airbag Peugeot 306 C 2001 Handleiding (in Dutch)

Page 2 of 133

UW 306 CABRIOLET IN EEN OOGOPSLAG3
1
- Verstelbaar zijventilatierooster.
2 - Zijruitontwaseming.
3 - Schakelaar verlichting, mist-
lampen* en claxon.
4 - Stuurwiel met airbag.
5 - Voorruitontwaseming.
6 - Stuur-/contactslot.
7 - Schakelaar ruitenwissers/-
sproeiers.
8 - Middelste verstelbare venti-
latieroosters.
9 - Autoradio*. 10
- Bediening verwarming/venti-
latie, airconditioning*.
11 - Schakelaars en bedienings-
organen: Aansteker Alarmknipperlichten Achterruitverwarming enverwarming buitenspiegels.
12 - Airbag passagierszijde.
13 - Dashboardkastje.
14 - Opbergvak.
15 - Asbak.
16 - Versnellingshendel.
17 - Handrem. 18
- Afstandsbediening autoradio*.
19 - Zekeringenkastje.
20 - Handgreep ontgrendelen
motorkap.
21 - Uitschakelen van airbag aan
passagierszijde.
22 - Blokkeerschakelaar elek-
trisch bediende portierruiten
achter.
23 - Koplampverstelling.
- Dimmer dashboardverlich- ting*.
24 - Schakelaar elektrisch
bediende spiegels.
- Schakelaars elektrisch bediende ruiten*.
* Volgens uitvoering.

Page 3 of 133

AIRBAGS VOOR Uitschakelen airbag aan passa- gierszijde. Steek de contactsleutel in de scha- kelaar 1en draai deze:
Ð op Ç ONÈ, airbag aan passa-
gierszijde ingeschakeld.
Ð op Ç OFFÈ, airbag aan passa-
gierszijde uitgeschakeld.
SLEUTELS Met de sleutel kunnen de sloten
van de portieren en het kofferdek-sel onafhankelijk van elkaar ofgelijktijdig ver- en ontgrendeld
worden. Tevens kan het stuurslotontgrendeld worden.
103
A
B
UW 306 CABRIOLET IN EEN OOGOPSLAG
6
Controle van werking Een verklikkerlampje op het instrumentenpaneel gaatna het aanzetten van hetcontact branden.Als de airbag aan passagierszijde uitgeschakeld is, blijft het verklik-kerlampje branden. Raadpleeg in alle gevallen dat het
lampje knippert uw PEUGEOT-servicepunt.
AFSTANDSBEDIENING Druk op knop Aom de portieren
en de achterklep te vergrendelen. Druk op knop Bom ze te ontgren-
delen. Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot een airbag aanpassagierszijde
Als de airbag aan passagierszijde ingeschakeld is of als de auto nietis uitgerust met een airbag aanpassagierszijde, gaat het verklik-kerlampje bij het aanzetten van hetcontact gedurende 6 secondenbranden.Auto's met airbagschakelaar:
Ð schakel deairbag aan passagiers-zijde uit als ueen kinder-zitje met derug in de rij-richting opde voorstoelplaatst.
Ð schakel de airbag in als er een passagier op de voorstoel zit.
Auto's zonder airbagschakelaar:
Ð plaats geen kin-derzitje met derug in de rijrich-ting op de voor-stoel.
Leg in elk geval nooit uw voeten,noch enig voorwerp op het dash-board.

