Peugeot 206 SW 2004.5 Handleiding (in Dutch)

Page 51 of 183

50 -
31-01-2005
51
-
31-01-2005
PTY-functie
Met behulp van deze functie kun-
nen zenders met een speciieke
programmering (info, cultuur, sport,
pop...) beluisterd worden.
Houd, als FM is geselecteerd, de
toets "TA/PTY" langer dan twee
seconden ingedrukt om deze functie
in of uit te schakelen.
Zoeken van een PTY-programmering:
Menu audiofuncties
Kies het menu "Audiofuncties"
vanuit het algemene menu voor het:
- Inschakelen/uitschakelen volgen van RDS-frequentie.
- Inschakelen/uitschakelen regionale functie REG.
- Verkeersinformatie TMC. Snelmenu
- Schakel de PTY-functie in.
- Draai aan de knop G om de lijst
met de verschillende programma-
types af te zoeken en bevestig uw
keuze.
- Als er een programma naar wens wordt weergegeven, druk dan op
één van de toetsen M of N om
automatisch af te stemmen (na het
afstemmen wordt de PTY-functie
weer uitgeschakeld).
In de stand PTY kunnen de ver-
schillende programmatypes worden
opgeslagen. Houd daarvoor de
voorkeuzetoetsen "1" t/m "6" langer
dan twee seconden ingedrukt. Een
bepaalde programmering kan nu
worden opgeroepen door de desbe-
treffende toets kort in te drukken. EON
Dit systeem maakt koppelingen tus-
sen zenders in hetzelfde gebied. Bij
dit systeem is het mogelijk om auto-
matisch naar andere zenders binnen
het gebied over te schakelen die
verkeersinformatie of een
PTY-pro-
grammering uitzenden.
De EON-functie werkt alleen als de
functie TA of PTY is ingeschakeld. Door het indrukken van de draaiknop
G
, biedt het snelmenu toegang tot de
volgende functies:
- "Invoeren van een frequentie".
- "Lijst met zenders" om direct toegang te krijgen tot de 30 lokaal
opgevangen zenders.
- "Updaten lijst" om deze lijst te updaten.
- "Radiotekst weergeven" om de door de geselecteerde zender
uitgezonden informatie weer te
geven, als "RT" permanent is
weergegeven.
Audio en telematica

Page 52 of 183

50 -
31-01-2005
51
-
31-01-2005
Uitwerpen van een CD Selecteren van een nummer van
de CD
Door het indrukken van de draaiknop
G, kunnen vanuit het snelmenu de
functies willekeurig afspelen, intro
scan, programmeren en weergeven
worden in- of uitgeschakeld.
Zodra een CD in de CD-speler wordt
gestoken met het etiket naar boven
gericht, zal de CD-speler de CD au-
tomatisch afspelen.
Als er al een CD in het apparaat zit,
druk dan op de toets
"SOURCE" om
de CD-speler te selecteren.
CD-SPELER
Selecteren van CD-speler
Druk op de toets M om het volgende
nummer te selecteren.
Druk op de toets N om terug te gaan
naar het begin van het afgespeelde
nummer of het vorige nummer.
Het afspelen van gekraste
CD's kan storingen veroor-
zaken.
Gebruik uitsluitend CD's
met een ronde vorm.
Druk op de toets
B om
de CD uit de CD-spe-
ler te werpen. Versneld afspelen
Houd één van de toetsen
M of N
ingedrukt om de CD versneld vooruit
of achteruit af te spelen.
Het versneld afspelen stopt zodra de
toets wordt losgelaten. Snelmenu
Audio en telematica

