Peugeot 307 2006 Handleiding (in Dutch)

Page 61 of 206

3 COMFORT
56
Kantel om het linkerdeel (2/3) of het
rechterdeel (1/3) van de achterbank
neer te klappen altijd eerst de zitting
omhoog alvorens de rugleuning
neer te klappen (om beschadiging
te voorkomen) :
- Schuif indien nodig de voorstoel(en) naar voren.
- Til de zitting 1 aan de voorzijde op.
- Klap de zitting 1 tegen de rugleu-
ning van de voorstoel(en).
- Controleer of de veiligheidsgordel langs de kant van de rugleuning loopt.
- Trek aan de knop 2 om de rugleu-
ning 3 los te maken.
- Zet de hoofdsteunen in de laagste stand.
- Klap de rugleuning 3 neer.
Opmerking: De zitting 1 kan worden ver-
wijderd om de laadruimte te vergroten.
Knijp de bevestigingen van de zitting in
om deze uit de klemmen te verwijderen. Terugplaatsen:
- Klap de rugleuning omhoog en ver-
grendel deze (het rode vlak van knop
2 mag niet meer zichtbaar zijn).
- Klap de zitting neer.
Let erop dat de gordels niet wor-
den vastgeklemd en dat de gordel-
sluitingen goed zijn geplaatst.
ACHTERBANK (3-/5-DEURS)

Page 62 of 206

3COMFORT
57
Verwijderen van de zitting
(tegen de voorstoelen geklapt):
Trek de zitting 1 omlaag om deze uit
de bevestigingen te verwijderen en
trek de zitting omhoog.
- Trek de hendel 2 naar voren om de
rugleuning 3 te ontgrendelen.
- Zet de hoofdsteun in de laagste stand.
- Klap de rugleuning 3 neer.
Opmerking: De zitting 1 kan worden
verwijderd om de laadruimte te ver-
groten.
Neerklappen van de
achterbank:
Klap bij het neerklappen van de linker
(2/3) of rechter (1/3 deel) zitplaats al-
tijd eerst de zitting omhoog alvo-
rens de rugleuning neer te klappen
(om beschadiging te voorkomen) :
- Zet de voorstoel(en) indien nodig naar voren.
- Trek de handgreep A tussen de zit-
ting 1 en de rugleuning 3 naar voren
en vervolgens omhoog om de zitting
tegen de voorstoel(en) te klappen.
- Controleer of de gordel goed langs de zijkant van de rugleuning wordt geleid.
ACHTERBANK (BREAK)
Plaatsen van de zitting (tegen
de voorstoelen geklapt):
- Plaats de zitting 1 in de bevestigin-
gen.
- Druk op de bovenzijde van de zitting 1 om de zitting te vergrendelen.
Terugplaatsen van de
achterbank:
- Klap de rugleuning omhoog en ver-
grendel deze (het rode vlak van de
hendel 2 mag niet meer zichtbaar zijn).
- Klap de zitting neer.
Let erop dat de gordels niet wor-
den vastgeklemd en dat de gordel-
sluitingen goed worden geplaatst.

Page 63 of 206

3 COMFORT
58
"Met het gezicht in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje met het gezicht
in de rijrichting op de passagiersstoel
voor wordt geplaatst, moet de stoel van
de auto in de middelste stand met de
rugleuning rechtop worden gezet en
mag de airbag aan passagierszijde**
niet worden uitgeschakeld.
BEVESTIGEN VAN EEN
KINDERZITJE MET EEN
DRIEPUNTS VEILIGHEIDSGORDELALGEMENE INFORMATIE
MET BETREKKING TOT
KINDERZITJES
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp
van uw auto veel aandacht heeft be-
steed aan veiligheidsvoorzieningen
voor uw kinderen, is hun veiligheid
natuurlijk ook afhankelijk van u zelf.
Volg voor een optimale veiligheid de
volgende adviezen op:
- sinds 1992, en conform Richtlijn 2000/3 dienen kinderen jonger dan
12 jaar in gehomologeerde*, aan
het lichaamsgewicht aangepaste
kinderzitjes op met veiligheids-
gordels of ISOFIX-bevestigingen**
uitgeruste plaatsen te worden ver-
voerd,
- de veiligste plaats voor het ver-
voeren van een kind is volgens
de statistieken een plaats op de
achterbank van uw auto,
- kinderen tot 9 kg moeten zowel
voor- als achterin met de rug in
de rijrichting worden vervoerd.
PEUGEOT beveelt u aan kinderen
op de achterzitplaatsen van uw
auto te vervoeren:
- met de rug in de rijrichting tot
2 jaar,
- met het gezicht in de rijrichting
vanaf 2 jaar.
* Volgens de wettelijke bepalingen.
** Volgens uitvoering. Middelste stand
"Met de rug in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje met de rug in de
rijrichting
op de passagiersstoel voor
wordt geplaatst, moet de airbag aan pas-
sagierszijde** zijn uitgeschakeld. Anders
kan het kind bij het afgaan van de air-
bag levensgevaarlijk gewond raken .

