PEUGEOT 3008 2010 Instructieboekje (in Dutch)

Page 291 of 313

268
geluidskwaliteit tussen de verschillende geluidsbronnen (radio, CD...).
Controleer of de audio-instellingen (volume, bassen, hoge tonen, geluidssfeer, loudness) zijn afgestemd op de verschillende geluidsbronnen. Het is raadzaam de AUDIO-functies (bassen, hoge tonen, balans V-A, balans L-R) in de middelste stand te zetten, de geluidssfeer Lineair te selecteren en de functie Loudness in de stand "Actief" te zetten als de CD-speler is geselecteerd en in de stand "Inactief" te zetten als de radio is geselecteerd.
Voor een optimaal luistergenot kunt u de audio-instellingen (volume, bassen, hoge tonen, geluidssfeer, loudness) voor el ke geluidsbron afzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een andere geluidsbron (radio, CD...) verschillen in de geluid skwaliteit hoorbaar zijn.
De CD wordt steeds uitgeworpen of kan niet worden afgespeeld door de CD-speler.
- Controleer of de CD met de juiste zijde boven in de speler is geplaatst. - Controleer de staat van de CD: de CD kan niet worden gelezen als deze te veel is beschadigd. - Controleer de inhoud van de CD als deze zelf is gebrand: raadpleeg de tips in het hoofdstuk "Audio". - De CD-speler van de autoradio kan geen DVD's afspelen. - De kwaliteit van sommige zelfgebrande CD's is onvoldoende om deze door de autoradio te laten afspelen.
De CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden gelezen, bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden d ie niet door de autoradio gelezen kunnen worden.
De CD is voorzien van een beveiligingssysteem dat niet door de autoradio wordt herkend.
De CD-speler levert een slechte geluidskwaliteit. Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg ze zorgvuldig op. De gebruikte CD is bekrast of van slechte kwaliteit.
De audio-instellingen (bassen, hoge tonen, geluids sfeer) zijn niet op de CD-speler afgestemd. Zet het niveau van de bassen of de hoge tonen op 0, zonder een geluidssfeer te selecteren.
VRAAG OPLOSSING ANTWOORD
VEELGESTELDE VRAGEN

Page 292 of 313

269
OPLOSSING ANTWOORD
De ontvangstkwaliteit van de beluisterde radiozender neemt geleidelijk af of de voorkeuzezenders kunnen niet worden ontvangen (geen geluid, 87,5 Mhz wordt weergegeven...).
De auto bevindt zich te ver van de zender van het beluisterde radiostation of er bevindt zich geen zender in het gebied waarin de auto zich bevindt.
De omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergar ages, enz.) veroorzaakt storingen in de ontvangst, ook als de RDS-functie is ingeschakeld.
De antenne is niet aanwezig of beschadigd (bijvoor beeld in een wasstraat of ondergrondse parkeergarage).
Activeer de functie "RDS" om het systeem te laten controleren of er een sterkere zender in het gebied aanwezig is.
Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te maken met een storing in de autoradio.
Laat de antenne controleren door het PEUGEOT-netwerk.
Het geluid van de radio valt 1 tot 2 seconden weg.
Het RDS zoekt tijdens deze korte onderbreking van het geluid naar een eventuele sterkere zender voor een betere ontvangst van het station. Schakel de functie "RDS" uit als dit verschijnsel zich te vaak en steeds op hetzelfde traject voordoet.
Na het afzetten van de motor wordt de radio na enkele minuten automatisch uitgeschakeld.
Als de motor is afgezet, blijft de radio nog werken zolang de laadtoestand van de accu dat toestaat. Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco -mode van de autoradio is geactiveerd om te voorkomen dat de acc u van de auto ontladen raakt.
Start de motor om de accu op te laden.
De voorkeuzezenders kunnen niet worden ontvangen (geen geluid, 87,5 Mhz wordt weergegeven...).
Het verkeerde golfbereik is geselecteerd. Druk op de toets BAND AST om het golfbereik (AM, FM1, FM2, FMAST) terug te vinden waarin de voorkeuzezenders zijn opgeslagen.

