Peugeot 208 2012 Handleiding (in Dutch)

Page 111 of 328

109
5
Zicht
Bij helder of regenachtig weer, zowel overdag als 's nachts, zijn de mistlampen vóór en het mistachterlichtverblindend voor medeweggebruikers en daarom niet toegestaan. Gebruik de mistlampen vóór en het mistachterlichtuitsluitend bij mist of sneeuwval. Onder deze weersomstandigheden dient u de mistlampen vóór en het dimlicht handmatig in te schakelen, omdat de lichtsensor voldoende lichtkan waarnemen. Vergeet niet de mistlampen uit te zettenzodra ze niet meer nodig zijn.


Inschakelen van de verlichting na het afzetten van het contact

Draai om de lichtschakelaar weer te activeren terwijl de verlichting uit is, de ring in de stand "0"
en vervolgens in de standvan uw keuze.
Als het bestuurderspor tier wordt geopend,klinkt een geluidssignaal om aan te gevendat de verlichting nog brandt. De verlichting, met uitzondering vanhet parkeerlicht, wordt na maximaal 30 minuten automatisch uitgeschakeld om het ontladen van de accu te voorkomen.
Uitschakelen van deverlichting bij het afzetten van het contact
Bij het afzetten van het contact gaat alleverlichting onmiddellijk uit, behalve het dimlicht als de automatische follow me home-verlichting is geactiveerd.

Page 112 of 328

110
Zicht
Verlichting overdag
De verlichting overdag is verplicht in sommigelanden en wordt automatisch ingeschakeldals de motor wordt gestart zodat de auto
overdag beter zichtbaar is voor de overige
weggebruikers.
LED-verlichting
Deze wordt automatisch ingeschakeld als demotor wordt gestar t.
Afhankelijk van het land van bestemming doet
deze verlichting dienst als:
- verlichting overdag
* en als parkeerlicht 's nachts (bij de verlichting overdag is delichtsterkte groter),
of als- parkeerlichten overdag en 's nachts.
*
functie kan worden ingesteld via het configuratiemenu van de auto.
De verlichting overdag is beschikbaar:


- in landen waar dit volgens de wetgeving
verplicht is;
het dimlicht brandt in combinatiemet de parkeerlichten en de kentekenplaatverlichting; deze functie kan
niet worden uitgeschakeld.

- in overige landen;
er branden speciale lichtunits (gloeilampenof LED's); deze functie kan worden in- enuitgeschakeld via het configuratiemenu vande auto.
De lichtschakelaar moet in de stand "0"of
"AU TO "
(verlichting overdag) staan.
Het uitschakelen van de verlichting overdagvindt plaats als de lichtschakelaar wordtbediend of als de motor weer wordt gestart; hetinschakelen van de verlichting overdag vindt
onmiddellijk plaats.

De verlichtin
g van de cockpit (instrumentenpaneel,
multifunctioneel display, bedieningspaneel
airconditioning, ...) gaat niet branden, behalve
wanneer deze bij donker automatisch wordt
ingeschakeld of wanneer de verlichting wordt
ingeschakeld (handmatig of automatisch).

Page 113 of 328

111
5
Zicht
van het contact de dimlichten nog even blijven
branden om het uitstappen in het donker te
vergemakkelijken.
Handbediende follow me
home-verlichtin
g

Inschakelen
)Geef bij afgezet contact een "lichtsignaal" met de lichtschakelaar.
)Geef nogmaals een "lichtsignaal" om de
functie uit te schakelen.
Uitschakelen
Na het vergrendelen van de auto wordt de handbediende follow me home-verlichting na
een bepaalde ti
jd automatisch uitgeschakeld.
Parkeerlichten
De zijkant van de auto wordt gemarkeerd door
het inschakelen van de parkeerlichten aan de
k
ant van het verkeer. ) Duw de lichtschakelaar binnen éénminuut na het afzetten van het contact
omhoog of omlaag om de parkeerlichtenaan de kant van het verkeer in teschakelen (voorbeeld: rechts van de wegparkeren: lichtschakelaar omlaag duwen; parkeerlichten links gaan branden).
D
e handbediende follow mehome-verlichting kan ook worden ingeschakeld met de verlichtingsknop
van de afstandsbediening (zie hoofdstuk "Openen - § Sleutel metafstandsbediening").
Het inschakelen wordt bevestigd door een geluidssignaal en het branden van
het controlelampje van de desbetreffende
richtingaanwijzer op het instrumentenpaneel.
Zet om de parkeerlichten uit te schakelen de
lichtschakelaar in de middenstand of zet het contact aan.

