Peugeot 208 2012 Handleiding (in Dutch)

Page 81 of 328

79
3
Comfort
Hoedenplank Haken
Ver wijderen van de hoedenplank:)maak de twee koorden los, )til de hoedenplank iets op en ver wijder hem.
Er zi
jn meerdere mogelijkheden om de hoedenplank op te bergen:


- rechtop achter de voorstoelen,

- rechtop achter de achterbank.Hieraan kunt u een tas ophangen.

Page 82 of 328

80
Comfort










Gevarendriehoek (opbergen)

Trek voordat u uit de auto stapt om de
gevarendriehoek uit te vouwen en te plaatsen uw reflecterende veiligheidsvest aan.
De opgevouwen gevarendriehoek (of de koker) moet de volgende afmetingen hebben:
- A: lengte = 438mm,
- B: hoogte = 56
mm,-C: breedte = 38mm.Raadpleeg voor gebruik van de gevarendriehoek de gebruiksaanwijzing van de
fabrikant.


Op de weg plaatsen van de
gevarendriehoek
Onder de voorstoel is plaats voor een opgevouwen gevarendriehoek, al dan niet in een koker.
Plaatsingsafstand (in meter)
Binnenweg
Snelweg
Overdag's Nachts

50 m 80 m 150 m

Deze waarden zijn gebaseerd op internationalerichtlijnen.
Houd u bij het plaatsen van de gevarendriehoek aande ter plaatse geldende wettelijke voorschriften.


De gevarendriehoek is leverbaar als
accessoire, raadpleeg het PEUGEOT- net wer k
of een gekwalificeerde werkplaats.
) Plaats de gevarendriehoek achter de
auto op de in de onderstaande tabel
aangegeven afstand, afhankelijk van het
wegtype en de hoeveelheid buitenlicht.

Page 83 of 328

81
4
Rijden








Starten-afzetten van de motor Handgeschakelde versnellingsbak: zet de versnellingshendel in de neutraalstand. 2Tr o n i c v e r s n e l l i ngsbak
: zet de selectiehendel in de stand N
.
Automatische transmissie : zet de selectiehendel in de stand Pof N.
)Steek de sleutel in het contactslot.
Het systeem herkent de code van destartblokkering. )Draai de sleutel rechtsom in de stand 3 (Starten).)Laat zodra de motor draait de sleutel los.



Starten van de motor
Zorg dat er geen gewicht (bijvoorbeeldeen zware sleutelhanger...) aan desleutel hangt: dit kan namelijk storingenaan het contactslot veroorzaken.
Sleutel vergeten

Als de sleutel nog in het contactslot zit en in de stand 1 (Stop)
staat, wordt bij hetopenen van het bestuurdersportier een waarschuwingsmelding weergegeven in combinatie met een geluidssignaal.
)
Zet de auto stil.)
Draai de sleutel linksom in de stand1 (Stop).)
Ver wijder de sleutel uit het contactslot.
Afzetten van de motor

Als de sleutel onbedoeld in de stand2 (Contact)
van het contactslot blijft staan, zal het contact na een uur automatisch worden afgezet.
Draai de sleutel in de stand 1 (Stop)en ver volgens opnieuw in de stand2 (Contact)
om het contact weer aan te zetten.

Neutraalstand
Rijd uit veiligheidsoverwegingen nooit met de versnellingsbak in de neutraalstand. Bepaalde functies van de auto kunnendan namelijk zijn uitgeschakeld.

Page 84 of 328

82
Rijden





Handbediende parkeerrem
)Trek de hefboom van de parkeerrem aanom uw auto stil te zetten.


Vrijzetten
)
Trek de hefboom van de parkeerrem licht omhoog, druk de ontgrendelknop in en duw
de hefboom geheel omlaag.

Draai bij het parkeren van de auto op een helling de wielen vast tegen hettrottoir, t r ek de parkeerrem aan, schakel een versnelling in en zet het contact uit.


Als tijdens het rijden dit
verklikkerlampje en het
verklikkerlampje STOP
branden incombinatie met een geluidssignaal en een
melding op het display, geeft dit aan dat de
parkeerrem nog (iets) is aangetrokken.

