Peugeot 208 2012 Handleiding (in Dutch)

Page 171 of 328

169
7
Praktische informatie




12V- ac c u
Deze sticker geeft aan dat er een speciale 12V-loodaccu is gebruikt die alleen losgekoppeld en/of vervangen mag worden bij het PEUGEOT- net wer k of bij een gekwalificeerde werkplaats. Het negeren van deze aanwijzing kaner toe leiden dat de accu vroegtijdig aanver vanging toe is.

Na het monteren van de accukan het, afhankelijk van deweersomstandigheden en delaadtoestand van de accu, enkele uren(tot ongeveer 8 uur) duren voordat het Stop & Star t-systeem weer zal werken.
)
Trek de vergrendelingshendel zo ver mogelijk omhoog.




Accukabels loskoppelen

Weer aansluiten van de kabels
)
Plaats de geopende accupoolklem 1
op depluspool (+) van de accu.
)
Druk ver ticaal op de accupoolklem 1 omhem goed tegen de accu aan te drukken.)
Zet de accupoolklem vast door de pasnok
opzij te bewegen en vervolgens de hendel 2omlaag te duwen.
Forceer de hendel niet, aangezien
de accupoolklem niet kan wordenvergrendeld als deze niet correct isgeplaatst; herhaal de procedure.

Procedure voor het opladen van de accu en het
gebruik van een hulpaccu voor het starten van de motor met behulp van startkabels.
De accu bevindt zich in de motorruimte.Toegang tot de accu:)
open de motorkap via hendel in het
interieur en bedien gebruik vervolgens de
veiligheidshaak aan de buitenzijde,) bevestig de motorkapsteun,)
ver wijder de kunststof afdekkap voor
toegang tot de pluspool.

Toegang tot de accu

Page 172 of 328

170
Praktische informatie
Voor het opladen van de accu van het Stop & Start-systeem hoeven deaccukabels niet losgenomen te worden.
Starten van de motor met
een hulpaccu en startkabels
)Sluit de rode kabel aan op de (+) pool van de ontladen accu Aen vervolgens op de (+)pool van de hulpaccu B . )Sluit de groene of zwar te kabel aan op de(-) pool van de hulpaccu B.
)
Sluit het andere uiteinde van de groene of
zwar te kabel aan op het massapunt Cvan uw auto (motorsteun). ) Stel de startmotor in werking en laat de
motor draaien.) Wacht tot de motor stationair draait en
neem dan de kabels los.
Laden met behulp van een
acculader
)Maak de accupoolklemmen los. )Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de acculader. )Sluit de accukabels weer aan, te beginnen met de (-) kabel.)Controleer of de accupolen en de klemmen schoon zijn. Indien ze bedekt zijn met een(witte of groene) oxidatielaag, neem dan
de accukabels los en reinig de polen en
klemmen.

Page 173 of 328

171
7
Praktische informatie







Spaarfase

De spaar fase stuurt de elektrische functies van de auto aan om het ontladen van de accu te
voorkomen.
Ti
jdens het rijden kunnen in verband met de
laadtoestand van de accu enkele functies(airconditioning, achterruitver warming, ...)
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch
ingeschakeld zodra de laadtoestand van deaccu dit toelaat.

Het is raadzaam de accu los te koppelen als uw auto langer dan eenmaand buiten gebruik is.
Accu's bevatten schadelijke stoffen, zoals zwavelzuur en lood. Accu's moeten volgens de wettelijkevoorschriften worden afgevoerd en mogen in geen geval bij het huisvuilterechtkomen.
Lever lege batterijen en accu's in bij eenspeciaal afvalstoffendepot.

Keer de polariteiten niet om en gebruikuitluitend een 12-volts accu. Maak de accupoolklemmen niet los bijdraaiende motor.
Laad de accu niet op zonder de accupoolklemmen los te nemen.

Het aanduwen om de motor te startenis bij een auto met een 2Tronic versnellingsbak of een automatischetransmissie niet toegestaan.
Vóór het loskoppelen van de accukabels
Wacht 2 minuten na het afzetten van het
contact.Sluit de ruiten en de voorportieren voordat u de accukabels loskoppelt.
Na het weer aansluiten van deaccukabels
Zet het contact aan en wacht 1 minuut alvorensde motor te starten, zodat de elektronische
systemen geïnitialiseerd kunnen worden.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats als er zich na deze handeling toch nog problemen voordoen.
Raadpleeg de desbetreffende paragraaf voor het zelf opnieuw initialiseren van:
- de sleutel met afstandsbediening,
- het geïntegreerde GPS-navigatiesysteem.

