Peugeot 307 2007 Handleiding (in Dutch)

Page 51 of 210

50
De binnenspiegel verstelt geleidelijk en automatisch van de dag- in de nacht-stand. Om verblinding te voorkomen, wordt de spiegel automatisch donker, afhankelijk van de hoeveelheid licht die vanaf de achterzijde van de auto op de spiegel valt. Zodra de hoeveelheid licht (bijvoorbeeld zonneschijn, verlichting van achteropkomend verkeer) vermin-dert, wordt het spiegelbeeld weer hel-der voor een optimaal zicht.
Binnenspiegel
De binnenspiegel kent 2 standen:
- dagstand (normaal),- nachtstand (antiverblinding).De spiegel kan in de dag- en nacht-stand gezet worden met behulp van het hendeltje aan de onderzijde.
Werking
Zet het contact aan en druk op schakelaar 1:
- Verklikkerlampje 2 aan (schakelaar ingedrukt): automatische werking.- Verklikkerlampje 2 uit: automati-sche werking uitgeschakeld. De spiegel blijft in de dagstand staan.
Bijzonderheden
Zodra de achteruit wordt ingescha-keld, wordt de spiegel in de dagstand gezet voor een maximaal zicht naar achteren.
Zorg dat de auto stil staat en ontgrendel het stuurwiel door aan hendel A te trekken.
Verstel het stuurwiel in hoogte en diepte.
Vergrendel het stuurwiel door de hendel A volledig in te drukken.
Automatische binnenspiegelSTUURWIEL IN HOOGTE EN
DIEPTE VERSTELLEN

Page 52 of 210

50
De binnenspiegel verstelt geleidelijk en automatisch van de dag- in de nacht-stand. Om verblinding te voorkomen, wordt de spiegel automatisch donker, afhankelijk van de hoeveelheid licht die vanaf de achterzijde van de auto op de spiegel valt. Zodra de hoeveelheid licht (bijvoorbeeld zonneschijn, verlichting van achteropkomend verkeer) vermin-dert, wordt het spiegelbeeld weer hel-der voor een optimaal zicht.
Binnenspiegel
De binnenspiegel kent 2 standen:
- dagstand (normaal),- nachtstand (antiverblinding).De spiegel kan in de dag- en nacht-stand gezet worden met behulp van het hendeltje aan de onderzijde.
Werking
Zet het contact aan en druk op schakelaar 1:
- Verklikkerlampje 2 aan (schakelaar ingedrukt): automatische werking.- Verklikkerlampje 2 uit: automati-sche werking uitgeschakeld. De spiegel blijft in de dagstand staan.
Bijzonderheden
Zodra de achteruit wordt ingescha-keld, wordt de spiegel in de dagstand gezet voor een maximaal zicht naar achteren.
Zorg dat de auto stil staat en ontgrendel het stuurwiel door aan hendel A te trekken.
Verstel het stuurwiel in hoogte en diepte.
Vergrendel het stuurwiel door de hendel A volledig in te drukken.
Automatische binnenspiegelSTUURWIEL IN HOOGTE EN
DIEPTE VERSTELLEN

Page 53 of 210

51
VOORSTOELEN
1. Verstelling in lengterichting
Til de beugel op en schuif de stoel naar voren of naar achteren.
2. Hoogteverstelling bestuurders- en passagiersstoel
Trek de hendel omhoog of duw deze omlaag totdat de gewenste stand be-reikt is.
3. Rugleuningverstelling
Duw de handgreep naar achteren.
4. Toegang tot de achterbank (3-deurs)Trek aan de handgreep om de rug-leuning naar voren te klappen en schuif de stoel vooruit. Als de stoel wordt teruggeduwd, komt deze au-tomatisch weer in de oorspronkelijke stand terug.
Opmerking: het is ook mogelijk de handgreep 3 te gebruiken. Verstel vervolgens de rugleuning.
Zorg ervoor dat het terug-schuiven in de oorspron-kelijke stand niet wordt verhinderd; deze stand is noodzakelijk om de stoel te vergren-delen in de lengterichting.