Page 85 of 328

83
4
Rijden

Schakel de achteruitversnelling alleen in als
de auto stilstaat en de motor stationair draait.

Voor uw veiligheid en om het starten van de motor te vergemakkelijken:


- zet de versnellingshendel altijd inde neutraalstand,

- trap het koppelingspedaal in.











Handgeschakelde
6-versnellingsbak
) Druk de ontgrendelknop in en beweeg de
versnellingshendel eerst naar links en dan naar voren.
Inschakelen van de
achteruitversnelling
Schakel de achteruitversnelling alleen in alsde auto stilstaat en de motor stationair draait.
Voor uw veiligheid en om het starten van de motor te vergemakkelijken:


- zet de versnellingshendel altijd in de neutraalstand,

- trap het koppelingspedaal in.








Handgeschakelde
5-versnellingsbak
)Beweeg de versnellingshendel naar rechtsen vervolgens naar achteren.


Inschakelen van de
achteruitversnelling
Inschakelen van de 5 eof de
6 eversnelling
) Beweeg de versnellingshendel zo ver
mogelijk naar rechts om de 5 eof de 6e versnelling in te schakelen.

Page 86 of 328

84
Rijden











Opschakelindicator *
Werking
Het systeem geeft uitsluitend adviezen als u rustig rijdt.
Afhankelijk van de rijomstandigheden en de
uitrusting van uw auto kan het systeem u adviseren één of meer versnellingen op teschakelen. U kunt deze aanwijzingen opvolgen
zonder de tussenliggende versnellingen in te hoeven schakelen.
Het is niet verplicht om de aanbevolen
versnellingen ook daadwerkelijk in te schakelen. De keuze van de optimale
versnelling hangt namelijk altijd af van desituatie op de weg, de verkeersdrukte en
de veiligheid. De bestuurder blijft derhalvealtijd zelf verantwoordelijk voor het al dan niet opvolgen van een schakeladvies van het systeem.
De
functie kan niet worden uitgeschakeld.
*
Afhankelijk van de motoruitvoering.

- U ri
jdt in de derde versnelling.
V
oorbeeld:

- U trapt het
gaspedaal geleidelijk in.
- Het s
ysteem kan u in dit geval adviseren een hogere versnelling in te schakelen.

De informatie wordt in de vorm van een pi
jl
op het instrumentenpaneel weergegeven, incombinatie met het nummer van de aanbevolen
versnelling.

In rijsituaties waarin veel van de motor wordt gevraagd (diep intrappen van hetgaspedaal, bijvoorbeeld tijdens eeninhaalmanoeuvre...) zal het systeem geen schakeladvies geven. Het systeem zal u nooit adviseren om:


- de eerste versnelling in teschakelen,

- de achteruitversnelling in te schakelen,

- terug te schakelen.

Page 87 of 328

85
4
Rijden

Bij de 2Tronic versnellingsbak met vijf
versnellingen kunt u kiezen tussen het comfort
van automatische bediening en het plezier van handmatig schakelen.
Deze versnellingsbak heeft drie rijstanden:


- een automatischestand om automatischte schakelen, zonder dat de bestuurder iets hoeft te doen,

- een handmatige
stand om
zelf te schakelen, met behulp
v
an de selectiehendel of destuurkolomschakelaars,

- een auto-sequentiële stand , waarmee uin de automatische stand op ieder moment
zelf kunt schakelen, bijvoorbeeld voor een inhaalmanoeuvre.















2Tronic versnellingsbak met 5 versnellingen
Selectiehendel
R.
Achteruit. )
Trap het rempedaal in en beweeg deselectiehendel naar voren om deze standte selecteren.N
. Neutraalstand. )
Trap het rempedaal in en selecteer dezestand om de motor te kunnen starten.A.
Automatische stand.)
Beweeg de selectiehendel naar achteren om deze stand te selecteren. M. + / -
Handmatig schakelen. )
Beweeg de selectiehendel naar achteren en ver volgens naar links om deze stand teselecteren en:
- beweeg de selectiehendel kort naar voren
om op te schakelen,
- of beweeg de selectiehendel kort naar
achteren om teru
g te schakelen.

