Peugeot 307 2006 Handleiding (in Dutch)

Page 151 of 206

10PRAKTISCHE INFORMATIE
134
Bij het ontwerp van het elektrische circuit van uw auto is reeds rekening gehouden met de montage van zowel de
standaarduitrusting als eventuele opties.
Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt voordat u andere elektrische voorzie ningen of accessoires in de auto mon-
teert of laat monteren.
PEUGEOT is niet aansprakelijk voor kosten die voortvloeien uit het verhelpen van storingen veroorzaakt door het monteren
van extra accessoires die niet door PEUGEOT aanbevolen en geleverd worden of door voorzieningen die niet volgens de
voorschriften van PEUGEOT zijn gemonteerd. Dit geldt met name voor apparatuur met een stroomverbruik van meer dan
10 milliampère. Zekering Ampère
Functies
MF1* 30 A
Motorventilateurgroep 200 W.
50 A Motorventilateurgroep 400 W en 460 W.
MF2* 30 A Pomp ABS/ESP.
MF3* 30 A Elektrokleppen ABS/ESP.
MF4* 80 A Voeding Intelligente Service Centrale (BSI).
MF5* 80 A Voeding Intelligente Service Centrale (BSI).
MF6* 80 A Zekeringkast dashboard.
MF8* 70 A Elektropompgroep stuurbekrachtiging.
* De hoofdzekeringen zorgen voor een extra beveiliging van de elektrische installatie. Werkzaamheden aan de hoofdzeke-
ringen dienen door een PEUGEOT-servicepunt uitgevoerd te worden.

Page 152 of 206

10PRAKTISCHE INFORMATIE
130
ZEKERINGEN VERVANGEN
De zekeringkasten bevinden zich on-
der het dashboard (bestuurderszijde)
en onder de motorkap (links).Goed Defect 
Draai met een muntstuk (1) de
schroef een kwart omwenteling los
en maak de klep los door aan het ge-
deelte rechts boven (2) te trekken.
Zekering Ampère Functies F1 15 A Ruitenwisser achter.
F2 30 A Vergrendeling en supervergrendeling.
F3 5 A
Elektronische eenheid airbags en pyrotechnische gor delspanners.
F4 10 ASchakelaar rem- (STOP) en koppelingspedaal,
schakelaar koelvloeistofniveaumeter, sensor
verdraaiing stuurwiel, dubbele sensor
ESP, pomp roetfilter, diagnoseaansluiting,
elektrochrome binnenspiegel.
F5 30 A Elektrische ruitbediening vóór,
schuif-/kanteldak, verwarming buitenspiegels.
Vervangen van een zekering
Voordat u een zekering vervangt,
dient u eerst de oorzaak van de sto-
ring op te sporen en te (laten) verhel-
pen. De nummers van de zekeringen
zijn aangegeven op de zekeringkast.
Vervang een defecte zekering al-
tijd door een zekering met dezelfde
stroomsterkte (dezelfde kleur).
Gebruik de speciale tang, die zich
aan de binnenzijde van het deksel
van de zekeringkast van het dash-
board bevindt. Deze steun bevat te-
vens de reservezekeringen.
Zekeringen dashboard

Page 153 of 206

10PRAKTISCHE INFORMATIE
131
Zekering AmpèreFuncties
F6 30 A Elektrische ruitbediening achter.
F7 5 A Plafonniers vóór en achter, kaartleeslampjes, verlichting dashboard kastje.
F8 20 A Autoradio, autoradio/telefoon, multifunctioneel dis
play, sirene inbraakalarm, eenheid inbraakalarm,
servicecentrale trekhaakaansluiting, eenheid lesaut o, voeding stuurkolomschakelaars.
F9 30 A 12 V-aansluiting vóór, 12 V-aansluiting achter.
F10 15 A Elektronische eenheid automatische transmissie, elektronische eenhei
d detectie te lage
bandenspanning, remlichtschakelaar.
F11 15 A Diagnoseaansluiting, elektronische eenheid roetfilter, contact slot met zwakstroom.
F12 15 A Eenheid lesauto, parkeerhulp.
F13 5 A Servicecentrale motor, regen-/lichtsensor.
F14 15 A Servicecentrale trekhaakaansluiting, instrumentenpaneel, elektron
ische eenheid airbags
en pyrotechnische gordelspanners, volautomatische airconditioning, handsfree set.
F15 30 A Vergrendeling en supervergrendeling.
F16 - Shunt tijdens opslag.
F17 40 A Achterruitverwarming.
F39 20 A Stoelverwarming bestuurders- en passagiersstoel.

