Peugeot 307 CC 2003 Handleiding (in Dutch)

Page 131 of 171

22-09-2003
UW 307 CC IN DETAIL123
PARKEERHULP Dit systeem bestaat uit vier ultra- soonsensoren die zijn aangebrachtin de achterbumper en een speciale
luidspreker. Het systeem waarschuwt de bestuurder voor elk obstakel (per-soon, auto, boom, hek, É) dat zichachter de auto bevindt. Het waarschuwt u echter niet voor objecten die zich direct onder de bum-per bevinden. Paaltjes, pionnen bijwegwerkzaamheden of gelijksoortigevoorwerpen worden waargenomen bijaanvang van de aanrijmanoeuvre,maar niet meer wanneer de auto tedicht genaderd is. Opmerking:
Deze functie zal auto-
matisch worden uitgeschakeld bij het trekken van een aanhangwagenof de montage van een fietsendra-ger (auto uitgerust met een door
PEUGEOT goedgekeurde trekhaakof fietsendrager). Zorg ervoor dat de sensoren in de winter of bij slecht weer niet bedekt
zijn met modder, ijs en sneeuw. Inschakelen Het systeem wordt ingeschakeld zodra de auto achteruitrijdt; eengeluidssignaal geeft aan dat hetsysteem is ingeschakeld. De geluidssignalen geven de afstand tot het obstakel aan. Hoe dichter deauto bij het obstakel komt, hoe korterde tijd tussen de geluidssignalen is. Als de auto minder dan 30 centime- ter van het obstakel verwijderd is, is
het geluidssignaal continu hoorbaar.Uitschakelen Het systeem wordt uitgeschakeld als de achteruit wordt uitgeschakeld.
Detectiezone
Als er een storing is opge-
treden, zal er bij het achter-uitrijden een kort piepje tehoren zijn, gevolgd dooreen langere piep.

Page 132 of 171

22-09-2003
UW 307 CC IN DETAIL
124
AIRBAGS De airbags zijn speciaal ontworpen voor een betere veiligheid van deinzittenden bij ernstige aanrijdingen:ze vormen een aanvulling op de wer-king van de veiligheidsgordels metgordelkrachtbegrenzers. De elektro-nische schoksensors registreren eenplotselinge vertraging van de auto:als de drempelwaarde voor het inwerking treden wordt overschreden,worden de airbags onmiddellijkopgeblazen en beschermen de inzit-tenden van de auto. Direct na de aanrijding ontsnapt het gas zodat noch het zicht, noch heteventueel verlaten van de auto doorde inzittenden wordt belemmerd. De airbags treden niet in werking bij lichte aanrijdingen waarbij de veilig-heidsgordels zorgen voor eenafdoende bescherming; de krachtvan de aanrijding is afhankelijk vanhet soort obstakel en de snelheidvan de auto op dat moment. De airbags werken alleen als het contact aan is. Opmerking:
Het uit het kussen ont-
snappende gas kan enigszins irriteren. AIRBAGS VOOR Deze zijn voor de bestuurder in het midden van het stuurwiel en voor depassagier in het dashboard aange-bracht. Ze worden tegelijkertijd geac-tiveerd (behalve als de airbag aanpassagierszijde is uitgeschakeld). Storing airbag voor
Als dit verklikkerlampje gaat branden in combinatie meteen geluidssignaal en demelding "Storing Airbag"
op het multifunctionele dis-
play, raadpleeg dan een PEUGEOT-servicepunt om het systeem te latencontroleren. Uitschakelen airbag aan passagierszijde* Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszijdealtijd uit als u een kinderzitje metde rug in de rijrichting op de voor-
stoel plaatst. Anders kan een kindbij het afgaan van de airbaglevensgevaarlijk gewond raken. 
Zet het contact uit , steek de
sleutel in de schakelaar voor uit- schakelen van de airbag aanpassagierszijde 1, draai deze in
de stand "OFF"en verwijder de
sleutel zonder de stand van deschakelaar te veranderen.
Het verklikkerlampje op het instru-mentenpaneel brandt zolang de air-bag is uitgeschakeld.
* Volgens land van bestemming.

Page 133 of 171

22-09-2003
UW 307 CC IN DETAIL125
In de stand
"OFF"werkt de airbag
aan passagierszijde bij een eventuele aanrijding niet. Als u het kinderzitje heeft verwijderd, zet dan de schakelaar weer op "ON"
om de airbag opnieuw in te schake-len en zo de veiligheid van uw pas-sagier te garanderen.
Controle uitschakeling Het goed functioneren van het systeem wordt aangegeven door een pictogramop het instrumentenpaneel in combina-tie met een geluidssignaal en een mel-
ding op het multifunctionele display. Als bij aangezet contact (2 e
stand), dit pictogram op hetinstrumentenpaneel ver-schijnt in combinatie met eengeluidssignaal en de mel-
ding "Airbag passagierszijde uitge-
schakeld" op het multifunctionele
display, betekent dit dat de airbag aanpassagierszijde is uitgeschakeld(stand "OFF"). ZIJ-AIRBAGS De zij-airbags zijn aan de zijde van de portieren in de rugleuningen vande voorstoelen aangebracht. Ze worden aan de zijde waar de aan- rijding plaatsvindt opgeblazen. Controle van werking Het goed functioneren van het systeem wordt aangegeven dooreen pictogram in combinatie met eengeluidssignaal en een melding op
het multifunctionele display.
Als dit pictogram verschijntin combinatie met eengeluidssignaal en de mel-ding "Storing airbag(s)" op
het multifunctionele display,
raadpleeg dan een PEUGEOT-servicepunt om het systeem te latencontroleren.