Stuurkolomschakelaars
+. Opschakelen. )
Druk op de achterzijde van de stuurkolomschakelaars "+"om op teschakelen. -.
Te r ugschakelen.)
Druk op de achterzijde van de stuurkolomschakelaars "-"om terug te schakelen.


Het selecteren van de neutraalstand en het in- en uitschakelen van deachteruitversnelling is niet mogelijk metde stuurkolomschakelaar.



Laat uw hand tijdens het rijden niet op
de selectiehendel rusten: de 2Tronicversnellingsbak zou dan beschadigd kunnen raken.

Page 88 of 328

86
Rijden
Standen van de selectiehendel
N. Neutral (neutraalstand). R.Reverse (achteruitversnelling). 1, 2, 3, 4, 5.Versnellingen in de handgeschakelde stand.AUTO.
Verschijnt bij de selectie van de
automatische stand en verdwijnt
weer als de handbediendestand wordt geselecteerd. 7 Als in de automatische stand dit
pictogram verschijnt, geeft dit aandat de transmissie detecteert dat de
wielen onvoldoende grip hebben.
)Selecteer de stand N.)Trap het rempedaal helemaal in.)Star t de motor.
De aanduiding Nwordt weergegeven
op het instrumentenpaneel.

Starten van de auto
De aanduiding N
op het display knippertals u de motor probeer t te star ten zonder dat de selectiehendel in de stand Nstaat.
)
Trap het rempedaal
in als dit
pictogram knippert (bijv.: star ten
van de motor).



Bij het inschakelen van de achteruitversnelling klinkt een geluidssignaal.Geef bij het wegrijden op een helling geleidelijk gas terwijl u de handrem loszet.
)
Selecteer de eerste versnelling (stand Mof A
) of de achteruitversnelling (stand AR
).R)
Zet de handrem los. )
Laat het rempedaal geleidelijk los en geef gas.
De aanduidin
gen AUTOen 1 of Rworden weergegeven op het
instrumentenpaneel.

Stoppen - Wegrijden op een helling
Gebruik nooit het gaspedaal om de auto opeen helling stil te laten staan, maar gebruik
daarvoor de handrem.


Handbediende stand
De aanduiding AUTOverdwijnt ende ingeschakelde versnellingen
verschijnen achtereenvolgend op het
instrumentenpaneel.
)Beweeg na het starten van de auto de selectiehendel in de stand Mom dehandbediende stand in te schakelen.

Het schakelen naar een andere versnelling is alleen mogelijk als de snelheid van de auto en het motortoerental dit
toestaan.
Als de auto vrijwel geheel tot stilstand is gekomen,bijvoorbeeld voor een verkeerslicht, schakelt de
versnellingsbak automatisch terug naar de eerste versnelling.
Tijdens het starten van de motor moet hetrempedaal worden ingetrapt.

Automatische stand
)Selecteer vanuit de handbediende stand de stand A
om terug te keren naar deautomatische stand.

Op het instrumentenpaneel
verschijnen de aanduiding AUTO
en
de ingeschakelde versnelling.
De versnellingsbak werkt dan automatisch,
z
onder dat u zelf hoeft te schakelen. De
versnellingsbak kiest voortdurend de meest geschikte versnelling, afhankelijk van de
volgende parameters:


- optimaal brandstofverbruik,

-
de rijstijl,

- het pro
fiel van de weg,

- de belading van de auto.

Page 89 of 328

87
4
Rijden

Zet de selectiehendel tijdens het rijdennooit in de stand N
(neutraalstand).
Zet de selectiehendel alleen in destand R(achteruit) als de auto volledigstilstaat en het rempedaal is ingetrapt. Trek altijd de handrem aan om de autovolledig stil te zetten.



