Peugeot 307 Break 2005 Handleiding (in Dutch)

Page 91 of 197

81
-
01-06-2005
MAKE-UPSPIEGEL MET
VERLICHTING
Als het contact aan is, gaat de
verlichting van de make-upspiegel
branden zodra het afdekklepje
geopend wordt.
DAKCONSOLE
De dakconsole bevat de plafonnier
vóór en een brillenhouder.
Druk op de print van het deksel om
de brillenhouder te openen of te
sluiten.
VENSTERS VOOR TOL-/
PARKEERKAARTEN
De athermische voorruit bevat twee
niet-relecterende gedeelten aan
weerskanten van de binnenspiegel.
Hier kunnen de tol- en/of parkeer-
kaarten worden bevestigd.
Indelingen

Page 92 of 197

84 -
01-06-2005
85
-
01-06-2005
VIDEOSCHERM
Dit videoscherm zorgt ervoor dat
de achterpassagiers zich uitste-
kend kunnen vermaken door naar
hun favoriete ilm te kijken of hun
lievelingspelletje te spelen dankzij
de aansluiting van een DVD-speler
of een spelconsole op de midden-
steun, gemonteerd tussen de twee
voorstoelen.
Het videoscherm omvat:
- een 7 inch LCD kleurenscherm met
een beeldverhouding van 16x9, in
drie richtingen verstelbaar,
- twee draadloze stereo koptelefoons,
- een montagesteun,
- drie audio-video aansluitingen op de vaste steun en in het dash-
boardkastje.
Het videoscherm en de montage-
steun kunnen worden gedemonteerd
en opgeborgen in hun eigen hoes.
Iedere PAL/NTSC compatibel audio/
videobron kan op het videoscherm
worden aangesloten, zoals: DVD-
speler, camcorder, spelcomputer, ...
Deze apparatuur wordt aangesloten
op de drie aansluitingen AV1 in het
dashboardkastje of AV2 op de vaste
steun.
ARMLEUNING ACHTER
(3-/5-DEURS EN BREAK)
F Klap de armleuning neer om toe-
gang te verkrijgen tot de opberg-
ruimte in de rugleuning.
F Open het deksel. In de midden-
armsteun bevinden zich een op-
bergvak, twee bekerhouders en
twee pennenhouders.
Indelingen

Page 93 of 197

84 -
01-06-2005
85
-
01-06-2005
VIDEOSCHERM
Dit videoscherm zorgt ervoor dat
de achterpassagiers zich uitste-
kend kunnen vermaken door naar
hun favoriete ilm te kijken of hun
lievelingspelletje te spelen dankzij
de aansluiting van een DVD-speler
of een spelconsole op de midden-
steun, gemonteerd tussen de twee
voorstoelen.
Het videoscherm omvat:
- een 7 inch LCD kleurenscherm met
een beeldverhouding van 16x9, in
drie richtingen verstelbaar,
- twee draadloze stereo koptelefoons,
- een montagesteun,
- drie audio-video aansluitingen op de vaste steun en in het dash-
boardkastje.
Het videoscherm en de montage-
steun kunnen worden gedemonteerd
en opgeborgen in hun eigen hoes.
Iedere PAL/NTSC compatibel audio/
videobron kan op het videoscherm
worden aangesloten, zoals: DVD-
speler, camcorder, spelcomputer, ...
Deze apparatuur wordt aangesloten
op de drie aansluitingen AV1 in het
dashboardkastje of AV2 op de vaste
steun.
ARMLEUNING ACHTER
(3-/5-DEURS EN BREAK)
F Klap de armleuning neer om toe-
gang te verkrijgen tot de opberg-
ruimte in de rugleuning.
F Open het deksel. In de midden-
armsteun bevinden zich een op-
bergvak, twee bekerhouders en
twee pennenhouders.
Indelingen

