Peugeot 301 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 11 of 260

9
Beperk de oorzaken van een hoger
brandstofverbruik
Verdeel het gewicht evenwichtig over de auto: plaats de zwaarste
voor werpen in de bagageruimte, zo dicht mogelijk bij de achterbank.
Beperk de belading en de luchtweerstand (dakdragers, imperiaal,
fietsendrager, aanhanger, enz.) van uw auto.
gebru
ik liever een
dakkoffer.
Ver wijder na gebruik de dakdragers en het imperiaal.
Vervang na de winter zo snel mogelijk de winterbanden door
zomerbanden.
Houd u aan de onderhoudsvoorschriften
Controleer regelmatig de bandenspanning (bij koude banden), houd u
daarbij aan de bandenspanning die staat vermeld op de sticker op de
portiersponning aan bestuurderszijde.
Controleer de bandenspanning met name:
-
voo

r een lange rit,
-
bij

de wisseling van de seizoenen,
-
als d

e auto gedurende langere tijd niet is gebruikt.
Vergeet niet de bandenspanning van het reservewiel en van de wielen
van de aanhanger of de caravan te controleren.
Laat uw auto regelmatig onderhouden (olie verversen, oliefilter en
luchtfilter vervangen, enz.) en houd u daarbij aan het door de fabrikant
voorgeschreven interval.
Laat bij het tanken het vulpistool niet meer dan drie keer afslaan; zo
voorkomt u dat brandstof uit de tank stroomt.
u zu

lt bij een nieuwe auto merken dat pas na 3000
km h
et gemiddelde
brandstofverbruik zich stabiliseert.
.
Eco-rijden

Page 12 of 260

10
Instrumentenpaneel benzine - diesel
1. toerenteller (x 1000 t /min).
2. Disp lay.
3.
Sne

lheidsmeter (km/h). A. Info
rmatie elektronisch gestuurde
versnellingsbak of automatische transmissie.
Sc

hakelindicator.
B.
tijd.
C. Act

ieradius in combinatie met de brandstof of
het additief AdBlue en het SCR-systeem (km)
of Dag

teller.
D.
Bran

dstofmeter / Voorgloeien dieselmotor.
E.
onderh

oudsindicator (km)
ver

volgens,
ki

lometerteller.
Deze twee functies worden achtereenvolgens
na het aanzetten van het contact weergegeven.
F. Aanwijzingen van de snelheidsregelaar of
de snelheidsbegrenzer.
4.
Inf

ormatie over het onderhoud
Nul

stelling van de geselecteerde functie
(dagteller of onderhoudsindicator)
tijd

instellen.
KlokkenDisplay
Controle tijdens het rijden

Page 13 of 260

11
301_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2016
Verklikkerlampjes
een aantal verklikkerlampjes heeft
be ide mogelijkheden. of het c onstant
branden of knipperen van een
verklikkerlampje duidt op een storing,
is afhankelijk van de werkingsfase van
de auto.Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan bepaalde
waarschuwingslampjes enkele seconden
branden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten deze
lampjes weer uitgaan.
Als het lampje blijft branden, controleer dan
voordat u gaat rijden welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Sommige verklikkerlampjes kunnen gaan
branden in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het multifunctionele display.
Verklikkerlampjes kunnen constant branden of
knipperen.
De verklikkerlampjes geven de bestuurder informatie over de werking van een systeem (ingeschakeld of uitgeschakeld) of waarschuwen de bestuurder
in het geval van een storing (waarschuwingslampje).
1
Controle tijdens het rijden

