Peugeot 307 2005 Handleiding (in Dutch)

Page 121 of 197

Controles110 -
01-06-2005
111Controles-
01-06-2005
MOTORKAP OPENEN
Binnenzijde: Druk op de knop links
onder het dashboard.
Motorkapsteun
Bevestig de motorkapsteun om de
motorkap geopend te houden.
Plaats de motorkapsteun in de hou-
der alvorens de motorkap te sluiten.
Sluiten
Laat de motorkap voorzichtig zakken
en laat deze aan het einde van de
slag in het slot vallen.
Controleer of de motorkap goed ver-
grendeld is.
BRANDSTOFTANK LEEG
(DIESEL)
In het geval van een lege brandstof-
tank is het noodzakelijk het brand-
stofsysteem te ontluchten.
De ontluchtpomp, de ontluchtnippel
en de transparante slang bevinden
zich onder de motorkap (zie de des-
betreffende afbeelding):
1,6 liter 16V HDI-motor
- vul de brandstoftank met minimaal vijf liter diesel,
- maak de afdekplaat los om bij de handopvoerpomp te komen,
- bedien de handpomp van de ontluchting tot u brandstof in de
transparante slang met de groene
aansluiting ziet komen,
- houd de sleutel in de stand "D" (starten) tot de motor aanslaat.
2 liter 16V HDI-motor
- vul de brandstoftank met minimaal
vijf liter diesel,
- maak de afdekplaat los om bij de handopvoerpomp te komen,
- draai de ontluchtnippel los,
- bedien de handpomp van de ont- luchting tot u brandstof via de ont-
luchtnippel ziet weglopen,
- draai de ontluchtnippel vast,
- houd de sleutel in de stand "D" (starten) tot de motor aanslaat.
Buitenzijde:
Druk de veiligheids-
haak omhoog en til de motorkap op.

Page 122 of 197

Controles110 -
01-06-2005
111Controles-
01-06-2005
1. Reservoir stuurbekrachtiging.
2. Reservoir ruitensproeiervloeistof
en koplampsproeiers*.
3. Koelvloeistofreservoir. 4.
Remvloeistofreservoir.
5. Accu.
6. Zekeringkast. 7.
Luchtilter.
8. Motoroliepeilstok.
9. Motoroliereservoir.
1,4 LITER 16V BENZINEMOTOR
* Volgens land van bestemming.

Page 123 of 197

Controles112 -
01-06-2005
113Controles-
01-06-2005
1. Reservoir stuurbekrachtiging.
2. Reservoir ruiten- en
koplampsproeiers*.
3. Reservoir koelvloeistof. 4.
Reservoir remvloeistof.
5. Accu.
6. Zekeringkast. 7.
Luchtilter.
8. Motoroliepeilstok.
9. Motoroliereservoir.
1,6 LITER 16V BENZINEMOTOR
* Volgens land van bestemming.

Page 124 of 197

Controles112 -
01-06-2005
113Controles-
01-06-2005
1. Reservoir stuurbekrachtiging.
2. Reservoir ruiten- en
koplampsproeiers*.
3. Reservoir koelvloeistof. 4.
Reservoir remvloeistof.
5. Accu.
6. Zekeringenkast. 7.
Luchtilter.
8. Motoroliepeilstok.
9. Motoroliereservoir.
2 LITER 16V BENZINEMOTOR
* Volgens land van bestemming.

Page 125 of 197

Controles114 -
01-06-2005
115Controles-
01-06-2005
1. Reservoir stuurbekrachtiging.
2. Reservoir ruiten- en
koplampsproeiers*.
3. Reservoir koelvloeistof. 4.
Reservoir remvloeistof.
5. Accu.
6. Zekeringenkast. 7.
Luchtilter.
8. Motoroliepeilstok.
9. Motoroliereservoir.
2 LITER 16V BENZINEMOTOR (180 pk)
* Volgens land van bestemming.

Page 126 of 197

Controles114 -
01-06-2005
115Controles-
01-06-2005
1. Reservoir stuurbekrachtiging.
2. Reservoir ruiten- en
koplampsproeiers*.
3. Reservoir koelvloeistof. 4.
Reservoir remvloeistof.
5. Accu.
6. Zekeringenkast. 7.
Motoroliepeilstok.
8. Motoroliereservoir.
9. Handopvoerpomp.
1,6 LITER HDI 16V TURBODIESELMOTOR (90 pk/110 pk)
* Volgens land van bestemming.

