PEUGEOT 207 2008 Instructieboekje (in Dutch)

Page 71 of 255

i
TOEGANG TOT DE AUTO
Starten van de motor

 Steek de sleutel in het contactslot.
Het systeem herkent de code van de startblokkering.

 Draai de sleutel rechtsom in de
stand 3 (Starten) .

 Laat zodra de motor draait de sleu-
tel los.
Afzetten van de motor

 Zet de auto stil.

 Draai de sleutel linksom in de stand

1 (Stop) .

 Verwijder de sleutel uit het contactslot.
Storing afstandsbediening
Na het losnemen en weer aansluiten
van de accukabels, het vervangen van
de batterij van de afstandsbediening
of een storing in de afstandsbediening
kan de auto niet meer met de afstands-
bediening ontgrendeld, vergrendeld en
gelokaliseerd worden.

 Ontgrendel of vergrendel de auto
eerst met de sleutel in het slot.

 Synchroniseer vervolgens de af-
standsbediening.
Raadpleeg zo snel mogelijk het
PEUGEOT-netwerk als de storing niet
is verholpen. Batterij vervangen
Batterij ref.: CR1620 / 3 V.
Synchroniseren

 Zet het contact af.

 Zet de sleutel in de stand 2 (Con-
tact) .

 Druk zo snel mogelijk gedurende
enkele seconden op de vergrendel-
knop (gesloten hangslot) van de af-
standsbediening.

 Zet het contact af en verwijder de
sleutel uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer.
 Wip het huis met een muntstuk bij
het oog los.

 Verwijder de lege batterij.

 Schuif de nieuwe batterij in de juiste
richting op zijn plaats.

 Klik het huis vast.

 Synchroniseer de afstandsbediening. Deze batterij is in het PEUGEOT-
netwerk verkrijgbaar.
Als de batterij van de afstandsbe-
diening leeg is, wordt u gewaar-
schuwd door dit verklikkerlampje,
een geluidssignaal en een mel-
ding op het multifunctionele dis-
play.
Lokaliseren van de auto
Om de eerder vergrendelde auto te lo-
kaliseren op een parkeerplaats :

 Druk op het gesloten hangslot, de
plafonniers gaan branden en de
knipperlichten knipperen gedurende
enkele seconden.
Waarschuwingssignaal sleutel
Als het bestuurdersportier wordt
geopend terwijl de sleutel nog in
het contact zit, klinkt er een ge-
luidssignaal.

Page 72 of 255

!
69
Sleutels
Noteer de sleutelnummers zorgvuldig. De sleutelcode is als streepjescode
aangegeven op het label bij de sleutel.
Het PEUGEOT-netwerk kan bij verlies snel voor nieuwe sleutel s zorgen. Gooi de lege batterijen van de af-
standsbediening niet weg, ze be-
vatten metalen die schadelijk zijn
voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een spe-
ciaal verzamelpunt.
Afstandsbediening
De radiografi sche afstandsbediening is een systeem met een groo
t bereik.
Het is raadzaam om niet met de knop van de afstandsbediening te spelen om
te voorkomen dat de portieren per ongeluk ontgrendeld worden.
Druk nooit op de knoppen van uw afstandsbediening buiten het bereik en
het zicht van uw auto. De afstandsbediening kan dan onbrui kbaar worden en
moet in dat geval opnieuw worden gesynchroniseerd.
De afstandsbediening kan niet functioneren als de sleutel in het contactslot
zit, zelfs als het contact uitstaat, behalve voor het synchronisere n.
Vergrendelen van de auto
Het rijden met vergrendelde portieren kan in geval van nood de toegang tot
het interieur belemmeren.
Neem uit veiligheidsoverwegingen (kinderen in de auto) de sl eutel met af-
standsbediening mee als u de auto verlaat, zelfs al is dit vo or korte duur.
Diefstalbeveiliging
Breng geen wijzigingen aan in de elektronische startblokkering , dit kan tot
storingen leiden.
Bij het aanschaffen van een gebruikte auto
Laat uw sleutels door een PEUGEOT-netwerk in het elektron ische geheugen
opslaan, zodat u er zeker van kunt zijn dat de in uw bezit zij nde sleutels de
enige zijn waarmee de auto kan worden gestart.

