reset PEUGEOT 3008 2011.5 Instructieboekje (in Dutch)

Page 41 of 328

39
CO
Als u na deze handeling de
accu wilt loskoppelen, ver-
grendel dan de auto en wacht
minimaal 5 minuten. Het op 0 zetten
van de onderhoudsintervalindicator
zal anders niet worden opgeslagen.






Op 0 zetten van de
onderhoudsintervalindicator
De onderhoudsintervalindicator moet
na elke onderhoudsbeurt op 0 gezet
worden.
Voer dit als volgt uit:


)
zet het contact af,

)
druk op de resetknop van de dagtel-
ler en houd deze ingedrukt,

)
zet het contact aan; de kilometertel-
ler begint terug te tellen,

)
laat de knop los als het display "=0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
De factor tijd kan worden mee-
gewogen bij de nog af te leg-
gen kilometers, afhankelijk van
de rijgewoonten van de bestuurder.
De sleutel kan ook gaan branden
als het interval van twee jaar is over-
schreden.

De afstand tot de eerstvolgende
beurt is overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende
5 seconden de sleutel knipperen om aan te
geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo
spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden.

Voorbeeld: u hebt de afstand tot de eerstvolgen-
de onderhoudsbeurt met 300 km overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5 seconden het volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het
contact treedt de kilometerteller weer in
werking en blijft de sleutel branden .
Opnieuw weergeven van de
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhouds-
informatie weergeven.


)
Druk op de knop voor nulstelling van
de dagteller.
De onderhoudsinformatie wordt en-
kele seconden weergegeven en ver-
dwijnt vervolgens weer.

Page 58 of 328

56
M
U

Traject resetten

Met display C of het kleurendisplay
(Peugeot Connect Nav)


)
Druk de toets langer dan twee se-
conden in zodra het gewenste tra-
ject wordt aangegeven.
Met display op het instrumentenpaneel
( Peugeot Connect 3D Nav )


)
Druk meer dan twee seconden op
de toets "OK"
van het bedienings-
paneel van de Peugeot Connect 3D
Nav als het gewenste traject wordt
weergegeven.
De trajecten "1"
en "2"
zijn onafhanke-
lijk en hebben dezelfde eigenschappen.
Traject "1"
kan bijvoorbeeld gebruikt
worden voor een dagelijks verbruik en
traject "2"
voor een maandelijks ver-
bruik.


- Actuele informatie:



actieradius,


huidig
brandstofverbruik,


nog af te leggen
afstand.



- Traject "1"
:



afgelegde afstand,


gemiddeld
brandstofverbruik,


gemiddelde snelheid,
voor het eerste
traject.



- Traject "2"
:



afgelegde afstand,


gemiddeld
brandstofverbruik,


gemiddelde snelheid,
voor het tweede
traject.



)
Als u nogmaals op de toets drukt,
wordt er niets op het display weer-
gegeven.
Druk nogmaals op de toets om
terug te keren naar de standaard-
weergave.

Page 84 of 328

82
TO
E
Als het lampje brandt, is de
ruitbediening geblokkeerd.
Als het lampje uit is, is de ruit-
bediening niet geblokkeerd.
Met deze schakelaar worden
ook de binnenportiergrepen
van de achterportieren ge-
blokkeerd (zie het hoofdstuk "Veilig-
heidsvoorzieningen voor kinderen"- §
Elektrische kinderbeveiliging").
Resetten
Als een ruit niet automatisch kan wor-
den gesloten, moet de ruitbediening
worden gereset:


)
trek de schakelaar omhoog tot de
ruit stopt met bewegen,

)
laat de schakelaar los en trek hem
opnieuw omhoog, herhaal deze
handeling totdat de ruit volledig is
gesloten,

)
houd de schakelaar na het sluiten
nog ongeveer 1 seconde vast,

)
druk op de schakelaar om de ruit
automatisch te openen,

)
druk als de ruit volledig is geopend
nogmaals op de schakelaar en houd
deze nog ongeveer 1 seconde vast. Als het lampje een andere
status heeft, wijst dit op een
storing in de elektrische kin-
derbeveiliging. Laat het systeem
controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalifi ceerde
werkplaats.
Neem bij het verlaten van de auto,
zelfs voor een korte periode, altijd de
sleutel uit het contact.
Wanneer tijdens het bedienen van
de ruit iets tussen de ruit en de spon-
ning bekneld raakt, moet de ruit weer
worden geopend. Druk daarvoor op
de desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan
passagierszijde bedient, moet deze
ervan verzekerd zijn dat niets het cor-
recte sluiten van de ruit verhindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd
zijn dat de passagiers op de juiste
manier gebruik maken van de elek-
trische ruitbediening.
Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens
het bedienen van de ruit niet kunnen
bezeren.
Blokkeren van de ruitbedieningen de portiergrepen achter