Page 134 of 171

22-09-2003
UW 307 CC IN DETAIL
126
Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:
¥ Draag altijd een correct afgestelde veiligheidsgordel.
¥ Maak er een gewoonte van om normaal rechtop in de voorstoelen te zitten.
¥ Zorg dat er zich niets bevindt tussen de airbag en de inzittenden (kinderen, huisdieren, objecten...). Dit kan de goede werking van de airbag belemmeren en/of de inzittende bij het opblazen van de airbag verwonden.
¥ Het is beslist niet toegestaan om werkzaamheden uit te voeren aan airbagsystemen, alleen een PEUGEOT-servicepunt heeft hiervoor gekwalificeerd personeel.
¥ Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto de airbagsystemen controleren. Airbags voor
¥ Houd het stuurwiel niet aan de spaken vast en laat uw handen niet op het stuurwielkussen rusten.
¥ Laat aan passagierszijde uw voeten niet op het dashboard rusten.
¥ Tracht roken in de auto zoveel mogelijk te vermijden. Als de airbag wordt opgeblazen, kunnen brandende sigaretten of een pijp brandwonden of ander letsel veroorzaken.
¥ Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten in de stuurwielbekleding en sla er niet op. Zij-airbags
¥ Bedek de voorstoelen alleen met goedgekeurde stoelhoezen. Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
¥ Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de voorstoelen, dit zou bij het afgaan van de airbags kunnen leiden tot ver- wondingen aan armen of middel.
¥ Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.

Page 135 of 171

22-09-2003
UW 307 CC IN DETAIL125
In de stand
"OFF"werkt de airbag
aan passagierszijde bij een eventuele aanrijding niet. Als u het kinderzitje heeft verwijderd, zet dan de schakelaar weer op "ON"
om de airbag opnieuw in te schake-len en zo de veiligheid van uw pas-sagier te garanderen.
Controle uitschakeling Het goed functioneren van het systeem wordt aangegeven door een pictogramop het instrumentenpaneel in combina-tie met een geluidssignaal en een mel-
ding op het multifunctionele display. Als bij aangezet contact (2 e
stand), dit pictogram op hetinstrumentenpaneel ver-schijnt in combinatie met eengeluidssignaal en de mel-
ding "Airbag passagierszijde uitge-
schakeld" op het multifunctionele
display, betekent dit dat de airbag aanpassagierszijde is uitgeschakeld(stand "OFF"). ZIJ-AIRBAGS De zij-airbags zijn aan de zijde van de portieren in de rugleuningen vande voorstoelen aangebracht. Ze worden aan de zijde waar de aan- rijding plaatsvindt opgeblazen. Controle van werking Het goed functioneren van het systeem wordt aangegeven dooreen pictogram in combinatie met eengeluidssignaal en een melding op
het multifunctionele display.
Als dit pictogram verschijntin combinatie met eengeluidssignaal en de mel-ding "Storing airbag(s)" op
het multifunctionele display,
raadpleeg dan een PEUGEOT-servicepunt om het systeem te latencontroleren.

Page 136 of 171

22-09-2003
UW 307 CC IN DETAIL
126
Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:
¥ Draag altijd een correct afgestelde veiligheidsgordel.
¥ Maak er een gewoonte van om normaal rechtop in de voorstoelen te zitten.
¥ Zorg dat er zich niets bevindt tussen de airbag en de inzittenden (kinderen, huisdieren, objecten...). Dit kan de goede werking van de airbag belemmeren en/of de inzittende bij het opblazen van de airbag verwonden.
¥ Het is beslist niet toegestaan om werkzaamheden uit te voeren aan airbagsystemen, alleen een PEUGEOT-servicepunt heeft hiervoor gekwalificeerd personeel.
¥ Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto de airbagsystemen controleren. Airbags voor
¥ Houd het stuurwiel niet aan de spaken vast en laat uw handen niet op het stuurwielkussen rusten.
¥ Laat aan passagierszijde uw voeten niet op het dashboard rusten.
¥ Tracht roken in de auto zoveel mogelijk te vermijden. Als de airbag wordt opgeblazen, kunnen brandende sigaretten of een pijp brandwonden of ander letsel veroorzaken.
¥ Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten in de stuurwielbekleding en sla er niet op. Zij-airbags
¥ Bedek de voorstoelen alleen met goedgekeurde stoelhoezen. Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
¥ Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de voorstoelen, dit zou bij het afgaan van de airbags kunnen leiden tot ver- wondingen aan armen of middel.
¥ Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.