Page 73 of 255

i
i
67
Als de auto is vergrendeld en per
ongeluk wordt ontgrendeld zonder
dat binnen 30 seconden een por-
tier wordt geopend, wordt de auto
automatisch weer vergrendeld.
Het automatisch in- en uitklappen
van de buitenspiegels kan worden
uitgeschakeld door het PEUGEOT-
netwerk .
Inklappen van de sleutel

 Druk op de knop A om de sleutel in
te klappen.
Verlies van sleutels
Ga met het kentekenbewijs van uw
auto en uw identiteitsbewijs naar het
PEUGEOT-netwerk .
Het PEUGEOT-netwerk kan de sleutel-
code en de transpondercode opzoeken
en een nieuwe sleutel voor u bestellen.
Elektronische startblokkering
In de sleutel is een chip aangebracht
die over een specifi eke code beschikt.
Om te kunnen starten, moet bij het aan-
zetten van het contact de code van de
sleutel worden herkend door de start-
blokkering.
Deze elektronische startblokkering blok-
keert het motormanagementsys-teem
zodra het contact wordt afgezet en voor-
komt zo het starten van de motor bij een
inbraak.
Diefstalbeveiliging
Bij een storing in het systeem
wordt u gewaarschuwd door dit
verklikkerlampje in combinatie
met een geluidssignaal en een
melding op het multifunctionele
display.
De auto kan dan niet gestart wor-
den. Raadpleeg zo snel mogelijk het
PEUGEOT-netwerk .
Ontgrendelen en gedeeltelijk
openen van de achterruit (SW)

 Houd deze knop langer dan
twee seconden ingedrukt
om de achterruit gedeelte-
lijk te openen. Bij deze han-
deling wordt eerst de auto
ontgrendeld.
De achterklep en achterruit kunnen
niet gelijktijdig worden geopend.

Page 74 of 255

i
TOEGANG TOT DE AUTO
Starten van de motor

 Steek de sleutel in het contactslot.
Het systeem herkent de code van de startblokkering.

 Draai de sleutel rechtsom in de
stand 3 (Starten) .

 Laat zodra de motor draait de sleu-
tel los.
Afzetten van de motor

 Zet de auto stil.

 Draai de sleutel linksom in de stand

1 (Stop) .

 Verwijder de sleutel uit het contactslot.
Storing afstandsbediening
Na het losnemen en weer aansluiten
van de accukabels, het vervangen van
de batterij van de afstandsbediening
of een storing in de afstandsbediening
kan de auto niet meer met de afstands-
bediening ontgrendeld, vergrendeld en
gelokaliseerd worden.

 Ontgrendel of vergrendel de auto
eerst met de sleutel in het slot.

 Synchroniseer vervolgens de af-
standsbediening.
Raadpleeg zo snel mogelijk het
PEUGEOT-netwerk als de storing niet
is verholpen. Batterij vervangen
Batterij ref.: CR1620 / 3 V.
Synchroniseren

 Zet het contact af.

 Zet de sleutel in de stand 2 (Con-
tact) .

 Druk zo snel mogelijk gedurende
enkele seconden op de vergrendel-
knop (gesloten hangslot) van de af-
standsbediening.

 Zet het contact af en verwijder de
sleutel uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer.
 Wip het huis met een muntstuk bij
het oog los.

 Verwijder de lege batterij.

 Schuif de nieuwe batterij in de juiste
richting op zijn plaats.

 Klik het huis vast.

 Synchroniseer de afstandsbediening. Deze batterij is in het PEUGEOT-
netwerk verkrijgbaar.
Als de batterij van de afstandsbe-
diening leeg is, wordt u gewaar-
schuwd door dit verklikkerlampje,
een geluidssignaal en een mel-
ding op het multifunctionele dis-
play.
Lokaliseren van de auto
Om de eerder vergrendelde auto te lo-
kaliseren op een parkeerplaats :

 Druk op het gesloten hangslot, de
plafonniers gaan branden en de
knipperlichten knipperen gedurende
enkele seconden.
Waarschuwingssignaal sleutel
Als het bestuurdersportier wordt
geopend terwijl de sleutel nog in
het contact zit, klinkt er een ge-
luidssignaal.