Page 114 of 328

112
Zicht
Het parkeerlicht en het dimlicht worden
automatisch ingeschakeld als de lichtsterkte
van de omgeving onvoldoende is of in
bepaalde gevallen dat de ruitenwissers worden
ingeschakeld.
De verlichting wordt uitgeschakeld als de
lichtsterkte van de omgeving weer voldoende is
of nadat het wissen is gestopt.
Automatische verlichting
Inschakelen
)Draai de ring in de stand "AUTO". Hetinschakelen wordt bevestigd door een melding op het display.
Uitschakelen
)Draai de ring in een andere stand. Het uitschakelen wordt bevestigd door eenmelding op het display.


Automatische follow me home-verlichting

De koppeling van de automatische follow
me home-verlichting aan de automatische
verlichting biedt de volgende extra
mogelijkheden:


- instellen van de duur van de follow me
home-verlichting (15, 30 of 60 seconden),

- automatische inschakeling van de follow
me home-verlichting als de automatische
verlichtin
g is ingeschakeld.

Storing

Bij een storing in de lichtsensor gaat de verlichting branden, wordt
dit pictogram weergegeven op het instrumentenpaneel en/of verschijnt een melding op het display in combinatie met eengeluidssignaal.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats.


Als de lichtsensor bij mist of sneeuwvoldoende licht waarneemt, wordt de verlichting niet automatischingeschakeld. Dek de met de regensensor gecombineerde lichtsensor die zich inhet midden van de voorruit achter debinnenspiegel bevindt, niet af. De aande sensor gekoppelde functies wordendan niet meer bediend.



Instellen
De tijdsduur van de follow me home-verlichting kan via het configuratiemenu van de auto
worden ingesteld.

Page 115 of 328

113
5
Zicht





Koplampen
verstellen

Verstel de koplampen afhankelijk van de
belading van uw auto om verblinding vanmedeweggebruikers te voorkomen.0.1 of 2 personen op de voorstoelen.
-. Tu s s enstand.1.
5 personen.
-.
5 personen + maximaal toegestane
belading.
2. Bestuurder + maximaal toegestane
belading.
Stand "0" : basisinstelling.

Page 116 of 328

114
Zicht
Tijdens het rijden met dim- of grootlicht
wordt de mistlamp vóór ingeschakeld om debinnenkant van de bocht extra te verlichten bijsnelheden tot 40 km/h (handig in de stad, op bochtige wegen, kruispunten, parkeergarages enz.).








Statische bochtverlichting
met statische bochtverlichting
zonder statische bochtverlichting


Statische bochtverlichting ingeschakeld
De bochtverlichting wordt in de volgende
gevallen ingeschakeld:


- bij het inschakelen van eenrichtingaanwijzer,
of

- als het stuur wiel ver genoeg wordt verdraaid.

Programmeren
U kunt de statische bochtverlichtingdesgewenst uitschakelen via het configuratiemenu van de auto.Standaard is de statische bochtverlichting ingeschakeld.



Statische bochtverlichting werkt niet
De verlichting werkt in de volgende gevallenniet:


- bij een geringe stuuruitslag,

- bij snelheden boven 40 km/h,

- als de achteruit is ingeschakeld.

Page 117 of 328

115
5
Zicht








Ruitenwisserschakelaar


Instellen
Afhankelijk van de uitvoering zijn de volgende automatische functies van de ruitenwissers mogelijk:


- automatische werking van de ruitenwissers
vóór,

- automatisch inschakelen van de ruitenwisser achter bij het inschakelen van
de achteruitversnelling.

