Peugeot 301 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 51 of 240

49
301_nl_Chap03_confort_ed01-2014
3. Luchtverdeling
Voorruit en zijruiten.
Voorruit, zijruiten en beenruimte.
Beenruimte.
Middelste ventilatieroosters,
zijventilatieroosters en beenruimte.De luchtstroom kan worden
gevarieerd door de knop in een
middenstand te zetten of door de
ventilatieroosters te sluiten. F

V
erplaats de knop weer naar
rechts in de stand "Toevoer van
buitenlucht".
F

V
erplaats de knop naar links in
de stand "Luchtrecirculatie".
5. Airconditioning aan/uit
Het systeem stelt u in staat:
- d e temperatuur in het interieur 's zomers te
verlagen,
-

i
n de winter bij temperaturen boven 3°C
beslagen ruiten snel te ontwasemen.
Aan
F Druk op de toets 5 : het desbetreffende
lampje gaat branden.
Uit
F Druk nogmaals op de toets 5 : het
desbetreffende lampje gaat uit.
Door het uitschakelen van de airconditioning
kan hinder ontstaan (vocht, beslaan van ruiten). De airconditioning kan tijdens alle
seizoenen effectief gebruikt worden,
mits de ruiten zijn gesloten.
De airconditioning werkt niet als de
aanjagerknop 2 in de stand "0"
staat.
Om de toevoer van koele lucht te versnellen
kunt u gedurende enkele ogenblikken de
recirculatie van de interieurlucht inschakelen.
Schakel daarna weer over op de toevoer van
buitenlucht.
Middelste ventilatieroosters en
zijventilatieroosters.
4. Toevoer van buitenlucht/
luchtrecirculatie
De recirculatiestand dient om de luchttoevoer
af te sluiten bij stank en stofoverlast.
Schakel zo snel mogelijk de toevoer van
buitenlucht weer in om te voorkomen dat de
luchtkwaliteit in het interieur achteruitgaat en
de ruiten beslaan.
3
Comfort

Page 52 of 240

50
301_nl_Chap03_confort_ed01-2014
Elektronische airconditioning (met display)
Dit systeem werkt uitsluitend bij draaiende motor.
1. Toevoer van buitenlucht/luchtrecirculatie
De recirculatiestand dient om de luchttoevoer
af te sluiten bij stank en stofoverlast.
2. Temperatuurregeling
F Druk op de toetsen " 5" (rood
voor warm) en " 6" (blauw voor
koud) om de temperatuur naar
behoefte in te stellen.
Er verschijnen of verdwijnen
geleidelijk temperatuurbalkjes op het
display van de airconditioning.
Schakel deze stand, zodra dit mogelijk is, weer
uit om te voorkomen dat de luchtkwaliteit in het
interieur achteruitgaat en de ruiten beslaan.
F

D

ruk op deze toets om de toevoer van
buitenlucht uit te schakelen en de lucht
in het interieur te laten recirculeren.
Het lampje op het display van de
airconditioning gaat branden. F

D

ruk nogmaals op de toets om
de toevoer van buitenlucht weer
in te schakelen. Het lampje op
het display van de airconditioning
gaat uit.
3. Ontdooiing - ontwaseming vóór
Zie de desbetreffende rubriek.
Comfort

Page 53 of 240

51
301_nl_Chap03_confort_ed01-2014
4. Aan / Uit airconditioning
F Druk op de toets "A /C ", het
verklikkerlampje op het display
van de airconditioning gaat
branden.
Uitschakelen
Met deze toets wordt de lucht in het
interieur snel gekoeld.
5. Airconditioning: toets A/C MAX
Aan
F Druk op de toets "A /C M A X " , het
verklikkerlampje op het display van de
airconditioning gaat branden.
F