Page 154 of 206

10PRAKTISCHE INFORMATIE
135
De ruitenwissers in de
onderhoudsstand zetten
 Bedien de ruitenwisserschakelaar
binnen één minuut na het afzet-
ten van het contact om de ruiten-
wissers naar het midden van de
voorruit te bewegen (onderhouds-
stand).
Vervangen van een wisserblad
 Til de ruitenwisserarm op, maak de
clip los en verwijder het wisserblad.
 Monteer het nieuwe wisserblad
en zet de ruitenwisserarm terug.
Opmerking: Het kortste wisserblad
moet op de rechter ruitenwisserarm
worden gemonteerd.
Zet het contact aan en bedien de
ruitenwisserschakelaar om de
ruitenwissers in de ruststand te
zetten.
ACCU
Laden met behulp van een
acculader:
- maak de accupoolklemmen los, te beginnen met de (-) kabel,
- volg de aanwijzingen van de fabri- kant op de acculader,
- controleer of de accupolen en de klemmen schoon zijn. Indien ze be-
dekt zijn met een (witte of groene)
oxidatielaag, neem dan de accuka-
bels los en reinig de polen en de
klemmen,
- sluit de accukabels weer aan, te beginnen met de (-) kabel. Wacht 2 minuten na het uit-
zetten van het contact alvo-
rens de accu los te koppe-
len.
Maak de accupoolklemmen niet los
bij draaiende motor.
Laad de accu niet op zonder de ac-
cukabels los te nemen.
Sluit ruiten en schuifdak voordat de
accupoolklemmen worden losge-
maakt. Als de ruiten of het schuifdak
na het weer aansluiten niet goed wer-
ken, dienen deze te worden gereset
(zie "Resetten elektrisch bedienbare
ruiten" en "Schuif-/kanteldak").
Zet, elke keer nadat de accukabels
weer zijn aangesloten, het contact
AAN en wacht 1 minuut alvorens de
motor te starten, zodat de elektroni-
sche systemen geïnitialiseerd kunnen
worden. Raadpleeg uw PEUGEOT-
servicepunt als er zich na deze han-
deling toch nog problemen voordoen.
Na het weer aansluiten van de accu-
kabels is het noodzakelijk de afstands-
bediening opnieuw te synchroniseren
en het navigatiesysteem te resetten
(zie het desbetreffende hoofdstuk).
Het is raadzaam de accu los te
koppelen als uw auto langer dan
een maand buiten gebruik is.
Starten met een hulpaccu:
- sluit eerst de rode kabel aan op de (+) polen van de beide accu’s,
- sluit de groene of zwarte kabel aan op de (-) pool van de hulpaccu
aan,
- sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte kabel aan op een
zo ver mogelijk van de accu verwij-
derd massapunt van de te starten
auto aan,
- stel de startmotor in werking en laat de motor draaien,
- wacht tot de motor stationair draait en neem dan de kabels los. Accu’s bevatten schadelijke
stoffen zoals zwavelzuur en
lood. Accu’s moeten volgens
de wettelijke voorschriften wor-
den afgevoerd en mogen in geen geval
bij het huisvuil terechtkomen.
Lever lege batterijen en accu’s in bij
een speciaal afvalstoffendepot.
WISSERBLADEN
VERVANGEN

Page 155 of 206

10PRAKTISCHE INFORMATIE
136
ECO-MODE
Nadat de motor is afgezet, wordt een
aantal elektrische voorzieningen (rui-
tenwissers, ruitbediening, schuifdak,
plafonniers, autoradio, telefoon, dim-
licht, enz.) na in totaal ongeveer een
half uur automatisch uitgeschakeld,
om te voorkomen dat de accu ontla-
den raakt.
Op dat moment geeft een melding op
het multifunctionele display aan dat
de eco-mode is ingeschakeld.
De functies worden automatisch
weer ingeschakeld als de motor ge-
start wordt.
Om de functies direct weer te kun-
nen gebruiken, moet de motor wor-
den gestart en moet deze gedurende
enige tijd draaien.
De beschikbare tijd bedraagt het
dubbele van de tijd dat de motor
heeft gedraaid. Deze tijd zal echter
altijd tussen de 5 en 30 minuten be-
dragen.Als de accu ontladen is,
kan de motor niet gestart
worden.
SPAARFASE ACCU
In verband met de laadtoestand van
de accu kunnen tijdens het rijden som-
mige voorzieningen (airconditioning,
achterruitverwarming, interieurverwar-
ming bij auto’s met een dieselmotor,
enz.) tijdelijk uitgeschakeld worden.
Deze voorzieningen worden weer
automatisch ingeschakeld zodra de
laadtoestand van de accu dit toe-
laat.
Opmerking: De uitgeschakelde
voorzieningen kunnen tevens hand-
matig weer ingeschakeld worden.
Hierbij bestaat het risico dat de accu
ontladen raakt.
Opmerking: als u op het
moment dat de spaarstand
wordt ingeschakeld aan het
telefoneren bent, kunt u het
telefoongesprek gewoon
voortzetten.

