Peugeot 208 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 341 of 412

Instrumentenpaneel
22


Controlelampje



Status



Oorzaak



Acties / Opmerkingen






Motoroliedruk


permanent. Er is een storing in de motorsmering. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.




Laadstroom
accu

*

permanent. Er is een storing in het laadstroomcircuit
van de accu (vervuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem dynamo niet
correct gespannen of gebroken...). Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.



Laag
brandstofniveau


permanent, met de
wijzer in het rode
gebied.

Er zit er nog ongeveer 5 liter
brandstof
in de tank.
Vanaf dit moment worden de laatste
liters brandstof in de tank aangesproken. Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u
met een lege tank strandt.
Dit controlelampje gaat elke keer na het aanzetten
van het contact branden zolang er niet voldoende
brandstof getankt is.
Inhoud brandstoftank: ongeveer 50 liter
( 45 liter
bij
de BlueHDi-dieselmotor).
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is,
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd raken.
knippert met de wijzer
in het rode gebied. Er zit nog een minimale hoeveelheid
brandstof in de tank.




Bandenspanning
te laag


permanent. De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag. Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden te
worden uitgevoerd.

+
knipperend en
ver volgens permanent,
in combinatie met
het verklikkerlampje
Service. Het controlesysteem voor de
bandenspanning is defect of de
sensor van een van de wielen wordt
niet gedetecteerd. De bandenspanning wordt niet meer gecontroleerd.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

*
Volgens land van bestemming.

Page 342 of 412

Praktische informatie
154

Waarschuwing brandstofniveau

Als dit controlelampje gaat branden,
is het minimale niveau in de
brandstoftank bereikt. Er bevindt zich
nog ongeveer 5 liter brandstof
in de
tank. Als het lampje knippert, is er nog
zeer weinig brandstof
in de tank.

Zolang de brandstoftankdop niet is
vastgedraaid, kan de sleutel niet uit de
dop worden ver wijderd.
Bij het openen van de brandstoftankdop
kan een aanzuiggeluid van lucht
hoorbaar zijn. Dit is normaal en
komt doordat de afdichting van
het brandstofcircuit een onderdruk
veroorzaakt.



















Brandstoftank



Inhoud van de tank: ongeveer 50 liter
( 45 liter
bij de BlueHDi-dieselmotor).


Ta n k e n


Veilig tanken:


)
zet altijd de motor af,


)
open de brandstoftankklep 1
,

)
steek de sleutel in de dop 2
en draai de
sleutel linksom,

)
ver wijder de dop en bevestig deze aan de
haak aan de binnenzijde van de klep 3
,

)
u kunt de auto aftanken, maar laat het
vulpistool nooit meer dan 3 keer
afslaan
. Indien dit wel gebeurt, kunnen er
storingen optreden.





Tank nooit als de motor door het
Stop & Start-systeem is afgezet; zet in
dat geval altijd het contact af met de
sleutel. Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen
dat u met een lege tank strandt.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over een lege brandstoftank
(diesel)
.



Op een label aan de binnenzijde van de
tankklep staat de voorgeschreven soort
brandstof voor uw auto aangegeven.
Voor een juiste weergave van de
brandstofmeter is het noodzakelijk minimaal
5 liter brandstof te tanken.

1.
Openen van de brandstoftankklep.

2.
Openen van de tankdop.

3.
De tankdop aan de brandstoftankklep
bevestigen.

Page 343 of 412

7
Praktische informatie
155
Na het tanken:


)
breng de dop aan,

)
draai de sleutel naar rechts en ver wijder
deze ver volgens uit de dop,

)
sluit de brandstoftankklep.









Diesel

Als het roetfilter vervuild is, wordt
u hierop geattendeerd door
het permanent branden van dit
lampje in combinatie met een
waarschuwingsmelding op het
display (volgens uitvoering).

Bij een nieuwe auto kunt u de
eerste paar keer dat het roetfilter
geregenereerd wordt een brandlucht
ruiken; dit is normaal.
Als langdurig met zeer lage snelheid
wordt gereden of de motor langdurig
stationair draait, kan bij gasgeven
soms rook uit de uitlaat waargenomen
worden. Dit heeft geen invloed op de
prestaties en heeft geen gevolgen voor
het milieu.
Ga om het roetfilter te regenereren, zodra de
omstandigheden het toelaten, met een snelheid
van minimaal 60 km/h rijden tot het lampje
dooft.
Als het lampje blijft branden is het minimum
brandstofadditiefniveau bereikt: raadpleeg de
paragraaf "Niveau brandstofadditief ".

Bijvullen

Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk uitvoeren
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.










