Peugeot 208 2012 Handleiding (in Dutch)
Page 211 of 328
209
URGENCE-OPROEP OF ASSISTANCE-OPROEP
Page 212 of 328
210
URGENCE-OPROEP OF ASSISTANCE-OPROEP
Druk in geval van nood langer dan 2 seconden op deze toets. Het knipperen van het groene ledlampje eneen geluidssignaal bevestigen dat de oproep naar de alarmcentrale PEUGEOT CONNECT SOS is verstuurd * .
Het
groene ledlampje blijft branden (zonder te knipperen) wanneer de
verbinding tot stand is gebracht. Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
Bi
j het aanzetten van het contact, gaat het groene lampje 3 seconden branden. Dit duidt op een goede werking van hetsysteem.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de aanvraag geannuleerd.
Dit wordt bevestigd door een gesproken bericht.
Druk langer dan 2 seconden op deze toets voor het
aanvra
gen van hulp bij het stranden van de auto.
Een
gesproken bericht bevestigt dat de oproep is
verstuurd ** .
WERKING VAN HET SYSTEEM Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de oproepgeannuleerd. Het groene ledlampje dooft. De annulering wordt bevestigd
met een gesproken bericht.
Om een oproep te annuleren kunt u ook de alarmcentrale PEUGEOT CONNECT SOS melden dat de oproep per vergissing werd verstuurd.
De alarmcentrale PEUGE
OT CONNECT SOS lokaliseert onmiddellijk uwauto, neemt in uw landstaal contact met u op ** en roept indien nodig de
hulp in van de bevoegde hulpdiensten ** . In landen waar de alarmcentrale
niet operationeel is of wanneer de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd,
wordt de oproep meteen doorgestuurd naar de hulpdiensten (11 2), zonder lokalisatie.
Wanneer de elektronische eenheid airba
gs een botsing heeft
waargenomen, wordt onafhankelijk van het eventueel afgaan van
de airbags, automatisch een noodoproep gedaan.
*
Afhankelijk van de algemene gebruiksvoorwaarden, die u bij uw verkooppunt kunt opvragen, en de technische beperkingen van het systeem.
**
Afhankelijk van de geografi sche dekking van PEUGEOT CONNECT SOS en PEUGEOT CONNECT ASSISTA NCE en van de offi ciÎle landstaal die door de eigenaar van de auto is gekozen. De lijst van de landen waar het systeem werkzaam is en de lijst van beschikbare diensten
van PEUGEOT CONNECT kunt u bij uw verkooppunt opvragen of op www.peugeot.nl
bekijken.
Het oranje lampje knippert: er is een storingin het systeem.
Het oran
je lampje blijft branden: denoodbatterij moet vervangen worden.
Raadplee
g in beide gevallen het
PEUGEOT-netwerk.
Wanneer u uw auto buiten het PEU
GEOT-netwerk hebt gekocht, raden
wij u aan de aanwezigheid van deze diensten bij het netwerk te laten controleren en eventueel confi gureren. In een meertalig land kunt u het systeem laten confi gureren in de offi ciÎle landstaal van uw voorkeur.
Om technische redenenen, zoals het verbeteren van de diensten vanPEUGEOT CONNECT, behoudt de constructeur zich het recht voor om op elk willekeurig moment het telematicasysteem in de auto te wijzigen.
Page 213 of 328
211
Dit systeem is zodanig gecodeerd dat het uitsluitend inuw auto functioneert.
Touchscreen
01 Basisfunctie - Bedieningspaneel
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingendie zijn volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren
bij stilstaande auto.
Wanneer de eco-mode is
geactiveerd, schakelthet systeem zichzelf na het afzetten van de motor automatisch uit om te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
INHOUD
02 Stuurkolomschakelaars
03 Algemene werking
04 Navigatie:
routebegeleiding, verkeer, kaart,
instellingen
05 Media:
foto, radio, muziek, instellingen
06 Communicatie:
bluetooth, contacten, logboek
gesprekken, instellingen
07 Instellingen:
systeem, auto, geluid blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
Veelgestelde vragen blz.
GPS-NAVIGATIE
MULTIMEDIA-AUTORADIO
BLUETOOTH-TELEFOON
2
12
213
216
214
234
248
258
264
Page 214 of 328
01
212
Indrukken: onderbreken vanhet geluid.
MOD
E: selecteren van typepermanente weergave. Volumere
geling (voor elke
bron afzonderlijk, ook voor
verkeersmeldingen en navigatieaanwijzingen).
Selecteren van het "HOOFDMENU":
-
"Navigatie" om de routebegeleiding in te stellen en de bestemming te kiezen (volgens uitvoering).
- "Media" om de radio o
f MP3-bestanden (vanaf een USB-stick) te
selecteren en om foto's te bekijken.
- "
Communicatie" om een telefoon met bluetooth te verbinden om veilig te kunnen bellen of verbinding te maken met internet.
- "Instellin
gen" om de autoradio in te stellen, de parameters van de auto in
te stellen en het geluid in te stellen.