)
Druk, voor de veiligheid van uw kin-
deren, met aangezet contact op de
schakelaar 5
om de ruitbediening
achter, ongeacht de stand van de
ruiten, te blokkeren.
Het blijft mogelijk de portieren van bui-
tenaf te openen en de elektrische ruitbe-
diening achter kan nog steeds worden
bediend vanaf de bestuurdersstoel.
Tijdens deze handelingen is de be-
veiliging tegen beknellen uitgescha-
keld.


Page 108 of 328

106
INDELINGEN
PANORAMADAK
U hebt de beschikking over een pano-
ramadak met getint glas, waardoor de
lichtinval en het zicht in het interieur
worden vergroot.
Het elektrisch bedienbare zonnescherm
zorgt voor een beter thermisch en ge-
luidscomfort in het interieur.
Wanneer tijdens het bedienen
van het scherm iets bekneld
raakt, moet het scherm weer
worden geopend. Druk daarvoor op
de desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder het scherm
bedient, moet deze ervan verzekerd
zijn dat niets het correcte sluiten van
het scherm verhindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd
zijn dat de passagiers op de juiste
manier gebruik maken van het zon-
nescherm.
Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens
het bedienen van het scherm niet
kunnen bezeren.


- handmatig



)
Duw of trek de schakelaar A
tot
het zware punt.
Het scherm stopt zodra de scha-
kelaar wordt losgelaten.
- automatisch



)
Duw of trek de schakelaar A
tot
voorbij het zware punt.
Bedien de schakelaar één keer
om het scherm volledig te openen
of sluiten.
Bedien de schakelaar nogmaals om
het openen of sluiten te stoppen.


Beveiliging tegen beknellen
Als het zonnescherm tijdens het automa-
tisch sluiten bijna volledig is gesloten en
op een obstakel stuit, stopt het scherm
en gaat het gedeeltelijk weer open.

Elektrisch zonnescherm met
eentrapsbediening
Zowel het openen als het sluiten is op
twee manieren mogelijk:
Meteen nadat het scherm tij-
dens het sluiten stopt en weer
opengaat:


)
trek aan de schakelaar tot het
scherm volledig is geopend,

)
druk op de schakelaar tot het
scherm volledig is gesloten.

Tijdens deze handelingen werkt de
beveiliging tegen beknellen niet.


Resetten
: wanneer de elektrische voe-
ding van het zonnescherm, tijdens de
werking ervan, onderbroken is geweest,
moet u de beveiliging tegen beknellen
resetten:


)
druk op de schakelaar tot het scherm
volledig is gesloten,

)
houd de schakelaar nog minimaal
3 seconden ingedrukt. Er zal dan
een lichte beweging van het scherm
waarneembaar zijn, ter bevestiging
van het resetten.

Page 179 of 328

177
PRAKTISCHE INFORMATIE

)
Verwijder de set en draai de dop van
de witte slang vast.
Zorg ervoor dat restanten van de
vloeistof niet op of in de auto terecht
kunnen komen. Houd de set binnen
handbereik.

)
Maak direct een rit van ongeveer
vijf kilometer met matige snelheid
(tussen 20 en 60 km/h), zodat het
afdichtmiddel het lek kan dichten.

)
Zet de auto stil en controleer de re-
paratie en de bandenspanning met
de set.

)
Activeer de compressor door de
schakelaar B
in de stand "I"
te zet-
ten, tot de bandenspanning 2,0 bar
bedraagt.
Het afdichtmiddel wordt onder druk in
de band gespoten; neem gedurende
deze handeling de slang niet los van
de aansluiting (kans op spatten).

Als na vijf tot zeven minuten
de gewenste bandenspan-
ning niet is bereikt, is de band
niet te repareren met de bandenre-
paratieset; neem contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwali-
fi ceerde werkplaats om u verder te
helpen.

Controlesysteem
bandenspanning
Als uw auto is uitgerust met
een controlesysteem voor de ban-
denspanning, zal het verklikkerlamp-
je voor te lage bandenspanning na
het repareren van een wiel blijven
branden tot u het systeem laat reset-
ten door het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde werkplaats.

