sensor PEUGEOT 207 2008 Instructieboekje (in Dutch)

Page 145 of 255

i
i
133
Bevestiging van het stalen
reservewiel of noodreservewiel
Indien uw auto is voorzien van
lichtmetalen velgen is het normaal
dat bij het monteren van het stalen
reservewiel of noodreservewiel de
ringen van de bouten de velg niet
raken. Als de bouten volledig zijn
aangedraaid, zorgt het conische
draagvlak van de bouten voor de
bevestiging van het reservewiel.
Toegang tot het reservewiel
(SW)
Het reservewiel is onder de vloer van
de bagageruimte geplaatst.
Afhankelijk van de uitvoering, is er een
stalen reservewiel of noodreservewiel
aanwezig.
Zie de paragraaf "Toegang tot het ge-
reedschap" voor meer informatie. Verwijderen van het reservewiel

 Draai de gele centrale bout los.

 Til het reservewiel aan de achter-
zijde op en trek het naar u toe.

 Verwijder het wiel uit de bagage-
ruimte.
Terugplaatsen van het reservewiel

 Leg het reservewiel in de reserve-
wielbak.

 Draai de gele centrale bout een aan-
tal omwentelingen los en plaats de
bout in het hart van het reservewiel.

 Draai de centrale bout vast tot deze
klikt en het reservewiel goed vastzit.

 Plaats de houder met het gereed-
schap in het hart van het reservewiel.

 Plaats de vloerplaat terug.
Detectie te lage bandenspanning
Het reservewiel is niet voorzien van
een bandenspanningssensor. Laat
het repareren van de lekke band uit-
voeren door het PEUGEOT-netwerk .

Page 155 of 255

143
Zekeringen dashboard
De zekeringkast bevindt zich aan de
onderzijde van het dashboard (linker-
zijde).
Toegang tot de zekeringen

 zie de paragraaf "Toegang tot het
gereedschap". Overzicht zekeringen

Zekering Ampère Functies

G39 20 A Hifi versterker.

G40 20 A Stoelverwarming bestuurder en voorpassagier.

Zekering Ampère Functies

F1 15 A Ruitenwisser achter.

F2 - Niet gebruikt.

F3 5 A Elektronische eenheid airbags en pyrotechnische
gordelspanners.

F4 10 A Schakelaar koppelingspedaal, diagnoseaansluiting,
automatisch dimmende binnenspiegel,
airconditioning, sensor verdraaiing stuurwiel, pomp
roetfi lter (diesel).

F5 30 A Elektrisch bedienbare ruiten, eentraps elektrische
ruitbediening achter, schuif-/kanteldak,
zonnescherm panoramadak (SW).

F6 30 A Eentraps elektrische ruitbediening vóór, voeding
inklapbare buitenspiegels.

F7 5 A Plafonniers voor en achter, kaartleeslampjes,
verlichting zonneklep, verlichting dashboardkastje,
klokje.

Page 156 of 255

144

Zekering Ampère Functies

F8 20 A Autoradio, autoradio/telefoon, CD-wisselaar,
multifunctioneel display, klokje, stuurkolomschakel
aars,
detectie te lage bandenspanning,
servicecentrale trekhaakaansluiting.

F9 30 A 12V-aansluiting vóór, 12V-aansluiting achter (SW).

F10 15 A Sirene alarm, elektronische eenheid alarm,
bochtverlichting.

F11 15 A
Diagnoseaansluiting, contactslot met circuit lage stroomsterkte, elektronische eenheid automatische transmissie.

F12 15 A Regen- en lichtsensor, versterker, servicecentrale
trekhaakaansluiting, eenheid lesauto.

F13 5 A Servicecentrale motor, relais ABS,
rempedaalschakelaar met twee functies,
selectiehendel "2 Tronic" versnellingsbak.

F14 15 A
Instrumentenpaneel, controlepaneel veiligheidsgorde
ls, koplampverstelling, airconditioning, handsfree set,
elektronische eenheid parkeerhulp achter, airbags.

F15 30 A Vergrendeling en supervergrendeling.

F17 40 A Achterruit- en buitenspiegelverwarming.

SH - Shunt tijdens opslag.

Page 157 of 255

145
Zekeringen motorruimte
De zekeringkast bevindt zich onder de
motorkap, naast de accu (links).
Toegang tot de zekeringen

 Maak het deksel los.

 Vervang de zekering (zie de desbe-
treffende paragraaf).

 Sluit na het vervangen van de zeke-
ring zorgvuldig het deksel voor een
goede afdichting van de zekering-
kast. Overzicht zekeringen

Zekering Ampère Functies

F1 20 A Voeding elektronische eenheid motor en
voedingsrelais motorventilateurgroep, elektrokleppe
n
distributie en absorptievat (1,6 liter THP 16V),
luchthoeveelheidsmeter (diesel), inspuitpomp (diese l),
sensor water in brandstoffi lter (diesel), UGR-
elektrokleppen, voorverwarming inlaatlucht (diesel) .

F2 15 A Claxon.

F3 10 A Ruitensproeiers voor en achter.

F4 20 A Koplampsproeiers.

F5 15 A Brandstofpomp (benzine), elektrokleppen Turbo
(1,6 liter THP 16V).

F6 10 A Wagensnelheidssensor, automatische transmissie.

F7 10 A Elektrische stuurbekrachtiging, bochtverlichting,
voedingsrelais bochtverlichting, eenheid
veiligheidsschakeling (diesel).

F8 25 A Voeding startmotor.

F9 10 A
Elektronische eenheid ABS/ESP, rempedaalschakelaar .

F10 30 A Regelorganen elektronische eenheid motor (benzine:

bobines, elektrokleppen, lambdasonden, verstuivers,
verwarmingselementen, elektronische thermostaat)
(diesel: elektrokleppen, verwarmingselementen).

F11 40 A Aanjager airconditioning.

F12 30 A Lage/hoge snelheid ruitenwissers vóór.

Page:   < prev 1-10 11-20