Page 137 of 171

22-09-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE127
1 -
Reservoir stuurbekrachtiging.
2 - Reservoir ruiten- en koplampsproeiers*.
3 - Reservoir koelvloeistof. 4 -
Reservoir remvloeistof.
5 - Accu.
6 - Zekeringenkast.
7 - Luchtfilter. 8 -
Motoroliepeilstok.
9 - Motoroliereservoir.
* Volgens land van bestemming.
1,6 LITER 16V BENZINEMOTOR

Page 138 of 171

22-09-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE
128
1 -
Reservoir stuurbekrachtiging.
2 - Reservoir ruiten- en koplampsproeiers*.
3 - Koelvloeistofreservoir. 4
- Remvloeistofreservoir.
5 - Accu.
6 - Zekeringenkast.
7 - Luchtfilter. 8 -
Motoroliepeilstok.
9 - Motoroliereservoir.
* Volgens land van bestemming.
2 LITER 16 V BENZINEMOTOR

Page 139 of 171

22-09-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE129
1 -
Reservoir stuurbekrachtiging.
2 - Reservoir ruiten- en koplampsproeiers*.
3 - Koelvloeistofreservoir. 4 -
Remvloeistofreservoir.
5 - Accu.
6 - Zekeringenkast.
7 - Luchtfilter. 8 -
Motoroliepeilstok.
9 - Motorolie (bij)vullen.
* Volgens land van bestemming.
2 LITER 16 KLEPPEN BENZINEMOTOR (180 pk)

Page 140 of 171

22-09-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE
130
NIVEAUS CONTROLEREN Motorolieniveau 
Regelmatig controleren en tus- sen twee verversingen eventueelolie bijvullen. (Maximum oliever-bruik: 0,5 liter per 1 000 km). De controle dient bij koude motor en horizontaal geplaatste wagente geschieden, met behulp vande olieniveaumeter in het instru-mentenpaneel of de oliepeilstok.
Oliepeilstok
2 merktekens op de peilstok:
A = maxi.
Het oliepeil mag nooitboven dit merkteken uit-komen. B = mini.
Voor het behoud van de bedrijfszekerheid van demotoren en de emissiere-gelsystemen mogen ingeen geval additievenaan de motorolie wordentoegevoegd.
Olie verversen
Volgens de aanwijzingen in de "PEUGEOT ONDERHOUDSCON-TROLES" .
Opmerking: Vermijd langdurig huid-
contact met afgewerkte olie. Keuze van de viscositeitgraad De olie dient in ieder geval aan de voorgeschreven kwaliteitsnormen tevoldoen. Niveau remvloeistof:
Ð Het niveau dient steeds tussen de
merktekens DANGER en MAXI van het reservoir te staan.
Ð Raadpleeg bij een sterke daling van het vloeistofniveau onmiddel-
lijk uw PEUGEOT-servicepunt.
Vervangen:
Ð De vloeistof dient volgens de voor- geschreven intervallen te worden ververst.
Ð Gebruik remvloeistof die door de constructeur wordt aanbevolen enaan de DOT4-normen voldoet.
Opmerking: Remvloeistof is een erg
bijtend middel. Vermijd elk contactmet de huid. Koelvloeistofniveau Gebruik uitsluitend door de con- structeur aanbevolen koelvloeistof. Als de motor warm is, wordt de tem- peratuur van de koelvloeistof gere-
geld door de koelventilator. Wachtvoor werkzaamheden aan het koel-systeem tenminste 1 uur nadat demotor gedraaid heeft, omdat de koel-ventilator nog kan (gaan) werken alsde sleutel uit het contactslot is ver-wijderd en het koelsysteem onderdruk staat. Draai de dop eerst 2 omwentelingenlos om de druk te laten dalen en tevoorkomen dat de hete koelvloeistof
uit het koelsysteem spuit. Trek, alsde druk eenmaal gedaald is, de doplos en vul het systeem bij. Opmerking:
De koelvloeistof
behoeft niet te worden ververst. Afgewerkte producten Gooi geen afgewerkte olie, remvloei- stof of koelvloeistof in het riool, in hetwater of op de grond. Vloeistofniveau stuurbekrachtiging  Open het reservoir bij koude motor (omgevingstemperatuur),het vloeistofniveau dient bovenhet MINI en dichtbij het MAXImerkteken te staan.
Vloeistofniveau ruiten- en koplampsproeiers* Gebruik voor een optimale reiniging en voor uw eigen veiligheid uitslui-
tend door PEUGEOT aanbevolenproducten.
* Volgens land van bestemming

Page:   < prev 1-10 ... 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 ... 180 next >