Page 156 of 206

10PRAKTISCHE INFORMATIE
137
Zonder takelen (4 wielen op
de grond)
Gebruik hiervoor altijd een sleep-
stang.
Het afneembare sleepoog is in het
reservewiel opgeborgen.
Break: het afneembare sleepoog be-
vindt zich in het rechterzijpaneel van
de bagageruimte. Aan de voorzijde:

maak het klepje los door op de
onderkant ervan te drukken.
 draai het sleepoog vast tot het
stuit.
Getakeld (2 wielen op de
grond)
Het professioneel takelen van de wa-
gen geniet de voorkeur.
Bij het slepen van de auto
met stilstaande motor zijn
de rembekrachtiging en de
stuurbekrachtiging uitge-
schakeld.
SLEPEN VAN UW AUTO
Aan de achterzijde:
 maak het klepje aan de bovenkant
los met behulp van een munt-
stuk.
 draai het sleepoog vast tot het
stuit.
Bijzonderheden automatische
transmissie
Bij het slepen van de auto, zonder
takelen, moet aan de volgende voor-
waarden voldaan worden:
- zet de selectiehendel in de stand N,
- rijd met een snelheid van maximaal 50 km/h en sleep de auto over een
afstand van hoogstens 50 km.
- voeg geen extra vloeistof toe aan de automatische transmissie.

Page 157 of 206

10PRAKTISCHE INFORMATIE
138
Adviezen
Gewichtsverdeling: verdeel het ge-
wicht in de caravan/aanhanger gelijk-
matig en houd u aan de toegestane
kogeldruk.
Koeling: het trekken van een aan-
hanger op een helling veroorzaakt
een hogere koelvloeistoftempera-
tuur.
De koelventilator wordt elektrisch be-
diend en is niet afhankelijk van het
motortoerental.
Pas uw snelheid aan om het toeren-
tal te beperken.
Het maximum aanhangergewicht is
afhankelijk van het hellingspercen-
tage en de temperatuur van de bui-
tenlucht.
Let in elk geval goed op de aanwij-
zing van de koelvloeistoftempera-
tuurmeter.
Als het verklikkerlampje van de koel-
vloeistoftemperatuur gaat branden,
stop dan zo snel mogelijk en zet de
motor af. Banden:
controleer de bandenspan-
ning van de auto en de aanhanger en
breng deze indien nodig op de juiste
waarde.
Remmen: het trekken van een aan-
hanger vergroot de remweg.
Verlichting: controleer de verlichting
van de aanhanger.
Zijwind: houd er rekening mee dat
de zijwindgevoeligheid van de auto
groter is.
TREKKEN VAN EEN
AANHANGER, EEN
CARAVAN, EEN BOOT...
Wij raden u aan gebruik te maken
van een speciaal door PEUGEOT
geteste en goedgekeurde trek-
haak en deze door een PEUGEOT-
servicepunt te laten monteren.
Uw auto is hoofdzakelijk bedoeld
voor het vervoer van personen en
bagage, maar is tevens geschikt voor
het trekken van een aanhanger.
Het rijden met een aanhanger heeft
veel invloed op het rijgedrag van de
auto en vergt daarom extra aandacht
van de bestuurder.
Door een geringere luchtdichtheid
nemen de prestaties van de motor
af als men op grotere hoogte boven
de zeespiegel komt. Trek boven de
1 000 m 10 % van het maximum
aanhangergewicht af en herhaal dit
voor elke volgende 1 000 m.
De parkeerhulp wordt bij het aankop-
pelen van een aanhanger automa-
tisch uitgeschakeld.

Page 158 of 206

10PRAKTISCHE INFORMATIE
139
3-/5-deurs: Gebruik bij het monteren
van dwarsdragers de vier hiervoor
bestemde bevestigingsplaatsen.
Druk de schuifjes in de richting van
de pijl om deze te bereiken.
Break: Let bij het monteren van de
dwarsdragers op de juiste bevesti-
gingsplaatsen. Deze zijn door middel
van merktekens op de dakreling aan-
gegeven.
Gebruik uitsluitend door PEUGEOT
goedgekeurde accessoires en houd
u aan de montagevoorschriften van
de fabrikant. Max. toegestane daklast
op imperiaal, bij een
maximale laadhoogte van
40 cm (m.u.v. fietsen):
75 kg (3-/5-deurs), 100 kg (break).
Pas bij een belading hoger dan
40 cm de rijsnelheid aan aan de
rijomstandigheden om schade
aan de allesdragers en de
bevestigingsplaatsen op het dak
te voorkomen.
ALLESDRAGERS MONTEREN