D

ruk opnieuw op de toets "A /C " , het
verklikkerlampje op het display van de
airconditioning gaat uit.
Als de airconditioning wordt uitgeschakeld,
wordt het thermische comfort niet meer
geregeld (vocht, beslagen ruiten).
Inschakelen
Uit
F Druk opnieuw op de toets "A /C M A X " ,
het verklikkerlampje op het display van de
airconditioning gaat uit.
6. Luchtverdeling
F Druk herhaaldelijk op de toets om de luchtstroom te verdelen
naar:
-

d
e voorruit en de zijruiten
(ontwasemen of ontdooien),
-

d
e voorruit, de zijruiten en de
ventilatieroosters,
-

d
e voorruit, de zijruiten,
de ventilatieroosters en de
beenruimte,
-

d
e voorruit, de zijruiten en de
beenruimte,
-

d
e beenruimte,
-

d
e ventilatieroosters en de
beenruimte,
-
d

e ventilatieroosters.
3
Comfort

Page 54 of 240

52
301_nl_Chap03_confort_ed01-2014
7. Luchtopbrengstregeling
F Druk op de toets "Grote
propeller " om de luchtopbrengst
te verhogen.
F

D
ruk op de toets "Kleine
propeller" om de luchtopbrengst
te verlagen.
Uitschakelen van het systeem
F Druk op de toets "Kleine propeller"
van de luchtopbrengstregeling totdat
alle balkjes op het display van de
airconditioning zijn verdwenen.
Hiermee worden alle functies van de
airconditioning uitgeschakeld.
De temperatuur wordt niet meer geregeld, maar
er blijft een kleine luchtstroom gehandhaafd.
Druk op de toets "Grote propeller" van de
luchtopbrengstregeling om het systeem weer in
te schakelen.
Er verschijnen geleidelijk balkjes van de
luchtopbrengst.
Rijd niet te lang met een uitgeschakeld
airconditioningssysteem (kans op
beslaan van de ruiten en vermindering
van de luchtkwaliteit).
De balkjes van de luchtopbrengst verdwijnen
geleidelijk.
Comfort

Page 55 of 240

53
301_nl_Chap03_confort_ed01-2014
Ontwasemen - Ontdooien voorzijde
Deze opdruk op het bedieningspaneel geeft aan in welke stand de knoppen moeten
staan om de voorruit en de zijruiten snel te ontwasemen of te ontdooien.
Met verwarmings-/
ventilatiesysteemMet handbediende
airconditioning (zonder
display)Met elektronische
airconditioning (met
display)
F Zet de knoppen van de luchttemperatuur
en de aanjagersnelheid in de met de
desbetreffende opdruk weergegeven
stand.
F

Z
et de knop van de luchttoevoer in de
stand "Toevoer van buitenlucht"
(

knop naar rechts geschoven).
F

Z
et de knop van de luchtverdeling in de
stand "Voorruit". F
D ruk op deze toets. H
et lampje van de toets gaat
branden.
F

D
ruk nogmaals op deze toets om
de airconditioning uit te zetten.
H

et lampje van de toets gaat uit.
F
Z et de knoppen van de luchttemperatuur
en de aanjagersnelheid in de met de
desbetreffende opdruk weergegeven
stand.
F

Z
et de knop van de luchttoevoer in de
stand "Toevoer van buitenlucht"
(

knop naar rechts geschoven).
F

Z
et de knop van de luchtverdeling in de
stand "Voorruit".
F

S
chakel de airconditioning in door de
desbetreffende toets in te drukken; de
bijbehorende knop gaat branden.
3
Comfort

Page 56 of 240

54
301_nl_Chap03_confort_ed01-2014
Achterruitverwarming
De achterruitver warming kan worden ingeschakeld met de toets op het bedieningspaneel
van de verwarming/ventilatie of de airconditioning.
Aan
De achterruitverwarming werkt uitsluitend bij
draaiende motor.
F
D
ruk op deze toets om de achterruit
en de buitenspiegels (afhankelijk van
de uitvoering) te ontwasemen. Het
controlelampje van de toets gaat branden.
Uit
De achterruitverwarming wordt automatisch
uitgeschakeld om onnodig stroomverbruik te
voorkomen.
F

U k
unt de achterruitver warming ook eerder
uitschakelen door nogmaals op de toets te
drukken. Het controlelampje van de toets
gaat uit.
F