Page 94 of 197

84 -
01-06-2005
85
-
01-06-2005
De bovenzijde van het videoscherm
bevat de volgende toetsen:
1.
Toets "POWER" voor het aan- en
uitzetten van het videoscherm.
2. Toets "FUNC" voor het kiezen
van de aansluiting AV1 of AV2.
3. Toets "WIDE" voor keuze van
de weergavegrootte (normaal,
volledig scherm, breedbeeld,
bioscoop).
4. Toets "MENU" voor keuze van
de menu's en instellingen.
5. Toetsen "5 " en "6 " voor het
wijzigen van de instellingen.
Met behulp van de toetsen 4 en 5
kunt u de lichtsterkte, het contrast en
de kleuren instellen...
Lees voor meer informatie de ge-
bruikshandleidingen "Gebruik van
het videoscherm" en "7 inch LCD
kleurenscherm VMA8582". De koptelefoons bevatten de vol-
gende bedieningen:
A.
Ruimte voor de 2 batterijen
LR03.
B. Knop voor het aan- en uitzetten
van de koptelefoon.
C. Lampje aan/uit
D. Draaiknop voor het instellen van
de juiste frequentie.
E. Draaiknop voor het instellen van
het volume van de koptelefoon.
Voor een optimaal gebruik van de
koptelefoon dient u deze correct op
uw hoofd af te stellen, de juiste fre-
quentie te zoeken door middel van
draaiknop D en vervolgens het juiste
volume in te stellen door middel van
draaiknop E.
Indelingen

Page 95 of 197

86 -
01-06-2005
87
-
01-06-2005
Indelingen

Page 96 of 197

86 -
01-06-2005
87
-
01-06-2005
INDELING BAGAGERUIMTE
(3-/5-DEURS)
1. Hoedenplank
Verwijderen van de hoedenplank:
- maak de twee koorden los,
- til de hoedenplank iets op en ver-
wijder hem.
Er zijn meerdere mogelijkheden om
de hoedenplank op te bergen:
- achter de voorstoelen,
- of achter de achterbank.
2. Haken
3. Sjorogen 4. Bagagenet

Het bagagenet is bevestigd aan de
sjorogen en biedt de mogelijkheid uw
bagage vast te zetten.
5. Open opbergbakken
6. 12 V-aansluiting
Deze aansluiting is van het type
aansteker en bevindt zich op de
steun van de hoedenplank aan de
linkerzijde.
Hij kan ook worden gebruikt als het
contact is afgezet.
Indelingen

Page 97 of 197

88 -
01-06-2005
89
-
01-06-2005
Indelingen

Page 98 of 197

88 -
01-06-2005
89
-
01-06-2005
INDELING BAGAGERUIMTE
(BREAK)
1. Bagageafdekking
Plaatsen:
- plaats de voorste uiteinden van de
bagageafdekking in de steunen en
druk ze voorzichtig in de juiste po-
sitie.
- rol de bagageafdekking volledig uit.
- plaats de achterste uiteinden van de bagageafdekking in de steunen
en druk ze voorzichtig in de juiste
positie.
Verwijderen:
- maak de uiteinden aan de achter- zijde los.
-
rol de bagageafdekking helemaal op.- maak de uiteinden aan de voor- zijde los en verwijder de bagageaf-
dekking.
Opbergen:
- schuif de bagageafdekking onder de achterstoelen (locatie A).
2. Opbergvakken vloer (2/3 - 1/3)
3. Open opbergvakken
In een van deze opbergvakken be-
vindt zich het bagagenet. 4. Sjorogen vloer en
achterstijlen
5. Sjorogen achterbank
6. Bagagenet
Bevestig de haken van het bagage-
net aan de sjorogen op de vloer of
de neergeklapte achterbank (twee
horizontale posities) of bevestig ze
aan de sjorogen op de achterstijlen
en de achterste sjorogen op de vloer
(een verticale positie).
7. 12 V-aansluiting
Deze aansluiting is van het type aan-
steker en bevindt zich op de linker-
steun van de bagageafdekking.
De 12 V-aansluiting wordt ook ge-
voed als het contact uit staat. 8. Bevestigingspunten
bagagenet voor hoge
belading
Het bagagenet voor hoge belading
kan achter de voorstoelen of achter
de achterbank worden bevestigd.
Open de afdekplaatjes van de des-
betreffende bovenste bevestigingen.
Plaats de uiteinden van de metalen
staaf in deze bevestigingen.
Bevestigen van het bagagenet voor
hoge belading:
- achter de voorstoelen: klap de achterbankzitting naar voren,
bevestig de riemen van het baga-
genet aan de haken en klap de
rugleuning neer;
- achter de achterbank: bevestig de riemen van het bagagenet aan de
sjorogen op de vloer.
Deze sjorogen bevinden zich lood-
recht onder de desbetreffende bo-
venste bevestigingen.
Trek de twee riemen aan.
9. Handgrepen en kledinghanger
Indelingen