Page 64 of 206

3COMFORT
59
DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN KINDERZITJES
PEUGEOT levert een complete reeks kinderzitjes met een artikelnummer van Automobiles
PEUGEOT die met een driepunts veiligheidsgordel kunnen worden vastgemaakt:
** Volgens uitvoering. Airbag aan passagierszijde OFF**
Groep 0 : vanaf de geboorte tot 10 kg
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg
L1
"BRITAX
Babysure"
(E11 0344117)
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
L2
"RÖMER
Baby-Safe"
(E1 03301146)
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
L3
"MAXI COSI Cabrio"
(E4 03443301/ E4 04443517)
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
Groep 1, 2 en 3: van 9 tot 36 kg
L4
"KIDDY Life"
(E1 03301135)
Omwille van de veiligheid van
jonge kinderen (van 9 tot 18 kg), raadt
PEUGEOT u aan de gordelbeschermer te gebruiken.
Groep 2 en 3: van 15 tot 36 kg
L5
"RECARO Start" (E1 03301108)
L6
"KLIPPAN Optima" (E17 030007)Vanaf 6 jaar
(ongeveer 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging.

Page 65 of 206

3COMFORT
59
DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN KINDERZITJES
PEUGEOT levert een complete reeks kinderzitjes met een artikelnummer van Automobiles
PEUGEOT die met een driepunts veiligheidsgordel kunnen worden vastgemaakt:
** Volgens uitvoering. Airbag aan passagierszijde OFF**
Groep 0 : vanaf de geboorte tot 10 kg
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg
L1
"BRITAX
Babysure"
(E11 0344117)
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
L2
"RÖMER
Baby-Safe"
(E1 03301146)
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
L3
"MAXI COSI Cabrio"
(E4 03443301/ E4 04443517)
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
Groep 1, 2 en 3: van 9 tot 36 kg
L4
"KIDDY Life"
(E1 03301135)
Omwille van de veiligheid van
jonge kinderen (van 9 tot 18 kg), raadt
PEUGEOT u aan de gordelbeschermer te gebruiken.
Groep 2 en 3: van 15 tot 36 kg
L5
"RECARO Start" (E1 03301108)
L6
"KLIPPAN Optima" (E17 030007)Vanaf 6 jaar
(ongeveer 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging.

Page 66 of 206

3 COMFORT
60
BEVESTIGEN VAN KINDERZITJES MET DE VEILIGHEIDSGORDEL
Overeenkomstig de Europese wetgeving (Richtlijn 2000/3) geeft het overzicht de mogelijkheden weer voor het bevestigen
met de veiligheidsgordel van een universeel (a) goedgekeurd kind erzitje afhankelijk van het gewicht van het kind en de plaats
in de auto.
Plaats Gewicht van het kind/
leeftijdsindicatie
Tot 13 kg
(groep 0 (b) en 0+) Tot ± 1 jaar 9 - 18 kg