Page 14 of 260

12
Verklikkerlampjes ingeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.Controlelampje StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Richtingaanwijzer
links knippert, met
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omlaag
beweegt.
Richtingaanwijzer
rechts knippert, met
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omhoog
beweegt.
Dimlicht permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
" D imlic ht ".
Grootlicht permanent. Als u de lichtschakelaar naar u toe
trekt.
trek a

an de lichtschakelaar om terug te schakelen
naar dimlicht.
Mistlampen vóór permanent. De mistlampen vóór zijn ingeschakeld
met de ring van de lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar twee standen
naar achteren om de mistlampen vóór uit te
schakelen.
Mistachterlicht permanent. Het mistachterlicht is ingeschakeld
met de ring van de lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar naar achteren om
het mistachterlicht uit te schakelen.
Raadpleeg voor meer informatie over de lichtschakelaar het hoofdstuk "Zicht".
Controle tijdens het rijden

Page 15 of 260

13
301_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Voorgloeien
dieselmotor permanent.
De sleutel staat in de tweede stand
(contact) van het contactslot. Wacht met starten tot het controlelampje uitgaat.
De wachttijd is afhankelijk van de
weersomstandigheden (in extreme gevallen
30
sec

onden).
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af.
Zet het contact dan weer aan en wacht opnieuw tot
het lampje uitgaat voordat u de motor start.
Handrem permanent. De handrem is aangetrokken of niet
goed vrijgezet. Zet de handrem vrij zodat het controlelampje uitgaat;
trap het rempedaal in.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
Raadpleeg het hoofdstuk "Rijden" voor meer
informatie over de handrem.
Voet op het
rempedaal permanent.
Het rempedaal moet worden
ingetrapt.
trap

bij de elektronisch gestuurde versnellingsbak het
rempedaal in om de motor te starten (selectiehendel
in stand N ).
Bij de automatische versnellingsbak moet u bij een
draaiende motor en voordat u de handrem vrijzet het
rempedaal intrappen om de selectiehendel vanuit
stand P in een andere stand te kunnen zetten.
Als u de handrem vrijzet zonder het rempedaal in te
trappen, zal dit verklikkerlampje blijven branden.
knippert. Als u de auto met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak op een
helling te lang probeert tegen te
houden door het gaspedaal in te
trappen, raakt de koppeling oververhit.
gebru

ik het rempedaal en/of de handrem.
1
Controle tijdens het rijden

Page 16 of 260

14
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Stop & Star t permanent. Het Stop & Start-systeem heeft de motor
in de S
toP-s

tand gezet (verkeerslicht,
stopbord, opstopping, enz.). Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart (S
tARt-st

and) als u wilt wegrijden.
knippert enkele
seconden en gaat
dan uit. De S
toP-s

tand is nu niet
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de
S
tARt-st

and gezet.Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Stop & Start-systeem.
Controle tijdens het rijden

Page 17 of 260

15
301_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2016
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.
Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een bericht op het display.Controlelampje StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Passagiersairbag permanent. De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "OFF".
De frontairbag aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
u ku

nt een kinderzitje met de "rug
in de rijrichting" plaatsen, behalve
in het geval van een storing in het
airbagsysteem (verklikkerlampje
airbags brandt). Zet de schakelaar in de stand "
ON" om de frontairbag
aan passagierszijde in te schakelen.
Bevestig in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitje
met de "rug in de rijrichting".
ESP/ASR permanent. De toets linksonder op het dashboard
wordt ingedrukt. Het bijbehorende
verklikkerlampje gaat branden.
De functie
eSP/

ASR wordt
uitgeschakeld.
eSP:

dynamische stabiliteitscontrole.
ASR: antispinregeling. Druk op de toets om de functie
eSP

/ASR in te
schakelen. Het verklikkerlampje dooft.
De functie
eSP/

ASR wordt automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestart.
Na uitschakelen van het systeem, wordt het
automatisch opnieuw ingeschakeld bij snelheden
hoger dan ongeveer 50
km

