PEUGEOT 3008 2009.5. Instructieboekje (in Dutch)

Page 251 of 288

253
5
6
7
1
2
3
4
ETAPPE TOEVOEGEN
Voer bijvoorbeeld een nieuw adres in.
Selecteer na het invoeren van het nieuwe adres OK en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Selecteer "Herberekenen" en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Druk op de toets NAV.
Druk nogmaals op de toets NAV of selecteer de functie Menu "Navigatie" en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Selecteer de functie "Tussenstop toevoegen" (maximaal 5 tussenstops) en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Selecteer de functie "Tussenstops" en druk op de draaiknop om te bevestigen.
MENU "NAVIGATIE"
TUSSENSTOPS
TUSSENSTOP TOEVOEGEN
ADRESINVOER
OK
De etappe moet zijn gepasseerd of gewist voordat de nt de navigatie naar de volgende bestemming kan worden hervat. Zo niet, daiet, dan leidt uw Peugeot Connect Nav u systematisch naar de vorige e tige etappe.
Na het selecteren van de bestemming kunnen etappes aan de route worden toegevoegd.
HERBEREKENEN

Page 252 of 288

254
03
1
2
3
4
7
85
6
NAVIGATIE
POINTS OF INTEREST ZOEKEN
Druk op de toets NAV.
Druk nogmaals op de toets NAV of selecteer de functie Menu "Navigatie" en druk op de toets om te bevestigen.
Selecteer de functie "POI dichtbij" om points of interest in de nabijheid van de auto te zoeken.
Selecteer de functie "POI zoeken" en druk op de draaiknop om te bevestigen.
MENU "NAVIGATIE"
POI ZOEKEN
POI DICHTBIJ
Selecteer de functie "POI in plaats" om points of interest in de gewenste plaats te zoeken. Kies het land en voer vervolgens de plaatsnaam in met behulp van het virtuele toetsenbord.
Selecteer de functie "POI bij route" om points of interest in de nabijheid van de route te zoeken.
Selecteer de functie "POI in land" om points of interest in het gewenste land te zoeken.
Selecteer de functie "POI bij bestemming" om points of interest in de omgeving van de eindbestemming te zoeken.
POI BIJ BESTEMMING
POI IN LAND
POI BIJ ROUTE
Via de toets LIST op het virtuele toetsenbord is een oven overzicht van plaatsnamen in het geselecteerde land beschikbaar.
POI IN PLAATS
Points of interest (POI) zijn openbare gebouwen en diensten in de omgeving (hotels, bedrijven, vliegvelden...).

Page 253 of 288

255
03 NAVIGATIE
POI-lijst POI-lijst
* Afhankelijk van beschikbaarheid in het land.
Dit pictogram verschijnt als er zich meerdere Points of Interest in hetzelfde gebied bevinden. Door op dit pictogram in te zoomen kunt u de verschillende Points of Interest bekijken.

Page 254 of 288

256
03
6
4
5
1
2
3
NAVIGATIE-INSTELLINGEN
Selecteer de functie "Navigatievolume" en draai aan de draaiknop om het volume van de verschillende gesproken berichttypen (verkeersinformatie, waarschuwingsmeldingen…) in te stellen.
Selecteer "Instellen risicozones" voor toegang tot de functies "Op kaart weergeven", "Visuele waarschuwing" en "Akoestische waarschuwing".
Selecteer de functie "POI-categorieën op kaart" om de POI's die standaard op de kaart worden weergegeven in te stellen.
NAVIGATIEVOLUME
Druk op de toets NAV.
Druk nogmaals op de toets NAV of selecteer de functie Menu "Navigatie" en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Selecteer de functie "Instellingen" en druk op de draaiknop om te bevestigen.
MENU "NAVIGATIE"
INSTELLINGEN
POI-CATEGORIEËN OP KAART
INSTELLEN RISICOZONES
NAVIGATIE
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk voor meer informatie over de procedure voor het instellen van RISICOZONE-POI'S. Voor het updaten van RISICOZONE-POI's is een SDHC- speler (High Capacity) vereist.