Page 252 of 328

250
09
1
4
5
3
SETUP
26
2ABC3DEF5JKL4GHI6MNO8TUV7PQRS9WXYZ0*#
1RADIO MEDIANAV ESC TRAFFIC
SETUPADDR
BOOK
2ABC3DEF5JKL4GHI6MNO8TUV7PQRS9WXYZ0*#
1RADIO MEDIANAV ESC TRAFFIC
SETUPADDR
BOOK
2ABC3DEF5JKL4GHI6MNO8TUV7PQRS9WXYZ0*#
1RADIO MEDIANAV ESC TRAFFIC
SETUPADDR
BOOK
2ABC3DEF5JKL4GHI6MNO8TUV7PQRS9WXYZ0*#
1RADIO MEDIANAV ESC TRAFFIC
SETUPADDR
BOOK
2ABC3DEF5JKL4GHI6MNO8TUV7PQRS9WXYZ0*#
1RADIO MEDIANAV ESC TRAFFIC
SETUPADDR
BOOK
2ABC3DEF5JKL4GHI6MNO8TUV7PQRS9WXYZ0*#
1NAV ESC TRAFFICADDR
BOOKSETUP
CONFIGURATIE



















DATUM EN TIJD INSTELLEN
Stel de parameters met de draaiknop
in en ga verder met de volgende
door de 4-weg navigatietoets tegebruiken.
Druk op
OK om te bevestigen.
Selecteer de functie "Datumformaat"en druk op OK om te bevestigen.

Selecteer met de draaiknop hetgewenste formaat en druk op OK om
te bevestigen.
Selecteer de functie "Datum en
tijd instellen" en druk op OK om te bevestigen.
Druk lan
ger dan 2 seconden op de toets SET UP voor toegang tot:
Deze instellingen dienen altijd opnieuw te worden uitgevoerd nadat
de accu los
gekoppeld is geweest.
Druk op de toets
SET UP.

Selecteer de functie "Tijdformaat" en
druk op OK om te bevestigen.

Selecteer met de draaiknop hetgewenste formaat en druk op OK om
te bevestigen.
Datum en tijd instellenj
Selecteer de functie "Datum en tijd" en druk op OK om te bevestigen.
Beschrijving unit
GPS-dekking
Demomodus
Datum en tijdj
Principe van de GPS-synchronisering (GMT):
1. Bevesti
g de selectie "GPS-synchronisering (GMT)", de tijd wordt
ingesteld op de GMT-tijd en de datum wordt gereset.
2. Verplaats met de 4-weg navigatietoets de cursor op het veld van de
uren en druk op OK.
3. U kunt nu met de draaiknop de ti
jd instellen op de tijdzone van uw keuze.
Let op: bi
j de overgang van zomer- naar wintertijd en andersom moet de tijdzone opnieuw handmatig worden gewijzigd.

Page 264 of 328

262
01 BASISFUNCTIES


BEDIENINGSPANEEL Peugeot Connect Nav
Motor afgezet:
- Kort indrukken: aan/uit.
- Lang indrukken: CD pauzeren, geluidsweergave
radio onderbreken.
Draaiende motor:
- Kort indrukken: CD pauzeren,geluidsweergave radio onderbreken. - Lang indrukken: resetten van het systeem.
To e
gang tot het Menu Radio.Weergave van hetzenderoverzicht.
To e
gang tot het Menu Muziek.Weergave van
tracks. Lan
g indrukken: toegang tot de audio-instellingen: geluidsverdeling voor/achter,links/rechts, lage-/hogetonenregeling, gg ggg g
sfeerinstellingen, loudness, automatische gg gg
volumecorrectie, standaardinstellingen.
Selectieknop voor de
weergave op het display, afhankelijk van de context van het menu. Kort indrukken: contextmenu of
bevestigen. Lang indrukken: specifi ekcontextmenu van de
weergegeven lijst.
To e
gang tot het Menu "SETUP".
Lan
g indrukken :
toegang tot hetGPS-bereik ende demo-modus. To e
gang tot het Menu
Telefoon. Weergave van het logboek gesprekken.

Uitwer
pen van de CD.

Selecteren van de vorige/volgende radiozender.Selecteren van de vorige/volgende titel van een CD of gg
vorig/volgend MP3-bestandSelecteren van het vorige/
volgende item in een lijst.


Selecteren van de vorige/volgende
radiozender in het overzicht.
Selecteren van de vorige/
volgende MP3-afspeellijst.
Selecteren van het vorige/volgende pagina in een lijst.