Page 293 of 313

270
VRAAG OPLOSSING ANTWOORD
De optie "Verkeersbericht" is aangevinkt, maar de fi les op de route worden niet direct gemeld.
Bij het opstarten heeft het systeem enkele minuten nodig om de verkeersinformatie te ontvangen. Wacht tot de verkeersinformatie goed wordt ontvangen (weergave van de pictogrammen van de verkeersinformatie op de kaart).
In bepaalde landen is alleen voor de hoofdwegen (a utosnelwegen, ...) verkeersinformatie beschikbaar.
Het berekenen van de route lijkt soms langer te duren dan normaal.
Dit is een normaal verschijnsel. Het systeem is afhankelijk van de beschikbare verkeersinformatie.
Het systeem kan tijdelijk trager worden als gelijktijdig met het berekenen van de route een CD naar de Jukebox gekopieerd word t. Wacht met het starten van de navigatie tot het kopiëren van de CD is voltooid of breek het kopiëren af.
De hoogte wordt niet weergegeven. Bij het opstarten kan de initialisatie van het GPS tot 3 minuten duren voordat er meer dan 3 satellieten correct worden on tvangen. Wacht tot het systeem volledig is opgestart. Controleer of het GPS van ten minste 3 satellieten een signaal ontvangt (druk lang op de toets SETUP, selecteer vervolgens "GPS-bereik").
De kwaliteit van de GPS-ontvangst kan worden beïnv loed door de omgeving (tunnel, ...) en het weer. Dit is een normaal verschijnsel. De werking van het systeem is afhankelijk van de ontvangst van het GPS-signaal.
De routeberekening wordt niet voltooid. De vermijdcriteria zijn wellicht in tegenspraak met de huidige locatie (uitsluiting van tolwegen tijdens het rijden op een tolweg). Controleer de vermijdcriteria.
Ik word gewaarschuwd voor een fl itspaal die niet op mijn route ligt.
De geluidswaarschuwing voor fl itspalen werkt niet.
Het systeem waarschuwt voor alle komende fl itspale n op de route binnen een bepaald bereik. Het detecteert ook fl itspalen op nabijgelegen straten of paralelwegen.
De geluidswaarschuwing is niet actief.
Het waarschuwingssignaal is afgesteld op de laagst e volume.
Zoom in op de kaart om de exacte locatie van de fl itspaal te kunnen bepalen.
Activeer de geluidswaarschuwing in Menu Navigatie, Instellingen, Instellen risicozones.
U kunt het volume van de waarschuwing afstellen wanneer u langs een fl itspaal rijdt.

Page 294 of 313

271
Na het plaatsen van een CD duurt het lang voordat het systeem reageert.
Na het plaatsen van een informatiedrager moet het systeem een aantal gegevens uitlezen (afspeellijst, titel, artiest). Dit kan enige tijd in beslag nemen. Dit is normaal.
Het lukt niet om mijn Bluetooth-telefoon te koppelen.
Het geluid van de Bluetooth telefoon is niet hoorbaar.
Mogelijk is de Bluetooth-functie van de telefoon uitgeschakeld of is het toestel niet zichtbaar voor andere apparatuur.
Het geluid wordt bepaald door zowel het systeem al s de telefoon.
- Controleer of de Bluetooth-functie van uw telefoon is ingeschakeld. - Controleer of uw telefoon zichtbaar is.
Verhoog eventueel het volume van de PC Nav en indien nodig ook van de telefoon tot het maximale niveau.
VRAAG OPLOSSING ANTWOORD

Page 295 of 313

273
Peugeot Connect Sound
INHOUD


Page 296 of 313

274
11
22
10101111
131314141515
33445566778899
1212
01 BASISFUNCTIES
1. Aan/uit en volumeregeling.
2. Uitwerpen van de CD.
3. Selecteren van de weergave op het display: Audiofuncties (AUDIO), Boordcomputer (TRIP) en Telefoon (TEL).
4. Selecteren van de geluidsbron: radio, audioCD/MP3-speler, CD-wisselaar, USB, Jack -aansluiting, streaming audio.
5. Selecteren van het golfbereik FM1, FM2, FMast en AM.
6. Instellen van de geluidsweergave: geluidsverdeling voor/achter, links/rechts, loudness, geluidssferen.
7. Weergave van de lijst radiozenders, de nummer s van de CD of de MP3-afspeellijsten.
8. Annuleren van de bewerking.
9. Functie TA (verkeersinformatie) AAN/UIT. Lang indrukken: toegang tot de PTY-functie (progra mmatypen radio).
10. Bevestigen.
11. Automatisch zoeken naar zenders in afl opende/oplopende volgorde. Selecteren van het vorige/volgende nummer van de C D, MP3 of USB.
12. Selecteren van een lagere/hogere radiofrequentie. Selecteren van de vorige/volgende MP3-afspeellijst . Selecteren van de vorige/volgende afspeellijst/muziekstijl/artiest/afspeellijst van het USB-apparaat.
13. Weergave van het algemene menu.
14. Toetsen 1 t/m 6: Selecteren van een opgeslagen voorkeuzezender Lang indrukken: opslaan van een zender als voorkeuzezender.
15. Met de toets DARK kan de weergave van het display worden gewijzigd voor extra rijcomfort 's nachts. 1 keer indrukken: alleen verlichting van het boven ste gedeelte. 2 keer indrukken: display volledig uitschakelen. 3 keer indrukken: terugkeren naar de normale weerg ave.