Page 75 of 255

!
69
Sleutels
Noteer de sleutelnummers zorgvuldig. De sleutelcode is als streepjescode
aangegeven op het label bij de sleutel.
Het PEUGEOT-netwerk kan bij verlies snel voor nieuwe sleutel s zorgen. Gooi de lege batterijen van de af-
standsbediening niet weg, ze be-
vatten metalen die schadelijk zijn
voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een spe-
ciaal verzamelpunt.
Afstandsbediening
De radiografi sche afstandsbediening is een systeem met een groo
t bereik.
Het is raadzaam om niet met de knop van de afstandsbediening te spelen om
te voorkomen dat de portieren per ongeluk ontgrendeld worden.
Druk nooit op de knoppen van uw afstandsbediening buiten het bereik en
het zicht van uw auto. De afstandsbediening kan dan onbrui kbaar worden en
moet in dat geval opnieuw worden gesynchroniseerd.
De afstandsbediening kan niet functioneren als de sleutel in het contactslot
zit, zelfs als het contact uitstaat, behalve voor het synchronisere n.
Vergrendelen van de auto
Het rijden met vergrendelde portieren kan in geval van nood de toegang tot
het interieur belemmeren.
Neem uit veiligheidsoverwegingen (kinderen in de auto) de sl eutel met af-
standsbediening mee als u de auto verlaat, zelfs al is dit vo or korte duur.
Diefstalbeveiliging
Breng geen wijzigingen aan in de elektronische startblokkering , dit kan tot
storingen leiden.
Bij het aanschaffen van een gebruikte auto
Laat uw sleutels door een PEUGEOT-netwerk in het elektron ische geheugen
opslaan, zodat u er zeker van kunt zijn dat de in uw bezit zij nde sleutels de
enige zijn waarmee de auto kan worden gestart.

Page 76 of 255

i
TOEGANG TOT DE AUTO
Starten van de motor

 Steek de sleutel in het contactslot.
Het systeem herkent de code van de startblokkering.

 Draai de sleutel rechtsom in de
stand 3 (Starten) .

 Laat zodra de motor draait de sleu-
tel los.
Afzetten van de motor

 Zet de auto stil.

 Draai de sleutel linksom in de stand

1 (Stop) .

 Verwijder de sleutel uit het contactslot.
Storing afstandsbediening
Na het losnemen en weer aansluiten
van de accukabels, het vervangen van
de batterij van de afstandsbediening
of een storing in de afstandsbediening
kan de auto niet meer met de afstands-
bediening ontgrendeld, vergrendeld en
gelokaliseerd worden.

 Ontgrendel of vergrendel de auto
eerst met de sleutel in het slot.

 Synchroniseer vervolgens de af-
standsbediening.
Raadpleeg zo snel mogelijk het
PEUGEOT-netwerk als de storing niet
is verholpen. Batterij vervangen
Batterij ref.: CR1620 / 3 V.
Synchroniseren

 Zet het contact af.

 Zet de sleutel in de stand 2 (Con-
tact) .

 Druk zo snel mogelijk gedurende
enkele seconden op de vergrendel-
knop (gesloten hangslot) van de af-
standsbediening.

 Zet het contact af en verwijder de
sleutel uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer.
 Wip het huis met een muntstuk bij
het oog los.

 Verwijder de lege batterij.

 Schuif de nieuwe batterij in de juiste
richting op zijn plaats.

 Klik het huis vast.

 Synchroniseer de afstandsbediening. Deze batterij is in het PEUGEOT-
netwerk verkrijgbaar.
Als de batterij van de afstandsbe-
diening leeg is, wordt u gewaar-
schuwd door dit verklikkerlampje,
een geluidssignaal en een mel-
ding op het multifunctionele dis-
play.
Lokaliseren van de auto
Om de eerder vergrendelde auto te lo-
kaliseren op een parkeerplaats :

 Druk op het gesloten hangslot, de
plafonniers gaan branden en de
knipperlichten knipperen gedurende
enkele seconden.
Waarschuwingssignaal sleutel
Als het bestuurdersportier wordt
geopend terwijl de sleutel nog in
het contact zit, klinkt er een ge-
luidssignaal.