E
SC : huidige bewerkingafbreken.
To egang tot het Menu Verkeer.
Weergave van de actueleverkeersinformatie.
SD-kaartlezer, uitsluitend voor navigatie.
To e
gang tot het Menu Navigatie.
Weergave
van de laatst gekozenbestemmingen.. To e
gang tot het Menu "MODE".
Selecteren van het achtereenvolgens weergeven van:
Radio, Kaart, NAV (tijdens navigatie), Telefoon(tijdens een gesprek), Boordcomputer.
Lang indrukken: black-panelfunctie (DARK). Toetsen 1 t
/m 6 : Selecteren van een in het geheugen opgeslagen
radiozender. Lang indrukken: in het geheugen opslaan van de
huidige radiozender. Volumere
geling (individueel
voor iedere geluidsbron,
inclusief berichten en
waarschuwingen van het
navigatiesysteem).

Page 319 of 328

317
INDEX
N
Navigatiesysteem ...............228, 267
Neerklappen stoelen achter..........69
Niveau brandstofadditief diesel .....172
Niveau koelvloeistof..............37, 171
Niveau
koplampsproeiervloeistof .....95, 171
Niveau remvloeistof ....................171
Niveau
ruitensproeiervloeistof .......95, 171
Niveaus controleren............171, 172
Niveaus en controles .......... 169-172
Niveau
stuurbekrachtigingsvloeistof ....171
Noodbediening portieren ..............85
Noodoproep ........................214, 215
Nulstelling dagteller ......................41
Nulstelling
onderhoudsindicator ..................39 Milieubewust rijden .......................25
Mistachterlicht.............. 90, 188, 189
Mistlampen vóór .......... 90, 185, 187
Monochroom
display .................... 296, 308, 310
Monochroom display C .................55
Monteren allesdragers ................203
Motoren ..............................205, 207
Motorkap.....................................167
Motorkapsteun ............................167
Motorolieniveaumeter ...........40, 171
MP3 (CD) ............................279, 299
Multifunctioneel display
(met autoradio) .............44, 46, 49,
51, 53
Multifunctioneel display
(zonder autoradio) .....................42
Multimedia achter .......................104
Multimediaspelers...............240, 278
O
Oliefi lter ......................................172
Oliefi lter (vervangen) ..................172
Olieniveau.............................40, 171
Oliepeilstok ...........................40, 171
Onder de motorkap.............169, 170
Onderhoudscontroles ...................25
Onderhoudsindicator ....................38
Ontdooien ...............................60, 61
Ontgrendelen ................................74
Ontgrendelen van binnenuit .........84
Ontluchten
brandstofsysteem ....................168
Ontwasemen ................................60
Opbergvak .......................... 101, 110
Opbergvakken ...................100, 102,
105, 107
Opbergvakken portieren .............100
Openen achterklep .................85, 86
Openen bagageruimte ............74, 85
Openen motorkap .......................167
Openen portieren....................74, 83
Openen wegklapbaar
kleurendisplay ............................53
Openen zonnescherm
panoramadak ...........................106
Opschakelindicator .....................153
Overzicht gewichten ..........206, 208,
209
Overzicht motoren ..............205, 207
Overzicht zekeringen ..................190
P
Panoramadak .............................106
Parkeerhulp achter .....................164
Parkeerlichten............... 89, 185-188
PEUGEOT CONNECT
ASSISTANCE ..........................214Peugeot Connect Plug........102, 300
PEUGEOT CONNECT
SOS .................................214, 215
Peugeot Connect
3D Nav ................... 28, 51, 53, 55,
217, 220, 223, 251
Peugeot Connect
Nav ..................... 49, 53, 264, 285
Peugeot Connect
Sound ............... 46, 293, 308, 310
PIN-code.....................................248
Plafonniers....................................97
POI (update) ...............................235
Portieren .......................................83
Portieren sluiten......................75, 83
R
Radio ......................... 239, 277, 297
RCA-aansluitingen......................244
Regelmatige
controles ..........................172, 173
Regelmatig onderhoud .................25
Remblokken................................173
Remlichten..................................188
Remmen .....................................173
Remschijven ...............................173
Reservewiel ........................180, 182
Reservoir
koplampsproeiers ....................171
Reservoir ruitensproeiers ...........171
Resetten van de
ruitbediening ..............................81
Richtingaanwijzers..... 124, 185, 188
Riem ...........................................107
Risicozones (update) ..........235, 274
Roetfi lter .............................172, 173
Roetfi lter (vervangen) .................173
Ruitbediening................................81
Ruitensproeier achter ...................95
Ruitensproeiers vóór ....................95