PEUGEOT 3008 2012 Instructieboekje (in Dutch)
Page 31 of 328
29
CO
Parameters van de auto
In dit menu kunt u bepaalde functies ten
behoeve van het rijden en het comfort
inschakelen (volgens land van bestem-
ming):
- inschakelen van de ruitenwisser ach-
ter als de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld (zie hoofdstuk "Zicht"),
- selectieve ontgrendeling (zie hoofd-
stuk "Openen"),
- follow-me-home en instapverlichting
(zie hoofdstuk "Zicht"),
- sfeerverlichting (zie hoofdstuk "Zicht"),
- verlichting overdag (zie hoofdstuk "Zicht"),
- bochtverlichting (zie hoofdstuk "Zicht"),
- elektrische parkeerrem of handrem
(zie hoofdstuk "Rijden").
Keuze van de eenheden
In dit menu kunt u de eenheden kiezen:
temperatuur (°Celsius of °Fahrenheit)
en verbruik (l/100 km, mpg of km/l).
Taalkeuze
In dit menu kunt u de weergave van de
taal kiezen: Deutsch, English, Espanol,
Français, Italiano, Nederlands, Portu-
gues, Türkçe * . Het algemene menu en de
bijbehorende functies zijn uit-
sluitend toegankelijk bij stil-
staande auto, via de toetsen 1
tot en
met 4
.
Boven een bepaalde snelheid ver-
schijnt een melding op het display
die aangeeft dat toegang tot het al-
gemene menu onmogelijk is.
De weergave van de boordcomputer
is uitsluitend toegankelijk bij rijdende
auto, via de toetsen 2
en 3
(zie para-
graaf "Boordcomputer").
Algemeen menu
)
Druk op toets 1
voor toegang tot het
algemene menu en om één van de
volgende functies te kiezen:
- "Parameters van de auto",
- "Taalkeuze",
- "Keuze van de eenheden".
)
Druk op toets 2
of 3
om op het
scherm te verplaatsen.
)
Druk opnieuw op toets 1
om de keu-
ze te bevestigen.
*
Volgens land van bestemming.
Verklikkerlampjes
De verklikkerlampjes geven de bestuur-
der informatie over de werking van een
systeem (ingeschakeld of uitgescha-
keld) of waarschuwen de bestuurder in
het geval van een storing (waarschu-
wingslampje).
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan
bepaalde waarschuwingslampjes en-
kele seconden branden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten
deze lampjes weer uitgaan.
Als het lampje blijft branden, controleer
dan voordat u gaat rijden welke functie
het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Sommige verklikkerlampjes kunnen
gaan branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display.
Verklikkerlampjes kunnen con-
stant branden of knipperen.
Een aantal verklikkerlampjes
heeft beide mogelijkheden. Of het
constant branden of knipperen van
een verklikkerlampje duidt op een
storing, is afhankelijk van de wer-
kingsfase van de auto.
Page 32 of 328
30
CO
Verklikkerlampjes ingeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Richtingaanwijzer
links
knippert, met
geluidssignaal.
Als u de lichtschakelaar
omlaag beweegt.
Richtingaanwijzer
rechts
knippert, met
geluidssignaal.
Als u de lichtschakelaar
omhoog beweegt.
Parkeerlichten
permanent. De lichtschakelaar staat in
de stand "Parkeerlichten".
Dimlicht
permanent. De lichtschakelaar staat in
de stand "Dimlicht".
Grootlicht
permanent. Als u de lichtschakelaar naar
u toe trekt. Trek aan de lichtschakelaar om terug te
schakelen naar dimlicht.
Mistlampen
vóór
permanent. De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld. Draai de ring twee standen naar achteren om
de mistlampen vóór uit te schakelen.
Mistachterlichten
permanent. De mistachterlichten zijn
ingeschakeld. Draai de ring naar achteren om de
mistachterlichten uit te schakelen.
Page 33 of 328
31
CO
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Voorgloeien
dieselmotor
permanent. Het contactslot staat in de
tweede stand (Contact). Wacht met starten tot het controlelampje is gedoofd.
De wachttijd is afhankelijk van de
weersomstandigheden.