Page 77 of 255

!
69
Sleutels
Noteer de sleutelnummers zorgvuldig. De sleutelcode is als streepjescode
aangegeven op het label bij de sleutel.
Het PEUGEOT-netwerk kan bij verlies snel voor nieuwe sleutel s zorgen. Gooi de lege batterijen van de af-
standsbediening niet weg, ze be-
vatten metalen die schadelijk zijn
voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een spe-
ciaal verzamelpunt.
Afstandsbediening
De radiografi sche afstandsbediening is een systeem met een groo
t bereik.
Het is raadzaam om niet met de knop van de afstandsbediening te spelen om
te voorkomen dat de portieren per ongeluk ontgrendeld worden.
Druk nooit op de knoppen van uw afstandsbediening buiten het bereik en
het zicht van uw auto. De afstandsbediening kan dan onbrui kbaar worden en
moet in dat geval opnieuw worden gesynchroniseerd.
De afstandsbediening kan niet functioneren als de sleutel in het contactslot
zit, zelfs als het contact uitstaat, behalve voor het synchronisere n.
Vergrendelen van de auto
Het rijden met vergrendelde portieren kan in geval van nood de toegang tot
het interieur belemmeren.
Neem uit veiligheidsoverwegingen (kinderen in de auto) de sl eutel met af-
standsbediening mee als u de auto verlaat, zelfs al is dit vo or korte duur.
Diefstalbeveiliging
Breng geen wijzigingen aan in de elektronische startblokkering , dit kan tot
storingen leiden.
Bij het aanschaffen van een gebruikte auto
Laat uw sleutels door een PEUGEOT-netwerk in het elektron ische geheugen
opslaan, zodat u er zeker van kunt zijn dat de in uw bezit zij nde sleutels de
enige zijn waarmee de auto kan worden gestart.

Page 78 of 255

!
i
TOEGANG TOT DE AUTO
70
ALARM
Dit systeem beveiligt uw auto tegen in-
braak en diefstal. Het systeem bestaat
uit een omtrek- en een interieurbevei-
liging en is voorzien van een anti-in-
braakfunctie.
Vergrendelen van de auto met
volledig ingeschakeld alarm
Breng geen wijzigingen aan het
alarmsysteem aan, dit kan leiden
tot storingen. De interieurbeveiliging wordt uit-
sluitend uitgeschakeld als deze
procedure wordt uitgevoerd na het
afzetten van het contact.
Inschakelen van de interieurbeveiliging

 Ontgrendel de auto met de ontgren-
delknop van de afstandsbediening.

 Vergrendel de auto met de afstands-
bediening.
Het alarm wordt weer ingeschakeld met
twee beveiligingsniveaus; het verklik-
kerlampje van de knop A gaat uit.
Vergrendelen van de auto met
alleen de omtrekbeveiliging
Inschakelen

 Zet het contact af en verlaat de auto.

 Vergrendel de auto of schakel de su-
pervergrendeling in met de vergren-
delknop van de afstandsbediening.
Het alarm is geactiveerd; het verklikker-
lampje van de knop A zal één keer per
seconde knipperen.
Omtrekbeveiliging
Dit systeem houdt de te openen carros-
seriedelen van de auto in de gaten.
Het alarm gaat af als iemand probeert
in te breken door een portier, de achter-
klep of de motorkap te forceren.
Interieurbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er be-
wegingen in het interieur worden waar-
genomen.
Het alarm gaat af als er een ruit wordt
ingeslagen of als iets of iemand in de
auto beweegt.
Schakel de interieurbeveiliging uit als
u tijdens uw afwezigheid een ruit een
stukje open wilt laten of als er een huis-
dier in de auto achterblijft.
Anti-inbraakfunctie
Dit systeem treedt in werking als ie-
mand probeert het alarm te saboteren.
Het alarm gaat af als iemand probeert
de kabels van de sirene, de bedienings-
eenheid of de accu door te knippen. Uitschakelen

 Ontgrendel de auto met de ontgren-
delknop van de afstandsbediening.
Het alarm wordt uitgeschakeld; het ver-
klikkerlampje van de knop A gaat uit.
Uitschakelen van de interieurbeveiliging

 Zet het contact af.

 Druk binnen 10 seconden op de
knop A tot het verklikkerlampje blijft
branden.

 Verlaat de auto.

 Vergrendel de auto of schakel de su-
pervergrendeling in met de vergren-
delknop van de afstandsbediening.
Alleen de omtrekbeveiliging wordt inge-
schakeld; het verklikkerlampje van de
knop A zal één keer per seconde knip-
peren.