Page 14 of 133

ONDERHOUD VAN UW 306 CABRIOLET19
BIJZONDERHEDEN Bepaalde belangrijke onderdelen van uw auto vragen speciale aandacht. De airbag(s) en de pyrotechnische gordelspanners dienen elke 10 jaar vervangen te worden. De remvloeistof dient elke 60.000 km of elke 2 jaar vervangen te worden.
Het pollenfilter dient bij elk bezoek aan het PEUGEOT-servicepunt (tussentijdse controles en onderhoudscontroles) gecon- troleerd te worden. Opmerking:
periodiek vervangen van de koelvloeistof is niet nodig
Bijzondere gebruiksomstandigheden Bij gebruik onder bepaalde, bijzonder zware omstandigheden: ¥Overwegend huis-aan-huisbestellingen.
¥ Overwegend stadsverkeer (b.v. taxi).
¥ Korte ritten bij lage temperatuur.
Of bij langdurig gebruik onder de volgende omstandigheden: ¥ In warme streken met temperaturen regelmatig hoger dan +30 ¡C.
¥ In koude streken met temperaturen regelmatig lager dan -15 ¡C.
¥ In stoffige gebieden.
¥ In landen waar smeermiddelen of brandstoffen niet overeenkomen met onze aanbevelingen.
Onder dergelijke omstandigheden is het noodzakelijk om het onderhoudsschema voor "Bijzondere omstandigheden" te volgen en de intervallen te verkorten: ¥ Elke 20.000 km of elk jaar.

Page 18 of 133

ONDERHOUD VAN UW 306 CABRIOLET19
BIJZONDERHEDEN Bepaalde belangrijke onderdelen van uw auto vragen speciale aandacht. De airbag(s) en de pyrotechnische gordelspanners dienen elke 10 jaar vervangen te worden. De remvloeistof dient elke 60.000 km of elke 2 jaar vervangen te worden.
Het pollenfilter dient bij elk bezoek aan het PEUGEOT-servicepunt (tussentijdse controles en onderhoudscontroles) gecon- troleerd te worden. Opmerking:
periodiek vervangen van de koelvloeistof is niet nodig
Bijzondere gebruiksomstandigheden Bij gebruik onder bepaalde, bijzonder zware omstandigheden: ¥Overwegend huis-aan-huisbestellingen.
¥ Overwegend stadsverkeer (b.v. taxi).
¥ Korte ritten bij lage temperatuur.
Of bij langdurig gebruik onder de volgende omstandigheden: ¥ In warme streken met temperaturen regelmatig hoger dan +30 ¡C.
¥ In koude streken met temperaturen regelmatig lager dan -15 ¡C.
¥ In stoffige gebieden.
¥ In landen waar smeermiddelen of brandstoffen niet overeenkomen met onze aanbevelingen.
Onder dergelijke omstandigheden is het noodzakelijk om het onderhoudsschema voor "Bijzondere omstandigheden" te volgen en de intervallen te verkorten: ¥ Elke 20.000 km of elk jaar.

Page 23 of 133

12 3 4 56789 10 11 1 2
24 23 22 21 20 19 18 17 16 15
13 14
88
UW 306 CABRIOLET IN DETAIL
1Minimum koelvloeistofniveau*.
2 Grootlicht.
3 Dimlicht.
4 Snelheidsmeter.
5 Richtingaanwijzer links.
6 Motoroliedruk.
7 Handrem, te laag remvloeistofni- veau en elektronische remdrukre-
gelaar.
8 Laden van de accu.
9 Richtingaanwijzer rechts. 10
Toerenteller
11 Mistlampen v——r.
12 Verklikkerlampje voorremblokslij-tage*
13 Mistachterlicht.
14 Antiblokkeersysteem (ABS)*
15 Brandstofmeter.
16 Brandstofreserve.
17 Verplicht stoppen (STOP). 18
Verklikkerlampje veiligheidsgor-dels*.
19 Verklikkerlampje zij-airbags*.
20 Verklikkerlampje airbags v——r* enuitschakelen airbag aan passa-gierszijde*.
21 Zelfdiagnose motor*.
22 Kilometerteller en onderhoudsin-
tervalindicator.
23 Nulstelling dagteller en op tijdzetten van klokje.
24 Koelvloeistoftemperatuurmeter.
* Volgens uitvoering of land van bestemming.
INSTRUMENTENPANEEL