Brandstofadditief (diesel)

Een te laag additiefniveau
wordt aangegeven door het
verklikkerlampje Ser vice in
combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display
(volgens uitvoering).


Brandstofafsluiter

Voor uw veiligheid wordt bij een aanrijding de
brandstoftoevoer door de brandstof-afsluiter
onderbroken.


Roetfi lter



Wanneer er brandstof wordt getankt
die niet geschikt is voor de motor
van uw auto, moet de tank worden
afgetapt en weer met de juiste
brandstof worden gevuld alvorens de
motor opnieuw kan worden gestar t.

Page 344 of 412

1
Noodoproep of Pechhulp
PEUGEOT Connect SOS
Druk in geval van nood langer
dan 2 seconden op deze toets.
Het knipperen van het groene
LED-lampje en een gesproken
bericht bevestigen dat de
oproep naar de helpdesk van
"PEUGEOT Connect SOS" is
verstuurd*.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken,
wordt de oproep geannuleerd.
Het groene LED-lampje dooft.
Het groene LED-lampje blijft branden (zonder te
knipperen) wanneer de verbinding tot stand is gebracht.
Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
PEUGEOT connect sos lokaliseert onmiddellijk
uw auto, neemt in uw landstaal** contact met
u op en roept indien nodig de hulp in van de
bevoegde hulpdiensten**. In landen waar de
alarmcentrale niet operationeel is of wanneer
de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd, wordt
de oproep meteen doorgestuurd naar de
hulpdiensten (112), zonder lokalisatie. **
Afhankelijk van de geografische dekking van
"PEUGEOT connect SOS", "PEUGEOT connect
assistance" en van de officiële landstaal die door de
eigenaar van de auto is gekozen.
De lijst van de landen waar het systeem beschikbaar
is en de lijst van beschikbare PEUGEOT CONNECT-
diensten kunt u bij uw verkooppunt opvragen of op
de internetsite voor uw land bekijken.
* Afhankelijk van de algemene gebruiksvoor waarden, die u bij uw
verkooppunt kunt opvragen, en de technische
beperkingen van het systeem. Wanneer de elektronische
eenheid airbags een botsing heeft
gedetecteerd, wordt onafhankelijk van
het eventueel afgaan van de airbags,
automatisch een noodoproep gedaan.
Indien u gebruikmaakt van de dienst
PEUGEOT Connect Packs met SOS-
pakket en pechhulpservice, beschikt
u over aanvullende diensten via uw
persoonlijke pagina op de internetsite
voor uw land.
Ty p e 1
.
Audio en telematica

Page 345 of 412

2
PEUGEOT Connect Assistance
Bij een storing in het systeem kan er
wel met de auto worden gereden.Druk langer dan 2 seconden op
deze toets voor het aanvragen
van hulp bij het stranden van de
auto.
Een gesproken bericht bevestigt
dat de oproep is verstuurd**.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken,
wordt de aanvraag geannuleerd.
Dit wordt bevestigd door een gesproken
bericht.
Geolokalisatie
U kunt de geolokalisatie uitschakelen door
gelijktijdig op de toetsen "PEUGEOT Connect
SOS" en "PEUGEOT Connect Assistance" te
drukken en vervolgens op "PEUGEOT connect
assistance" te drukken om te bevestigen.
Druk om de geolokalisatie weer in te schakelen
nogmaals gelijktijdig op de toetsen "PEUGEOT
Connect SOS" en "PEUGEOT Connect
Assistance" en vervolgens op "PEUGEOT
Connect Assistance" om te bevestigen.
Als het oranje lampje blijft branden, moet de
noodbatterij worden vervangen.
In beide gevallen kan er mogelijk geen
noodoproep of pechhulpoproep worden
verstuurd.
Raadpleeg zo snel mogelijk een erkend
reparateur.
Werking van het systeem
Bij het aanzetten van het contact
gaat het groene lampje 3 seconden
branden. Dit duidt op een goede
werking van het systeem.
Het knipperen en vervolgens
doven van het oranje lampje duidt
op een storing in het systeem.
Wanneer u uw auto buiten het netwerk
van het Merk hebt gekocht, raden
wij u aan de aanwezigheid van deze
diensten bij het netwerk te laten
controleren en eventueel configureren.
In een meertalig land kunt u het
systeem laten configureren in de
officiële landstaal van uw voorkeur.
Om technische redenenen, zoals
het verbeteren van de diensten
PEUGEOT CONNECT aan de klant,
behoudt de fabrikant zich het recht
voor om op elk willekeurig moment
het telematicasysteem in de auto te
wijzigen.
**

