Peugeot 307 2007 Handleiding (in Dutch)

Page 21 of 210

24
Uw PEUGEOT-servicepunt zet de onderhoudsindicator na elke onder-houdsbeurt weer op 0.
Als u zelf de onderhoudscontrole van uw auto hebt uitgevoerd, kan de on-derhoudsindicator op de volgende wijze op 0 gezet worden:
 zet het contact af.
 druk op de resetknop van de dag-teller en houd deze ingedrukt.
 zet het contact aan.
De kilometerteller begint terug te tel-len.
Laat de knop los als de onderhouds-indicator "=0" aangeeft; de sleutel verdwijnt.
Belangrijk: als u na deze handeling de accu wilt loskoppelen, vergrendel dan de auto en wacht minimaal vijf minuten. Het resetten van de onder-houdsindicator zal anders niet wor-den opgeslagen.
Motorolieniveaumeter
Bij het aanzetten van het contact wordt eerst de onderhoudsintervalin-dicator weergegeven en vervolgens gedurende enkele seconden het mo-torolieniveau.
Olieniveau correct
Storing motorolieniveaumeter
Als de aanduiding "OIL --" knippert, duidt dit op een storing in de motor-olieniveaumeter.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Een controle van het olieniveau is alleen betrouwbaar als de auto op een vlakke, ho-rizontale ondergrond staat en de motor min-stens 15 minuten niet heeft gedraaid. rizontale ondergrond staat en de motor min-rizontale ondergrond staat en de motor min-
Als de aanduiding "OIL" knippert in combinatie met het v e r k l i k k e r l a m p j e service, een ge-luidssignaal en een melding op het multifunctionele display, is het motorolieniveau te laag, waardoor ernstige motorschade kan ontstaan.
Controleer het olieniveau met de peil-stok. Als blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie worden bijgevuld.
Te weinig olie
Oliepeilstok
2 merktekens op de peil-stok:
- het oliepeil mag nooit bo-ven het niveau A uitkomen,- als het oliepeil niet boven het niveau B uitkomt, moet het voor de motor van uw auto voorgeschreven type motorolie worden bijgevuld via de vuldop.
A = maxi.
B = mini.
Op 0 zetten van deonderhoudsindicator

Page 22 of 210

22
Dit heeft na het aanzetten van het contact 3 verschillende functies:
- onderhoudsindicator,- motorolieniveaumeter,- kilometerteller (totale kilometer-stand en dagteller). Opmerking: de totale kilometerstand en de dagteller worden gedurende dertig seconden na het uitzetten van het contact, bij het openen van het bestuurdersportier en bij het vergren-delen en ontgrendelen van de auto weergegeven.
Het display geeft tevens informatie met betrekking tot de snelheidsre-gelaar of -begrenzer indien één van beiden is ingeschakeld (zie het des-betreffende hoofdstuk).
Onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator geeft de af-stand tot de volgende onderhouds-controle aan overeenkomstig het on-derhoudsschema van de fabrikant.
Deze afstand wordt berekend vanaf de laatste nulstelling van de onder-houdsindicator (zie het desbetref-fende hoofdstuk) op basis van twee parameters:
- het afgelegde aantal kilometers,- de verstreken tijd sinds de laatste onderhoudscontrole.Opmerking: afhankelijk van de ge-bruiksgewoonten van de bestuurder kan de factor tijd worden meegewogen bij de nog af te leggen kilometers.
DISPLAY INSTRUMENTENPANEELAls het toerental te laag of te hoog is voor de geselecteerde versnelling, knippert het desbetreffende picto-gram enkele seconden, waarna ver-volgens de werkelijk ingeschakelde versnelling wordt weergegeven.
Dit lampje gaat branden als het schakelprogramma "SPORT" van de automati-sche transmissie wordt inge-schakeld.
Dit lampje gaat branden als het schakelprogramma "SNEEUW" van de automa-tische transmissie wordt in-geschakeld.
Verklikkerlampjes automatische transmissie
Verklikkerlampje "SNEEUW"
Deze melding verschijnt als een versnelling niet goed is ingeschakeld (de selectie-hendel bevindt zich tussen twee standen in).
Verklikkerlampje "SPORT"
Onjuiste waarde bij handmatige bediening