Page 24 of 133

4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
3 2 1
25 24 23 22 21 20 19 18 17 16 15
89
UW 306 CABRIOLET IN DETAIL
1Minimum koelvloeistofniveau*.
2 Grootlicht.
3 Dimlicht.
4 Snelheidsmeter.
5 Richtingaanwijzer links.
6 Motoroliedruk.
7 Schakelstandindicatie (automati- sche transmissie).
8
Handrem, te laag remvloeistofniveau en
elektronische remdrukregelaar.
9 Laden van de accu. 10
Richtingaanwijzer rechts.
11 Toerenteller
12 Mistlampen v——r*.
13 Mistachterlicht.
14 Antiblokkeersysteem (ABS)*.
15 Brandstofmeter.
16 Brandstofreserve.
17 Motorolieniveaumeter.
18 Verplicht stoppen (STOP).
19 Verklikkerlampje veiligheidsgor-dels*. 20
Verklikkerlampje zij-airbags*.
21 Verklikkerlampje airbags v——r* enuitschakelen airbag aan passa-gierszijde*.
22 Zelfdiagnose motor*.
23 Kilometerteller en onderhoudsin-
tervalindicator.
24 Nulstelling dagteller en op tijdzetten van klokje.
25 Koelvloeistoftemperatuurmeter.* Volgens uitvoering of land van bestemming.
INSTRUMENTENPANEEL

Page 26 of 133

Motorolieniveaumeter* Als het contact wordt aangezet, geeft de meter het olieniveau in het carteraan. De aanwijzing is alleen betrouwbaar als de auto op een vlakke, horizontaleondergrond staat en de motor min-stens 10 minuten niet heeft gedraaid.
- wijzer in zone C, het olieniveau is
in orde,
- wijzer in zone D, controleer het
olieniveau met de peilstok en vul zonodig olie bij.
Vul nooit meer olie bij dan tot hetmaximum merkteken op de peilstok. De olieniveaumeter gaat ongeveer 15 seconden na het starten van demotor uit.
Koelvloeistoftemperatuurmeter
- als de wijzer in zone
Astaat, is de
temperatuur in orde,
- als de wijzer in zone Bstaat, is de
temperatuur te hoog.
Het verklikkerlampje verplicht stoppen
(STOP) gaat branden. Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt.
DCA
B 91
UW 306 CABRIOLET IN DETAIL
Verklikkerlampje antiblokkeersysteem(ABS) Gaat elke keer dat het
contact wordt aangezet gedurende 3 seconden branden. Als het lampje bij een snelheid van meer dan 12 km/h gaat branden, wijstdit op een storing in het antiblokkeer-systeem. De normale remwerking met rembe- krachtiging blijft toch behouden.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Airbags voor en uitschakelen airbagaan passagierszijde
Voor de werking, zie hoofd- stuk AIRBAGS.
Zij-airbags
Voor de werking, zie hoofdstuk AIRBAGS.
* Volgens uitvoering.
Verklikkerlampjevoorremblokslijtage* Laat de remblokken zo snel mogelijk vervangen als ditlampje gaat branden.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-punt.

Page 27 of 133

Motorolieniveaumeter* Als het contact wordt aangezet, geeft de meter het olieniveau in het carteraan. De aanwijzing is alleen betrouwbaar als de auto op een vlakke, horizontaleondergrond staat en de motor min-stens 10 minuten niet heeft gedraaid.
- wijzer in zone C, het olieniveau is
in orde,
- wijzer in zone D, controleer het
olieniveau met de peilstok en vul zonodig olie bij.
Vul nooit meer olie bij dan tot hetmaximum merkteken op de peilstok. De olieniveaumeter gaat ongeveer 15 seconden na het starten van demotor uit.
Koelvloeistoftemperatuurmeter
- als de wijzer in zone
Astaat, is de
temperatuur in orde,
- als de wijzer in zone Bstaat, is de
temperatuur te hoog.
Het verklikkerlampje verplicht stoppen
(STOP) gaat branden. Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt.
DCA
B 91
UW 306 CABRIOLET IN DETAIL
Verklikkerlampje antiblokkeersysteem(ABS) Gaat elke keer dat het
contact wordt aangezet gedurende 3 seconden branden. Als het lampje bij een snelheid van meer dan 12 km/h gaat branden, wijstdit op een storing in het antiblokkeer-systeem. De normale remwerking met rembe- krachtiging blijft toch behouden.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Airbags voor en uitschakelen airbagaan passagierszijde
Voor de werking, zie hoofd- stuk AIRBAGS.
Zij-airbags
Voor de werking, zie hoofdstuk AIRBAGS.
* Volgens uitvoering.
Verklikkerlampjevoorremblokslijtage* Laat de remblokken zo snel mogelijk vervangen als ditlampje gaat branden.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-punt.

