Peugeot 208 2012 Handleiding (in Dutch)

Page 151 of 328

149
7
Praktische informatie














Wiel verwisselen

Het gereedschap bevindt zich onder de vloer
van de bagageruimte:)open de achterklep,)til de vloerplaat op en ver wijder deze, )haal de houder met het gereedschap er uit.


To egang tot het gereedschap
Beschikbaar gereedschap
3.Gereedschap voor het ver wijderen van
sierdoppen.
Hiermee kunnen bij lichtmetalen velgen
de sierdoppen van de wielbouten worden
ver wi
jderd.4.Dop voor het ver wijderen van slotbouten (in het dashboardkastje).
Hiermee kunnen met behulp van de
wielsleutel de speciale slotbouten worden
ver wijderd.
5.Sleepoog.
Zie de paragraaf "Slepen van de auto".

In het
geval van een lekke band kunt u het wiel met het bij de auto geleverde gereedschap ver wisselen volgens de onderstaande procedure.
Dit
gereedschap is specifiek voor uw auto
en kan, afhankelijk van de uitvoering van uwauto, verschillen. Gebruik het niet voor anderedoeleinden.1.Wielsleutel. Hiermee kan de wieldop worden verwijderd
en kunnen de wielbouten wordenlosgedraaid.
2. Krik met geïntegreerde slinger.
Hiermee kan de auto worden opgekrikt.

Page 152 of 328

150
Praktische informatie

Wiel met wieldop
Monteren:
plaats de wieldop, begin bij de ventielopening en druk de wieldop rondom met de hand vast.

H
et reservewiel bevindt zich onder de vloer van
de bagageruimte.
Afhankelijk van het land van bestemming, iser een stalen reser vewiel, een lichtmetalenreservewiel of noodreservewiel aanwezig.
Zie de paragraaf "Toegang tot hetgereedschap" voor meer informatie.
Toegang tot het reservewiel

Verwijderen van het reservewiel
)Draai de gele centrale bout los.)Til het reservewiel aan de achterzijde op en trek het naar u toe. )Verwijder het wiel uit de bagageruimte.

Page 153 of 328

151
7
Praktische informatie
Terugplaatsen van het reservewiel
)
Plaats de houder met het gereedschap in
het hart van het reservewiel en maak dehouder vast.

)Leg het reser vewiel in de reser vewielbak.)Draai de gele centrale bout een aantal
omwentelingen los en plaats de bout in het hart van het reservewiel. )Draai de centrale bout vast tot deze klikt en
het reservewiel goed vastzit.

Page 154 of 328

152
Praktische informatie
Demonteren van het wiel
Stilzetten van de auto

Zet de auto op een plaats waar het verkeer niet gehinderd wordt en zorg ervoor dat de auto op een horizontale,stabiele en stroeve ondergrond staat.

Trek de handrem aan, zet het contact af en schakel de eerste versnelling *
in omde wielen te blokkeren.
Controleer of de verklikkerlampjesvan de parkeerrem op hetinstrumentenpaneel branden. Controleer of de inzittenden de autohebben verlaten en zich op een veiligeplaats bevinden. Ga nooit onder een auto liggen diealleen op de krik steunt; gebruik een bok.




Procedure
)
Ver wijder de sierdop van de wielbouten met
het gereedschap 3 (volgens uitvoering). )
Bevestig de dop 4op de wielsleutel 1en draai de slotbout een omwenteling los(volgens uitvoering). )
Draai de overige wielbouten een omwenteling los met alleen de wielsleutel 1
.
*

Stand Rvan de gestuurde handgeschakelde
versnellingsbak of stand Pvan deautomatische transmissie.

Page 155 of 328

153
7
Praktische informatie
)Plaats de krik 2 onder één van de twee steunpunten aan de voorzijde Aof achterzijde B(bij het te ver wisselen wiel).
)
Ver wijder de wielbouten en leg ze op eenschone plaats weg. )
Ver wijder het wiel.


)
Draai de krik 2uit tot het voetstuk op de grond staat.
Zorg ervoor dat het voetstuk zich loodrecht
onder het gebruikte steunpunt Aof Bbevindt. ) Krik de auto op tot er voldoende ruimte
tussen het wiel en de
grond is om het (niet lekke) reservewiel te monteren.

Page 156 of 328

154
Praktische informatie
Monteren van het wiel
Bevestiging van het noodreservewiel
Indien uw auto is voorzien van lichtmetalen velgen is het normaaldat bij het monteren van het
noodreservewiel de ringen van de bouten de velg niet raken. Als de bouten volledig zijn aangedraaid, zorgt hetconische draagvlak van de bouten voor de bevestiging van het reservewiel.
Na het verwisselen van het wiel
Ver wijder de naafdop van het wiel om het op de juiste manier in de bagageruimte op te bergen.Rijd met een noodreser vewiel niet sneller dan 80 km/h.Laat zo snel mogelijk het aanhaalmoment van de wielbouten en de bandenspanning van het reser vewielcontroleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerdewerkplaats. Laat de lekke band zo spoedig mogelijk repareren en ver wissel hem met het reservewiel.