Page 54 of 210

52
5. Hoogte- en hoekverstelling hoofdsteun
Trek de hoofdsteun omhoog om hem hoger te zetten.
Druk op de nok A en trek de hoofdsteun omhoog om hem te verwijderen.
Steek om de hoofdsteun terug te zet-ten de pennen in de openingen van de rugleuning tot de hoofdsteun op zijn plaats blijft.
Druk op de nok A en duw de hoofd-steun gelijktijdig omlaag om hem lager te zetten.
Voor de veiligheid is het frame van de hoofdsteun gekarteld om te voor-komen dat de hoofdsteun zakt in het geval van een aanrijding.
Kantel het onderste gedeelte van de hoofdsteun naar voren of naar achteren om de hoek van de hoofdsteun af te st ellen.
8. Schakelaars stoelverwarming
Ga nooit rijden als de hoofd-steunen zijn verwijderd; de hoofdsteunen moeten zijn geplaatst en correct zijn af-gesteld.
HOOFDSTEUNEN ACHTER
Zet de hoofdsteunen omhoog om hem te gebruiken en omlaag als de desbetreffende zitplaats niet gebruikt wordt.
De hoofdsteunen kunnen ook wor-den verwijderd.
Verwijderen: Trek de hoofdsteun omhoog tot aan de aanslag en druk de blokkeerpal in.
6. Armsteunen
Deze zijn neerklapbaar en uitneembaar.
Druk, om de armsteun te verwijde-ren, op de knop tussen de armsteun en de rand van de zitting en trek de armsteun omhoog.
7. Opbergladen
Onder beide voorstoelen heeft u de beschikking over een opberglade.
- Openen: til de opberglade iets op en trek hem naar voren.- Verwijderen: trek de lade geheel open, druk de uiteinden van de geleiders in en til de lade op; trek hem vervolgens geheel naar buiten.- Zet om de opberglade terug te plaatsen de achterzijde in de gelei-der en druk op de bovenzijde om de lade vast te klikken. Onder de passagiersstoel voor kun-nen in de vloer een verbanddoos en een gevarendriehoek (klein model) worden opgeborgen.
De juiste stand van de hoofdsteun is als de bovenzijde van de hoofd-steun zich ter hoogte van de boven-zijde van het hoofd bevindt.Plaats geen zware voorwerpen in de opbergladen.
Druk, bij draaiende motor, de scha-kelaar in. De temperatuur wordt automatisch geregeld.
Druk nogmaals op de schakelaar om de verwarming weer uit te schakelen.
Opmerking: de geselecteerde stand van de stoelverwarming blijft nadat het contact is afgezet nog twee mi-nuten in het geheugen.

Page 55 of 210

53
Kantel om het linkerdeel (2/3) of het rechterdeel (1/3) van de achterbank neer te klappen altijd eerst de zitting omhoog alvorens de rugleuning neer te klappen (om beschadiging te voorkomen):
- Schuif indien nodig de voorstoel(en) naar voren.- Til de zitting 1 aan de voorzijde op.- Klap de zitting 1 tegen de rugleu-ning van de voorstoel(en).- Controleer of de veiligheidsgordel langs de kant van de rugleuning loopt.- Trek aan de knop 2 om de rugleu-ning 3 los te maken.- Zet de hoofdsteunen in de laagste stand.- Klap de rugleuning 3 neer.
Opmerking: De zitting 1 kan worden ver-wijderd om de laadruimte te vergroten.
Knijp de bevestigingen van de zitting in om deze uit de klemmen te verwijderen.
Terugplaatsen:
- Klap de rugleuning omhoog en ver-grendel deze (het rode vlak van knop 2 mag niet meer zichtbaar zijn).
- Klap de zitting neer.
Let erop dat de gordels niet wor-den vastgeklemd en dat de gordel-sluitingen goed zijn geplaatst.
ACHTERBANK (3-/5-DEURS)

Page 56 of 210

54
Verwijderen van de zitting (tegen de voorstoelen geklapt):
Trek de zitting 1 omlaag om deze uit de bevestigingen te verwijderen en trek de zitting omhoog.
- Trek de hendel 2 naar voren om de rugleuning 3 te ontgrendelen.- Zet de hoofdsteun in de laagste stand.- Klap de rugleuning 3 neer.
Opmerking: De zitting 1 kan worden verwijderd om de laadruimte te ver-groten.
Neerklappen van de achterbank:
Klap bij het neerklappen van de linker (2/3) of rechter (1/3 deel) zitplaats al-tijd eerst de zitting omhoog alvo-rens de rugleuning neer te klappen (om beschadiging te voorkomen):
- Zet de voorstoel(en) indien nodig naar voren.- Trek de handgreep A tussen de zit-AAting 1 en de rugleuning 3 naar voren en vervolgens omhoog om de zitting tegen de voorstoel(en) te klappen.- Controleer of de gordel goed langs de zijkant van de rugleuning wordt geleid.
ACHTERBANK (BREAK)
Plaatsen van de zitting (tegen de voorstoelen geklapt):
- Plaats de zitting 1 in de bevestigin-gen.- Druk op de bovenzijde van de zitting 1 om de zitting te vergrendelen.
Terugplaatsen van de achterbank:
- Klap de rugleuning omhoog en ver-grendel deze (het rode vlak van de hendel 2 mag niet meer zichtbaar zijn).- Klap de zitting neer.
Let erop dat de gordels niet wor-den vastgeklemd en dat de gordel-sluitingen goed worden geplaatst.