Page 255 of 288

257
04
1
2
5
4
3
VERKEERSINFORMATIE
INSTELLEN VAN DE FILTERS EN DE
WEERGAVE VAN TMC-BERICHTEN
Selecteer vervolgens de gewenste straal van het fi lter (in km), afhankelijk van de route, en bevestig door op de draaiknop te drukken. Wanneer alle berichten over het traject worden geselecteerd, wordt aanbevolen een geografi sche fi lter (over een straal van 5 km bijvoorbeeld) toe te voegen om het aantal berichten dat op de kaart verschijnt te verkleinen. Het geografi sch fi lter volgt de verplaatsing van de auto.
Druk nogmaals op de toets TRAFFIC of selecteer het Menu "Verkeer" en druk op de draaiknop om te bevestigen.
GEOGRAFISCH FILTER
Druk op de toets TRAFFIC.
De fi lters werken onafhankelijk en cumulatief. Het is raadzaam om een fi lter op de route en een fi lter rondom de auto in te schakelen van: - 3 km of 5 km voor een gebied met een dicht wegennet, - 10 km voor een gebied met een normaal wegennet , - 50 km voor lange trajecten (autosnelweg).
Selecteer de functie "Geografi sch fi lter" en druk op de draaiknop om te bevestigen.
De lijst met TMC-berichten verschijnt onder Menu " Verk "Verkeer" op volgorde van nabijheid.
Selecteer het gewenste fi lter:
BERICHTEN OP ROUTE
ALLEEN WAARSCH.BERICHTEN OP ROUTE
ALLE WAARSCHUWINGSBERICHTEN
ALLE BERICHTEN
De berichten verschijnen op de kaart en in de lijst. Druk op ESC om het fi lter uit te schakelen.
MENU "VERKEER"
Het symbool TMC links onder aan het schet scherm kan op 3 verschillende manieren worden weergegeergegeven: - Geen TMC-zender beschikbaar, - TMC-zender beschikbaar, geen berichterichten voor deze route, - TMC-zender beschikbaar, met berichterichten voor deze route (indien navigatie actief).

Page 256 of 288

258
11
2
3
05
SELECTEREN VAN EEN ZENDER
Druk tijdens het luisteren naar de radio op de draaiknop.
Het snelkeuzemenu van de radiofunctie verschijnt en ge en geeft toegang tot de volgende opties:
Selecteer de gewenste functie en druk op de draaiknop om te bevestigen en de desbetreffende instellingen te wijzigen.
VERKEERSBERICHT (TA)
Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeo steeds naar de sterkste frequentie van een zender, zodat u erna ar kaar kunt blijven luisteren zonder dat u zelf de frequentie hoeft te wijzigenijzigen. Sommige RDS-zenders zijn echter niet in het hele land te on tvangtvangen, omdat de frequenties van de zender niet het hele land dek ken.kken. Dit verklaart dat de zender tijdens het rijden kan wegvallen.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden door obstakels in de omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook als d e RDS-functie is ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te maken me t een storing in de autoradio.
RDS - REGIONALE FUNCTIE - VERKEERSINFORMATIE
Druk op de toets RADIO om de alfabetische lijst met lokaal ontvangen zenders weer te geven. Selecteer het gewenste station met de draaiknop en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Druk tijdens het luisteren naar de radio op een va n de toetsen om de vorige of volgende zender in de lijst te selecteren.
Druk langer dan 2 seconden op een van de numerieke rieke toetsen om de zender waarop is afgestemd op te slaan. Druk op de numerieke toets om naar de zender te luiste luisteren die onder die toets is opgeslagen.
RDS
RADIOTEKST
REGIOPROG. (REG)
AM
RADIO
Houd een van de toetsen lang ingedrukt om automatisch in afl opende of oplopende volgorde naar zenders te zoeken.

Page 257 of 288

259
06 MULTIMEDIASPELERS
CD, CD MET MP3- OF WMA-BESTANDEN,
SD-KAART MP3/WMA
INFORMATIE EN TIPS
Selecteer bij het branden van een CD-R of CD-RW de s de standaard ISO 9660 niveau 1, 2 of bij voorkeur Joliet om deze te ke te kunnen afspelen. Als de CD in een ander formaat is gebrand, kan het zijnet zijn dat deze niet goed wordt afgespeeld. Het is raadzaam voor één CD niet meer dan één stan dastandaard voor het branden te gebruiken. Stel de laagst mogelijke snelheidelheid in (maximaal 4 x) voor een optimale geluidskwaliteit. Voor het branden van een multisessie-CD is het raa dzaaadzaam de standaard Joliet te gebruiken.
De Peugeot Connect Nav speelt bestanden met de ext ee extensie ".mp3" en een bitrate van 8 tot 320 Kbps en bestanden met deet de extensie ".wma" en een bitrate van 5 tot 384 Kbps af. Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate) kunn ekunnen worden afgespeeld. Geluidsbestanden met een andere extensie (.mp4, .m 34, .m3u...) kunnen niet worden afgespeeld.
De formaten MP3 (afkorting van MPEG 1, 2 & 2.5 Aud io Audio Layer 3) en WMA (afkorting van Windows Media AudioM, eigendeigendom van Microsoft) zijn standaarden voor het comprimeren van g van geluid die de mogelijkheid bieden enkele tientallen nummers op és op één CD te plaatsen.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters e nters en verwijder speciale tekens (bijv.: " ", ?, ù) om problemen met het at het afspelen of de weergave te voorkomen.

