opgeslagen. Autoradio RB3:
houd
de toets "BND/AST"
langer dan twee se-
conden ingedrukt.
Autoradio RD3: houd
de toets R langer dan
twee seconden inge-
drukt.
Oproepen van opgeslagen
zenders
Telkens als een van de toetsen "1"
t/m "6" wordt ingedrukt, wordt de
desbetreffende zender weergegeven.
Druk kort op één van de toetsen
L
of N om respectievelijk de volgende
of vorige zender te selecteren. Als
deze toets wordt vastgehouden, blijft
de radio in de gekozen volgorde fre-
quenties afzoeken.
De radio stopt bij de eerste zender
die na het loslaten van de toets wordt
gevonden.
Als de functie TA is ingeschakeld,
wordt alleen afgestemd op zenders
die verkeersinformatie uitzenden.
Eerst worden de sterkste zenders
afgezocht in de stand "LO". Daarna
wordt in de stand "DX" ook naar
zwakkere zenders gezocht.
Druk twee keer kort op de toets L
of N om direct in de stand "DX" op
de zwakkere zenders af te kunnen
stemmen.
Audio en telematica

Page 36 of 183

36 -
31-01-2005
37
-
31-01-2005
RDS
Gebruik van de RDS-functie
(Radio Data Systeem) op FM
De RDS -functie biedt de mogelijk-
heid om naar een zender te luisteren,
ongeacht de verschillende frequen-
ties die voor deze zender gebruikt
worden in de diverse regio's. Verkeersinformatie Regionale functie (REG)
Sommige gekoppelde zenders
zenden op bepaalde tijdstippen op
dezelfde frequentie verschillende,
regionale programma's uit. Met deze
functie kan een regionaal program-
ma worden beluisterd.
Houd hiervoor de toets "RDS" langer
dan twee seconden ingedrukt om
deze functie in of uit te schakelen.
Volgen van RDS-zenders
Op het display wordt de naam van
de zender aangegeven. Als de RDS-
functie is ingeschakeld, zoekt de
radio steeds de sterkste zender die
hetzelfde programma uitzendt. Druk op de toets
"TA"
om deze functie in of
uit te schakelen.
Op het display ver-
schijnt:
- "TA" als deze functie is ingescha-
keld.
- "(TA)" als deze functie wel inge-
schakeld, maar niet beschikbaar is.
Als deze functie is ingeschakeld,
wordt de geluidsbron die op dat mo-
ment te horen is (radio, cassette, CD
of CD-wisselaar) onderbroken om
voorrang te verlenen aan de ontvan-
gen verkeersinformatie.
Druk op de toets "TA" om de ver-
keersinformatie te onderbreken, de
functie is dan uitgeschakeld.
Opmerking: Het volume van de
verkeersinformatie is onafhan-
kelijk van het normale volume
van de radio. U kunt dit instellen
met de volumeknop. De instelling
wordt opgeslagen en gebruikt bij
volgende berichten.
Druk kort op de toets
"RDS"
om de functie
in of uit te schakelen.
Op het multifunctio-
nele display verschijnt:
- "RDS" als deze functie is inge-
schakeld.
- "(RDS)" als deze functie wel inge-
schakeld, maar niet beschikbaar is.
Audio en telematica

Page 37 of 183

38 -
31-01-2005
39
-
31-01-2005
EON: autoradio RD3
Dit systeem maakt koppelingen tus-
sen zenders in hetzelfde gebied. Bij
dit systeem is het mogelijk om auto-
matisch naar andere zenders binnen
het gebied over te schakelen die
verkeersinformatie of een PTY-pro-
grammering uitzenden.
De EON-functie werkt alleen als de
functie TA of PTY is ingeschakeld.
PTY-functie: autoradio RD3
Met behulp van deze functie kun-
nen zenders met een speciieke
programmering (info, cultuur, sport,
pop...) beluisterd worden.
Zoeken van een
PTY-programmering:
Houd, als FM is ge-
selecteerd, de toets
"TA" langer dan twee
seconden ingedrukt
om deze functie in of
uit te schakelen. - Schakel de
PTY-functie in,
- Druk kort op één van de toetsen L
of N om een overzicht met de ver-
schillende programmatypes weer
te geven,
- Als er een programma naar wens wordt weergegeven, houd dan één
van de toetsen L of N langer dan
twee seconden ingedrukt om au-
tomatisch af te stemmen (na het
afstemmen wordt de PTY-functie
weer uitgeschakeld).
In de stand PTY kunnen de ver-
schillende programmatypes worden
opgeslagen. Houd daarvoor de
voorkeuzetoetsen "1" t/m "6" langer
dan twee seconden ingedrukt. Een
bepaalde programmering kan nu
worden opgeroepen door de desbe-
treffende toets kort in te drukken.
Audio en telematica