Procedure
)Plaats het wiel op de naaf. )Draai de wielbouten met de hand vast. )Draai de slotbout met de wielsleutel 1en de dop 4
enigszins vast (volgens
uitvoering).)Draai de overige wielbouten enigszins vast met alleen de wielsleutel 1.

Page 157 of 328

155
7
Praktische informatie
)Laat de krik zakken.)Vouw de krik 2 op en ver wijder hem. )
Draai de slotbout vast met de wielsleutel 1
en de dop 4 (volgens uitvoering).)
Draai de overige wielbouten vast metalleen de wielsleutel 1.)
Bevestig de doppen op de overige
wielbouten
(volgens uitvoering). ) Berg het gereedschap op in de houder.

Page 158 of 328

156
Praktische informatie










Een lamp vervangen

Verlichting vóór
A. Uitvoering met LED-verlichting
Onder bepaalde weersomstandigheden(lage temperatuur, vochtigheid) kan zicheen laagje condens aan de binnenzijde van de koplampen en de achterlichten vormen; dit verdwijnt enkele minuten na het ontsteken van de koplampen.


De koplampunits zijn voorzien van glas
van polycarbonaat met een speciale vernislaag:)reinig de koplampen nooit meteen droge of schurende doek engebruik geen oplosmiddelen,)gebruik een spons met zeepwater,)wanneer u met eenhogedrukreiniger hardnekkig vuil probeert te verwijderen, houd de straal dan nooit langdurig opde koplampen, de achterlichten en de randen er van gericht, ombeschadiging van de vernislaag en de afdichtrubbers te voorkomen, )raak de lamp niet met de vingersaan, maar gebruik een niet-pluizende doek.
Bij het ver vangen van lampen moet de verlichting minstens enkele minuten uitgeschakeld zijn (risico van ernstige verbranding). In verband met het behoud van de kwaliteit van de koplampen mogen uitsluitend anti-UV-lampen worden gebruikt.Vervang een kapotte lamp altijd door eennieuwe lamp met dezelfde specificaties.
B. Uitvoering zonder LED-verlichting
1.Grootlicht (H7-55W).2.Dimlicht (H7-55W).3.Dagrijverlichting/.parkeerlicht(LED-verlichting).4.Richtingaanwijzers (PWY-24W).5.Mistlampen (volgens uitvoering:
bochtverlichting) (H11- 55W).
1.Grootlicht (H7-55W).2.Dimlicht (H7-55W).3.Dagrijverlichting/parkeerlicht (W5-5W).4.Richtingaanwijzers (PWY-24W).5.Mistlampen (volgens uitvoering: bochtverlichting) (H11- 55W).

Page 159 of 328

157
7
Praktische informatie
Lampen dimlicht vervangen
) Trek aan de borglip om de beschermkap te
ver wijderen. ) Neem de stekker van de lamp los. )
Druk de veer uit elkaar om de lamp tekunnen ver wijderen (uitvoering A
). A)
Trek de lamp uit de lamphouder en ver vangde lamp.
De amberkleurige lampen, zoals die vande richtingaanwijzers, moeten wordenver vangen door lampen met dezelfde kleur en specificaties.Sluit bij het monteren uiterst zorgvuldigde beschermkap om er voor te zorgen dat de lampunit goed wordt afgedicht.


Wanneer het controlelampje van derichtingaanwijzer (rechts of links) met een hogere frequentie dan normaalknipper t, duidt dit op een defecte lamp aan de desbetreffende zijde.
Lamp van richtingaanwijzer vervangen
)Draai de fitting een kwar t slag en ver wijder deze.)Trek de lamp uit de fitting en vervang de
lamp.
Verricht voor het monteren van de lampen de
genoemde handelingen in de omgekeerde
volgorde. Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde; richt daarbij de pasnok van de lamp
naar beneden (uitvoering A ) of naar boven A(uitvoering B).

Page 160 of 328

158
Praktische informatie
Lampen grootlicht vervangen
)Trek via de lip de beschermkap los.)Trek de stekker van de lamp los.)Verwijder de lamp en vervang deze.
Dagrijverlichting / parkeerlicht vervangen
) Draai de lamphouder een kwartomwenteling en verwijder deze.)
Ver wijder en ver vang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.


Dagrijverlichting / parkeerlichtvervangen (LED's)

Neem voor het ver vangen van dit type lamp met LED’s contact op met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde; richt daarbij de pasnok van de lamp naar beneden.

Page:   < prev 1-10 ... 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 ... 330 next >