/h.
1
Controle tijdens het rijden

Page 18 of 260

16
Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende verklikkerlampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het desbetreffende systeem
en moet de bestuurder actie ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende informatie, die via een melding op het display wordt
weergegeven.
Raadpleeg indien nodig het P
euge
ot
-ne
twerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Controlelampje StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
STOP permanent,
in combinatie
met een ander
waarschuwingslampje. Dit waarschuwingslampje brandt bij
een te lage motoroliedruk of bij een te
hoge koelvloeistoftemperatuur.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Zet het contact af en neem contact op met het
P
euge

ot
-ne
twerk of met eengekwalificeerde
werkplaats.
Service tijdelijk.
er is ee

n kleine storing
opgetreden waarbij geen specifiek
verklikkerlampje gaat branden. Identificeer de storing met behulp van de melding op
het display zoals bijvoorbeeld:
-
de ma

te van vervuiling van het roetfilter (diesel),
-
de st

uurbekrachtiging,
-
een k

leine elektrische storing,
-
...
Ra

adpleeg in andere gevallen het P
eug
eot
-ne
twerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent.
er is ee

n ernstige storing
opgetreden waarbij geen specifiek
verklikkerlampje gaat branden. Identificeer de storing met behulp van de melding op
het display en raadpleeg het P
eug

eot
-ne
twerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Controle tijdens het rijden

Page 19 of 260

17
301_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Remsysteem permanent. Het remvloeistofniveau is te laag. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Vul het niveau bij met een vloeistof voorzien van een
artikelnummer van P
eug

eot
.
Als h

et probleem zich blijft voordoen, laat het systeem
dan controleren door het P
eug

eot
-ne
twerk of door
een gekwalificeerde werkplaats.
+ permanent, in
combinatie met het
waarschuwingslampje
ABS.
er is ee

n storing in de elektronische
remdrukregelaar (R
eF). Z

et de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Laat het systeem controleren door het P
eug

eot
-
net

werk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Te h o g e
koelvloeistoftemperatuurpermanent rood.De temperatuur van de koelvloeistof
is te hoog. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof
tot de motor is afgekoeld.
Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg
dan het P
eug

eot
-ne
twerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Bandenspanning
te laag permanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding. De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden te
worden uitgevoerd.
elke k

eer nadat u een of meer banden op spanning
hebt gebracht en na het verwisselen van een of meer
wielen, moet u het systeem resetten.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het bandenspanningscontrolesysteem.
+
knippert en brandt
vervolgens permanent,
in combinatie met het
verklikkerlampje Service.er zit een storing in de functie: de
ban denspanning wordt niet meer
gecontroleerd. Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Laat het systeem controleren door het Peug
eot-
net
werk of door een gekwalificeerde werkplaats.
1
Controle tijdens het rijden

Page 20 of 260

18
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Dynamische
stabiliteitscontrole
(ESP/ASR)knippert.De eSP- /ASR-regeling is actief. Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor
een betere koersstabiliteit.
permanent. Storing in het
eSP-

/ASR-systeem,
tenzij deze is uitgeschakeld (toets
ingedrukt en verklikkerlampje van de
toets brandt). Laat het systeem controleren door het P
eug

eot
-
net

werk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Zelfdiagnose
motor permanent.
er is ee

n storing in de
emissieregeling. Het controlelampje moet doven als de motor wordt
gestart.
Raadpleeg het P
eug

eot
-ne
twerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
knippert.
er is ee

n storing in het
motormanagementsysteem. Kans op beschadiging van de katalysator.
Laat dit controleren door het P
eug

eot
-ne
twerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Antiblokkeersysteem
(ABS)permanent.er is ee n storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg
zo snel mogelijk het P
eug

eot
-ne
twerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Motorstoring permanent oranje.
er is sp

rake van een kleine
motorstoring. Neem snel contact op met het P
eug

eot
-ne
twerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
permanent rood.
er is sp

rake van een ernstige
motorstoring waardoor de auto zou
kunnen stilvallen. Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Zet de auto stil, zet het contact af en neem contact op
met het P
eug

eot
-ne
twerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Controle tijdens het rijden

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 ... 260 next >