Afhankelijk van de geografische dekking van
"PEUGEOT connect sos" en "PEUGEOT connect
assistance" en van de officiële landstaal die door de
eigenaar van de auto is gekozen.De lijst van de landen waar het systeem beschikbaar
is en de lijst van beschikbare diensten PEUGEOT
CONNECT kunt u bij uw verkooppunt opvragen of
op de internetsite voor uw land bekijken.
Audio en telematica

Page 346 of 412

3
Urgence-noodoproep of Assistance-pechhulpoproep
Wanneer de elektronische
eenheid airbags een botsing heeft
waargenomen, wordt onafhankelijk van
het eventueel afgaan van de airbags,
automatisch een noodoproep gedaan.
PEUGEOT Connect SOS
Druk in geval van nood langer
dan 2 seconden op deze toets.
Het knipperen van het groene
ledlampje en een geluidssignaal
bevestigen dat de oproep naar
de alarmcentrale "PEUGEOT
Connect SOS"* is verstuurd.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken,
wordt de oproep geannuleerd.
Het groene ledlampje dooft.
Het groene ledlampje blijft branden (zonder te
knipperen) wanneer de verbinding tot stand is gebracht.
Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
De alarmcentrale "PEUGEOT Connect
SOS" lokaliseert onmiddellijk uw auto,
neemt in uw landstaal contact met u op**
en roept indien nodig de hulp in van de
bevoegde hulpdiensten**. In landen waar de
alarmcentrale niet operationeel is of wanneer
de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd, wordt
de oproep meteen doorgestuurd naar de
hulpdiensten (112), zonder lokalisatie. **
Afhankelijk van de geografische dekking van
"PEUGEOT Connect Assistance" en "PEUGEOT
Connect SOS" en van de officiële landstaal die
door de eigenaar van de auto is gekozen.
De lijst van de landen waar het systeem werkzaam
is en de lijst van beschikbare diensten PEUGEOT
CONNECT kunt u bij uw verkooppunt opvragen of
op de internetsite voor uw land bekijken.
* Afhankelijk van de algemene gebruiksvoor waarden, die u bij uw
verkooppunt kunt opvragen, en de technische
beperkingen van het systeem. Indien u gebruikmaakt van de dienst
PEUGEOT Connect Packs met SOS-
pakket en pechhulpservice, beschikt
u over aanvullende diensten via uw
persoonlijke pagina op de internetsite
voor uw land.
Ty p e 2
.
Audio en telematica

Page 347 of 412

4
PEUGEOT Connect Assistance
Wanneer u uw auto buiten het netwerk
van het Merk hebt gekocht, raden
wij u aan de aanwezigheid van deze
diensten bij het netwerk te laten
controleren en eventueel configureren.
In een meertalig land kunt u het
systeem laten configureren in de
officiële landstaal van uw voorkeur.
Om technische redenenen, zoals het
verbeteren van de diensten PEUGEOT
CONNECT, behoudt de fabrikant zich
het recht voor om op elk willekeurig
moment het telematicasysteem in de
auto te wijzigen.
Bij een storing in dit systeem kan er
met de auto worden gereden. Druk langer dan 2 seconden op
deze toets voor het aanvragen
van hulp bij het stranden van de
auto.
Een gesproken bericht bevestigt
dat de oproep is verstuurd**.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken,
wordt de aanvraag geannuleerd.
Dit wordt bevestigd door een gesproken
bericht.
Het rode lampje blijft branden: de noodbatterij
moet worden vervangen.
Het rode lampje knippert: de noodbatterij moet
worden vervangen.Werking van het systeem
Voor alle landen uitgezonderd Rusland,
Wit-Rusland en Kazachstan.
Voor Rusland, Wit-Rusland en Kazachstan. Bij het aanzetten van het contact,
gaat het groene lampje 3 seconden
branden. Dit duidt op een goede
werking van het systeem.
Het rode lampje knippert en dooft
vervolgens: er is een storing in
het systeem.
Het rode lampje blijft branden: er
is een storing in het systeem.
**
Afhankelijk van de geografische dekking van
"PEUGEOT Connect Assistance" en "PEUGEOT
Connect SOS" en van de officiële landstaal die
door de eigenaar van de auto is gekozen.De lijst van de landen waar het systeem werkzaam
is en de lijst van beschikbare diensten PEUGEOT
CONNECT kunt u bij uw verkooppunt opvragen of
op de internetsite voor uw land bekijken.
Geolokalisatie
U kunt de geolokalisatie uitschakelen door
gelijktijdig op de toetsen "PEUGEOT Connect
SOS" en "PEUGEOT Connect Assistance" te
drukken en vervolgens op "PEUGEOT Connect
Assistance" te drukken om te bevestigen.
Druk om de geolokalisatie weer in te schakelen
nogmaals gelijktijdig op de toetsen "PEUGEOT
Connect SOS" en "PEUGEOT Connect
Assistance"en vervolgens op "PEUGEOT
Connect Assistance" om te bevestigen.
In beide gevallen is het mogelijk dat de
Urgence-oproep of Assistance-oproep niet
meer werkt.
Neem zo snel mogelijk contact op met een
gekwalificeerde werkplaats.
Audio en telematica