(groep 1)
Van 1 tot ± 3 jaar 15 - 25 kg
(groep 2)
Van 3 tot ± 6 jaar 22 - 36 kg
(groep 3)
Van 6 tot ± 10 jaar
Passagiersstoel
vóór (c)
- vast
- in hoogte verstelbaar (R) U
U (R) U
U (R) U
U (R) U
U (R)
Buitenste zitplaatsen
achter U U U U
Middelste zitplaats
achter U U U U
(a) Universeel kinderzitje: kinder-zitje dat in alle auto’s met d e veiligheidsgordel kan worden bevestigd.
(b) Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg.
(c) Raadpleeg de wetgeving in uw land voordat u uw kind op deze zitplaats installeert.
U: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel gehomo logeerd kinderzitje met de veiligheidsgordel, met de
rug in de rijrichting en/of met het gezicht in de rijrichting .
U (R): als "U", waarbij bovendien de stoel van de auto in de hoogste st and moet staan.

Page 67 of 206

3COMFORT
61
ADVIEZEN VOOR
KINDERZITJES
Kinderen jonger dan 10 jaar mogen
niet met het gezicht in de rijrichting op
de passagiersstoel voor worden ver-
voerd, behalve als de achterzitplaat-
sen al bezet zijn door andere kinderen
of als de achterbank niet bruikbaar,
neergeklapt of verwijderd is.
Schakel de airbag aan passagierszij-
de* uit zodra een kinderzitje met de
rug in de rijrichting op de voorstoel
wordt geplaatst. Het kind kan anders
bij het afgaan van de airbag levens-
gevaarlijk gewond raken.
* Volgens uitvoering.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de veilig-
heidsgordel moet over de schouder
van het kind liggen zonder de hals te
raken.
Controleer of de heupgordel goed
over de bovenbenen van het kind ligt.
PEUGEOT beveelt aan een stoelver-
hoger met rugleuning te gebruiken
voorzien van een gordelgeleider ter
hoogte van de schouder. Laat uit veiligheidsoverwegingen:
- geen kinderen zonder toezicht ach-
ter in een auto,
- nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten
gesloten zijn en de auto in de zon
staat,
- de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten* om te voor-
komen dat de portieren per ongeluk
geopend worden.
Zorg er voor dat de achterzijruiten*
niet verder dan voor 1/3 deel ge-
opend worden.
Plaats zonneschermen om uw jonge
kinderen tegen de zon te bescher-
men.
De onjuiste bevestiging van een kin-
derzitje brengt de veiligheid van het
kind in gevaar in geval van een bot-
sing.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels
of het tuigje van het kinderzitje, zelfs
bij korte ritten, worden vastgemaakt
waarbij
de speling ten opzichte van
het lichaam van het kind zoveel mo-
gelijk moet worden beperkt .
Zorg er voor een optimale beves-
tiging van het kinderzitje "met het
gezicht in de rijrichting" voor dat de
rugleuning van het zitje tegen de
rugleuning van de stoel van de auto
aandrukt en dat de hoofdsteun geen
belemmering vormt.
Als de hoofdsteun verwijderd moet
worden, berg deze dan zorgvuldig
op om te voorkomen dat de hoofd-
steun door de auto vliegt bij krachtig
afremmen.

Page 68 of 206

3 COMFORT
62
Het betreft 2 ringen die zijn geplaatst
tussen de rug en de zitting van de
stoel.
De ISOFIX-kinderzitjes beschikken
over 2 sloten die eenvoudig aan deze
ringen kunnen worden verankerd.
ISOFIX-BEVESTIGINGEN
Deze zitplaatsen* zijn uitgerust met
ISOFIX-bevestigingen. De ISOFIX-bevestigingen zorgen
voor een betrouwbare, degelijke en
snelle montage van het kinderzitje in
uw auto.
* Volgens uitvoering.