Page 53 of 183

52 -
31-01-2005
53
-
31-01-2005
Druk op de toets M om het volgende
nummer te selecteren.
Druk op de toets N om terug te gaan
naar het begin van het afgespeelde
nummer of het vorige nummer. Door het indrukken van de draaiknop
G
kunnen vanuit het snelmenu de
functies willekeurig afspelen, intro
scan, herhalen en weergeven van
de afspeelgegevens worden in- of
uitgeschakeld.
CD-WISSELAAR
Selecteren van de CD-wisselaar
Druk herhaaldelijk op de toets
"SOURCE" .
Selecteren van een CD
Druk op één van de voorkeuzetoet-
sen "1" t/m "5" van de autoradio/
telefoon om de gewenste CD te
selecteren.
Druk op de toets H en I om respectie-
velijk de vorige of volgende CD in de
CD-wisselaar te selecteren. Selecteren van een nummer van
een CD
Snelmenu
Versneld afspelen
Houd één van de toetsen M of N
ingedrukt om de CD versneld vooruit
of achteruit te spelen.
Het versneld afspelen stopt zodra de
toets wordt losgelaten.
Audio en telematica

Page 54 of 183

52 -
31-01-2005
53
-
31-01-2005
TELEFOON
Deze functie wordt verzorgd door
een 2-bands GSM-telefoon (900 en
1.800 MHz) die is geïntegreerd in de
autoradio/telefoon GPS RT3.
Het systeem is voorzien van een
"handsfree" -functie, bestaande uit
een microfoon in de voorste plafon-
nier, luidsprekers, een schakelaar
aan de stuurkolom en spraakcom-
mando's waarmee de meeste func-
ties kunnen worden bediend (de
toetsen op het bedieningspaneel van
de autoradio/telefoon geven toegang
tot alle functies).
De belangrijkste mobiele-telefoon-
functies en de registers worden
weergegeven op het multifunctionele
display.
De autoradio/telefoon is altijd in-
geschakeld , onafhankelijk van de
stand van het contact, zelfs wan-
neer na 30 minuten de melding
"Spaarstand actief" op het multi-
functionele display verschijnt. Gebruik van de menu's
Druk op de toets
"MENU" om het
algemene menu weer te geven.
Selecteer de telefoonfunctie en
bevestig "Telefoonfuncties" om
toegang te krijgen tot de belang-
rijkste functies van de telefoon en
vervolgens tot het submenu van de
gewenste functie.
Het hoofdmenu biedt toegang tot de
volgende functies: In elk menu:
- Netwerk: Hiermee kunt u naar een
netwerk zoeken en worden de be-
schikbare netwerken weergegeven.
- Gesprekstotalen: Hiermee wordt
de totale tijd van de gesprekken
weergegeven en kan de nulstelling
hiervan worden uitgevoerd.
- Beveiliging: Hiermee kunt u uw
PIN-code instellen of wijzigen en
kunt u de opgeslagen (SMS-) be-
richten wissen.
- Telefoonopties: Hiermee kunt u
instellen of uw telefoonnummer wel
of niet wordt weergegeven op de
telefoon van uw gesprekspartner,
kunt u het automatisch opnemen
na X keer overgaan instellen, de
beltonen kiezen en het doorscha-
kelnummer invoeren. Verplaats de cursor
met de draaiknop
G
en druk hem in om te
bevestigen.
Annuleer een functie
met de toets "ESC".
Gebruik van het alfanumerieke
toetsenbord
Druk herhaaldelijk op een toets om
het gewenste teken in te voeren.
Combinatie toetsen/tekens
[1] 1 of spatie
[2] 2 of A B C 2 of a b c 2
[3] 3 of D E F 3 of d e f 3
[4] 4 of G H I 4 of g h i 4
[5] 5 of J K L 5 of j k l 5
[6] 6 of M N O 6 of m n o 6
[7] 7 of P Q R S 7 of p q r s 7
[8] 8 of T U V 8 of t u v 8
[9] 9 of W X Y Z 9 of w x y z 9
[0] 0 of + (lang indrukken)
[#] # of bevestigen
[*] * of wissen laatst
ingevoerde teken (lang
indrukken)
Audio en telematica