Page 348 of 412

5
7 inch touchscreen
GPS-navigatie - Multimedia-autoradio - Bluetooth®-telefoon
Inhoud
Basisfuncties 6
Stuurkolomschakelaars


8
Menu's
9
Navigatie


10
Navigatie - routebegeleiding
1

8
Verkeer
2

2
Radio Media

2
4
Radio
30
Digitale radio (DAB, Digital Audio Broadcasting) 32
M
edia
34
Instellingen


38
Internetdiensten
4

6
MirrorLink
TM 46
CarPlay® 50
Telefoon

52
Veelgestelde vragen
6

0
Dit systeem is zodanig gecodeerd dat het uitsluitend in uw auto
functioneert. Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingen die zijn
volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren bij stilstaande
auto.
Als de melding "eco-mode" wordt weergegeven, worden de
elektrische functies uitgeschakeld die in werking zijn.
Zie de rubriek over de eco-mode.
.
Audio en telematica

Page 349 of 412

6
Basisfuncties
Gebruik de toetsen links van het touchscreen
om de menucarrousellen te openen en
druk vervolgens op de op het touchscreen
weergegeven toetsen.
Elk menu wordt op één pagina of op twee
pagina's (hoofdpagina en secundaire pagina)
weergegeven.Secundaire pagina
Hoofdpagina Als het bijzonder warm is, kan het systeem
gedurende minimaal 5 minuten overgaan
in de waakstand (volledig uitschakelen van
het scherm en het geluid).
Audio en telematica

Page 350 of 412

7
Selecteren van de geluidsbron (volgens
uitvoering):
-
R
adio FM / DAB* / AM*.
-


"USB"-stick.
-
C

D-speler (in het dashboardkastje)*.
-
S

martphone via MirrorLink
TM of CarPlay®.
-
T
elefoon aangesloten via Bluetooth* en
streaming-verzending via Bluetooth*.
-

M

ediaspeler aangesloten via de AUX-
aansluiting (Jack, kabel niet meegeleverd).
* Volgens uitrusting.
Sneltoetsen: met behulp van de toetsen in
de bovenste balk van het touchscreen, is
het mogelijk direct de geluidsbron of de lijst
met zenders (of titels, afhankelijk van de
geluidsbron) te kiezen.
Het is een "resistief " scherm dat voelbaar
aangeraakt moet worden, met name
bij bewegingen (door een lijst bladeren,
scrollen over de kaart, enz.). Lichtjes
aanraken is niet voldoende. Als het scherm
met meerdere vingers wordt aangeraakt,
worden de commando's niet opgevolgd.
Het scherm kan ook worden bediend
als u handschoenen draagt. Dankzij
deze technologie kan het scherm bij elke
temperatuur worden gebruikt.
Als het zeer warm is in het interieur, kan het
geluidsvolume worden beperkt om het systeem
te beschermen. Zodra de temperatuur in het
interieur is gezakt, zal de oorspronkelijke
instelling weer worden gebruikt.
Gebruik voor het schoonmaken van
het display een zacht, niet-schurend
doekje (bijvoorbeeld een brillendoekje)
zonder schoonmaakmiddel.
Raak het scherm niet met een puntig
voor werp aan.
Raak het scherm niet met vochtige
handen aan.
Volumeregeling (voor elke bron afzonderlijk,
ook voor verkeersinformatieberichten (TA) en
navigatieaanwijzingen). Druk op Menu
om het keuzemenu
voor de menu's weer te geven.
Druk op SRC om het keuzemenu
voor de geluidsbronnen weer te
geven.
Bij draaiende motor wordt het geluid
onderbroken door de toets in te
drukken.
Bij afgezet contact wordt het systeem
ingeschakeld door de toets in te
drukken.
.
Audio en telematica

Page:   < prev 1-10 ... 301-310 311-320 321-330 331-340 341-350 351-360 361-370 371-380 381-390 ... 420 next >