Peugeot 207 CC 2007 Handleiding (in Dutch)

Page 121 of 194

!
i
117
Niveau brandstofadditief (diesel met roetfilter)
Een te laag additiefniveau wordt aange-geven door het verklikkerlampje service in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het multifunctionele display.
Afgewerkte producten
CONTROLES
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, de bladzij-den in het onderhoudsboekje, die betrekking heb-ben op de motoruitvoering van uw auto, voor het la-ten controleren van bepaalde onderdelen volgens het onderhoudsschema van de constructeur.Laat de controles eventueel uitvoeren door een PEUGEOT-servicepunt.
Accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om regelmatig te controleren of de accupolen en -klemmen schoon zijn, vooral bij warm weer en in de winter.
Raadpleeg voordat u de accukabels losneemt het hoofdstuk "Praktische in-formatie" voor meer informatie over de te nemen voorzorgsmaatregelen.
Luchtfilter en interieurfilter
Laat de filters periodiek ver-vangen volgens de in het on-derhoudsboekje aangegeven intervallen.
Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik (veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding geeft, moeten de filters twee keer zo vaak worden ver-vangen (zie paragraaf "Motoren").
Een verstopt interieurfilter kan de pres-taties van de airconditioning verstoren en onaangename geuren veroorzaken.
Roetfilter (diesel)
Het onderhoud van het roetfilter moet worden uitgevoerd door een PEUGEOT-servicepunt.
Oliefilter
Laat bij het olie verversen te-vens het oliefilter vervangen.
Raadpleeg het onderhouds-boekje voor het vervangings-interval.
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk uitvoeren door een PEUGEOT-service-punt.

Page 122 of 194

!
118
Automatische transmissie
De automatische transmissie is onderhoudsvrij (olie verver-sen niet noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhouds-boekje voor het interval van de niveaucontrole.
Staat van remschijven
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt voor informatie over het controleren van de slijtage van de remschijven.
Handgeschakelde versnellingsbak
De versnellingsbak is onder-houdsvrij (olie verversen niet noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhouds-boekje voor het interval van de niveaucontrole.
Remblokken
De slijtage van de remblokken is sterk afhankelijk van de rijstijl, vooral bij stadsverkeer en veel korte ritten. Hierdoor kan het noodzakelijk blijken om de rem-blokken vaker, tussen twee onderhouds-controles door, te laten controleren.
Als het remsysteem vrij is van lekkages, duidt een te laag remvloeistofniveau erop dat de remblokken versleten zijn.
Handrem
Als de handrem een te grote slag heeft of als het systeem minder goed werkt, moet de handrem zelfs tussen twee onderhoudscontroles door worden afgesteld.
Laat het systeem controleren door een PEUGEOT-servicepunt.

Page 123 of 194

i
119
WIEL VERWISSELEN
In het geval van een lekke band kunt u het wiel met het bij de auto geleverde gereedschap verwisselen volgens de onderstaande procedure.
Het gereedschap bevindt zich in een houder op de bodem van de bagage-ruimte, onder het reservewiel.
Zie paragraaf "Toegang tot het reser-vewiel" op de volgende bladzijde voor meer informatie over de toegang tot het gereedschap.
1. Wielsleutel. Hiermee kan de wieldop worden verwijderd en kunnen de wielbouten worden losgedraaid.
2. Krik met geïntegreerde slinger. Hiermee kan de auto worden opgekrikt.
3. Gereedschap voor het verwijderen van sierdoppen. Hiermee kunnen bij lichtmetalen velgen de sierdoppen van de wielbouten worden verwijderd.
4. Dop voor het verwijderen van slotbouten. Hiermee kunnen met behulp van de wielsleutel de speciale slotbouten worden verwijderd.
Beschikbaar gereedschapOverige accessoires
5. Afneembaar sleepoog.
Zie de paragraaf "Slepen van uw auto".
Toegang tot het gereedschap

Page 124 of 194

i
i
120
Toegang tot het reservewiel
Het noodreservewiel bevindt zich onder de vloer van de bagageruimte.
Om bij het reservewiel te komen:
 sluit het dak,
 open het kofferdeksel,
 til de vloer op.
Verwijderen van het reservewiel
 Maak de riem los.
 Til het reservewiel aan de achterzij-de op en trek het naar u toe.
 Verwijder het wiel uit de bagage-ruimte.
Terugplaatsen van het reservewiel
 Leg het reservewiel in de reserve-wielbak.
 Plaats de riem en maak deze vast.
 Plaats de vloerplaat terug.