Page 23 of 210

22
Dit heeft na het aanzetten van het contact 3 verschillende functies:
- onderhoudsindicator,- motorolieniveaumeter,- kilometerteller (totale kilometer-stand en dagteller). Opmerking: de totale kilometerstand en de dagteller worden gedurende dertig seconden na het uitzetten van het contact, bij het openen van het bestuurdersportier en bij het vergren-delen en ontgrendelen van de auto weergegeven.
Het display geeft tevens informatie met betrekking tot de snelheidsre-gelaar of -begrenzer indien één van beiden is ingeschakeld (zie het des-betreffende hoofdstuk).
Onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator geeft de af-stand tot de volgende onderhouds-controle aan overeenkomstig het on-derhoudsschema van de fabrikant.
Deze afstand wordt berekend vanaf de laatste nulstelling van de onder-houdsindicator (zie het desbetref-fende hoofdstuk) op basis van twee parameters:
- het afgelegde aantal kilometers,- de verstreken tijd sinds de laatste onderhoudscontrole.Opmerking: afhankelijk van de ge-bruiksgewoonten van de bestuurder kan de factor tijd worden meegewogen bij de nog af te leggen kilometers.
DISPLAY INSTRUMENTENPANEELAls het toerental te laag of te hoog is voor de geselecteerde versnelling, knippert het desbetreffende picto-gram enkele seconden, waarna ver-volgens de werkelijk ingeschakelde versnelling wordt weergegeven.
Dit lampje gaat branden als het schakelprogramma "SPORT" van de automati-sche transmissie wordt inge-schakeld.
Dit lampje gaat branden als het schakelprogramma "SNEEUW" van de automa-tische transmissie wordt in-geschakeld.
Verklikkerlampjes automatische transmissie
Verklikkerlampje "SNEEUW"
Deze melding verschijnt als een versnelling niet goed is ingeschakeld (de selectie-hendel bevindt zich tussen twee standen in).
Verklikkerlampje "SPORT"
Onjuiste waarde bij handmatige bediening

Page 24 of 210

23
Werking
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende 5 seconden de sleutel branden. De kilometerteller geeft de resterende kilometers (afgerond) tot de eerstvolgende onderhoudscon-trole aan.
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvol-gende onderhoudscontrole bedraagt 4 800 km. Als het contact wordt aan-gezet, geeft het display gedurende 5 seconden het volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het contact geeft de teller weer de kilo-meterstand en de stand van de dag-teller aan.
De afstand tot de eerstvolgende beurt is overschreden.
Als het contact wordt aangezet, gaat gedu-rende 5 seconden de sleutel knipperen.
Voorbeeld: U hebt de afstand tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt met 300 km overschreden. Er moeten zo snel mogelijk onderhoudswerkzaamhe-den worden uitgevoerd.Als het contact wordt aangezet, geeft het display gedurende 5 seconden het vol-gende aan:
5 seconden na het aanzetten van het contact treedt de kilometerteller weer in werking en blijft de sleutel branden. De teller geeft de kilometerstand en de stand van de dagteller aan.
Opmerking: de sleutel kan ook gaan branden als het interval van twee jaar is overschreden.
De afstand tot de eerstvolgende beurt is minder dan 1 000 km.
Voorbeeld: de afstand tot de eerst-volgende onderhoudscontrole be-draagt 900 km.Als het contact wordt aangezet, geeft het display gedurende 5 seconden het volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het contact treedt de kilometerteller weer in werking en blijft de sleutel bran-den.
Dit om aan te geven dat er binnen-kort onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd moeten worden. De teller geeft de kilometerstand en de stand van de dagteller aan.