Page 55 of 183

54 -
31-01-2005
55
-
31-01-2005
Open de lade L door de
ronde opening erboven in
te drukken met een potlood-
punt.
Steek uw Micro-SIM-kaart,
verkrijgbaar bij een operator
van mobiele telefoons, op de aange-
geven manier in de lade en sluit de
lade.
Opmerking: Verwijder of plaats de
SIM-kaart pas nadat de autoradio/
telefoon RT3 is uitgeschakeld.
Installeren van de SIM-kaart Invoeren van de PIN-code
Voer uw PIN-code in met behulp
van het alfanumerieke toetsenbord
en bevestig door op de draaiknop
G of op de toets # te drukken om
toegang te krijgen tot het netwerk.
De verbinding met het netwerk wordt
bevestigd door een pictogram op het
multifunctionele display.
Let op: Wanneer u achtereenvol-
gens driemaal de onjuiste PIN-code
invoert, wordt uw SIM-kaart geblok-
keerd. Om deze te deblokkeren moet
de PUK-code worden ingevoerd. De
PUK-code is verkrijgbaar bij de le-
verancier van uw SIM-kaart (na het
tienmaal onjuist invoeren van de
PUK-code is de SIM-kaart deinitief
onbruikbaar).
Opmerking: Na het afzetten van het
contact moet de PIN-code opnieuw
worden ingevoerd, behalve als de
PIN-code is opgeslagen of als de
functie "Bescherming met PIN-code"
is uitgeschakeld. Uitschakelen van het verzoek om
PIN-code in te voeren
Selecteer in het menu
"Telefoon-
functies" , "Beveiliging" , vervol-
gens "Invoeren van PIN-code" en
bevestig de functie "Deactiveren".
Let op: Zorg er in dit geval voor dat
u de SIM-kaart niet verliest; de vin-
der kan er vanwege het ontbreken
van de beveiliging onbeperkt gebruik
van maken.
Audio en telematica

Page 56 of 183

54 -
31-01-2005
55
-
31-01-2005
Weergave telefoonfunctie
Geen verbinding
Verbinding
In deze weergave verschijnen de
melding van de aanwezigheid van
nieuwe voice mail- of SMS-berich-
ten, de totale gesprekstijd sinds de
laatste nulstelling en de toestand
van de telefoon.
In deze weergave verschijnen de
verstreken tijd sinds het begin van
het gesprek, het telefoonnummer*
of de naam van uw gesprekspartner
(wanneer deze is opgeslagen in de
index) en de toestand van de tele-
foon.
* Indien de optie en dienst beschik-
baar zijn. Bellen
Druk op de toets
D om het snelmenu
van de telefoon weer te geven.
Opmerking: Door het uiteinde 5 van
de stuurkolomschakelaar langer dan
2 seconden in te drukken wordt een
snelmenu opgeroepen van de func-
ties "Index" , "Lijst gesprekken" en
"Voicemail" .
Invoeren van een nummer Selecteer de functie
"Nummeren" en voer
het nummer van uw
gesprekspartner met
het toetsenbord in.
Druk op de toets D om te bellen. Bellen vanuit een index
Selecteer de functie
"Index" om toe-
gang te verkrijgen tot alle opgeslagen
telefoonnummers of "Gesprekkenlijst"
om de lijst met telefoonnummers van de
laatste twintig inkomende gesprekken
(indien de optie voor weergave van het
actieve telefoonnummer beschikbaar is)
of uitgaande gesprekken weer te geven.
Opmerking: Er zijn twee indexen:
de index van de autoradio/telefoon
RT3 en die van de SIM-kaart. Plaats
de SIM-kaart en voer uw PIN-code in
om de index van de SIM-kaart weer
te geven.
Gesprek beantwoorden
U kunt een inkomend
gesprek, waarbij een
beltoon is te horen,
beantwoorden door
op de toets D of op
het uiteinde van de
stuurkolomschakelaar
te drukken. U kunt het
gesprek weigeren door op de toets Q
te drukken of door de knop "NEE"
op het scherm "Beantwoorden?" te
selecteren en te bevestigen.
U kunt een geaccepteerd gesprek
beëindigen door op de toets Q te
drukken.
Als u het gesprek weigert, wordt er
doorgeschakeld naar de voicemail of
een doorschakelnummer.
U kunt het doorschakelen van ge-
sprekken in- of uitschakelen door de
toets Q langer dan 2 seconden in te
drukken.
Audio en telematica

