Peugeot 301 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 31 of 260

29
301_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2016
Monochroom display C (Autoradio / Bluetooth)
Dit display kan de volgende informatie
weergeven:
-
de ti
jd,
-
de da

tum,
-
de bu

itentemperatuur (de temperatuur
knippert bij kans op gladheid),
-
cont

role van te openen carrosseriedelen
(portieren, achterklep, ...),
-
de pa

rkeerhulp,
-
aud

iofuncties (radio, CD,
uSB-
/Jack-
aansluiting, ...),
-
inf

ormatie van de boordcomputer (zie het
hoofdstuk "Controle tijdens het rijden").
Het display kan tijdelijk
waarschuwingsmeldingen of informatie
weergeven. Deze kunnen worden gewist door
op de toets "BACK" te drukken. Druk op het bedieningspaneel van uw
Autoradio / Bluetooth-systeem:
F
op de t

oets "MENU" voor toegang tot het
hoofdmenu ,
F
op de t

oets "MODE" om de informatie op
" Volledig scherm" of in een " Venster" weer
te geven,
F
op de t

oetsen "7" of " 8" om te navigeren in
de lijst,
F
op de c

entrale toets om te bevestigen
of
F op de t

oets "BACK" om de uitgevoerde
handeling af te breken of een stap terug te
gaan.
Weergave op het display Toetsen
F Druk op de toets "MENU" om h et
hoofdmenu weer te geven:
-
"M

ultimedia",
-
"telef

oon",
-
"B

oordcomputer",
-
"Bl

uetooth verbinding",
-
"Pe

rsoonlijke instellingen - configuratie".
F
Dru

k op de toetsen " 7" of " 8" om het
gewenste menu te selecteren en bevestig
door op de centrale toets te drukken.
Hoofdmenu
1
Controle tijdens het rijden

Page 32 of 260

30
Als uw Autoradio / Bluetooth-systeem is
ingeschakeld en dit menu is geselecteerd, kunt
u bellen en de verschillende telefoonindexen
raadplegen.
Raadpleeg voor meer informatie over de
telefoon het gedeelte Autoradio / Bluetooth van
het hoofdstuk "Audio en telematica".
Menu "Telefoon"
Via dit menu kunt u informatie met betrekking
tot de status van de auto raadplegen.
Logboek waarschuwingsmeldingen
Deze functie geeft een overzicht van de status- en
waarschuwingsmeldingen door ze achtereenvolgens
op het multifunctionele display te laten verschijnen.
F Druk op de toets "MENU" om h et
hoofdmenu weer te geven.
F
Dru

k op de dubbele pijlen en vervolgens
op de centrale toets om het menu
"Boordcomputer" te selecteren.
F
Sel

ecteer in het menu
"Boordcomputer" de regel "Logboek
waarschuwingsmeldingen" en bevestig.
Als uw Autoradio / Bluetooth-systeem is
ingeschakeld en dit menu is geselecteerd,
kunnen de functies van de radio, de CD-speler
of de MP3 -speler (
uSB-

/Jack-aansluiting)
worden geactiveerd of gedeactiveerd.
Raadpleeg voor meer informatie over de functie
Multimedia het gedeelte Autoradio / Bluetooth
van het hoofdstuk "Audio en telematica".
Menu "Multimedia" Menu
"Boordcomputer"
Controle tijdens het rijden

Page 33 of 260

31
301_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2016
Menu "Bluetooth
verbinding"
Als uw Autoradio / Bluetooth-systeem is
ingeschakeld en dit menu is geselecteerd, kunt
u een extern Bluetooth apparaat (telefoon,
mediaspeler) verbinden of loskoppen en de
wijze van verbinding bepalen (handsfree set,
afspelen audiobestanden).
Raadpleeg voor meer informatie over de
Bluetooth verbinding het gedeelte Autoradio
/
Bl

uetooth van het hoofdstuk "Audio en
telematica". Als dit menu is geselecteerd, kunnen de
volgende functies worden geselecteerd:
-
"Pa

rameters van de auto",
-
"taalk

euze",
-
"Co

nfiguratie van het display".
Menu "Persoonlijke
instellingen -
configuratie"
Parameters van de auto instellen
Via dit menu kunnen verschillende systemen
van de auto geactiveerd of uitgeschakeld
worden:
-
"Hu
lp bij het rijden",
-
"Ver