Page 159 of 206

10PRAKTISCHE INFORMATIE
140
ACCESSOIRES VOOR UW
307
Een ruime keuze aan accessoires en
originele onderdelen voorzien van
een artikelnummer van PEUGEOT
wordt u aangeboden door het
PEUGEOT-netwerk.
Deze accessoires en onderdelen zijn
getest en goedgekeurd ten aanzien
van bedrijfszekerheid en veiligheid
en volledig aangepast aan uw
PEUGEOT.
Het aanbod van PEUGEOT Bou-
tique is onderverdeeld in 5 groepen:
PROTECT - CONFORT - AUDIO -
DESIGN - TECNIC:"Comfort":
matten, kunststof bak baga-
geruimte, bagagenet, kle-
dinghanger voor bevestiging
aan de hoofdsteun, alumini-
um of PVC dorpellijsten.
Voor de vrijetijdsbesteding:
allesdragers, fietsendrager voor be-
vestiging op de achterklep* (break),
fietsendrager voor bevestiging op de
allesdragers, skidragers, dakkoffers,
zitverhogingen en kinderzitjes, con-
sole voor autoradio-/telefoonsysteem,
zonneschermen opzij en zonne-
scherm achter, middenarmsteun vóór,
opbergbox voor CD’s, opbergruimte
onder hoedenplank (3-/5-deurs).
Trekhaak. Deze moet bij een PEUGEOT-
servicepunt worden gemonteerd.
Het monteren van elektri-
sche uitrustingen of acces-
soires die niet onder een
artikelnummer in het assor-
timent van Automobiles PEUGEOT
voorkomen, kan storingen in het
elektronisch systeem
van uw auto veroorzaken. Houdt u
rekening met deze bijzonderheid en
wij raden u aan contact op te nemen
met een vertegenwoordiger van het
merk PEUGEOT om u te laten infor-
meren over het assortiment uitrustin-
gen en accessoires voorzien van een
artikelnummer van PEUGEOT. "Tecnic":
ruitensproeiervloeistof, rei-
nigings - / onder houds m id-
delen voor interieur en ex-
terieur.
"Protect":
inbraakalarm, graveren van
ruiten, wielbouten met slot,
verbandtrommel, gevaren-
driehoek, veiligheidsvest,
lokalisatiesysteem gestolen
auto, hondenrek, sneeuw-
kettingen. "Audio":
autoradio’s, audio-/telefoon-
systeem, versterkers, navi-
gatiesystemen, handsfree-kit,
videoscherm, CD-wisselaar,
luidsprekers, DVD-speler, kit
voor de aansluiting van een
MP3- of draagbare CD-speler, par-
keerhulp. "Design":
stoelhoezen geschikt voor
stoelen met zij-airbags, alu-
minium pookknop, mistlam-
pen voor, achterklepspoiler
(3-/5-deurs), gestyleerde
spatlappen, lichtmetalen vel-
gen, wieldoppen, sportuitlaat.
* Schakel bij het gebruik van een op de achterklep bevestigde fietsen-
drager de ruitenwisser achter uit
via het configuratiemenu van het
multifunctionele display.
Opmerking
Om te voorkomen dat de werking van
de pedalen wordt gehinderd:
- controleer of de mat goed op zijn
plaats ligt en goed bevestigd is,
- leg nooit meerdere matten boven op elkaar.

Page 160 of 206

11TECHNISCHE GEGEVENS
141
MOTOREN EN VERSNELLINGSBAKKEN
MODELLEN:
Type Variant Uitvoering:
3A... 3C... 3E... KFUC
NFUC
NFUL NFUF
KFUC
3G...
BENZINEMOTOREN 1,4 liter 16V 90 pk 1,6 liter 16V 110 pk
Cilinderinhoud (cm
3) 1 360 1 587
Boring x slag (mm) 75 x 77 78,5 x 82
Max. vermogen: ECE-norm (kW) 65 80
Toerental bij max. vermogen (/min) 5 250 5 800
Max. koppel: ECE-norm (Nm) 133 147
Toerental bij max. koppel (/min) 3 250 4 000
Brandstof Loodvrij Loodvrij
Katalysator Ja Ja
VERSNELLINGSBAK Handgeschakeld
(5 versn.) Handgeschakeld
(5 versn.) Automaat
(4 versn.)
INHOUD CARTER (liter)
Motor (met filter) 3,05 3,25
Versnellingsbak-differentieel 2 2 -

Page:   < prev 1-10 ... 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 ... 210 next >