Page 25 of 210

24
Uw PEUGEOT-servicepunt zet de onderhoudsindicator na elke onder-houdsbeurt weer op 0.
Als u zelf de onderhoudscontrole van uw auto hebt uitgevoerd, kan de on-derhoudsindicator op de volgende wijze op 0 gezet worden:
 zet het contact af.
 druk op de resetknop van de dag-teller en houd deze ingedrukt.
 zet het contact aan.
De kilometerteller begint terug te tel-len.
Laat de knop los als de onderhouds-indicator "=0" aangeeft; de sleutel verdwijnt.
Belangrijk: als u na deze handeling de accu wilt loskoppelen, vergrendel dan de auto en wacht minimaal vijf minuten. Het resetten van de onder-houdsindicator zal anders niet wor-den opgeslagen.
Motorolieniveaumeter
Bij het aanzetten van het contact wordt eerst de onderhoudsintervalin-dicator weergegeven en vervolgens gedurende enkele seconden het mo-torolieniveau.
Olieniveau correct
Storing motorolieniveaumeter
Als de aanduiding "OIL --" knippert, duidt dit op een storing in de motor-olieniveaumeter.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Een controle van het olieniveau is alleen betrouwbaar als de auto op een vlakke, ho-rizontale ondergrond staat en de motor min-stens 15 minuten niet heeft gedraaid. rizontale ondergrond staat en de motor min-rizontale ondergrond staat en de motor min-
Als de aanduiding "OIL" knippert in combinatie met het v e r k l i k k e r l a m p j e service, een ge-luidssignaal en een melding op het multifunctionele display, is het motorolieniveau te laag, waardoor ernstige motorschade kan ontstaan.
Controleer het olieniveau met de peil-stok. Als blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie worden bijgevuld.
Te weinig olie
Oliepeilstok
2 merktekens op de peil-stok:
- het oliepeil mag nooit bo-ven het niveau A uitkomen,- als het oliepeil niet boven het niveau B uitkomt, moet het voor de motor van uw auto voorgeschreven type motorolie worden bijgevuld via de vuldop.
A = maxi.
B = mini.
Op 0 zetten van deonderhoudsindicator

Page 26 of 210

25
Druk, tijdens het branden van de ver-lichting, op de knop om de sterkte van de dashboardverlichting te verande-ren. Als de verlichting de zwakste (of felste) stand heeft bereikt, laat dan de knop los en druk deze vervolgens opnieuw in om de verlichting weer feller (of zwakker) te maken.
Laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkte is bereikt.
Nulstelling dagteller
Druk, terwijl het contact aan is, de knop in tot de nullen verschijnen.
Door kort op de knop te drukken kunnen de dagteller en de ingestelde snelheid van de snelheidsregelaar of snelheidsbegrenzer af-wisselend worden weergegeven, indien een van deze systemen is geactiveerd.
Dimmer dashboardverlichting

Page 27 of 210

26
BOORDCOMPUTER
Druk herhaaldelijk op de toets op het uiteinde van de ruitenwisser-schakelaar om de verschillende informaties van de boordcompu-ter weer te geven.
De boordcomputer kan de volgende informatie weergeven:
De boordcomputer geeft tijdens het rijden verschillende informatie (actie-radius, brandstofverbruik, ...).
Druk langer dan 2 seconden op de toets om de afgelegde afstand, het gemiddelde brandstofverbruik en de gemiddelde snelheid op 0 te zetten.
Monochroom display AOp 0 stellen
Weergave van de informatie
- actieradius,
- momenteel brandstofverbruik,
- afgelegde afstand,
- gemiddeld brandstofverbruik,
- gemiddelde snelheid.