Page 65 of 133

123Laat een kind nooit in uw auto achter wanneer alleruiten gesloten zijn en deauto in de zon staat. Om kleine kinderen tegen
de zon te beschermen: breng rol- gordijnen aan op de achterste zij-ruiten. Laat de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de auto. Gebruik de veiligheidsgordels of de gordels van het kinderzitje altijd,ook bij korte ritten.
84
UW 306 CABRIOLET IN DETAIL
Volg de voorzorgsmaatregelen met betrekking tot een airbag aanpassagierszijde op.
KINDERZITJES Kinderen jonger dan 10 jaar moeten in goedgekeurde* kinderzitjes op met veilig- heidsgordels uitgeruste plaatsen worden vervoerd.
PEUGEOT beveelt de volgende systemen aan:
Vanaf de geboorte tot 9 maanden (tot 10 kg)
ÇBaby SafeÈ: wordt zowel voorin als achterin met de rug in de rijrichting aan- gebracht en met een driepuntsgordel vastgemaakt.
Van 9 maanden tot 3 of 4 jaar (9 tot 18 kg) ÇRšmer PeggyÈ: wordt op de achterzitting met een tweepuntsgordel (heup-gordel) of een driepuntsgordel vastgemaakt. Omwille van de veiligheid van uw kinderen: gebruik het zitje en de gordelbe-
schermer nooit los van elkaar.
Vanaf 3 tot 10 jaar (15 tot 36 kg) "Klippan Optima": wordt op de achterzitting met een driepuntsgordel vastge-maakt (neerklapbare rugleuning). van 15 tot 25 kg: verhoging + rugsteunvan 25 tot 36 kg: gebruik alleen de verhoging
Let erop dat de driepuntsgordels of de banden van het kinderzitje goed vastgezet worden, zelfs bij een korte rit. Let erop dat de achterportierruiten nooit meer dan 1/3 geopend worden.
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van uw auto zeer veel aandacht heeft besteed aan vei- ligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun veiligheid natuurlijk ook afhankelijk van u zelf.
Volg, om zo onbezorgd mogelijk te kunnen reizen met kinderen, de volgende adviezen op:
* Volgens de wettelijke bepalingen.
1
2
3

Page 66 of 133

De veiligheidsgordel omdoen
Trek de riem om u heen en steek de gesp in de gordelsluiting.
Veiligheidsgordels v——r met pyrotechnische gordelspanners en
gordelkrachtbegrenzers* Dankzij de toepassing van veiligheidsgordels met gordelspanners en gordel- krachtbegrenzers is de veiligheid van de voorste inzittenden bij frontale aanrij-dingen nog verder verbeterd. De gordelspanners dienen om, afhankelijk van dekracht van de aanrijding, de veiligheidsgordels stevig tegen de lichamen van deinzittenden te trekken. De veiligheidsgordels met gordelspanners werken alleen als het contact is aan- gezet. De gordelkrachtbegrenzer beperkt de kracht waarmee de gordel bij een aanrij- ding tegen het lichaam van de inzittende getrokken wordt.
Veiligheidsgordels achter De zitplaatsen achter zijn voorzien van twee driepuntsgordels met oprolauto- maat.
* Volgens uitvoering. De veiligheidsgordel heeft het meeste effectals deze strak om hetlichaam gedragen wordt.
De gordelspanners kunnen,afhankelijk van de aard en dekracht van de aanrijding, v——r enonafhankelijk van de airbagsafgaan. Het verklikkerlampje van de air- bags gaat in ieder geval branden. Laat het systeem na een aanrij- ding controleren door een
PEUGEOT-servicepunt. Het systeem is ontworpen om 10 jaar volledig operationeel tezijn. Laat het daarna vervangen. 85
UW 306 CABRIOLET IN DETAIL
VEILIGHEIDSGORDELS

Page:   1-10 11-20 next >