Page 125 of 194

i
121
Demonteren van het wielProcedure
 Verwijder de chromen sierdop van de wielbouten met het gereedschap 3.
 Bevestig de dop 4 op de wielsleutel 1 en draai de slotbout een omwente-ling los.
 Draai de overige wielbouten een omwenteling los met alleen de wiel-sleutel 1.
 Plaats de krik 2 onder één van de twee steunpunten aan de voorzijde A of achterzijde B (bij het te verwis-selen wiel).
 Draai de krik 2 uit tot het voetstuk op de grond staat. Zorg ervoor dat het voetstuk zich loodrecht onder het gebruikte steunpunt A of B bevindt.
 Krik de auto op tot er voldoende ruimte tussen het wiel en de grond is om het (niet lekke) reservewiel te monteren.
 Verwijder de wielbouten en leg ze op een schone plaats weg.
 Verwijder het wiel.

Page 126 of 194

i
122
Monteren van het wielProcedure
 Plaats het wiel op de naaf.
 Draai de wielbouten met de hand vast.
 Draai de slotbout met de wielsleutel 1 en de dop 4 enigszins vast.
 Draai de overige wielbouten enigs-zins vast met alleen de wielsleutel 1.
 Laat de krik zakken.
 Vouw de krik 2 op en verwijder hem.
 Draai de slotbout vast met de wiel-sleutel 1 en de dop 4.
 Draai de overige wielbouten vast met alleen de wielsleutel 1.
 Bevestig de verchroomde doppen op de overige wielbouten.
 Berg het gereedschap op in de hou-der op de bodem van de bagage-ruimte.
 Berg de lekke band op in een hoek van de bagageruimte.

Page 127 of 194

!
i
i
123
LAMPEN VERVANGEN
Een defecte lamp kan volgens de on-derstaande procedure zonder gereed-schap worden vervangen.
1. Richtingaanwijzers (PY 21 W amberkleurig).
2. Parkeerlicht (W 5 W).
3. Dimlicht (H7-55 W).
4. Grootlicht (H1-55 W).
5. Bochtverlichting (H7-55 W).
6. Mistlampen (H11-55 W).
Richtingaanwijzers
Uitvoeringen met bochtverlichting
 Draai de lamphouder een kwart om-wenteling en verwijder hem.
 Trek de lamp uit de lamphouder en vervang de lamp.
Monteer de lamp in de omgekeerde volgorde.
Koplampen
Uitvoeringen met conventionele lampen
Doorgebrande lamp
Er verschijnt een melding op het mul-tifunctionele display om aan te geven welke lamp vervangen moet worden. Raadpleeg de juiste procedure om de desbetreffende lamp te vervangen.

Page 128 of 194

124
Parkeerlicht
 Neem de stekker van de koplamp los.
 Trek aan de borglip en verwijder de kunststof beschermkap.
 Draai de lamphouder een kwart om-wenteling en verwijder hem.
 Trek de lamp uit de lamphouder en vervang de lamp.
Monteer de lamp in de omgekeerde volgorde.
Dimlicht, grootlicht of bochtverlichting
 Neem de stekker van de koplamp los.
 Trek aan de borglip en verwijder de desbetreffende kunststof be-schermkap.
Geïntegreerde zijknipperlichten
 Steek ter hoogte van het midden van het zijknipperlicht een schroeven-draaier tussen het zijknipperlicht en de voet van de buitenspiegel.
 Wip het zijknipperlicht met de schroe-vendraaier los.
 Neem de stekker van het zijknipper-licht los.
Monteer het zijknipperlicht in de omge-keerde volgorde.
Een nieuw zijknipperlicht is verkrijgbaar bij een PEUGEOT-servicepunt.
 Neem de stekker van de desbetref-fende lamp los.
 Duw de borgveer open en verwijder de lamp.
Monteer de lamp in de omgekeerde volgorde.
Mistlampen
Raadpleeg voor het vervangen van deze lampen een PEUGEOT-service-punt.

Page 129 of 194

i
125
Achterlichten
1. Remlichten (P 21 W).
2. Achterlichten (R 5 W).
3. Mistachterlichten (P 21 W).
4. Richtingaanwijzers (PY 21 W amberkleurig).
5. Achteruitrijlichten (P 21 W).
Lampen vervangenDeze vijf lampen kunnen van buitenaf worden vervangen:
 open eerst het deksel om bij de bevesti-gingsbout te komen,verwijder de bevestigingsbout van de ach-terlichtunit,verwijder de achterlichtunit via de buitenzijde,neem de stekker van de achterlichtunit los,verwijder het afdichtrubber van de achter-lichtunit,
 druk de vier borglippen in en verwij-der de lamphouder,
 draai de lamp een kwart omwente-ling en vervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeer-de volgorde.

Page 130 of 194

126
Lamp derde remlicht vervangen (LED’s)
Neem voor het vervangen van dit type lamp met LED’s contact op met een PEUGEOT-servicepunt.
Lamp van de kentekenplaatverlichting vervangen (W 5 W)
 Steek een kleine schroevendraaier in één van de buitenste gaten van het lampglas.
 Duw de schroevendraaier naar bui-ten om het lampglas los te maken.
 Verwijder het lampglas.
 Trek de lamp uit de lamphouder en vervang de lamp.

Page:   < prev 1-10 ... 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 ... 200 next >