Elektrische
parkeerrem
permanent
. De elektrische parkeerrem is
aangetrokken. Zet de elektrische parkeerrem vrij zodat het
verklikkerlampje uitgaat: trap het rempedaal in en
trek aan de hendel van de elektrische parkeerrem.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
Raadpleeg het hoofdstuk "Rijden" voor meer
informatie over de elektrische parkeerrem.
Uitschakeling van
de automatische
werking van
de elektrische
parkeerrem
permanent
. De functies "automatisch
aantrekken" (bij het afzetten
van de motor) en "automatisch
ontgrendelen" zijn
uitgeschakeld of werken niet. Activeer de functie (volgens land van
bestemming) via het confi guratiemenu van de
auto of raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde werkplaats.
Voet op het
rempedaal
permanent. Het rempedaal moet worden
ingetrapt. Trap het rempedaal in om de motor te
starten (bij de gestuurde handgeschakelde
zesversnellingsbak met de selectiehendel in
stand N
, en bij de automatische transmissie de
selectiehendel in stand P
).
Als u de handrem vrijzet zonder het rempedaal
in te trappen, blijft dit verklikkerlampje branden.
knippert.
Als u de auto met een gestuurde
handgeschakelde versnellingsbak
op een helling te lang probeert tegen
te houden door het gaspedaal in te
trappen, raakt de koppeling oververhit.
Gebruik het rempedaal en/of de elektrische
parkeerrem.
Stop & Start
permanent. Het Stop & Start-systeem
heeft de motor in de STOP-
stand gezet(verkeerslicht,
stopbord, opstopping, enz.). Het lampje gaat uit en de motor wordt
automatisch gestart als u wilt wegrijden.
knippert
enkele
seconden
en gaat dan
uit. De STOP-stand is nu niet
beschikbaar of
De motor wordt automatisch
gestart. Raadpleeg het hoofdstuk "Rijden - § Stop &
Start-systeem" voor bijzonderheden van de
Stop- en Start-stand.
Page 34 of 328
32
CO
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.
Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een bericht op het multifunctionele display.
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Passagiersairbag
permanent. De schakelaar in het
dashboardkastje staat in de
stand " OFF
".
De frontairbag aan
passagierszijde is uitgeschakeld.
In dit geval kunt u een
kinderzitje met de "rug in de
rijrichting" plaatsen. Zet de schakelaar in de stand " ON
" om de
frontairbag aan passagierszijde in te schakelen.
Bevestig in dit geval op deze zitplaats geen
kinderzitje met de "rug in de rijrichting".
(ESP/ASR)
permanent. De toets (links onder op het
dashboard) of de draaiknop
van de "Grip control" is
geactiveerd. Het bijbehorende
verklikkerlampje brandt.
De functie ESP/ASR is
uitgeschakeld.
ESP: dynamische stabiliteitscontrole.
ASR: antispinregeling. Druk op de toets om de functie ESP/ASR te
activeren of zet de draaiknop "Grip control" op
ESP. Het verklikkerlampje dooft.
Het systeem wordt automatisch opnieuw
ingeschakeld bij snelheden hoger dan
ongeveer 50 km/h.
De functie ESP/ASR wordt automatisch
ingeschakeld als de motor wordt gestart.
Page 35 of 328
CO
Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende waarschuwingslampjes gaat branden, wijst dit op een storing
in het desbetreffende systeem en moet de bestuurder actie ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende informatie, die via een
melding op het multifunctionele display wordt weergegeven.
Raadpleeg indien nodig het PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
STOP
permanent, alleen of in
combinatie met een ander
waarschuwingslampje,
een geluidssignaal en een
melding op het display.
Dit waarschuwingslampje
brandt bij een ernstige
storing in het remsysteem,
de stuurbekrachtiging, het
motoroliecircuit, het koelcircuit
en bij een lekke band. Zet de auto zo snel mogelijk op een
veilige plaats stil, want de motor kan
onder het rijden afslaan.
Zet het contact af en neem contact
op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats .
Service
brandt tijdelijk. Er is een kleine storing
opgetreden waarbij geen
specifi ek controlelampje gaat
branden.
Identifi ceer de storing met behulp van de
melding op het display, bijvoorbeeld:
- het sluiten van de portieren, achterklep
of motorkap,
- het motorolieniveau,
- het niveau van de ruitensproeiervloeistof,
- de batterij van de afstandsbediening,
- de bandenspanning,
- vervuiling van het roetfi lter (diesel).