Page 297 of 313

275
02 STUURKOLOMSCHAKELAARS
RADIO: selecteren van de volgende voorkeuzezender. CD-WISSELAAR: selecteren van de volgende CD. USB : selecteren van het genre / artiest / volgende index van de lijst. Selecteren van het volgende item van een menu.
RADIO: selecteren van de vorige voorkeuzezender. CD-WISSELAAR: selecteren van de vorige CD. USB : selecteren van het genre / artiest / vorige index van de lijst. Selecteren van het vorige item van een menu.
RADIO: automatisch zoeken naar zenders in oplopende volgorde. CD/CD-WISSELAAR/MP3/USB: selecteren van het volgende nummer. CD/CD-WISSELAAR/USB: continu indrukken: versneld vooruitspoelen. Selecteren van het vorige item.
RADIO: automatisch zoeken naar zenders in afl opende volgorde. CD/CD-WISSELAAR/MP3/USB: selecteren van het vorige nummer. CD/CD-WISSELAAR/USB: continu indrukken: versneld terugspoelen. Selecteren van het volgende item.
Volume verhogen.
Volume verlagen.
Geluid onderbreken: gelijktijdig indrukken van de volumetoetsen.
Druk op een van de twee volumetoetsen om terug te keren naar het oorspronkelijke volume.
- Wijzigen van de geluidsbron. - Bevestigen van een selectie. - Telefoon opnemen/ophangen. - Langer dan 2 seconden indrukken: toegang tot het telefoonmenu.

Page 298 of 313

276
03 HOOFDMENU
GELUIDSBRON: radio, CD, USB, externe apparatuur.
BOORDCOMPUTER: afstanden invoeren, waarschuwingsmeldingen, status van functies.
TELEFOON: handsfree kit, koppelingen, gespreksbeheer.
PERSOONLIJKE INSTELLING - CONFIGURATIE: parameters van de auto, weergave, talen.
> MONOCHROOM DISPLAY C
> MONOCHROOM DISPLAY A Raadpleeg voor een compleet overzicht van de beschikbare menu's het gedeelte "Menustructuren" van dit hoofdstuk.

Page 299 of 313

277
2
33
44
1
22
44
33
11
04 AUDIO
Druk herhaalde malen op de toets SOURCE om de radiofunctie te selecteren.
Druk op de toets BAND AST om het golfbereik te selecteren: FM1, FM2, FMast of AM.
Druk kort op een van de toetsen om automatisch naar zenders te zoeken.
Druk op een van de toetsen om handmatig naar zenders te zoeken.
Druk op de toets LIST REFRESH voor een lijst van de beschikbare zenders in het gebied waar u zich bevindt (maximaal 30 zenders). Druk langer dan 2 seconden op de toets om deze lijst bij te werken.
Selecteer RDS VOLGEN ACTIVEREN en druk op OK. Op het display verschijnt de aanduiding RDS.
Selecteer de functie VOORKEUZE FM en druk op OK.
Selecteer AUDIOFUNCTIES en druk op OK.
Druk op de toets MENU.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden door obstakels in de omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook als de RDS-func tie is ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te maken met een storing in de autoradio.
RDS
Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de r adio steeds naar de sterkste frequentie van een zender, zodat u erna ar kunt blijven luisteren. Sommige RDS-zenders zijn echter niet in het hele land te ontvangen, omdat de frequenties van de zender niet het hele land dekken. Dit verklaart dat de zender tijdens het rijden kan wegvallen.
RADIO
SELECTEREN VAN EEN ZENDER

Page 300 of 313

278
04
11
11
22
3333
22
AUDIO
Gebruik alleen CD's met een ronde vorm. Bepaalde beveiligingssystemen op de originele CD of zelfgebrande CD's kunnen storingen veroorzaken, ongeacht de kwal iteit van de CD-speler. Plaats zonder op de toets EJECT te drukken een CD in de CD-speler; deze zal de CD automatisch afspelen.
Als er in de CD-speler al een CD is geplaatst die u wilt beluisteren, druk dan herhaalde malen op de toets SOURCE om de CD-functie te selecteren.
Houd een van de toetsen ingedrukt om versneld vooruit of terug te spoelen.
Plaats een MP3-CD in de speler. De CD-speler leest vervolgens de CD af tot alle nummers zijn gevonden, hierdoor kan het enkele tot enkele tienta llen seconden duren voordat het afspelen begint.
De CD-speler kan CD's met maximaal 255 MP3-bestand en, verdeeld over 8 speellijsten, afspelen. Het is echter raadzaam het aantal speellijsten tot twee te beperken om een lan ge laadtijd van de CD te voorkomen. Bij het afspelen wordt geen rekening gehouden met de mappenstructuur.
Alle bestanden worden op hetzelfde niveau weergegeven.
Druk op de toets LIST REFRESH om de speellijsten van de MP3-CD weer te geven. Houd een van de toetsen ingedrukt om snel vooruit of terug te spoelen.
CD
EEN CD AFSPELEN
MP3-CD
EEN MP3-CD AFSPELEN
Druk op een van de toetsen om een nummer van de CD te selecteren.
Druk op de toets LIST REFRESH om de lijst met numm ers van de CD weer te geven.
Als er al een CD in het apparaat zit die u wilt beluisteren, druk dan herhaalde malen op de toets SOURCE om de CD-functie te selecteren.
Druk op een van de toetsen om een nummer van de CD te selecteren.

Page:   < prev 1-10 ... 251-260 261-270 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 next >