Page 127 of 197

Controles116 -
01-06-2005
117Controles-
01-06-2005
1. Reservoir stuurbekrachtiging.
2. Reservoir ruiten- en
koplampsproeiers*.
3. Reservoir koelvloeistof. 4.
Reservoir remvloeistof.
5. Accu.
6. Zekeringenkast.
7. Luchtilter. 8.
Motoroliereservoir.
9. Motoroliepeilstok.
10. Handopvoerpomp.
11. Ontluchtnippel.
2 LITER HDI 16V TURBODIESELMOTOR (136 pk)
* Volgens land van bestemming.

Page 128 of 197

Controles116 -
01-06-2005
117Controles-
01-06-2005
NIVEAUS CONTROLEREN
2 merktekens op de
peilstok:
A = maxi.
Het oliepeil mag nooit
boven dit merkteken uit-
komen.
B = mini.
Olie verversen
Volgens de aanwijzingen in het on-
derhoudsboekje.
Keuze van de viscositeitgraad
De olie dient in ieder geval aan de
voorgeschreven kwaliteitsnormen te
voldoen.
Vloeistofniveau
stuurbekrachtiging
Verwijder de afdekplaat* (zie § "Lam-
pen vervangen - koplampen").
Open het reservoir bij koude motor
(omgevingstemperatuur), het vloei-
stofniveau dient boven het MINI
en dichtbij het MAXI merkteken te
staan.
Oliepeilstok Koelvloeistofniveau
Gebruik uitsluitend door de construc-
teur aanbevolen koelvloeistof.
Als de motor warm is, wordt de tem-
peratuur van de koelvloeistof gere-
geld door de koelventilateur.
De koelventilateur kan nog (gaan)
werken als het contact is afgezet,
bij auto's met roetilter zelfs als de
motor koud is.
Bovendien staat het koelsysteem
onder druk; wacht voor werkzaam-
heden aan het koelsysteem dan ook
ten minste 1 uur nadat de motor ge-
draaid heeft.
Draai de dop eerst 2 omwentelingen
los om de druk te laten dalen en te
voorkomen dat de hete koelvloeistof
uit het koelsysteem spuit. Trek, als
de druk eenmaal gedaald is, de dop
los en vul het systeem bij.
Opmerking:
de koelvloeistof behoeft
niet te worden ververst. Vloeistofniveau ruiten- en
koplampsproeiers**
Gebruik voor een optimale reiniging
en voor uw eigen veiligheid uitslui-
tend door PEUGEOT aanbevolen
producten.
Niveau brandstofadditief
(diesel)
Als het verklikkerlampje service gaat
branden in combinatie met een mel-
ding en een geluidssignaal, duidt dit
erop dat het additiefreservoir moet
worden bijgevuld.
Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
Remvloeistofniveau
De vloeistof dient volgens de door de
constructeur voorgeschreven inter-
vallen te worden ververst.
Gebruik remvloeistof die door de
constructeur wordt aanbevolen en
aan de DOT4-normen voldoet.
* Volgens motoruitvoering.
** Volgens land van bestemming.
Motorolieniveau
Regelmatig controleren en tussen
twee verversingen eventueel olie bij-
vullen. (Maximum olieverbruik: 0,5 liter
per 1 000 km.)
De controle dient bij koude motor
en horizontaal geplaatste auto te
geschieden, met behulp van de olie-
niveaumeter in het instrumentenpa-
neel of de oliepeilstok.
Voor het behoud van de bedrijfs-
zekerheid van de motoren en de
emissieregelsystemen mogen
in geen geval additieven aan de
motorolie worden toegevoegd.