- ...
Raadpleeg in andere gevallen het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde
werkplaats.
permanent. Er is een ernstige storing
opgetreden waarbij geen
specifi ek controlelampje gaat
branden. Identifi ceer de storing met behulp van
de melding op het display en raadpleeg
het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
(Roetfi lter
(FAP),
diesel)
permanent, enige tijd
in combinatie met
de melding "Kans op
verstopping roetfi lter". Geeft aan dat het roetfi lter
verstopt begint te raken. Regenereer het roetfi lter, als de
verkeersomstandigheden het toelaten, door
met een snelheid van minimaal 60 km/h te
rijden tot het verklikkerlampje Service dooft.
permanent.
Geeft aan dat het minimumniveau
van het additiefreservoir is bereikt. Laat het reservoir zo snel mogelijk bijvullen door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Page 36 of 328
34
CO
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Elektrische
parkeerrem
knippert. Het aantrekken of vrijzetten
van de elektrische
parkeerrem is onderbroken.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige
plaats.
Parkeer de auto op een horizonale ondergrond,
zet het contact af en raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.
+
Storing
elektrische
parkeerrem
permanent. Er is een storing in de
elektrische parkeerrem. Het automatisch aantrekken/vrijzetten is
niet meer mogelijk.
Raadpleeg zo snel mogelijk
het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
De rem kan handmatig worden vrijgezet
via de speciale noodontgrendeling.
Raadpleeg voor meer informatie over
de elektrische parkeerrem het hoofdstuk
"Rijden".
Remsysteem
permanent, in
combinatie met het
STOP-lampje. Het remvloeistofniveau is te
laag.
Zet de auto zo snel mogelijk stil, in veilige
omstandigheden.
Vul het niveau bij met de door PEUGEOT
voorgeschreven remvloeistof.
Als het probleem zich blijft voordoen, laat het
systeem dan controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.
+
permanent, in
combinatie met het
storingslampje van de
elektrische parkeerrem,
indien deze is vrijgezet.
Er is een storing in het
remcircuit. Zet de auto zo snel mogelijk stil, in
veilige omstandigheden.
Zet het contact af en raadpleeg
het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats
+
permanent, in
combinatie met het
STOP-LAMPJE en
het ABS-lampje. Er is een storing in
de elektronische
remdrukregelaar (EBD).
Zet de auto zo snel mogelijk stil, in veilige
omstandigheden.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalifi ceerde werkplaats.
Antiblokkeersysteem
(ABS)
permanent. Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en
raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Page 37 of 328
35
CO
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Zelfdiagnose
motor
permanent. Er is een storing in de
emissieregeling.
Het controlelampje moet doven als de motor
wordt gestart.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats als dit niet het geval is.
knippert. Er is een storing in het
motormanagementsysteem. Kans op beschadiging van de katalysator.
Laat dit controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Laag
brandstofniveau
permanent, met de
wijzer in het rode
gebied. Als het lampje gaat branden
zit er nog ongeveer 6 liter
brandstof in de tank.
Vanaf dit moment worden de
laatste liters brandstof in de
tank aangesproken.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u met een
lege tank strandt.
Dit controlelampje gaat elke keer na het aanzetten van het
contact branden zolang er niet voldoende brandstof getankt is.
Inhoud brandstoftank: ongeveer 60 liter
.
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is, hierdoor kunnen het
emissieregelsysteem en het injectiesysteem beschadigd raken.
Te hoge
koelvloeistoftemperatuur
permanent, met de
wijzer in het rode
gebied. De temperatuur van de
koelvloeistof is te hoog.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de
koelvloeistof tot de motor is afgekoeld.
Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg
dan het PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde
werkplaats.
Motoroliedruk
permanent. Er is een storing in de
motorsmering.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde
werkplaats.
Dynamische
stabiliteitscontrole
(ESP/ASR)
knippert. De ESP-/ASR-regeling is
actief. Deze functie verbetert de aandrijving en
zorgt voor een betere koersstabiliteit.
permanent.