Page 57 of 210

55
"Met het gezicht in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje met het gezicht in de rijrichting op de pas-sagiersstoel voor wordt geplaatst, sagiersstoel voorsagiersstoel voormoet de stoel van de auto in de mid-delste stand met de rugleuning recht-op worden gezet en mag de airbag aan passagierszijde** niet worden uitgeschakeld.
BEVESTIGEN VAN
EEN KINDERZITJE
MET EEN DRIEPUNTS
VEILIGHEIDSGORDEL
ALGEMENE INFORMATIE
MET BETREKKING TOT
KINDERZITJES
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van uw auto veel aandacht heeft be-steed aan veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun veiligheid natuurlijk ook afhankelijk van u zelf.
Volg voor een optimale veiligheid de volgende adviezen op:
- conform Richtlijn dienen kinderen jonger dan 12 jaar of kleiner dan 1,50 m in gehomologeerde, aan het lichaamsgewicht aangepaste kinderzitjes op met veiligheids-gordels of ISOFIX-bevestigingen uitgeruste plaatsen te worden ver-voerd*,- de veiligste plaats voor het ver-voeren van een kind is volgens de statistieken een plaats op de achterbank van uw auto,- kinderen tot 9 kg moeten zowel voor- als achterin met de rug in de rijrichting worden vervoerd.
PEUGEOT beveelt u aan kinderen op de achterzitplaatsen van uw auto te vervoeren:
- met de rug in de rijrichting tot 2 jaar,- met het gezicht in de rijrichtingvanaf 2 jaar.
* De regels voor het vervoeren van kinderen zijn per land verschillend. Raadpleeg hiervoor de wetgeving in uw land.
** Volgens uitvoering.
Middelste stand
"Met de rug in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de passagiers-stoel voor wordt geplaatst, moet de stoel voorstoel voorairbag aan passagierszijde** zijn uit-geschakeld. Anders kan het kind bij het afgaan van de airbag levens-gevaarlijk gewond raken.

Page 58 of 210

56
** Volgens uitvoering.
Airbag aan passagierszijde OFF**
Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg
L1
"BRITAX Babysure" (E11 0344117)Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
L2
"RÖMER Baby-Safe Plus" (E1 03301146)Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
Groep 1, 2 en 3: van 9 tot 36 kg
L3"KIDDY Life"(E1 03301135)Omwille van de veiligheid van jonge kinderen (van 9 tot 18 kg), raadt PEUGEOT u aan de gordelbeschermer te gebruiken.
Groep 2 en 3: van 15 tot 36 kg
L4"RECARO Start"(E1 03301108)
L5"KLIPPAN Optima"(E17 030007)Vanaf 6 jaar (ongeveer 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging.
DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN KINDERZITJES
PEUGEOT levert een complete reeks kinderzitjes met een artikelnummer van Automobiles PEUGEOT die met een driepunts veiligheidsgordel kunnen worden vastgemaakt:

Page 59 of 210

56
** Volgens uitvoering.
Airbag aan passagierszijde OFF**
Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg
L1
"BRITAX Babysure" (E11 0344117)Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
L2
"RÖMER Baby-Safe Plus" (E1 03301146)Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
Groep 1, 2 en 3: van 9 tot 36 kg
L3"KIDDY Life"(E1 03301135)Omwille van de veiligheid van jonge kinderen (van 9 tot 18 kg), raadt PEUGEOT u aan de gordelbeschermer te gebruiken.
Groep 2 en 3: van 15 tot 36 kg
L4"RECARO Start"(E1 03301108)
L5"KLIPPAN Optima"(E17 030007)Vanaf 6 jaar (ongeveer 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging.
DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN KINDERZITJES
PEUGEOT levert een complete reeks kinderzitjes met een artikelnummer van Automobiles PEUGEOT die met een driepunts veiligheidsgordel kunnen worden vastgemaakt:

Page 60 of 210

57
BEVESTIGEN VAN KINDERZITJES MET DE VEILIGHEIDSGORDEL
Overeenkomstig de Europese wetgeving (Richtlijn 2000/3) geeft het overzicht de mogelijkheden weer voor het bevestigen met de veiligheidsgordel van een universeel (a) goedgekeurd kinderzitje afhankelijk van het gewicht van het kind en de plaats in de auto.
Plaats
Gewicht van het kind/leeftijdsindicatie
Tot 13 kg
(groep 0 (b) en 0+)
Tot ± 1 jaar
9 - 18 kg
(groep 1)
Van 1 tot ± 3 jaar
15 - 25 kg
(groep 2)
Van 3 tot ± 6 jaar
22 - 36 kg
(groep 3)
Van 6 tot ± 10 jaar
Passagiersstoel vóór (c)
-vast- in hoogte verstelbaar (R)
U
U (R)
U
U (R)
U
U (R)
U
U (R)
Buitenste zitplaatsen achterUUUU
Middelste zitplaats achterUUUU
(a) Universeel kinderzitje: kinder-zitje dat in alle auto’s met d e veiligheidsgordel kan worden bevestigd.
(b) Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg.
(c) Raadpleeg de wetgeving in uw land voordat u uw kind op deze zitplaats installeert.
U: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel gehomo logeerd kinderzitje met de veiligheidsgordel, met de rug in de rijrichting en/of met het gezicht in de rijrichting.
U (R): als "U", waarbij bovendien de stoel van de auto in de hoogste st and moet staan.

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 210 next >