Page 57 of 183

56 -
31-01-2005
57
-
31-01-2005
SMS-berichten
SMS-berichten lezen SMS-bericht verzenden Menu "Gesprekstotalen"
Selecteer de functie "Gesprekstota-
len" in het menu "Telefoonfuncties"
om de totale tijd van de uitgevoerde
gesprekken weer te geven. De duur
van elk gesprek wordt opgeteld bij de
totale gesprekstijd sinds de laatste nul-
stelling met de knop "Nulstelling".
Als het piepsignaal te horen is (als
de optie beltoon voor SMS-berichten
is ingeschakeld) en een bovenlig-
gend venster met de melding "Wilt
u het nieuwe SMS-bericht lezen?"
verschijnt, kunt u het SMS-bericht
lezen door "JA" te selecteren en te
bevestigen of kunt u het lezen van
het bericht uitstellen door "NEE" te
selecteren en te bevestigen, door op
de toets "ESC" te drukken of door te
wachten tot de melding is verdwe-
nen. Het bericht wordt weergegeven
door de spraaksynthese, indien deze
is ingeschakeld.
Opmerking: u kunt de opgeslagen
oude SMS-berichten en nieuwe be-
richten, waarvan u het lezen hebt
uitgesteld, lezen door op de toets
"MENU" te drukken, de telefoonfunc-
tie en vervolgens "SMS-berichten"
te selecteren. Bevestig vervolgens
"Ontvangen SMS-berichten lezen"
door op de draaiknop G te drukken,
verplaats de cursor door de lijst door
aan de draaiknop te draaien en druk
op deze knop om het gewenste SMS-
bericht te lezen (als de spraakherken-
ning is ingeschakeld). Opmerking:
Controleer vóór het
schrijven van het eerste bericht of het
nummer van het berichtencentrum
goed is opgeslagen in het submenu
"Nr. van server" . Als dit niet het
geval is, worden alle berichten die
geschreven zijn voordat het nummer
werd opgeslagen niet verzonden.
Bevestig in het menu "SMS-berich-
ten" de functie "SMS-bericht opstel-
len" . Voer uw bericht in met behulp
van het alfanumerieke toetsenbord
en bevestig het bericht met de toets
"OK" om het bericht te bewaren of
selecteer de knop "Verzenden" om
het bericht te verzenden. U kunt na
het selecteren van de knop "Verzen-
den" het nummer van de ontvanger
invoeren of een nummer selecteren
uit de index of de gesprekkenlijst en
het bericht verzenden. Menu "Telefoonopties"
De functie
"Telefoonopties" in het
menu "Telefoonfuncties" biedt toe-
gang tot de volgende functies: • "Instellingen voor telefone-
ren". Hiermee kunt u de functies
"Weergave van mijn nummer" en
"Automatisch opnemen na "X" keer
overgaan" in- en uitschakelen.
• "Opties beltonen". Hiermee kunt
u het volume van de beltoon voor
inkomende telefoongesprekken
aanpassen, het piepsignaal voor
de ontvangst van SMS-berichten
inschakelen en één van de vijf aan-
geboden beltonen kiezen.
• "Doorschakelnummer/voicemail".
Hier kunt u het gekozen doorscha-
kelnummer invoeren, anders wordt
het gesprek doorgeleid naar de voi-
cemail.
Audio en telematica