Handmatige functies
De bestuurder schakelt de ruitenwissers handmatig in. De ruitenwissers voor en achter zor
gen
voor een optimaal zicht voor de bestuurder,
on
geacht de weersomstandigheden.

Ruitenwissers vóór

Wissnelheid:
Uitvoering zonder automatisch
wissen

Uitvoering met automatische ruitenwissers

hoge snelheid (hevige neerslag),
normale snelheid
(matige regenval),
interval
(wissnelheid aangepast aan
de wagensnelheid),
uit
,
één keer wissen (duw de hendel even
omlaag),
automatisch
(omlaag duwen en loslaten),
één keer (de hendel even naar u
toe trekken).

Page 118 of 328

116
Zicht
Ruitenwisser achter
Schakel de automatische werking van de ruitenwisser achter uit bij sneeuwvalof strenge vorst en bij montage van een fietsendrager op de achterklep. Dit kan worden uitgevoerd via het configuratiemenu van de auto.
Rin
g voor de selectie van de ruitenwisser achter:
u
it,
interval,
wissen en sproeien
(gedurende enige
tijd).

Achteruitversnelling

Als de ruitenwissers vóór zijn ingeschakeld
op het moment dat u de achteruitversnelling
inschakelt, wordt automatisch de ruitenwisser
achter in
geschakeld.

Instellen
Ruitensproeiers voor
Trek de hendel naar u toe: de ruitensproeiers
treden in werking en na enige tijd worden ook de ruitenwissers ingeschakeld.

D
eze functie kan wordengeactiveerd of gedeactiveerd via hetconfiguratiemenu van de auto.
Deze functie is standaard geactiveerd.

Page 119 of 328

117
5
Zicht
Automatische ruitenwissers
vóór
De ruitenwissers worden automatisch
ingeschakeld als de sensor achter de binnenspiegel regen detecteert. De snelheid
van de ruitenwissers wordt aangepast aan de
hoeveelheid neerslag.
Inschakelen

Duw de hendel één keer omlaag.
Dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel gaat branden en er verschijnt een melding.Duw de hendel no
g een keer omlaagof zet de hendel in een andere stand (Int., 1 of 2).
Dit verklikkerlampje op het instrumentenpaneelgaat uit en er verschijnt een melding.
Uitschakelen


Elke keer als het contact meer dan 1 minuut is afgezet, moet ude automatische werking van deruitenwissers opnieuw activeren door de hendel één keer omlaag te duwen.

Page 120 of 328

118
Zicht
Dek de regensensor, die zich gecombineerd met de lichtsensor inhet midden van de voorruit achter debinnenspiegel bevindt, niet af. Schakel de automatische werking van de ruitenwissers uit als de auto wordt gewassen in een wasstraat.
Wacht 's winters met het inschakelenvan de automatische ruitenwissers tot de voorruit ontdooid is.
Storing
In het geval van een storing in de automatische
wer
king van de ruitenwissers werken deze in de intervalstand.
Laat het systeem controleren door het
PEU
GEOT- net wer k of een gekwalificeerde
werkplaats.
Speciale stand van de
ru
itenwissers voor
Deze stand maakt het mogelijk de ruitenwisserslos te zetten van de voorruit.
In deze stand kunnen de ruitenwisserbladen
worden gereinigd of de ruitenwissers worden
ver vangen. In de winter kan deze stand tevens
worden gebruikt om de ruitenwissers los te zetten van de voorruit.
Om een goede werking van de flat-blade ruitenwissers te behouden, adviseren wij u:


- voorzichtig met de ruitenwissers omte gaan,

- de ruitenwissers regelmatig tereinigen met zeepsop,

- de ruitenwissers niet te gebruikenom een stuk karton tegen devoorruit te houden,

- de ruitenwissers te ver vangen zodraze tekenen van slijtage ver tonen.

)
Als de ruitenwisserschakelaar binnen een
minuut nadat het contact is afgezet wordt
bediend, bewegen de ruitenwissers naar
het midden van de voorruit. ) Zet het contact aan en bedien de
ruitenwisserschakelaar om de
ruitenwissers na de werkzaamheden weer
in de ruststand te zetten.

Page:   < prev 1-10 ... 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 ... 330 next >