S
chakel, zodra de omstandigheden
het toelaten, de achterruit- en
buitenspiegelverwarming uit (volgens
uitvoering), omdat een geringer
stroomverbruik leidt tot een verlaging van
het brandstofverbruik.
Verwarming onderzijde
voorruit*
Bij koud weer zal, bij het inschakelen van de
achterruitver warming, ook de onderzijde van
de voorruit worden ver warmd om er voor te
zorgen dat de ruitenwissers niet door sneeuw
of ijs op de voorruit vastgeplakt blijven.
Deze functie is actief zodra de
buitentemperatuur lager is dan 0°C.
* Volgens land van bestemming.
Comfort

Page 57 of 240

55
301_nl_Chap04_amenagements_ed01-2014
Indeling van het
interieur
1. Zonneklep
2. Dashboardkastje
(

zie de volgende bladzijde voor meer
informatie)
3.
P

ortier vakken
4.
O

pen opbergvak
5.
A

sbak / Bekerhouder
6.
U

SB-/Jack-aansluiting
A

ansteker /12V-aansluiting
Z

ie de volgende bladzijde voor meer
informatie.
7.
M

iddenarmsteun met opbergvak


of
A

sbak / Bekerhouder / Flessenhouder
4
Indelingen

Page 58 of 240

56
301_nl_Chap04_amenagements_ed01-2014
Dashboardkastje
Zonneklep
De zonneklep kan zowel omlaag als naar opzij
worden geklapt.
De zonneklep aan passagierszijde is voorzien
van een afdekbare make-upspiegel en een
tickethouder. In het dashboardkastje kunnen een fles
mineraalwater, de boorddocumentatie enz.
worden opgeborgen.
Afhankelijk van de uitvoering, is het
dashboardkastje voorzien van een deksel.
Indien dit het geval is:
F

T
rek de handgreep omhoog om het
dashboardkastje te openen.
De schakelaar voor het uitschakelen van de
airbag aan passagierszijde A bevindt zich in
het dashboardkastje.
Indelingen

Page 59 of 240

57
301_nl_Chap04_amenagements_ed01-2014
USB-/Jack-aansluiting
Deze aansluitmodule "AUX ", die bestaat uit
een JACK-aansluiting en een USB-poort,
bevindt zich op de middenconsole.
Hierop kunt u draagbare apparatuur aansluiten,
zoals een iPod
® of een USB-stick.
Dankzij de aansluitmodule kunt u de
audiobestanden op uw draagbare apparatuur
beluisteren via de luidsprekers van uw
audiosysteem.
U kunt deze bestanden beheren met
het bedieningspaneel van de autoradio
en ze weergeven op het display van het
instrumentenpaneel.
Tijdens het gebruik van de USB-poort kan de
draagbare apparatuur automatisch worden
opgeladen.
Tijdens het opladen wordt een melding weergegeven
als het stroomverbruik van het externe apparaat groter
is dan de door de auto geleverde stroomsterkte.
Armsteun vóór
Voor het comfort en als opbergmogelijkheid
voor de bestuurder en voorpassagier.
Opbergvakken
F Toegang tot het afgesloten opbergvak: til
de handgreep op om het deksel op te tillen.
F

T
oegang tot het open opbergvak onder de
armsteun: klap de armsteun in zijn geheel
naar achteren.
Aansteker / 12V-aansluiting
F Druk wanneer u de aansteker wilt gebruiken, deze in en wacht enkele
seconden tot de aansteker uit zichzelf naar
buiten springt.
F

V
er wijder de aansteker en sluit een
geschikte adapter aan als u een
12V-accessoire (maximaal vermogen:
120
W) wilt aansluiten.
U kunt bijvoorbeeld een telefoonlader of een
flessenwarmer op deze aansluiting aansluiten.
Plaats na het gebruik direct de aansteker terug.
Raadpleeg voor meer informatie over
het gebruik van deze uitrusting de
rubriek "Audio en telematica".
4
Indelingen

Page 60 of 240

58
301_nl_Chap04_amenagements_ed01-2014
Voorzieningen bagageruimte
1. Verlichting bagageruimte
2. Opbergbak
(

zie de volgende bladzijde voor meer
informatie)
Indelingen

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 240 next >