Page 58 of 183

56 -
31-01-2005
57
-
31-01-2005
Diensten* Noodoproep*
"PEUGEOT Assistance"/
Noodoproep
Tijdens een gesprek met "PEUGEOT
Assistance" of tijdens een noodop-
roep zijn telefoongesprekken of het
versturen en ontvangen van SMS-
berichten niet mogelijk; deze worden
doorgeleid naar de voicemail.
In dat geval gaat een groene diode
op de voorkant van de autoradio/
telefoon GPS RT3 knipperen op
het moment dat u een noodop-
roep heeft gedaan of "PEUGEOT
Assistance" heeft opgeroepen.
Wanneer de oproep in behandeling
wordt genomen door de betref-
fende hulpdienst gaat de diode
permanent branden.
Als uw oproep naar "PEUGEOT
Assistance" is gelokaliseerd, ver-
schijnt een ster "« " in de omschrij-
ving op het display.
Druk op de toets E om
het menu "Diensten"
weer te geven en
selecteer één van de
volgende diensten:
• "Customer Contact Center" voor
een directe verbinding met het
Customer Contact Center van
PEUGEOT en de bijbehorende
diensten (deze verbinding wordt
verbroken op het moment dat een
noodoproep of een oproep voor
assistentie wordt geplaatst).
• "PEUGEOT Assistance" voor een
directe verbinding met de alarmcen-
trale van PEUGEOT en wordt u snel
weer op weg geholpen (u kunt wan-
neer u per ongeluk op deze toets
heeft gedrukt dit binnen 6 seconden
ongedaan maken). U kunt tijdens
de verbinding met PEUGEOT
Assistance behalve een noodop-
roep geen andere verbindingen tot
stand brengen. Als u het speciale
contract met PEUGEOT hebt af-
gesloten, zal uw oproep worden
gelokaliseerd.
• "Diensten gebruiker" voor toe-
gang tot een lijst met speciieke
diensten van uw operator (bijv.:
klantenservice, kostenoverzicht,
nieuws, beursberichten, weer, rei-
zen, spelletjes, enz.), indien deze
diensten beschikbaar zijn. Druk
in een noodgeval op
de toets V tot een geluids-
signaal te horen is en een
venster voor het bevestigen/
annuleren van de oproep
(binnen 6 seconden) ver-
schijnt of voer direct het
nummer 112 in.
Doe een noodoproep indien u zich
in een situatie bevindt die ernstige
gevolgen kan hebben (lichamelijk let-
sel, ...) voor personen die in gevaar
zijn (als u getuige of slachtoffer bent
van een ongeluk met gewonden, van
geweld, ...).
Alvorens een dergelijke oproep
te kunnen verzenden, moet de
autoradio/telefoon een uit cellen
bestaand netwerk detecteren.
Als u geen speciaal PEUGEOT con-
tract hebt afgesloten, dan is de toets
SOS zo ingesteld dat hij een noodop-
roep verzendt naar 112 - een uniek
nummer dat via het wereldwijde
GSM-netwerk speciaal bereikbaar is
voor noodoproepen.
Er is geen enkele beveiliging nodig
en het is voor het gebruik van dit net-
werk niet nodig de SIM-kaart te in-
stalleren of de PIN-code in te geven.
Als u het speciale PEUGEOT contract
hebt afgesloten, zal uw oproep wor-
den gelokaliseerd en zult u worden
doorverbonden met het PEUGEOT
hulpverleningsplatform.
Raadpleeg voor meer details de alge-
mene voorwaarden van uw contract. * Indien de optie en dienst beschik-
baar zijn.
Audio en telematica

