Peugeot 301 2015 Handleiding (in Dutch)
Page 151 of 240
149
301_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2014
Spaarfase
De spaar fase stuurt de elektrische functies van
de auto aan om het ontladen van de accu te
voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband met de
laadtoestand van de accu enkele functies
(airconditioning, achterruitverwarming,
...)
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch
ingeschakeld zodra de laadtoestand van de
accu dit toelaat.
Het is raadzaam de accu los te
koppelen als uw auto langer dan een
maand buiten gebruik is. Accu's bevatten schadelijke stoffen,
zoals zwavelzuur en lood. Accu's
moeten volgens de wettelijke
voorschriften worden afgevoerd en
mogen in geen geval bij het huisvuil
terechtkomen.
Lever lege batterijen en accu's in bij een
speciaal afvalstoffendepot. Bescherm uw ogen en gezicht voordat u
handelingen aan de accu uitvoert.
Voer ingrepen aan de accu uitsluitend
uit in een goed geventileerde ruimte, ver
van open vuur of vonken veroorzakende
bronnen, om elk risico van brand- of
explosiegevaar uit te sluiten.
Probeer niet een bevroren accu op
te laden: de accu moet eerst worden
ontdooid om explosiegevaar uit te sluiten.
Als de accu bevroren is geweest, laat deze
dan eerst controleren, voordat u hem laat
opladen door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats. Zij
controleren of de inwendige componenten
zijn beschadigd en of de behuizing
scheuren vertoont, waardoor giftige
en corrosie-veroorzakende accuzuren
zouden kunnen weglekken.
Keer de polariteiten niet om en gebruik
uitluitend een 12-volt accu.
Maak de accupoolklemmen niet los bij
draaiende motor.
Laad de accu niet op zonder de
accupoolklemmen los te nemen.
Was uw handen als de werkzaamheden
beëindigd zijn.
Het aanduwen om de motor te starten is bij
een auto met een elektronisch gestuurde
versnellingsbak of een automatische
versnellingsbak niet toegestaan.
Laden met behulp van een
acculader
F Maak de accupoolklemmen los.
F
V olg de aanwijzingen van de fabrikant van
de acculader.
F
S
luit de accukabels weer aan, te beginnen
met de (-) kabel.
F Controleer of de accupolen en de klemmen schoon zijn. Indien ze bedekt zijn met een
(witte of groene) oxidatielaag, neem dan de
accukabels los en reinig de polen en klemmen.
Een aantal functies is niet beschikbaar
als de laadtoestand van de accu
onvoldoende is.
9
Praktische informatie
Page 152 of 240
150
301_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2014
De eco-mode bepaalt de maximale
gebruiksduur van een aantal functies om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een
aantal elektrische functies zoals het audio-
en telematicasysteem, de ruitenwissers,
dimlichten, plafonniers, ... nog in totaal
maximaal 30
minuten gebruiken.
Eco-mode
Inschakelen van de eco-
mode
Als deze tijd is verstreken, geeft een melding
op het display aan dat de eco-mode is
ingeschakeld en worden de actieve functies in
de ruststand gezet.
Als u op het moment dat de eco-mode wordt
ingeschakeld aan het telefoneren bent, kan het
gesprek nog gedurende ongeveer 10 minuten
worden voortgezet via de handsfree set van uw
autoradio.
Uitschakelen van de eco-
mode
De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart wordt.
F
S
tart om de functies direct weer te kunnen
gebruiken de motor en laat deze minstens
5
minuten draaien.Als de accu ontladen is, kan de
motor niet gestart worden (zie de
desbetreffende paragraaf).
Praktische informatie
Page 153 of 240
151
301_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2014
Wisserbladen vervangen
Voordat u een wisserblad
demonteert
F Bedien de ruitenwisserschakelaar binnen één minuut na het afzetten van het contact
om de ruitenwissers naar het midden van
de voorruit te verplaatsen.
Demonteren
F Til de desbetreffende ruitenwisserarm op.
F M aak het wisserblad los en verwijder het.
Monteren
F Breng het nieuwe wisserblad aan en klik het vast.
F
Z
et de ruitenwisserarm voorzichtig terug.
Na het monteren van een
wisserblad vóór
F Zet het contact aan.
F B edien nogmaals de
ruitenwisserschakelaar om de
ruitenwissers in de ruststand te zetten.
9
Praktische informatie
Page 154 of 240
152
301_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2014
Slepen van de auto
Toegang tot het
gereedschap
Het sleepoog bevindt zich onder de vloerplaat
van de bagageruimte:
F
o
pen het kofferdeksel,
F
t
il de vloerplaat op en ver wijder deze,
F
n
eem het sleepoog uit de houder.
Algemene aanwijzingen
Volg de huidige wetgeving in uw land op.
Controleer of het gewicht van de trekkende auto hoger is dan van de auto die wordt gesleept.
Er moet iemand achter het stuur van de gesleepte auto blijven zitten. Deze persoon moet
beschikken over een geldig rijbewijs.