Page 38 of 183

38 -
31-01-2005
39
-
31-01-2005
CASSETTESPELER:
AUTORADIO RB3
Selecteren van de cassettespeler
Snel vooruit en terugspoelen
Druk één van de toetsen F of G
geheel in om de cassette snel vooruit
of terug te spoelen. Na het spoelen
tot het eind zal het apparaat de zijde
die daar begint, afspelen. Gebruiksvoorschriften cassettes
- Gebruik alleen cassettes van goede
kwaliteit.
- Gebruik geen cassettes met een langere speelduur dan 90 minuten.
- Leg cassettes niet op een warme plaats en houd ze uit de zon.
- Zorg ervoor dat het bandje is gespannen voordat de cassette in
de speler wordt gestoken.
- Reinig regelmatig de koppen met een speciale cassette met reini-
gingsvloeistof.
Zodra een cassette
in de cassettespeler
wordt gestoken, zal
automatisch worden
begonnen met afspe-
len van deze cassette.
Als er al een cassette in de speler zit,
druk dan herhaaldelijk op de toets
"SRC" totdat de cassettespeler is
geselecteerd.
Opmerking: Controleer voor het
insteken van een cassette of de
magneetband goed is gespannen.
Uitwerpen van de cassette Afspeelrichting
De cassettespeler speelt beide zij-
den van de band na elkaar af door
aan het eind van de band de afspeel-
richting automatisch om te keren.
Druk de toetsen
F en G half in om
handmatig de afspeelrichting van de
cassette om te keren.
Druk de 2 toetsen F
en G geheel in om de
cassette uit de casset-
tespeler te werpen.
Audio en telematica

Page 39 of 183

40 -
31-01-2005
41
-
31-01-2005
Selecteren van een nummer van
een CD
Random-functie (RDM)
Houd, op het moment dat de CD-
wisselaar is geselecteerd:
- autoradio RB3: de toets "SRC"
twee seconden ingedrukt.
- autoradio RD3: de toets P twee
seconden ingedrukt.
De nummers van de CD worden nu
in een willekeurige volgorde afge-
speeld. Druk de toets opnieuw twee
seconden in om weer op normaal
spelen over te schakelen.
CD-WISSELAAR
Selecteren van de CD-wisselaar
Autoradio RB3: druk
herhaaldelijk op de
toets "SRC" .
Autoradio RD3: druk
op de toets P. Selecteren van een CD
Druk op één van de voorkeuzetoet-
sen
"1" t/m "5" van de autoradio om
de gewenste CD te selecteren. Versneld afspelen
Houd één van de toetsen
L of N ge-
heel ingedrukt om de CD versneld
vooruit of achteruit te spelen.
Het versneld afspelen stopt zodra de
toets wordt losgelaten.
Druk op de toets L om het volgende
nummer te selecteren.
Druk op de toets N om terug te gaan
naar het begin van het afgebeelde
nummer of het vorige nummer.
Het gebruik van gekraste
CD's kan storingen veroor-
zaken.
Gebruik uitsluitend CD's
met een ronde vorm.
Audio en telematica

Page 40 of 183

32 -
31-01-2005
33
-
31-01-2005
DE AUTORADIO RD3
Hendel Functie
1 - Indrukken (achterzijde) Volume verhogen.
2 - Indrukken (achterzijde) Volume verlagen.
1 + 2 - Gelijktijdig indrukken Geluid onderbreken (mute); geluid keert terug door indrukken van een willekeurige toets.
3 - Indrukken Automatisch zoeken naar zenders in oplopende frequentie (radio) -
Volgende nummer selecteren (CD).
4 - Indrukken Automatisch zoeken naar zenders in alopende frequentie (radio) -
Vorige nummer selecteren (CD).
5 - Op het uiteinde drukken Wijzigen van de geluidsbron (radio/ CD/CD-wisselaar).
6 - Draaien (rechtsom) Selecteren van volgende opgeslagen zender (radio) -
Selecteren van volgende CD.
7 - Draaien (linksom) Selecteren van vorige opgeslagen zender (radio) -
Selecteren van vorige CD.
Audio en telematica

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 ... 190 next >