Page 79 of 255

!
71
Activering
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in
werking en knipperen de richtingaanwij-
zers ongeveer dertig seconden.
Nadat het alarm is gestopt, zijn de om-
trek- en interieurbeveiliging weer actief. Als het alarm 10 keer achter elkaar
is afgegaan, wordt het bij de elfde
keer uitgeschakeld.
Als het lampje van de knop A snel
knippert, betekent dit dat het alarm
tijdens uw afwezigheid is afgegaan.
Het lampje stopt met knipperen als
het contact wordt aangezet.
Om te voorkomen dat tijdens het
wassen van uw auto het alarm af-
gaat, is het raadzaam de auto in dat
geval met de sleutel af te sluiten.
Schakel voordat u de accukabels
losneemt het alarm uit om te voor-
komen dat de sirene afgaat. Storing afstandsbediening

 Ontgrendel de auto met de sleutel in
het slot van het bestuurdersportier.

 Open het portier; het alarm gaat af.

 Zet het contact aan; het alarm stopt.
* Volgens land van bestemming.
Storing
Als bij het aanzetten van het contact het
verklikkerlampje van de knop
A gedu-
rende 10 seconden blijft branden, duidt
dit op een storing in de verbinding met
de sirene.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk.
Vergrendelen van de auto zonder
het alarm in te schakelen

 Vergrendel de auto of schakel de su-
pervergrendeling in met de sleutel in
het slot van het bestuurdersportier. Automatisch inschakelen *
Afhankelijk van de wetgeving in uw land
is het volgende van toepassing:
- het alarm wordt 45 seconden nadat
de auto met behulp van de afstands-
bediening is vergrendeld geactiveerd,
ongeacht de toestand van de portie-
ren en de achterklep.
- het alarm wordt 2 minuten nadat het laatste portier of de achterklep is ge-
sloten, geactiveerd.

 Om het afgaan van het alarm bij het
openen van een portier of de ach-
terklep te voorkomen, moet eerst op
de ontgrendelknop van de afstands-
bediening worden gedrukt.

Page 80 of 255

i
i
i
TOEGANG TOT DE AUTO
72
RUITBEDIENING Elektrische ruitbediening
Als de ruit bijvoorbeeld bij vorst niet
wil sluiten:

 druk dan op de schakelaar om
de ruit helemaal te openen,

 trek vervolgens de schakelaar
omhoog tot de ruit volledig is
gesloten,

 houd de schakelaar na het slui-
ten nog ongeveer 1 seconde
vast.

Tijdens deze handelingen is de
beveiliging tegen beknellen uit-
geschakeld. Eentraps elektrische
ruitbediening
U hebt twee mogelijkheden:
- handmatige bediening

 Duw of trek de schakelaar tot het
zware punt. De ruit stopt zodra u
de schakelaar loslaat.
- automatische bediening

 Duw of trek de schakelaar voorbij
het zware punt. Als u de schake-
laar hebt losgelaten, opent of sluit
de ruit volledig.

 Bedien de schakelaar opnieuw om
het openen of sluiten te stoppen.
 Druk op of trek aan de scha-
kelaar. De ruit stopt zodra u
de schakelaar loslaat.
De schakelaars van de ruitbediening
kunnen na het afzetten van het contact
nog gedurende ongeveer 45 seconden
of totdat een van de voorportieren ge-
opend wordt, worden bediend.
U kunt de ruiten handmatig of automa-
tisch volledig openen en sluiten. De rui-
ten met eentrapsbediening zijn voorzien
van een beveiliging tegen beknellen en
de elektrisch bedienbare ruiten achter
kunnen bij alle uitvoeringen worden ge-
blokkeerd voor de veiligheid van kinde-
ren op de achterbank.

1. Schakelaar ruitbediening
bestuurderszijde.

2. Schakelaar ruitbediening
passagierszijde.

3. Schakelaar ruitbediening
rechts achter.

4. Schakelaar ruitbediening
links achter.

5. Blokkeerschakelaar elektrisch
bedienbare ruiten achter. Nadat de sleutel uit het contact is
genomen, kunnen de ruiten nog
ongeveer 45 seconden, of tot een
voorportier wordt geopend, worden
bediend.
Beveiliging tegen beknellen
Als de ruit automatisch wordt gesloten
en tegen een obstakel stuit, stopt de ruit
en gaat deze gedeeltelijk weer open.

Page:   < prev 1-10 ... 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 ... 260 next >