Page 69 of 206

3COMFORT
63
Deze kinderzitjes kunnen ook worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX-bevestigingen. Het is in
dat geval verplicht het kinderzitje met de normale driepunts veiligheidsgordel op de zitplaats van de auto te bevestigen.
Volg bij het plaatsen van het kinderzitje de gebruiksaan wijzing van de fabrikant van het zitje.
ISOFIX KINDERZITJES AANBEVOLEN DOOR PEUGEOT EN GEHOMOLOGEERD VOOR UW AUTO
MAXI COSI CabrioFix KIDDY ISOFIX RÖMER Duo ISOFIX
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg Groep 0+: vanaf de
geboorte tot 13 kg Groep 1: van 9 tot 18 kg Groep 1: van 9 tot 18 kg
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst. Wordt met de rug in de
rijrichting geplaatst. Wordt met het gezicht in de
rijrichting geplaatst. Wordt uitsluitend met het
gezicht in de rijrichting geplaatst.
Het ISOFIX-onderstel is voor-
zien van een in hoogte ver-
stelbare steun.
De steun dient tegen de vloer
van de auto te steunen. De rugleuning van het zitje
moet tegen de rugleuning
van de desbetreffende voor-
stoel steunen.
De passagiersstoel vóór moet
in de middelste stand worden
gezet.Wordt zonder de bovenste
riem bevestigd.
Het zitje kan in drie standen
worden gezet: rechtop, slaap-
stand en verlengd.
Verstel de voorstoel van de
auto om te voorkomen dat de
voeten van het kind de rug-
leuning raken.

Page 70 of 206

4TOEGANG TOT DE AUTO
64
SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING
Met behulp van de afstandsbediening
kunnen de centrale vergrendeling en
supervergrendeling worden bediend,
kan de auto worden gelokaliseerd en
kunnen de buitenspiegels worden in-
en uitgeklapt.
Met behulp van de sleutel kunnen me-
chanisch en onafhankelijk van elkaar
de sloten van het dashboardkastje en
van de tankdop worden bediend, kan
de passagiersairbag worden uitge-
schakeld en kunnen het kinderslot en
het contactslot worden bediend.
Met behulp van de sleutel in het slot
van het bestuurdersportier kunnen
elektrisch de centrale vergrendeling,
ontgrendeling en supervergrendeling
van de portieren en de achterklep
worden bediend en kunnen de bui-
tenspiegels worden in- en uitgeklapt.
Als een van de portieren of de ach-
terklep geopend is, werkt de centrale
vergrendeling niet.Met de sleutel

Draai de sleutel in het slot van het
bestuurdersportier in de vergren-
delingsstand om de auto te ver-
grendelen.
 Draai de sleutel in de vergrende-
lingsstand en houd de sleutel lan-
ger dan twee seconden in deze
stand om ook de ruiten en het
schuif-/kanteldak te sluiten.
Het vergrendelen wordt bevestigd
door het gedurende ongeveer twee
seconden branden van de richting-
aanwijzers.
Op hetzelfde moment worden de bui-
tenspiegels ingeklapt.
Uitklappen/inklappen
van de sleutel
Druk op de knop A om de sleutel uit
of in te klappen.
Vergrendelen
Met de afstandsbediening
 Druk één keer op de knop B om
de auto te vergrendelen.
 Druk langer dan 2 seconden op
de knop B om ook de ruiten en het
schuif-/kanteldak te sluiten.
Het vergrendelen wordt bevestigd
door het gedurende ongeveer twee
seconden branden van de richting-
aanwijzers.
Op hetzelfde moment worden de bui-
tenspiegels ingeklapt.
Supervergrendeling
De supervergrendeling blokkeert het
van buitenaf en van binnenuit ope-
nen van de portieren.
Als de supervergrendeling is ingescha-
keld, is ook de vergrendelingsschake-
laar in het interieur buiten werking.
Ontgrendelen
 Druk één keer op de knop C om
de auto te ontgrendelen.
Het ontgrendelen wordt bevestigd
door het gedurende ongeveer twee
seconden snel knipperen van de
richtingaanwijzers.
Op hetzelfde moment worden de bui-
tenspiegels uitgeklapt.
Met de afstandsbediening
 Druk één keer op de knop B om
de auto te vergrendelen of lan-
ger dan 2 seconden op de knop
B om bovendien de ruiten en het
schuif-/kanteldak te sluiten.
 Druk binnen 5 seconden nog-
maals op de knop om de super-
vergrendeling in te schakelen.
Zowel het vergrendelen als het in-
schakelen van de supervergrendeling
wordt bevestigd door het gedurende
ongeveer twee seconden branden
van de richtingaanwijzers.

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 ... 210 next >