PEUGEOT 207 2007 Instructieboekje (in Dutch)

Page 141 of 218

!
i
133
Niveau brandstofadditief (Diesel met roetfilter)
Een te laag additiefniveau wordt aange-geven door het verklikkerlampje service in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het multifunctionele display.
Afgewerkte producten
CONTROLESRaadpleeg, tenzij anders aangegeven, de bladzijden in het onderhoudsboekje, die betrekking hebben op de motoruitvoe-ring van uw auto, voor het laten controle-ren van bepaalde onderdelen volgens het onderhoudsschema van de constructeur.Laat de controles eventueel uitvoeren door een PEUGEOT-servicepunt.
Accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om regelmatig te controleren of de accupolen en -klemmen schoon zijn, vooral bij warm weer en in de winter.
Raadpleeg voordat u de accukabels losneemt het hoofdstuk "Praktische in-formatie" voor meer informatie over de te nemen voorzorgsmaatregelen.
Luchtfilter en interieurfilter
Laat de filters periodiek ver-vangen volgens de in het on-derhoudsboekje aangegeven intervallen.
Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik (veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding geeft, moeten de filters twee keer zo vaak worden ver-vangen (zie paragraaf "Motoren").
Een verstopt interieurfilter kan de pres-taties van de airconditioning verstoren en onaangename geuren veroorzaken.
Roetfilter (diesel)
Het onderhoud van het roetfilter moet worden uitgevoerd door een PEUGEOT-servicepunt.
Oliefilter
Laat bij het olie verversen te-vens het oliefilter vervangen.
Raadpleeg het onderhouds-boekje voor het vervangings-interval.
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk uit-voeren door een PEUGEOT-servicepunt.

Page 142 of 218

!
134
Automatische transmissie
De automatische transmissie is onderhoudsvrij (olie verver-sen niet noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhouds-boekje voor het interval van de niveaucontrole.
Staat van remschijven/
remtrommels
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt voor informatie over het controleren van de slijtage van de remschijven en/of remtrommels.
Handgeschakelde
versnellingsbak
De versnellingsbak is onder-houdsvrij (olie verversen niet noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhouds-boekje voor het interval van de niveaucontrole.
Remblokken
De slijtage van de remblokken is sterk afhankelijk van de rijstijl, vooral bij stadsverkeer en veel korte ritten. Hierdoor kan het noodzakelijk blijken om de rem-blokken vaker, tussen twee onderhouds-controles door, te laten controleren.
Als het remsysteem vrij is van lekkages, duidt een te laag remvloeistofniveau erop dat de remblokken versleten zijn.
Handrem
Als de handrem een te grote slag heeft of als het systeem minder goed werkt, moet de handrem zelfs tussen twee onderhoudscontroles door worden afgesteld.
Laat het systeem controleren door een PEUGEOT-servicepunt.

Page 143 of 218

i
135
WIEL VERWISSELEN
In het geval van een lekke band kunt u het wiel met het bij de auto geleverde gereedschap verwisselen volgens de onderstaande procedure.
Het gereedschap bevindt zich onder de vloer van de bagageruimte:
 open de achterklep,
 til de vloerplaat op,
 bevestig het koord/de koorden van de vloerplaat met de haak/haken aan de steun van de hoedenplank,
 verwijder de houder met het gereed-schap.
1. Wielsleutel. Hiermee kan de wieldop worden verwijderd en kunnen de wiel- Hiermee kan de wieldop worden Hiermee kan de wieldop worden
bouten worden losgedraaid.verwijderd en kunnen de wiel-verwijderd en kunnen de wiel-
2. Krik met geïntegreerde slinger. Hiermee kan de auto worden opgekrikt.3. Gereedschap voor het verwijde-ren van sierdoppen.Gereedschap voor het verwijde-Gereedschap voor het verwijde-
Hiermee kunnen bij lichtmetalen velgen de sierdoppen van de Hiermee kunnen bij lichtmetalen Hiermee kunnen bij lichtmetalen
wielbouten worden verwijderd.velgen de sierdoppen van de velgen de sierdoppen van de
4. Dop voor het verwijderen van slotbouten (in het dashboard-Dop voor het verwijderen van Dop voor het verwijderen van
kastje).slotbouten (in het dashboard-slotbouten (in het dashboard-
Hiermee kunnen met behulp van de wielsleutel de speciale Hiermee kunnen met behulp Hiermee kunnen met behulp
slotbouten worden verwijderd.van de wielsleutel de speciale van de wielsleutel de speciale
Beschikbaar gereedschapOverige accessoires
5. Afneembaar sleepoog.
Zie de paragraaf "Slepen van uw auto".
Toegang tot het gereedschap

Page 144 of 218

i
i
136
Toegang tot het reservewiel (3-/5-deurs)
Het reservewiel bevindt zich onder de vloer van de bagageruimte.
Afhankelijk van de uitvoering, is er een stalen reservewiel of noodreservewiel aanwezig.
Zie de paragraaf "Toegang tot het ge-reedschap" voor meer informatie.
Verwijderen van het reservewiel
 Draai de gele centrale bout los.
 Til het reservewiel aan de achterzij-de op en trek het naar u toe.
 Verwijder het wiel uit de bagage-ruimte.
Terugplaatsen van het reservewiel
 Leg het reservewiel in de reserve-wielbak.
 Draai de gele centrale bout een aan-tal omwentelingen los en plaats de bout in het hart van het reservewiel.
 Draai de centrale bout vast tot deze klikt en het reservewiel goed vastzit.
 Plaats de houder met het gereed-schap in het hart van het reserve-wiel.
 Plaats de vloerplaat terug.