Gebruik bij het slepen met 4 wielen op de grond altijd een goedgekeurde sleepstang;
touwen en riemen zijn verboden.
De bestuurder van de slepende auto moet voorzichtig wegrijden.
Bij het slepen van de auto met stilstaande motor zijn de rem- en stuurbekrachtiging
uitgeschakeld.
Laat uw auto in de volgende gevallen slepen door een professioneel bergingsbedrijf :
-
a
ls de auto is gestrand op de autosnelweg,
-
b
ij auto's met vier wielaandrijving,
-
a
ls het niet mogelijk is de versnellingsbak in de neutraalstand te zetten, het stuurslot te
ontgrendelen of de handrem los te zetten,
-
b
ij takelen met slechts twee wielen op de grond,
-
bij
het ontbreken van een goedgekeurde sleepstang...
U kunt de auto laten slepen door een andere auto.
Praktische informatie
Page 155 of 240
153
301_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2014
Slepen van uw autoSlepen van een
andere auto
F Maak het klepje in de voorbumper los door
op het linker gedeelte van het klepje te
drukken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
Be
vestig de sleepstang. Zet de versnellingsbak in de
neutraalstand (stand N
bij auto's met een
elektronisch gestuurde versnellingsbak
of een automatische transmissie).
Als dit voorschrift niet wordt
opgevolgd, kunnen bepaalde
onderdelen (remsysteem, aandrijving,
...) beschadigd raken en werkt de
rembekrachtiger na het starten van de
motor mogelijk niet meer.
F O ntgrendel de stuurinrichting door
de sleutel in het contact één stand te
verdraaien en zet de parkeerrem vrij.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van beide
auto's in.
F
R
ijd voorzichtig weg en houd zowel
de snelheid als het af te leggen traject
beperkt. Deze manier van slepen is strikt
verboden (kans op beschadiging van
uw auto).
9
Praktische informatie
Page 156 of 240
154
301_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2014
Trekken van een aanhanger
Wij raden u aan gebruik te maken van
een speciaal door PEUGEOT geteste
en goedgekeurde trekhaak inclusief
bedrading en deze door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats te laten monteren.
Als de trekhaak wordt gemonteerd door
een bedrijf dat niet tot het PEUGEOT-
netwerk behoort, moet de montage
altijd volgens de voorschriften van de
fabrikant worden uitgevoerd.
Uw auto is hoofdzakelijk bedoeld voor het
vervoer van personen en bagage, maar is
tevens geschikt voor het trekken van een
aanhanger.
Het rijden met een aanhanger heeft
veel invloed op het rijgedrag van de
auto en vergt daarom extra aandacht
van de bestuurder.
Praktische informatie
Page 157 of 240
155
301_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2014
Adviezen
Gewichtsverdeling
F Verdeel het gewicht in de caravan/aanhanger gelijkmatig, plaats zware
voor werpen zo dicht mogelijk bij de as en
houd u aan de toegestane kogeldruk.
Door een geringere luchtdichtheid nemen
de prestaties van de motor af als men op
grotere hoogte boven de zeespiegel komt.
Trek boven de 1000
m 10% van het maximale
aanhangergewicht af en herhaal dit voor elke
volgende 1000
m.
Zijwind
F Houd er rekening mee dat de zijwindgevoeligheid van de auto groter is.
Koeling
Het trekken van een aanhanger op
een helling veroorzaakt een hogere
koelvloeistoftemperatuur.
De koelventilator wordt elektrisch bediend en is
niet afhankelijk van het motortoerental.
F
P
as uw snelheid aan om het toerental te
beperken.
Het maximale aanhangergewicht is
afhankelijk van het hellingspercentage en de
buitentemperatuur.
Let in elk geval goed op de aanwijzing van de
koelvloeistoftemperatuurmeter.
F
A
ls het waarschuwingslampje
van de koelvloeistoftemperatuur
gaat branden in combinatie met
het waarschuwingslampje STOP ,
stop dan zo snel mogelijk en zet
de motor af.
Remmen
Het trekken van een aanhanger verlengt de
remweg.
Bij een lange afdaling is het, om te voorkomen
dat de remmen oververhit raken, raadzaam om
op de motor af te remmen.
Banden
F Controleer de bandenspanning van de auto en de aanhanger en breng deze indien
nodig op de juiste waarde.
Verlichting
F Controleer de verlichting van de aanhanger.
Raadpleeg de rubriek "Technische gegevens"
voor de gewichten en aanhangergewichten die
voor uw auto van toepassing zijn.
De parkeerhulp wordt automatisch
uitgeschakeld als bij het aankoppelen
van een aanhanger een originele
PEUGEOT-trekhaak wordt gebruikt.
9
Praktische informatie
Page 158 of 240
156
301_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2014
Sneeuwscherm(en)*
Afneembaar scherm dat op het onderste gedeelte van de voorbumper wordt geplaatst om een opeenhoping van sneeuw bij de koelventilator van de
radiateur te voorkomen.
Afhankelijk van de uitvoering is uw auto voorzien van één of twee schermen.