Page 258 of 288

260
1
2
3
5
4
6
MUZIEK SELECTEREN/BELUISTEREN
CD, MP3-/WMA-CD
Het afspelen of weergeven van een MP3-/WMA-speellijpeellijst kan worden beïnvloed door het gebruikte programma voor h voor het branden van de CD en/of de instellingen. Wij raden u aan voor hvoor het branden van een CD de standaard ISO 9660 te gebruiken.
Druk op de toets MUSIC.
Selecteer de functie "Kies geluidsbron" en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Druk op de toets omhoog/omlaag om de volgende/vorige map te selecteren.
Selecteer de gewenste geluidsbron: CD, MP3-/WMA-CD. Druk op de draaiknop om te bevestigen. Het afspelen begint.
KIES GELUIDSBRON
Druk nogmaals op de toets MUSIC of selecteer de functie Menu "Muziek" en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Druk op een van de toetsen om een nummer te selecteren. Houd een van de toetsen ingedrukt om snel vooruit of terug te spoelen. MENU "MUZIEK"
De lijst met nummers of MP3-/WMA-bestanden verschi jerschijnt onder het Menu "Muziek".

Page 259 of 288

261
1
2
3
4
06
Sluit het externe apparaat (MP3-/WMA-speler…) met de met de JACK/RCA-audiokabel aan op de audioaansluitingen (wgen (wit en rood, type RCA) in het dashboardkastje.
Druk op de toets MUSIC en druk nogmaals op de toets of selecteer de functie Menu "Muziek" en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Selecteer de geluidsbron AUX en druk op de draaiknop om te bevestigen, waarna het afspelen automatisch begint.
Selecteer de functie "Extern toestel" en druk op de draaiknop om het externe apparaat te activeren.
EXTERN TOESTEL
De weergave- en bedieningsfuncties verlopen via de ex de externe apparatuur zelf.
AUX-INGANG GEBRUIKEN
AUDIO-/RCA-KABEL NIET BIJGELEVERD
MULTIMEDIASPELERS

Page 260 of 288

262
07
1
4
3
2
1
2
De beschikbare functies zijn afhankelijk van het netwerk, de SIM-kaart en de compatibiliteit met de gebruikte Bluetooth-apparatuur. Raadpleeg de gebrui ksaanwijzing van uw telefoon en uw provider voor meer informatie over de beschikbare functies. Een overzicht van de meest geschikte telefoons is verkrijgbaar via het netwerk.
BLUETOOTH-TELEFOON
KOPPELEN VAN EEN TELEFOON
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon aan de hand sfrandsfree-set van de Peugeot Connect Nav mag om veiligheidsredenen en vn en vanwege het feit dat deze handeling volledige aandacht van de bestu bestuurder vraagt, uitsluitend worden uitgevoerd bij stilstaande auto en meen met aangezet contact.
Activeer de functie Bluetooth van uw telefoon. De laatst gekoppelde telefoon wordt automatisch opnieuw gekoppeld. Voer de toegangscode in met de telefoon. De in te voeren code wordt weergegeven op het display.
Druk om een andere telefoon te koppelen op de toets PHONE, selecteer vervolgens Menu "Telefoon" en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Als de telefoon is gekoppeld, kan Peugeot Connect Navct Nav de contacten en de gesprekkenlijst synchroniseren. Dez e seze synchronisatie kan enkele minuten duren.
Selecteer "Telefoon koppelen". Selecteer de telefoon en druk op de draaiknop om te bevestigen.
De lijst met eerder gekoppelde telefoons (maximaal 4) al 4) verschijnt op het multifunctionele display. Selecteer de gewenste telete telefoon om deze opnieuw te koppelen.
Druk op de toets PHONE.
Selecteer als de telefoon nog niet gekoppeld is geweest "Telefoon zoeken" en druk op de draaiknop om te bevestigen. Selecteer vervolgens de naam van de telefoon.
TELEFOON ZOEKEN
TELEFOON KOPPELEN

Page:   < prev 1-10 ... 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 290 next >