lichting tijdens het rijden",
-
"C

omfortverlichting".
1
Controle tijdens het rijden

Page 34 of 260

32
In verband met de veiligheid mag de
bestuurder de instellingen aan het
multifunctionele display alleen bij
stilstaande auto verrichten.Ta a l k e u z e
Als dit menu is geselecteerd, kan de taal van
de weergave van het display, volgens een
vastgestelde lijst, worden gewijzigd.
Configuratie display
Als dit menu is geselecteerd, kunnen de
volgende parameters worden geselecteerd:
-
"Ki
ezen van eenheden",
-
"In

stellen datum en tijd",
-
"Pa

rameters weergave",
-
"L

ichtsterkte".
Controle tijdens het rijden

Page 35 of 260

33
301_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
u kunt om de auto te ontgrendelen of vergrendelen de centrale vergrendeling bedienen met de sleutel in het portierslot of met de afstandsbediening.
De sl eutel met afstandsbediening dient tevens voor de lokalisering en het starten van de auto en maakt deel uit van de diefstalbeveiliging.
Sleutel met afstandsbediening
Uitklappen / inklappen van
de sleutel Openen van de auto
Ontgrendelen met de sleutel
F Draai de sleutel in het slot van het
be
stuurdersportier richting de voorzijde
van de auto om deze te ontgrendelen.
Ontgrendelen met de
afstandsbediening
F Druk op het geopende hangslot
om d e auto te ontgrendelen.
Het ontgrendelen wordt bevestigd
door het gedurende ongeveer
2
se

conden snel knipperen van de
richtingaanwijzers.
F
Dru

k op deze knop om de sleutel uit of in te
klappen.
Ontgrendelen en het op een kier
zetten van de achterklep
F Houd deze knop langer dan
ee n seconde ingedrukt om de
achterklep te ontgrendelen. Deze
wordt op een kleine kier gezet.
Bij d

eze handeling wordt eerst de
auto ontgrendeld.
2
toegang tot de auto

Page 36 of 260

34
301_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Als één van de portieren of de
achterklep geopend is, werkt de
centrale vergrendeling niet; de auto
wordt vergrendeld en meteen weer
ontgrendeld, hetgeen gepaard gaat met
een speciaal geluid.
Als de auto is vergrendeld en per
ongeluk wordt ontgrendeld zonder
dat binnen 30
se
conden een van
de portieren of de achterklep wordt
geopend, wordt de auto automatisch
weer vergrendeld.
Vergrendeling met de
afstandsbediening
F Druk op het gesloten hangslot
om d
e auto te vergrendelen.
Sluiten van de auto
Het vergrendelen wordt bevestigd door het
gedurende ongeveer 2 sec onden branden van
de richtingaanwijzers.
Vergrendeling met de sleutel
F Draai de sleutel in het slot van het
be stuurdersportier naar de achterzijde van
de auto om deze te vergrendelen.
Met deze functie kunt u uw auto op afstand
lokaliseren, wat vooral praktisch is bij weinig licht.
De auto dient hiervoor wel vergrendeld te zijn.
Lokaliseren van de auto
F Druk op het gesloten hangslot op
de
afstandsbediening.
Hierna zullen gedurende enkele seconden
de plafonniers gaan branden en de
richtingaanwijzers gaan knipperen.
Controleer of de portieren en de
achterklep goed zijn gesloten.
toegang tot de auto

Page 37 of 260

35
301_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Raadpleeg zo snel mogelijk het
Peugeot-ne twerk als de storing niet
is verholpen.
Als de batterij van de afstandsbediening
leeg is, wordt u gewaarschuwd door dit
verklikkerlampje, een geluidssignaal en
een melding op het display.
Batterij vervangen
F Verwijder de lege batterij.
F Pla ats een nieuwe batterij in de juiste
richting in de houder.
F
Dru

k het deksel op de afstandbediening
vast.
Bij een storing in de afstandsbediening kan
de auto niet meer met de afstandsbediening
ontgrendeld, vergrendeld en gelokaliseerd
worden.
F
ontg

rendel of vergrendel de auto eerst met
de sleutel in het slot.
F
Syn

chroniseer vervolgens de
afstandsbediening.
Storing in de
afstandsbediening
Synchroniseren
F Zet het contact af en neem de sleutel uit
het contactslot.
F
Dru

k direct daarna gedurende enkele
seconden op het vergrendelknopje
(gesloten hangslot) van de
afstandsbediening.
F
Zet d

e sleutel in de stand 2
(Co
ntact).
F
Zet h

et contact af en ver wijder de sleutel
uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer. Batterij ref.: CR2032/3
V.
F
Wip h

