Peugeot 307 Break 2006 Handleiding (in Dutch)

Page 1 of 206

4
IN EEN OOGOPSLAG
COCKPIT
1. Schakelaar snelheidsregelaar/-
begrenzer.
2. Stuurwielverstelling.
3. Verlichtingsschakelaars en
richtingaanwijzers.
4. Instrumentenpaneel.
5. Airbag bestuurder.
Claxon.
6. Versnellingshendel.
7. Handrem.
8. Schakelaars elektrisch
verstelbare buitenspiegels.
Schakelaars elektrisch bedienbare ruiten.
Blokkeerschakelaar elektrisch bedienbare ruiten achter.
9. Hendel motorkapontgrendeling.
10. Zekeringkast.
11. Hoogteverstelling koplampen.
12. Verstelbaar en afsluitbaar
zijventilatierooster.
13. Zijruitontwaseming.
14. Luidspreker (tweeter).
15. Voorruitontwaseming.

Page 2 of 206

5
IN EEN OOGOPSLAG
1. Stuur-/contactslot.
2. Stuurkolomschakelaar
autoradio.
3. Schakelaar ruitenwissers/-
sproeiers/bediening
boordcomputer.
4. Schakelaar inbraakalarm.
Schakelaar centrale vergrendeling.
Schakelaar alarmknipperlichten.
Schakelaar elektronisch stabiliteitsprogramma
(ESP/ASR).
Verklikkerlampje veiligheidsgordel vóór niet
vastgemaakt.
5. Multifunctioneel display.
6. Airbag passagierszijde.
7. Dashboardkastje/aansluitingen
audio/video.
8. Schakelaars stoelverwarming.
9. 12 V-aansluiting.
10. Asbak vóór.
11. Bediening verwarming/
airconditioning.
12. CD-wisselaar.
13. Autoradio RD4 of autoradio/
telefoon/GPS RT3.
14. Middelste verstelbare en
afsluitbare ventilatieroosters.
COCKPIT

Page 3 of 206

6
IN EEN OOGOPSLAG
SLEUTEL MET AFSTANDSBEDIENINGUitklappen/inklappen van de sleutel
Druk op de knop A om de sleutel uit
of in te klappen.
Ontgrendelen
Druk op de knop C om de auto te ont-
grendelen.
Dit wordt bevestigd door het gedu-
rende ongeveer twee seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
STARTEN UITSCHAKELEN AIRBAG
AAN PASSAGIERSZIJDE*
Als bij aangezet contact dit
verklikkerlampje wordt weer-
gegeven, betekent dit dat de
airbag aan passagierszijde is
uitgeschakeld (stand
"OFF"
van de schakelaar).
Het verklikkerlampje blijft branden
zolang de airbag aan passagierszij-
de is uitgeschakeld.
Controle van werking
Vergrendelen
Druk op de knop B om de auto te ver-
grendelen.
Dit wordt bevestigd door het ge-
durende ongeveer twee seconden
branden van de richtingaanwijzers.
* Volgens land van bestemming.
 96
Met behulp van de afstandsbediening
kunnen de centrale vergrendeling en
supervergrendeling worden bediend,
kan de auto worden gelokaliseerd en
kunnen de buitenspiegels worden in-
en uitgeklapt.
Met behulp van de sleutel kun-
nen mechanisch en onafhankelijk
van elkaar de sloten van het dash-
boardkastje en de tankdop worden
bediend, kan de passagiersairbag
worden uitgeschakeld en kunnen het
kinderslot en het contactslot worden
bediend.
Met behulp van de sleutel in het slot
van het bestuurdersportier kunnen
elektrisch de centrale vergrendeling,
ontgrendeling en supervergrendeling
van de portieren en de achterklep
worden bediend en kunnen de bui-
tenspiegels worden in- en uitgeklapt.
 64
1. STOP:
het contact is afgezet.
2. Contact aan:
het contact is aangezet
en de accessoires kunnen
functioneren.
3. Starten:
de startmotor wordt in werking gezet. Steek
bij afgezet contact de sleutel
in de schakelaar uitschakeling airbag
aan passagierszijde 1, draai deze in
de stand "OFF" en verwijder de sleu-
tel uit de schakelaar zonder de stand
van de schakelaar te veranderen.
Als u het kinderzitje hebt verwijderd,
zet dan de schakelaar weer in de
stand "ON" om de airbag opnieuw in
te schakelen.

Page 4 of 206

7
IN EEN OOGOPSLAG
VOORSTOELEN
1. Verstelling in lengterichting.
2. Hoogteverstelling van de
bestuurders- of passagiersstoel.
3. Verstelling van de hoek van de
rugleuning.
4. Toegang tot de achterbank
(3-deurs).
5. Hoogte- en hoekverstelling van
de hoofdsteun.
Ga nooit rijden als de hoofd-
steunen zijn verwijderd.
6. Uitneembare armleuning vóór
(5-deurs).
7. Opberglade.
8. Schakelaar stoelverwarming.
 54

Page 5 of 206

8
IN EEN OOGOPSLAG
1. Temperatuurregeling.
VERWARMING/
HANDBEDIENDE
AIRCONDITIONING
2. Regeling
luchtopbrengst.
3. Regeling
luchtverdeling.
4. Luchttoevoer/
luchtrecirculatie.
5. Achterruitverwarming
en verwarming
buitenspiegels.
6. Airconditioning aan/uit.
 46
 48