Page 99 of 197

Veiligheid90 -
01-06-2005
91Veiligheid-
01-06-2005
ALARMKNIPPERLICHTEN
Druk de knop in, de richtingaanwij-
zers knipperen tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook
als het contact is afgezet.CLAXON
Druk op een van de spaken van het
stuurwiel.
Automatische ontsteking van
de alarmknipperlichten*
Bij een noodstop schakelen de
alarmknipperlichten, afhankelijk van
de remvertraging die optreedt, au-
tomatisch in. De alarmknipperlichten
blijven knipperen totdat er opnieuw
gas wordt gegeven.
U kunt de alarmknipperlichten echter
ook uitschakelen door de knop in te
drukken.
* Volgens land van bestemming.

Page 100 of 197

Veiligheid90 -
01-06-2005
91Veiligheid-
01-06-2005
DETECTIESYSTEEM TE LAGE
BANDENSPANNING
Elk ventiel is voorzien van een
sensor, die tijdens het rijden de
bandenspanning controleert en een
waarschuwingssignaal uitzendt als
de bandenspanning te laag is (snel-
heid hoger dan 20 km/h).Het pictogram service ver-
schijnt op het instrumenten-
paneel in combinatie met
een geluidssignaal en een
melding op het multifuncti-
onele display die aangeeft
welke band(en) het betreft.
Controleer zo snel mogelijk de ban-
denspanning. Dit dient te worden
uitgevoerd bij koude banden. Lekke band
Het pictogram
STOP verschijnt op het
instrumentenpaneel in combinatie met
een geluidssignaal en een melding op
het multifunctionele display die aan-
geeft welke band(en) het betreft.
Stop onmiddellijk, maar vermijd ab-
rupte manoeuvres met het stuur en
de remmen.
Vervang de beschadigde band (lekke
band of veel te lage bandenspan-
ning) en laat de bandenspanning zo
snel mogelijk controleren.
Het pictogram service ver-
schijnt op het instrumen-
tenpaneel in combinatie
met een geluidssignaal en
een melding op het multi-
functionele display die aangeeft van
welk(e) wiel(en) de bandenspanning
niet meer gecontroleerd wordt of
duidt op een storing in het systeem.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-
punt om de defecte sensor(en) te
vervangen.
Opmerking: deze melding wordt ook
weergegeven als één van de wielen
niet op de auto aanwezig is (bij repa-
ratie) of als er één of meerdere wie-
len zonder sensor op de auto worden
gemonteerd. Alle reparaties aan een
wiel dat met dit systeem is
uitgerust en het vervangen
van een band moeten wor-
den uitgevoerd door een
PEUGEOT-servicepunt.
Wanneer bij het verwisselen een
wiel is gemonteerd dat niet door uw
auto wordt gedetecteerd (voorbeeld:
montage van winterbanden), dient
het systeem door een PEUGEOT-
servicepunt opnieuw geïnitialiseerd
te worden.
Het detectiesysteem te lage ban-
denspanning is niet meer dan een
hulpmiddel, hetgeen inhoudt dat de
waakzaamheid en verantwoordelijk-
heid van de bestuurder niet door het
systeem kunnen worden vervangen.
Ondanks dit systeem moet de ban-
denspanning (zie de sticker op de
middenstijl in de opening van het
bestuurdersportier) nog regelmatig
worden gecontroleerd. De banden-
spanning heeft een belangrijke in-
vloed op het weggedrag van de auto
en de slijtage van de banden, vooral
onder zware rijomstandigheden
(zware lading, hoge rijsnelheden).
De bandenspanning dient minimaal
één keer per maand gecontroleerd
te worden, bij koude banden. Denk
eraan ook de bandenspanning van
het reservewiel te controleren.
Het detectiesysteem te lage banden-
spanning kan tijdelijk worden ver-
stoord door radiogolven in hetzelfde
frequentiegebied.
Te lage bandenspanning
Sensor(en) niet gedetecteerd of
defect

Page:   < prev 1-10 ... 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 ... 200 next >