Druk nogmaals op MENUom het "HOOFDMENU " te verlaten en terug tekeren naar de permanente weergave. Selecteren van de
geluidsbron (volgens uitvoering):
- Radio "FM"
/"AM".
- "U
SB"-stick.
-
CD (in het dashboardkastje) *
.
- Te l e
foon aangesloten via Bluetooth en streaming-verzending.
- Mediaspeler aan
gesloten via de AUX-aansluiting (Jack, kabel nietmeegeleverd).
Raak de velden op het scherm
aan met uw vinger.
Gebruik voor hetschoonmaken van het display een zacht,niet-schurend doekje(bijvoorbeeld een
brillendoekje) zonder schoonmaakmiddel.
BASISFUNCTIES
*
Volgens uitrusting.
Page 215 of 328
02
213
- Indrukken: onderbreken/hervatten
van de geluidsweergave.
- Volume verho
gen.
-
Volume verlagen.
- Indrukken:
geluidsbron wijzigen:radio, media.
-
Herhaaldelijk indrukken: navigerendoor de menu's.-
Draaien.
Radio: automatische selectie van
vorige/volgende zender.
Media: vol
gende/vorige track.
Menu's: verplaatsen.
- In
drukken.
Radio: naar op
geslagen
voorkeuzezenders.
Menu's: bevestigen.
- Binnenkomend
gesprek: aannemen.
- Tijdens een gesprek: Toegang tot het menu Telefoon (telefoonboek, logboek gggg
gesprekken). (
Gesprek beëindigen.
- Radio: weergave van de lijst met
zenders.
Media: weer
gave van de lijst met
albums/nummers.
STUURKOLOMSCHAKELAARS
Page 216 of 328
03
214
Druk een paar keer achter elkaar op MODEom naar de volgende menu's te gaan:
"Boordcomputer"r
(zie het hoofdstuk "Controle
tijdens het rijden")
"Kaart"
(tijdens navigatie)
"Radio "
(of geluidsbron tijdens het luisteren: CD, USB, extern)
"Telefoon"
(tijdens het gebruik van de
telefoon) OF
ALGEMENE WERKING
Page 217 of 328
03
Invoertoetsenborden (voorbeelden)
Terugkeren naar
het vorige scherm. Wissen van een karakter.
Bevestigen aan heteinde van elke invoer.
Keuzegebied dat kan variëren
afhankelijk van de informatie die is opgeslagen in de autoradio.
Klik elke keer dat deze pi
jl wordt weergegeven op het desbetreffende gebied.
ALGEMENE WERKING
215
Page 218 of 328
04
AA42
A41
A32
A31
A85A84A83A82
A52
A51
A81
A2A1
A8A7A6A5A4
A31
A31
A3
216
Zie het hoofdstuk "Communicatie" voor hetgebruik van de functies van de
telefoon.
Druk op MENU.
Druk op"Navigatie".
Zie het hoofdstuk "Communicatie" voor hetbeheren van de contacten en de adressen.
NAVIGATIE
Page 219 of 328
217
"Navigatie"
"Navigeren"
"Contacten"
"Adres"
"Instellingen"
Toegang tot het menu "Navigatie"
Op de kaart
Druk o
p een icoon voor extra informatie en snelmenu's.
- Lijst van laatste bestemmingen. Selecteer een adres en druk op
A1 "Route berekenen" om de navigatie te starten.
- Druk op de kaart om deze op een volledig scherm weer te geven.
A2
- Toon de kaart en zoom in om de routes te bekijken.
A6
- Maak een etappe, voeg een etappe toe/verwijder een etappe of
A7 toon de route op de kaart.
- Kies de instellingen voor het berekenen van de route.
A3
- Kies de navigatiecriteria: "Snelste", "Kortste", "Beste verhouding
A31 tijd / afstand", "Inclusief tolwegen", "Inclusief veerboten","Passeren in de buurt van de etappes".
Op de kaart wordt de route weergegeven op basis van het criterium/de criteria.
- Toon de kaart en start de navigatie.
A32
- Voer een adres in.
A4
- Voer het land, de plaats, het adres of de geografi sche
A41 coördinaten in.
- Na het kiezen van een adres indrukken om de route te berekenen.
A42
- Kies een adres.
A5
- Selecteer een contact uit de lijst.
A51
- Na het kiezen van een contact indrukken om de route te berekenen.
A52
- Stel uw voorkeuren in.
A8
- Sla de criteria voor de berekening op in het geheugen.
A81
- Wijk in bepaalde mate af van uw oorspronkelijke route.
A82
- Schakel de melding voor risicogebieden in.
A83
- Kies het volume van de stem en het opnoemen van
A84 straatnamen.
- Toon de kaartversie.
A85
Page 220 of 328
04
B1
B4B5
C3
C1C2
B
C
C5
B2
C4
B3
Druk op MENU.
Druk op"Navigatie".
Wisselen tussen tweemenu's. Bevestig, na de
v
erschillende keuzes om
de wijzigingen op te slaan.
NAVIGATIE
218