et deksel met een kleine
schroevendraaier bij het oog.
F
Ver

wijder het deksel.
2
toegang tot de auto

Page 38 of 260

36
301_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Sleutels verloren
ga met het kentekenbewijs van de auto, uw legitimatiebewijs en indien mogelijk de sticker
me t de sleutelcode naar het Peug eot-ne twerk.
Het P
eug

eot
-ne
twerk kan de speciale code van de sleutel en de transponder opzoeken
en voor nieuwe sleutels zorgen.
Afstandsbediening
De radiografische afstandsbediening is een systeem met een groot bereik. Het is raadzaam om niet met
de knop van de afstandsbediening te spelen, om te voorkomen dat de portieren per ongeluk ontgrendeld
worden.
Druk nooit op de knoppen van uw afstandsbediening buiten het bereik en het zicht van uw auto. De
afstandsbediening kan dan onbruikbaar worden en moet in dat geval opnieuw worden gesynchroniseerd.
geen e

nkele afstandsbediening kan functioneren als de sleutel in het contactslot zit, zelfs als het contact
uitstaat, behalve voor het synchroniseren.
Vergrendelen van de auto
Het rijden met vergrendelde portieren kan in geval van nood de toegang tot het interieur
belemmeren.
Laat uit veiligheidsoverwegingen geen kinderen alleen achter in de auto.
Neem in alle gevallen de sleutel mee als u de auto verlaat.
Diefstalbeveiliging
Breng geen wijzigingen aan in de elektronische startblokkering; dit kan tot storingen leiden.
Bij het aanschaffen van een gebruikte auto
Laat door het Peug eot-ne twerk controleren of alle in uw bezit zijnde sleutels met uw auto zijn gelinkt, zodat u
er zeker van kunt zijn dat deze sleutels de enige zijn waarmee uw auto ontgrendeld en gestart kan worden.
gooi de lege batterijen van de
af standsbediening niet weg: ze bevatten
metalen die schadelijk zijn voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal
verzamelpunt.
toegang tot de auto

Page 39 of 260

37
301_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Dit systeem beveiligt uw auto tegen inbraak en
diefstal en bestaat uit een omtrekbeveiliging en
een automatische beveiliging.
Alarm
Omtrekbeveiliging
Dit systeem houdt de te openen
carrosseriedelen van de auto in de gaten.
Het alarm gaat af als iemand een portier, de
achterklep of de motorkap probeert te openen.
Automatische
beveiligingsfunctie
Dit systeem treedt in werking als iemand
probeert het alarm te saboteren.
Het alarm gaat af als iemand probeert
de accu, de bedieningseenheid of de
kabels van de sirene uit te schakelen of
te beschadigen.
Vergrendelen van de auto met
inschakelen van het alarm
Inschakelen
F Zet het contact af en verlaat de auto.F
Dru
k op de vergrendelknop van
de afstandsbediening.
De omtrekbeveiliging wordt 5
se

conden nadat
de vergrendelknop van de afstandsbediening is
ingedrukt, geactiveerd.
Indien een portier of de achterklep niet goed is
gesloten, wordt de auto niet vergrendeld, maar
wordt het alarm wel ingeschakeld.
F
Dru

k op de ontgrendelknop van
de afstandsbediening.
Uitschakelen
Het alarm wordt uitgeschakeld; het
verklikkerlampje gaat uit.
Het alarm wordt geactiveerd: een
verklikkerlampje op de rij schakelaars
links van het stuur wiel zal één keer
per seconde knipperen.
Raadpleeg het P
euge

ot
-ne

twerk
of een gekwalificeerde werkplaats
alvorens wijzigingen aan het
alarmsysteem aan te brengen.
2
toegang tot de auto

Page 40 of 260

38
301_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Afgaan van het alarmVergrendelen van de auto zonder
het alarm in te schakelen
F Vergrendel de auto met de sleutel.
Storing afstandsbediening
om de alarmsystemen uit te schakelen:
F
ontgre
ndel de auto met de sleutel.
F
open h

et portier; het alarm gaat af.
F
Zet h

et contact aan; het alarm stopt.
Storing
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in
werking en knipperen de richtingaanwijzers
gedurende dertig seconden.
Als bij het aanzetten van het contact het
verklikkerlampje blijft branden, duidt dit op een
storing in het systeem.
Laat het systeem controleren door
het P
eug

eot
-ne
twerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Als het verklikkerlampje snel knippert
bij het ontgrendelen van de auto met
de afstandsbediening, is het alarm
tijdens uw afwezigheid afgegaan. Het
lampje stopt met knipperen als het
contact wordt aangezet.
toegang tot de auto

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 ... 260 next >