Plaatsen
F Breng het desbetreffende scherm aan op het onderste gedeelte of op het gedeelte
linksboven van de voorbumper.
F
Z
et het scherm vast door de
bevestigingsclips op de omtrek één voor
één aan te drukken.
Verwijderen
F Wip met een schroevendraaier de bevestigingsclips één voor één los.
* Volgens land van bestemming. Vergeet niet het sneeuwscherm (of de
sneeuwschermen) te verwijderen bij:
-
e
en buitentemperatuur hoger dan
10°C,
-
h
et trekken van een aanhanger,
-
e
en wagensnelheid hoger dan
120
km/h.
Praktische informatie
Page 159 of 240
157
301_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2014
Accessoires
Een ruime keuze aan accessoires en originele onderdelen wordt u aangeboden door het
PEUGEOT-netwerk.
Deze accessoires en onderdelen zijn volledig aangepast aan uw auto, zijn voorzien van een
artikelnummer en beschikken over de garantie van PEUGEOT.
"Comfort":
windgeleiders, zonneschermen opzij en
zonnescherm voor de achterruit, rokersset,
uitneembare parfumeur, bagagestoppers,
kledinghanger, armsteun, thermobox,
leeslamp, snelheidsregelaar, opbergruimte in
de bagageruimte, parkeerhulp voor en achter,
deksel voor het dashboardkastje, ...
"Transportmiddelen":
trekhaken, trekhaakbedradingen, kajakdrager,
allesdragers, fietsendrager voor bevestiging
op de trekhaak, fietsendrager voor bevestiging
op de allesdragers, skidrager, dakkoffers,
aluminium imperiaal, ...
"Veiligheid":
wielbouten met slot, kinderzitjes,
verbandtrommel, gevarendriehoek,
veiligheidsvest, sneeuwkettingen,
sneeuwsokken, mistlampenset,
brandblusser, ...
De trekhaak moet door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats worden gemonteerd.
Onderhoudstips
In het garantie- en onderhoudsboekje van
uw auto vindt u de algemene adviezen met
betrekking tot het onderhouden van uw auto.
"Styling":
pookknoppen, handgreep van de
handremhendel, achterspoiler, lichtmetalen
velgen, sierdelen voor de mistlampen,
verchroomde buitenspiegelkappen, aluminium
voetsteun, verchroomde uitlaatsierstukken,
stickers, dorpelbeschermers, badge "Ligne S",
naafdoppen, voorspoiler, ...
9
Praktische informatie
Page 160 of 240
158
301_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2014
* Om te voorkomen dat de pedalen blijven hangen:
-
c
ontroleer of de mat goed op zijn plaats
ligt en goed is bevestigd,
-
l
eg nooit meerdere matten boven op
elkaar.
"Bescherming":
matten*, stoelhoezen, alarmsysteem,
spatlappen voor en achter, bak in de
bagageruimte, mat voor de bagageruimte,
zijstootlijsten, stootlijsten voor de bumpers,
transparante dorpelbescherming voor de
bagageruimte, beschermplaat onder de
motor, ...
Het monteren van elektrische apparatuur
of accessoires die niet onder een
artikelnummer in het assortiment van
PEUGEOT voorkomen, kan leiden tot
storingen in het elektronisch systeem van
uw auto en een verhoogd stroomverbruik
veroorzaken.
Houd hier rekening mee en neem contact
op met een vertegenwoordiger van het merk
PEUGEOT om u te laten informeren over
het assortiment uitrustingen en accessoires
voorzien van een artikelnummer.
Installeren van
radiocommunicatiezenders
Voordat u radiozenders met
buitenantenne als uitrusting
achteraf monteert, kunt u bij het
PEUGEOT-netwerk de technische
gegevens (frequentieband, maximaal
uitgangsvermogen, positie antenne,
specifieke installatievoorschriften) van
de voor montage geschikte zenders
opvragen, conform de Richtlijn
Elektromagnetische Compatibiliteit
(2004/104/EG).Afhankelijk van de lokale wetgeving
kan de aanwezigheid van bepaalde
veiligheidsuitrusting verplicht zijn:
veiligheidsvesten, gevarendriehoeken,
alcoholtests, een set reservelampen,
reservezekeringen, een brandblusser,
een verbandtrommel, spatlappen aan
de achterzijde van de auto.
U kunt bij het PEUGEOT-netwerk ook
terecht voor het aanschaffen van producten
voor reiniging, onderhoud (interieur en
exterieur), waaronder de ecologische
producten uit het gamma "TECHNATURE",
en bijvullen (ruitensproeiervloeistof, ...),
lakstiften en spuitbussen met de kleur
die exact overeenkomt met die van uw
auto en navulpatronen (flacon voor
bandenreparatieset...), ...
"Multimedia":
autoradio's, portable en semi-geïntegreerde
navigatiesystemen, vaste handsfree set,
Bluetooth handsfree set, universele lader op
zonneënergie, luidsprekers en bedrading,
230V-aansluiting, houder multimediasysteem
achter, telefoonhouder, ...
Praktische informatie