Page 145 of 218

i
i
137
Toegang tot het reservewiel (SW)
Het reservewiel is onder de vloer van de bagageruimte geplaatst.Afhankelijk van de uitvoering, is er een stalen reservewiel of noodreservewiel Afhankelijk van de uitvoering, is er een Afhankelijk van de uitvoering, is er een
aanwezig.
Zie de paragraaf "Toegang tot het gereedschap" voor meer informatie.
Verwijderen van het reservewiel
 Draai de gele centrale bout los.
 Til het reservewiel aan de achterzij-de op en trek het naar u toe.
 Verwijder het wiel uit de bagage-ruimte.
Terugplaatsen van het reservewiel
 Leg het reservewiel in de reserve-wielbak.
 Draai de gele centrale bout een aan-tal omwentelingen los en plaats de bout in het hart van het reservewiel.
 Draai de centrale bout vast tot deze klikt en het reservewiel goed vastzit.
 Plaats de houder met het gereed-schap in het hart van het reserve-wiel.
 Plaats de vloerplaat terug.

Page 146 of 218

i
138
Demonteren van het wielProcedure
 Verwijder de chromen sierdop van de wielbouten met het gereedschap 3.
 Bevestig de dop 4 op de wielsleutel 1 en draai de slotbout een omwente-ling los.
 Draai de overige wielbouten een om-wenteling los met alleen de wielsleu-tel 1.
 Plaats de krik 2 onder één van de twee steunpunten aan de voorzijde A of achterzijde B (bij het te verwis-selen wiel).
 Draai de krik 2 uit tot het voetstuk op de grond staat. Zorg ervoor dat het voetstuk zich loodrecht onder het gebruikte steunpunt A of B bevindt.
 Krik de auto op tot er voldoende ruimte tussen het wiel en de grond is om het (niet lekke) reservewiel te monteren.
 Verwijder de wielbouten en leg ze op een schone plaats weg.
 Verwijder het wiel.

Page 147 of 218

i
139
Monteren van het wielProcedure
 Plaats het wiel op de naaf.
 Draai de wielbouten met de hand vast.
 Draai de slotbout met de wielsleutel 1 en de dop 4 enigszins vast.
 Draai de overige wielbouten enigs-zins vast met alleen de wielsleutel 1.
 Laat de krik zakken.
 Vouw de krik 2 op en verwijder hem.
 Draai de slotbout vast met de wiel-sleutel 1 en de dop 4.
 Draai de overige wielbouten vast met alleen de wielsleutel 1.
 Bevestig de verchroomde doppen op de overige wielbouten.
 Berg het gereedschap op in de houder.

Page 148 of 218

!
i
i
140
LAMPEN VERVANGEN
Een defecte lamp kan volgens de on-derstaande procedure zonder gereed-schap worden vervangen.
1. Richtingaanwijzers (PY 21 W amberkleurig).
2. Parkeerlicht (W 5 W).
3. Dimlicht (H7-55 W).
4. Grootlicht (H1-55 W).
5. Bochtverlichting (H7-55 W).
6. Mistlampen (H11-55 W).
Richtingaanwijzers
Uitvoeringen met bochtverlichting
 Draai de lamphouder een kwart om-wenteling en verwijder hem.
 Trek de lamp uit de lamphouder en vervang de lamp.
Monteer de lamp in de omgekeerde volgorde.
Koplampen
Uitvoeringen met conventionele lampen
Doorgebrande lamp
Er verschijnt een melding op het mul-tifunctionele display om aan te geven welke lamp vervangen moet worden.
Raadpleeg de juiste procedure om de desbetreffende lamp te vervangen.

Page 149 of 218

141
Parkeerlicht
 Neem de stekker van de koplamp los.
 Trek aan de borglip en verwijder de kunststof beschermkap.
 Draai de lamphouder een kwart om-wenteling en verwijder hem.
 Trek de lamp uit de lamphouder en vervang de lamp.
Monteer de lamp in de omgekeerde volgorde.
Dimlicht, grootlicht of bochtverlichting
 Neem de stekker van de koplamp los.
 Trek aan de borglip en verwijder de desbetreffende kunststof bescherm-kap.
Geïntegreerde zijknipperlichten
 Steek ter hoogte van het midden van het zijknipperlicht een schroeven-draaier tussen het zijknipperlicht en de voet van de buitenspiegel.
 Wip het zijknipperlicht met de schroe-vendraaier los.
 Neem de stekker van het zijknipper-licht los.
Monteer het zijknipperlicht in de omge-keerde volgorde.
Een nieuw zijknipperlicht is verkrijgbaar bij een PEUGEOT-servicepunt.
 Neem de stekker van de desbetref-fende lamp los.
 Duw de borgveer open en verwijder de lamp.
Monteer de lamp in de omgekeerde volgorde.
Mistlampen
Raadpleeg voor het vervangen van deze lampen een PEUGEOT-service-punt.

Page 150 of 218

ii
142
Achterlichten (3-/5-deurs)
1. Remlichten (P 21 W).
2. Achterlichten (R 5 W).
3. Mistachterlichten (P 21 W).
4. Richtingaanwijzers (PY 21 W amberkleurig).
5. Achteruitrijlichten (P 21 W).
Lampen vervangen
Deze vijf lampen kunnen van buitenaf worden vervangen:
 verwijder de bevestigingsbout van de achterlichtunit,
 verwijder de achterlichtunit via de buitenzijde,
 neem de stekker van de achterlicht-unit los,
 verwijder het afdichtrubber van de achterlichtunit,
 druk de vier borglippen in en verwij-der de lamphouder,
 draai de lamp een kwart omwente-ling en vervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeer-de volgorde.

Page:   < prev 1-10 ... 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 ... 220 next >