Auto-sequentiële stand

In de automatische stand kan de bestuurder
altijd zelf ingrijpen door gebruik te maken van de stuurkolomschakelaar.
De stuurkolomschakelaar kan gebruikt
worden in omstandigheden waarbij sneller
terugschakelen gewenst is (naderen van een
rotonde, verlaten van een parkeergarage met een steile helling, inhalen...).
De versnellingsbak wordt dan in de
desbetre
ffende versnelling geschakeld, als de snelheid van de auto en het motortoerental dit
toestaan. De aanduiding AUTOblijft op het
display staan.
Na enige tijd gaat de versnellingsbak weer over
op de automatische stand.
Automatische stand "sneeuw"

Als de versnellingsbak detecteert dat de wielen
onvoldoende grip hebben, wordt automatisch
over
geschakeld op de sneeuwstand.
Op het instrumentenpaneel
verschijnen de aanduidingen AUTOen 7 .

Resetten
Nadat de accukabels los zijn geweest, moet de
versnellingsbak gereset worden.) Zet het contact aan.
Op het instrumentenpaneel
verschijnen de aanduidingen AUTO,7
en -.


Storing
Als bij aangezet contact dit
verklikkerlampje gaat branden en de
aanduiding AUTOgaat knipperen incombinatie met een geluidssignaal en een melding op het display, duidt dit op een storing in de versnellingsbak.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.


Trap om krachtig te accelereren,bijvoorbeeld voor een inhaalmanoeuvre,het gaspedaal met kracht in, tot voorbij
het zware punt.

Parkeren van de auto
Voordat u de motor afzet, kunt u deselectiehendel in de stand N
bewegen om deneutraalstand te selecteren.Trek
in dat geval altijdde handremaanom deauto volledig stil te zetten.
)
Selecteer de stand N
. )
Trap het rempedaal in.)
Wacht ongeveer 30 seconden tot op het
instrumentenpaneel de aanduiding Nof de
ingeschakelde versnelling verschijnt. ) Laat het rempedaal los.
De versnellingsbak werkt dan weer normaal.

Page 90 of 328

88
Rijden














2Tronic versnellingsbak met 6 versnellingen
Bij de 2Tr o n i c v e r s n e l l i ngsbak met 6 versnellingen kunt u kiezen tussen het comfort van automatische bediening en het plezier van handmatig schakelen.
Deze versnellingsbak heeft tweebedieningsmogelijkheden:-automatische bediening, waarbij het
op- en terugschakelen volledig automatisch
wordt
geregeld,
- handmatige
bediening, waarbij de
bestuurder zelf sequentieel kan schakelen.
In beide
gevallen kan de bestuurder er voor
kiezen de stand Sportin te schakelen. Deze stand is bedoeld voor een sportievere rijstijl.
Bij de automatische bediening blijft het altijdmogelijk om zelf te schakelen met behulp van
de flippers achter het stuur wiel, bijvoorbeeld om even snel in te halen.

Selectiehendel
R.
Achteruit.)
Trap het rempedaal in, trek deselectiehendel omhoog en duw deze naar
voren. N.Neutraalstand. )
Trap het rempedaal in en selecteer dezestand om de motor te kunnen starten.A.
Automatische bediening. )
Duw de selectiehendel naar achteren omdeze stand te selecteren. M. + / -.
Handmatig, sequentieel schakelen. )
Duw de selectiehendel naar links om deze stand te selecteren en:


- duw de selectiehendel naar voren om op
te schakelen,

- of duw de selectiehendel naar achteren om terug te schakelen.

S. Stand Sport. )
Druk op deze toets om de stand Spor t in of uit te schakelen.+
.Opschakelen. )Trek de flipper "+"een keer naar u toe om
op te schakelen. -.
Terugschakelen. )Tr e k d e flipper "-"een keer naar u toe om
terug te schakelen.


Flippers achter het stuurwiel


Met de flippers is het niet mogelijk deneutraalstand of de achteruitversnellingin te schakelen of uit de achteruitversnelling te schakelen.

Laat uw hand tijdens het rijden niet op de selectiehendel rusten: de 2Tronicversnellingsbak zou dan beschadigd kunnen raken.

Page:   < prev 1-10 ... 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 ... 330 next >