Page 129 of 197

Controles118 -
01-06-2005
Afgewerkte producten
Vermijd langdurig huidcontact met
afgewerkte olie.
Remvloeistof is schadelijk voor de ge-
zondheid en is een erg bijtend middel.
CONTROLES
Accu
Laat uw accu voor de winter door
een PEUGEOT-servicepunt contro-
leren.
Olieilter
Vervang het olieilterelement regelma-
tig, volgens het onderhoudsschema.
Luchtilter en interieurilter
Laat de ilters periodiek vervangen.
Als de omgeving daartoe aanlei-
ding geeft, moeten de ilters twee
keer zo vaak worden vervangen.Opmerking:
als langdurig met zeer
lage snelheid wordt gereden of de
motor langdurig stationair draait, kan
bij gasgeven soms stoom uit de uit-
laat waargenomen worden. Dit heeft
geen invloed op de prestaties van de
auto en heeft geen gevolgen voor het
milieu.
Remblokken
De slijtage van de remblokken is
sterk afhankelijk van de rijstijl, vooral
bij stadsverkeer en veel korte ritten.
Hierdoor kan het noodzakelijk blijken
om de remblokken vaker, tussen
twee onderhoudscontroles door, te
laten controleren.
Handrem
Als de handrem een te grote slag
heeft of als het systeem minder goed
werkt, moet de handrem zelfs tussen
twee onderhoudscontroles worden
afgesteld.
Laat het systeem controleren door
een PEUGEOT-servicepunt. Raadpleeg de bladzijden in het
onderhoudsboekje, die betrek-
king hebben op de motoruitvoe-
ring van uw auto, voor het laten
controleren van de belangrijkste
niveaus en bepaalde onderdelen
volgens het onderhoudsschema
van de constructeur.
Gebruik uitsluitend door
PEUGEOT aanbevolen pro-
ducten of kwalitatief gelijk-
waardige producten.
Om de werking van belang-
rijke organen als de stuurbekrachtiging
en het remsysteem te optimaliseren,
selecteert en biedt PEUGEOT speci-
ieke producten aan.
Om te voorkomen dat het elektrisch
systeem beschadigd raakt, is het
niet toegestaan met een hogedruk-
reiniger de motorruimte schoon te
maken.
Handgeschakelde
versnellingsbak
Niet verversen. Laat het niveau
controleren volgens het onderhouds-
schema van de constructeur.
Roetilter (diesel)
Het onderhoud van het roetilter
moet overeenkomstig het onder-
houdsschema van de construc-
teur worden uitgevoerd door een
PEUGEOT-servicepunt. Gooi afgewerkte olie, rem-
vloeistof en koelvloeistof
niet in het riool, in het water
of op de grond.
Deponeer afgewerkte olie
in de daarvoor bestemde containers
bij een PEUGEOT-servicepunt.

Page 130 of 197

Controles118 -
01-06-2005
Afgewerkte producten
Vermijd langdurig huidcontact met
afgewerkte olie.
Remvloeistof is schadelijk voor de ge-
zondheid en is een erg bijtend middel.
CONTROLES
Accu
Laat uw accu voor de winter door
een PEUGEOT-servicepunt contro-
leren.
Olieilter
Vervang het olieilterelement regelma-
tig, volgens het onderhoudsschema.
Luchtilter en interieurilter
Laat de ilters periodiek vervangen.
Als de omgeving daartoe aanlei-
ding geeft, moeten de ilters twee
keer zo vaak worden vervangen.Opmerking:
als langdurig met zeer
lage snelheid wordt gereden of de
motor langdurig stationair draait, kan
bij gasgeven soms stoom uit de uit-
laat waargenomen worden. Dit heeft
geen invloed op de prestaties van de
auto en heeft geen gevolgen voor het
milieu.
Remblokken
De slijtage van de remblokken is
sterk afhankelijk van de rijstijl, vooral
bij stadsverkeer en veel korte ritten.
Hierdoor kan het noodzakelijk blijken
om de remblokken vaker, tussen
twee onderhoudscontroles door, te
laten controleren.
Handrem
Als de handrem een te grote slag
heeft of als het systeem minder goed
werkt, moet de handrem zelfs tussen
twee onderhoudscontroles worden
afgesteld.
Laat het systeem controleren door
een PEUGEOT-servicepunt. Raadpleeg de bladzijden in het
onderhoudsboekje, die betrek-
king hebben op de motoruitvoe-
ring van uw auto, voor het laten
controleren van de belangrijkste
niveaus en bepaalde onderdelen
volgens het onderhoudsschema
van de constructeur.
Gebruik uitsluitend door
PEUGEOT aanbevolen pro-
ducten of kwalitatief gelijk-
waardige producten.
Om de werking van belang-
rijke organen als de stuurbekrachtiging
en het remsysteem te optimaliseren,
selecteert en biedt PEUGEOT speci-
ieke producten aan.
Om te voorkomen dat het elektrisch
systeem beschadigd raakt, is het
niet toegestaan met een hogedruk-
reiniger de motorruimte schoon te
maken.
Handgeschakelde
versnellingsbak
Niet verversen. Laat het niveau
controleren volgens het onderhouds-
schema van de constructeur.
Roetilter (diesel)
Het onderhoud van het roetilter
moet overeenkomstig het onder-
houdsschema van de construc-
teur worden uitgevoerd door een
PEUGEOT-servicepunt. Gooi afgewerkte olie, rem-
vloeistof en koelvloeistof
niet in het riool, in het water
of op de grond.
Deponeer afgewerkte olie
in de daarvoor bestemde containers
bij een PEUGEOT-servicepunt.

Page:   < prev 1-10 ... 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 ... 200 next >