Page 174 of 328

172
Praktische informatie
De eco-mode bepaalt de maximale gebruiksduur van een aantal functies om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Nadat de motor is af
gezet, kunt u eenaantal elektrische functies zoals het audio-en telematicasysteem, de ruitenwissers,
dimlichten, plafonniers, ... nog in totaal maximaal 30 minuten gebruiken.







Eco-mode


Inschakelen van de
eco-mode

Als deze tijd is verstreken, geeft een melding
op het display aan dat de eco-mode is
ingeschakeld en worden de actieve functies inde ruststand gezet.
Als u o
p het moment dat de eco-mode wordt
ingeschakeld aan het telefoneren bent, kan hetgesprek nog gedurende ongeveer 10 minuten
worden voortgezet via de handsfree set van uw autoradio.


Uitschakelen van de
eco-mode

De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart wordt.)Start om de functies direct weer te kunnen
gebruiken de motor en laat deze minstens
5 minuten draaien.
Als de accu ontladen is, kan demotor niet gestart worden (zie de desbetreffende paragraaf).

Page 175 of 328

173
7
Praktische informatie








Wisserbladen vervangen
Voordat u een wisserblad
demonteert
) Bedien de ruitenwisserschakelaar binnenéén minuut na het afzetten van het contact om de ruitenwissers naar het midden van
de voorruit te verplaatsen.

Demonteren
)
Til de desbetreffende ruitenwisserarm op.)
Maak het wisserblad los en verwijder het.



Monteren
)
Breng het nieuwe wisserblad aan en klikhet vast.
)
Zet de ruitenwisserarm voorzichtig terug.


Na het monteren van een
wisserblad vóór
) Zet het contact aan.)
Bedien nogmaals de
ruitenwisserschakelaar om de
ruitenwissers in de ruststand te zetten.

Page 176 of 328

174
Praktische informatie





Slepen van de auto
To egang tot het gereedschap
Het sleepoog bevindt zich onder de vloerplaat
van de bagageruimte: )open de achterklep,)til de vloerplaat op en ver wijder deze, )neem het sleepoog uit de houder.

Algemene aanwijzingen
Volg de huidige wetgeving in uw land op. Controleer of het gewicht van de trekkende auto hoger is dan van de auto die wordt gesleept.De bestuurder van de auto die wordt gesleept moet achter het stuur blijven zitten. Tijdens het slepen mag geen gebruik worden gemaakt van de autosnelweg. Gebruik bij het slepen met 4 wielen op de grond altijd een goedgekeurde sleepstang;touwen en riemen zijn verboden.Bij het slepen van de auto met stilstaande motor zijn de rem- en stuurbekrachtiging uitgeschakeld.
Laat uw auto in de volgende gevallen slepen door een professioneel bergingsbedrijf : - bij stranding met de auto op de autosnelweg,- als het niet mogelijk is de versnellingsbak in de neutraalstand te zetten, het stuurslot teontgrendelen of de handrem los te zetten,- bij takelen met slechts twee wielen op de grond,- bij het ontbreken van een goedgekeurde sleepstang...
U kunt de auto laten slepen door een andere auto of een andere auto slepen met behulp van het ver wi
jderbare sleepoog.

Page 177 of 328

175
7
Praktische informatie

Slepen van uw auto
Slepen van een andere auto
)Maak het klepje in de voorbumper los door
op de onderkant er van te drukken. )Draai het sleepoog vast tot de aanslag. )Bevestig de sleepstang.
) Maak het klepje in de achterbumper los
door op de onderkant ervan te drukken.) Draai het sleepoog vast tot de aanslag. )
Bevestig de sleepstang. )
Schakel de alarmknipperlichten van de
tw
ee auto's in.) Rijd voorzichtig weg en houd zowelde snelheid als het af te leggen traject beperkt.