Page 59 of 183

58 -
31-01-2005
59
-
31-01-2005
Index
Algemeen
De index kan 400 kaarten bevatten
en is onderverdeeld in 4 onafhan-
kelijke rubrieken ("User1", "User2",
"User3" en "User4"). Met behulp van
de index kunnen kaarten worden
beheerd, kan getelefoneerd worden
met de SIM kaart en kan een naviga-
tie worden opgestart.
Hoofdmenu
Selecteer in het algemene menu de
functie "Index" om in het hoofdmenu
van de index te komen en selecteer
één van de volgende functies:
• "Bellen" om naar een opgeslagen nummer te telefoneren.
• "Opstarten navigatie naar" om een navigatie naar een in het geheugen
opgeslagen plaats op te starten.
• "Kaartenbeheer index" om kaar- ten aan de index toe te voegen,
kaarten te verwijderen, te wijzigen
of te raadplegen of om deze te
vervangen door de kaarten op de
SIM-kaart.
• "Coniguratie index" om de actieve index te selecteren en te bepalen
welke index bij het inschakelen van
het systeem actief is. Aanmaken/wijzigen van een kaart
Selecteer in het menu
"Index" de
functie "Kaartenbeheer index" en
vervolgens "Toevoegen" om een
nieuwe kaart aan te maken.
Selecteer en bevestig de rubriek
waarin u de kaart wilt plaatsen en vul
vervolgens de informatie in.
Selecteer in het menu "Kaartenbe-
heer index" de functie "Raadplegen
of wijzigen kaart" om een reeds
bestaande kaart te wijzigen en voer
vervolgens de wijzigingen door.
Opmerking: De navigatie CD-rom
moet bij het invoeren van een adres
aanwezig zijn zodat een navigatie
naar deze bestemming kan worden
uitgevoerd. Omschrijving van een kaart van
de index
Wanneer u een kaart in de index
van een omschrijving heeft voorzien,
kunt u deze omschrijving inspreken
en opslaan, zodat u door middel van
gesproken commando's van de index
gebruik kunt maken (bijv:
"Bellen"
"[inspreken van omschrijving]" of
"Navigatie naar" "[inspreken van
een omschrijving]" ).
Selecteer in het menu "Kaartenbe-
heer index" "Raadplegen of wijzigen
kaart" voor toegang tot het scherm
voor het invoeren en opslaan van de
omschrijving.
Druk op de toets om op te slaan en
volg de instructies.
Verkeersinformatie RDS TMC
(Trafic Message Channel)
Vanuit het menu "Telematica" en
vervolgens vanuit de functie "Ver-
keersinformatie TMC" (zie hoofd-
stuk "Navigatiesysteem"), heeft u
toegang tot de berichten over de
verkeerssituatie.
Audio en telematica

Page 60 of 183

58 -
31-01-2005
59
-
31-01-2005
GESPROKEN COMMANDO'S
Een aantal functies van de autoradio/
telefoon GPS RT3 kunt u door middel
van gesproken commando's bedienen
met behulp van een aantal opgesla-
gen woorden of uitdrukkingen.
De gesproken commando's zijn in
drie niveaus te onderscheiden (ni-
veau 1, 2 en 3).
Wanneer een commando van niveau
1 wordt uitgesproken, komen de com-
mando's van niveau 2 beschikbaar;
door vervolgens een commando van
niveau 2 uit te spreken, komen de com-
mando's van niveau 3 beschikbaar. Opmerkingen:
- Tussen het uitspreken van 2 sleutel-
woorden worden op het scherm de
resterende tijd en het sleutelwoord
zoals dat herkend is, weergegeven,
- Wanneer het gesproken com- mando niet wordt uitgevoerd, wordt
deze functie na ongeveer 5 secon-
den weer uitgeschakeld,
- Als het gesproken commando niet goed begrepen wordt, krijgt u een
gesproken bericht met de tekst
"Pardon" en verschijnt op het
scherm "Woord niet herkend" .
Wanneer de tekst "Help" of "Wat
kan ik zeggen?" wordt uitgespro-
ken, verschijnen alle beschikbare
gesproken commando's.
Wanneer de tekst "Annuleren"
wordt uitgesproken, worden alle
gesproken commando's ongedaan
gemaakt.
Mogelijke commando's: STOP/
S T O P P E N / W I S S E N / J A / N E E /
VORIGE/VOLGENDE
Activering van de gesproken
commando's
Druk op het uiteinde van de licht-
schakelaar om deze functie in- of uit
te schakelen.
Voorbeeld:
De sleutelwoorden voor
het oproepen van de radiozender die
onder de toets 3 is opgeslagen, zijn:
"Radio" "Geheugen" "3" .
Om de sleutelwoorden te gebruiken
dient u het woord "Radio" uit te spre-
ken, te wachten op het geluidssignaal
ter bevestiging, vervolgens het woord
"Geheugen" uit te spreken en op
het geluidssignaal ter bevestiging te
wachten en te eindigen met het woord
"3" . Wacht op het geluidssignaal dat
het uitvoeren van het gesproken com-
mando bevestigt.
Audio en telematica

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 190 next >