Storing in het ESP-/ASR-systeem,
tenzij deze is uitgeschakeld (toets
ingedrukt en verklikkerlampje van
de toets brandt). Laat het systeem controleren door
het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Page 38 of 328
36
CO
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Laadstroom
accu
permanent.
Er is een storing in het
laadstroomcircuit van de accu
(vervuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem dynamo
ontspannen of gebroken...). Het lampje moet bij het starten van de motor
uitgaan. Parkeer de auto op een veilige plek.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats als dit niet het
geval is.
Een of meer
portier
e
n
geopend
permanent, bij een snelheid
lager dan 10 km/h.
Een portier, de achterklep,
het onderste deel van de
achterklep of de motorkap
(uitsluitend met alarm) is niet
goed gesloten. Sluit het desbetreffende carrosseriedeel.
permanent in combinatie
met een geluidssignaal,
bij een snelheid hoger
dan 10 km/h.
Veiligheidsgordel
niet vastgemaakt
of
losgemaakt.
permanent, en
knippert vervolgens in
combinatie met een
in volume toenemend
geluidssignaal. De bestuurder en/of de
voorpassagier heeft zijn
veiligheidsgordel niet
vastgemaakt of losgemaakt. Trek aan de gordel en klik de gesp vast
in de gesphouder.
Airbags
tijdelijk. Het lampje brandt gedurende
enkele seconden en dooft als
het contact wordt aangezet.
Het lampje moet doven zodra de motor wordt
gestart.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats als dit niet het geval is.
permanent. Er is een storing in
een van de airbags
of de pyrotechnische
gordelspanners. Laat dit controleren door het
PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Aanwezigheid
water in
brandstof
permanent. Er bevindt zich water in het
brandstoffi lter.
Risico van beschadiging van het
inspuitsysteem bij dieselmotoren.
Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Page 39 of 328
37
CO
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Als bij draaiende motor de wijzer zich
bevindt in:
- zone A
, is de temperatuur in orde,
- zone B
, is de temperatuur te hoog.
Het waarschuwingslampje te hoge
koelvloeistoftemperatuur 1
gaat
branden in combinatie met het
waarschuwingslampje STOP
, een
geluidssignaal en een melding op
het display. De temperatuur en de druk in het koel-
circuit beginnen na enkele minuten rij-
den te stijgen.
Om koelvloeistof bij te vullen:
)
wacht tot de motor is afgekoeld,
)
draai de dop twee omwentelingen
los om de druk te laten dalen,
)
verwijder vervolgens de dop,
)
vul bij tot aan het merkteken "MAXI".
Stop zo snel mogelijk op een veilige
plaats.
Wacht enkele minuten voordat u de mo-
tor afzet.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde werkplaats.
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Bochtverlichting
knippert. Er is een storing in de
bochtverlichting. Laat dit controleren door het
PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Bandenspanning
te laag
permanent. De bandenspanning van een
of meerdere wielen is te laag. Controleer zo snel mogelijk de
bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude
banden te worden uitgevoerd.
Page 40 of 328
38
CO
Onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator geeft aan hoe-
veel kilometer u nog verwijderd bent
van de eerstvolgende onderhoudscon-
trole volgens het onderhoudsschema
van de fabrikant.
Deze afstand wordt berekend vanaf de
laatste nulstelling van de onderhouds-
intervalindicator op basis van twee pa-
rameters:
- het aantal afgelegde kilometers,
- de verstreken tijd sinds de laatste
onderhoudscontrole.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is 1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende 5 seconden de onderhouds-
sleutel branden. De kilometerteller geeft
de resterende kilometers tot de eerst-
volgende onderhoudscontrole aan.
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvol-
gende onderhoudscontrole bedraagt
2800 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft
het display gedurende 5 seconden het
volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het
contact verdwijnt de sleutel ; de tel-
ler geeft weer de kilometerstand en de
stand van de dagteller aan.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000 km
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvol-
gende onderhoudscontrole bedraagt
900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft
het display gedurende 5 seconden het
volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het
contact treedt de kilometerteller weer
in werking en blijft de sleutel branden
om aan te geven dat er binnenkort on-
derhoudswerkzaamheden uitgevoerd
moeten worden.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, ver-
schijnt er geen onderhoudsinformatie
op het display.