)Zet de versnellingshendel in de neutraalstand (stand Nbij degestuurde handgeschakelde versnellingsbak of automatische versnellingsbak).Het niet opvolgen van dit voorschrift kan er toe leiden dat bepaaldecomponenten (remsysteem,transmissie...) beschadigd raken en dat de rembekrachtiger na hetstarten mogelijk niet meer werkt.
)
Ontgrendel de stuurinrichting door de sleutel in het contact één stand teverdraaien en zet de handrem vrij. )
Schakel de alarmknipperlichten van beide auto's in.
)
Rijd voorzichtig weg en houd zowel
de snelheid als het af te leggen trajectbeperkt.

Page 178 of 328

176
Praktische informatie








Trekken van een aanhanger
Wij raden u aan gebruik te maken vaneen speciaal door PEUGEOT getesteen goedgekeurde trekhaak inclusief bedrading en deze door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerdewerkplaats te laten monteren.
Als de trekhaak wordt gemonteerd door een bedrijf dat niet tot het PEUGEOT-netwerk behoort, moet de montage altijd volgens de voorschriften van de fabrikant worden uitgevoerd. D
e trekhaak bestaat uit een mechanisch systeem voor het aankoppelen van eenaanhanger of het monteren van eenfietsendrager en een elektrische aansluiting
voor de verlichting en signalering.

Het rijden met een aanhanger heeft veelinvloed op het rijgedrag van de auto en vergt daarom extra aandacht van de bestuurder.

Uw auto is hoo
fdzakelijk bedoeld voor het
ver voer van personen en bagage, maar is
tevens geschikt voor het trekken van een aanhanger.

Page 179 of 328

177
7
Praktische informatie

Adviezen


Gewichtsverdeling
)Verdeel het gewicht in de caravan/aanhanger gelijkmatig, plaats zware
voor werpen zo dicht mogelijk bij de as en houd u aan de toegestane kogeldruk.

Door een geringere luchtdichtheid nemen
de prestaties van de motor af als men opgrotere hoogte boven de zeespiegel komt.
Trek boven de 1000 m 10% van het maximale
aanhangergewicht af en herhaal dit voor elke
volgende 1000 m.


Zijwind
)Houd er rekening mee dat de
zijwindgevoeligheid van de auto groter is.
Koeling
Het trekken van een aanhanger op
een helling veroorzaakt een hogere koelvloeistoftemperatuur.De koelventilator wordt elektrisch bediend en is
niet afhankelijk van het motortoerental.) Pas uw snelheid aan om het toerental tebeperken.
Het maximale aanhangergewicht is afhankelijk van het hellingspercentage en de
buitentemperatuur.
Let in elk
geval goed op de aanwijzing van de koelvloeistoftemperatuurmeter.
) Als het waarschuwingslampje
van de koelvloeistoftemperatuur gaat branden in combinatie met het waarschuwingslampje STOP,Pstop dan zo snel mogelijk en zetde motor af.



Remmen

Het trekken van een aanhanger verlengt de
remweg.
Bij een lange afdaling is het, om te voorkomen dat de remmen over verhit raken, raadzaam omop de motor af te remmen.

Banden
)
Controleer de bandenspanning van de auto en de aanhanger en breng deze indiennodig op de juiste waarde.


Verlichting
)
Controleer de verlichting van de
aanhanger.



De parkeerhulp wordt automatisch uitgeschakeld als bij het aankoppelenvan een aanhanger een originele PEUGEOT-trekhaak wordt gebruikt.
Raadpleeg de rubriek "Technische gegevens"
voor de gewichten en aanhangergewichten die
voor uw auto van toepassing zijn.

Page 180 of 328

178
Praktische informatie











Allesdragers monteren


Max. toegestane daklast op allesdrager,bij een maximale laadhoogte van 40 cm(m.u.v. fietsendrager): 65
kg.
Pas bij een belading hoger dan40 cm de rijsnelheid aan aan de rijomstandigheden om schade aan de allesdragers en de bevestigingsplaatsenop het dak te voorkomen.
Raadpleeg de wetgeving van uw land met betrekking tot het ver voeren vanvoor werpen die langer zijn dan de auto.
Houd u bi
j het monteren van de dwarsdragersaan hun montageplaats, deze zijn herkenbaar aan de bevestigingspennen in de portiersponningen.
Gebruik door PEUGEOT goedgekeurde accessoires en houd u aan de
aanwijzingen en instructies in de montagehandleiding van de fabrikantom beschadiging van de carrosserie (ver vorming, krassen, ...) te voorkomen.

Page:   < prev 1-10 ... 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 ... 330 next >