Page 28 of 210

27
- de momentele informatie:- actieradius,- momenteelbrandstofverbruik,- nog af te leggenafstand,
Kleurendisplay
Traject op 0 zettenMonochroom display C
Druk herhaaldelijk op de toets op het uiteinde van de ruitenwisser-schakelaar om de verschillende standen van de boordcomputer weer te geven:
Weergave van de informatie
 Druk de toets langer dan 2 secon-den in zodra het gewenste traject wordt aangegeven.
- traject "1":- afgelegde afstand,- gemiddeldbrandstofverbruik,- gemiddelde snelheid,voor het eerste traject.
- traject "2":- afgelegde afstand,- gemiddeldbrandstofverbruik,- gemiddelde snelheid,voor het tweede traject.
De trajecten "1" en "2" zijn onaf-hankelijk en hebben dezelfde eigen-schappen.
Traject "1" kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor een dagelijks verbruik en traject "2" voor een maandelijks verbruik.
BOORDCOMPUTER
De boordcomputer geeft tijdens het rijden verschillende informatie (actie-radius, brandstofverbruik, ...).

Page 29 of 210

28
Nog af te leggen afstand
(km of miles)
Dit is de nog af te leggen afstand tot de eindbestem-ming. Deze afstand wordt op elk moment tijdens het gebruik van het navigatiesysteem berekend of wordt ingevoerd door de gebruiker.
Bij het ontbreken van de afstand ver-schijnen streepjes in plaats van cij-fers.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Dit is de gemiddelde snel-heid sinds de laatste nulstel-ling van de boordcomputer (contact aan).
Actieradius
(km of miles)
De actieradius geeft op basis van het gemiddel-de verbruik over de laatst afgelegde kilometers aan hoeveel kilometer u nog met de resterende brandstof kunt rijden
Momenteel brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Dit is het verbruik dat gere-gistreerd is tijdens de laatste secon-den.
Gemiddeldbrandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Dit is het gemiddelde ver-bruik sinds de laatste nulstelling van de boordcomputer.
Afgelegde afstand
(km of miles)
In deze stand geeft de boordcomputer de afge-legde afstand sinds de laatste nulstelling aan.
Enkele begrippen...
Zodra de actieradius minder dan 30 km bedraagt, worden streepjes weergege-ven. Na het tanken van minimaal 5 liter brandstof wordt de actieradius opnieuw berekend en weergegeven zodra deze meer dan 100 km bedraagt.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt wanneer er tij-dens het rijden streepjes in plaats van cijfers op het dis-play verschijnen.
Deze informatie verschijnt al-leen als er met een snelheid van meer dan 30 km/h wordt gereden.Dit getal kan verhoogd wor-den door een verandering in de rijstijl of van het land-schap, die een aanzienlijke variatie van het momentele verbruik tot gevolg heeft.

Page 30 of 210

29
Display C
 Druk op de toets "MENU" voor toegang tot het algemene menu.
 Selecteer met de pijlen het menu "Boordcomputer" en druk op de toets "OK" om te bevestigen.
 Selecteer in het menu "Boord-computer" één van de volgende functies:
Logboek waarschuwingsmeldingen
Deze functie herhaalt de actieve waarschuwingsmeldingen door ze achtereenvolgens op het multifuncti-onele display te laten verschijnen.
Toestand van de functies
Deze functie geeft aan of de verschil-lende functies van de auto zijn in- of uitgeschakeld.
Afstand tot de eindbestemming invoeren
Met behulp van deze functie kunt u een globale waarde invoeren voor de resterende afstand tot de eindbe-stemming.
MENU "BOORDCOMPUTER"
Via dit menu kunt u verschillende in-formaties met betrekking tot de auto raadplegen (logboek waarschuwings-meldingen, status van functies, ...).
MENU "DIAGNOSE"
 Selecteer in het menu "Diagno-se" één van de volgende func-ties:
Kleurendisplay
 Druk op de toets "MENU" voor toegang tot het algemene menu.
 Selecteer met de draaiknop het menu "Diagnose" en druk op de draaiknop om te bevestigen.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 210 next >