Page 6 of 206


9
IN EEN OOGOPSLAG
Gewenste werkingVerwarming of handbediende airconditioning
Luchtverdeling Luchtopbrengst
Luchtrecirculatie/
Toevoer van buitenlucht TemperatuurHandbediende
airconditioning
WARM
KOUD
ONTWASEMEN ONTDOOIEN
TIPS VOOR INSTELLINGEN IN HET INTERIEUR

Page 7 of 206

10
IN EEN OOGOPSLAG
 50
1. Automatisch
programma "comfort".
VOLAUTOMATISCHE
AIRCONDITIONING MET
GESCHEIDEN REGELING
De bestuurder en de voorpassagier
kunnen de temperatuur afzonderlijk
naar wens instellen.
Het is raadzaam deze automatische
stand te gebruiken: het systeem
regelt de temperatuur, de luchtop-
brengst, de luchtverdeling naar de
luchtroosters en de luchtrecirculatie.
2. Temperatuurregeling
bestuurderszijde.
3. Temperatuurregeling
passagierszijde.
4. Automatisch
programma "zicht". 5.
Airconditioning aan/uit.
6. Regeling
luchtverdeling.
7. Regeling
luchtopbrengst. 8.
Luchttoevoer/
luchtrecirculatie.
9. Achterruitverwarming
en verwarming
buitenspiegels.

Page 8 of 206

11
IN EEN OOGOPSLAG
ELEKTRISCH VERSTELBARE
BUITENSPIEGELSSTUURWIEL IN HOOGTE EN
DIEPTE VERSTELLEN
ELEKTRISCH BEDIENBARE
RUITEN
Handbediening:

Duw of trek de schakelaar tot aan
het zware punt. De ruit stopt zodra
de schakelaar wordt losgelaten.
1. Schakelaar ruitbediening aan
bestuurderszijde.
2. Schakelaar ruitbediening aan passagierszijde.
3. Schakelaar ruitbediening rechts achter.
4. Schakelaar ruitbediening links achter.
5. Blokkeerschakelaar elektrisch bedienbare ruiten achter. 
Plaats de knop 6 naar links of
rechts om de desbetreffende spie-
gel te selecteren.
 Duw de knop 7 in de 4 richtingen
om de spiegel af te stellen.
 Plaats de knop 6 weer in de mid-
delste stand.
Tijdens het parkeren kunnen de bui-
tenspiegels elektrisch worden inge-
klapt met behulp van de knop 6 of
automatisch bij het vergrendelen van
de auto met de afstandsbediening. 52
 Trek, bij stilstaande auto, aan de
hendel A om het stuurwiel te ont-
grendelen.
 Verstel het stuurwiel in hoogte en/
of in diepte.
 Vergrendel het stuurwiel door de
hendel A volledig in te drukken.
 53
Automatische bediening:
 Duw of trek de schakelaar voorbij
het zware punt. De ruit opent of
sluit volledig.
 68

Page 9 of 206

12
IN EEN OOGOPSLAG
Vóór
2 Hoge snelheid.
1 Normale snelheid.
I Interval.
0 Uit.
AUTO  Automatisch wissen of
één keer wissen.
Ruitensproeier: trek de hendel naar
u toe.
LICHTSCHAKELAAR
Verlichting vóór en achter (ring A)
Lichten uit
Parkeerlichten Dim-/grootlicht Mistachterlicht (ring
naar voren draaien)
Mistlampen vóór (ring 1
stand naar voren draaien)
Mistlampen vóór en
mistachterlicht (ring 2
standen naar voren
draaien).
Uitschakelen: Draai de ring naar ach-
teren.
 74
Automatische ontsteking van
de verlichting
Deze functie kan worden
in- of uitgeschakeld via het
configuratiemenu van het
multifunctionele display. Auto’s met mistachterlicht
(ring B)
Auto’s met mistlampen vóór en
mistachterlicht (ring C)
Achter
Uit.
Interval.
Ruitensproeier.
 77
De stand van de schakelaar wordt
aangegeven door het desbetreffende
verklikkerlampje op het instrumen-
tenpaneel.
SCHAKELAAR
RUITENWISSERS

Page 10 of 206

13
IN EEN OOGOPSLAG
1. Selecteren/onderbreken
van de functie.
2. Verlagen van de snelheid.
3. Verhogen van de snelheid.
4. Systeem inschakelen/
uitschakelen.
De instellingen kunnen alleen bij
draaiende motor worden uitgevoerd.
 102
SNELHEIDSREGELAAR
 106
Als de snelheidsregelaar/-begrenzer
actief is, wordt de werking hiervan
weergegeven op het instrumenten-
paneel.
Druk op de knop om achtereenvol-
gens deze informatie en de kilome-
terteller/dagteller weer te geven.
SNELHEIDSBEGRENZER
1. Selecteren/onderbreken van de
functie.
2. Opslaan van een snelheid/
verlagen van de opgeslagen
snelheid.
3. Opslaan van een snelheid/
verhogen van de opgeslagen
snelheid.
4. Uitschakelen/opnieuw
inschakelen van de
snelheidsregeling.
Om de wagensnelheid op te slaan en
de snelheidsregelaar te kunnen ac-
tiveren, moet de wagensnelheid ho-
ger dan 40 km/h zijn en minimaal de
4
e versnelling (tweede versnelling bij
een automatische transmissie) zijn
ingeschakeld.
 104
Weergave op het instrumentenpaneel

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 ... 210 next >