Peugeot 307 CC 2005 Handleiding (in Dutch)

Page 1 of 177

4 -
01-03-2005
5
-
01-03-2005
In een oogopslag

Page 2 of 177

4 -
01-03-2005
5
-
01-03-2005
In een oogopslag
14. Dashboardkastje / aansluitingen
audio/video.
15. Schakelaars stoelverwarming.
16. Uitstroomopening voor
beenruimte achter.
17. Zij-airbags.
18. Opbergbak.
19. Muntenvakje.
Uitschakeling airbag aan passagierszijde*.
20. Schakelaar voor het gelijktijdig
bedienen van de 4 ruiten.
21. Schakelaar dakbediening.
22. Bekerhouder.
23. Handrem.
24. 12 V-aansluiting.
25. Versnellingshendel.
26. Asbak vóór.
27. Bediening verwarming/
automatische airconditioning.
1.
Schakelaar snelheidsregelaar.
2. Schakelaar verlichting en
richtingaanwijzers.
3. Airbag bestuurder.
Claxon.
4. Instrumentenpaneel.
5. Alarmknop.
Schakelaar centrale
vergrendeling.
6. Schakelaar alarmknipperlichten.
7. Schakelaar elektronisch stabili-
teitsprogramma (ESP/ASR).
8. Multifunctioneel display.
9. Voorruitontwaseming.
10. Luidspreker (tweeter).
11. Zijruitontwaseming.
12. Verstelbaar zijventilatierooster
verwarming /ventilatie en
regeling luchtopbrengst.
13. Airbag passagierszijde.* Volgens land van bestemming.
28.
CD-wisselaar.
29. Autoradio RD4 of autoradio/
telefoon/GPS RT3.
30. Middelste verstelbare roosters
verwarming/ventilatie en
regeling luchtopbrengst.
31. Schakelaar ruitenwissers/
ruitensproeiers/boordcomputer.
32. Contact-/stuurslot.
33. Stuurkolomschakelaar
autoradio.
34. Hendel stuurwielverstelling.
35. Zekeringkast.
36. Hendel motorkapontgrendeling.
37. Hoogteverstelling koplampen.
38. Schakelaars elektrisch
verstelbare buitenspiegels.
Schakelaars elektrisch bedienbare ruiten.
Blokkeerschakelaar elektrisch bedienbare ruiten achter.
COCKPIT

Page 3 of 177

6 -
01-03-2005
7
-
01-03-2005
In een oogopslag
SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING
Met behulp van de afstandsbediening
kunnen de centrale vergrendeling en
supervergrendeling worden bediend,
kan de auto worden gelokaliseerd,
kunnen de buitenspiegels worden in- en
uitgeklapt en kan het kofferdeksel op
een kier worden gezet.
Met behulp van de sleutel kunnen,
mechanisch en onafhankelijk van elkaar,
de sloten van het dashboardkastje en
de tankdop worden bediend, kan de
passagiersairbag worden uitgeschakeld,
kan de ontgrendelingsschakelaar van
het kofferdeksel worden geblokkeerd
en kan het contactslot worden bediend.
Met behulp van de sleutel in het slot
van het bestuurdersportier kunnen
elektrisch de centrale vergrendeling en
supervergrendeling van de portieren
worden bediend en kunnen de
buitenspiegels worden in- en uitgeklapt.
Vergrendelen
Druk op de knop B om de auto te
vergrendelen.
Dit wordt bevestigd door het ge-
durende ongeveer twee seconden
branden van de richtingaanwijzers.
Op een kier zetten van de achterklep
Druk op de knop D.
: 93 UITSCHAKELEN AIRBAG
AAN PASSAGIERSZIJDE*Steek
bij afgezet contact de sleutel
in de schakelaar uitschakeling airbag
aan passagierszijde 1, draai deze in
de stand "OFF" en verwijder de sleu-
tel uit de schakelaar zonder de stand
van de schakelaar te veranderen.
Als u het kinderzitje heeft verwijderd,
zet dan de schakelaar weer in de
stand "ON" om de airbag opnieuw in
te schakelen.
Als bij aangezet contact
dit verklikkerlampje wordt
weergegeven, betekent dit
dat de airbag aan passa-
gierszijde is uitgeschakeld
(stand "OFF" van de schakelaar).
Het verklikkerlampje blijft branden
zolang de airbag aan passagiers-
zijde is uitgeschakeld.
Controle van werking
Uitklappen/inklappen van de sleutel
Druk op de knop A om de sleutel uit
of in te klappen. Ontgrendelen
Druk op de knop
C om de auto te
ontgrendelen.
Dit wordt bevestigd door het gedu-
rende ongeveer 2 seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
* Volgens land van bestemming.
: 118
STARTEN
1. STOP:
Het contact is afgezet.
2. Contact aan:
Het contact staat aan en de acces-
soires kunnen functioneren.
3. Starten:
De startmotor wordt in werking gezet.

Page 4 of 177

6 -
01-03-2005
7
-
01-03-2005
In een oogopslag
ELEKTRISCH VERSTELBARE
BUITENSPIEGELS
F Plaats de knop 7 naar links of
rechts om de desbetreffende
spiegel te selecteren.
F Duw de knop 8 in de 4 richtingen
om de spiegel af te stellen.
F Plaats de knop 7 weer in de mid-
delste stand.
STUURWIEL IN HOOGTE EN
DIEPTE VERSTELLEN
F Trek, bij stilstaande auto, aan
de hendel A om het stuurwiel te
ontgrendelen.
F Verstel het stuurwiel in hoogte
en/of in diepte.
F Vergrendel het stuurwiel door de
hendel A volledig in te drukken.
: 85
ELEKTRISCH BEDIENBARE
RUITEN
1. Schakelaar ruitbediening aan
bestuurderszijde.
2. Schakelaar ruitbediening aan passagierszijde.
3. Schakelaar ruitbediening rechts achter.
4. Schakelaar ruitbediening links achter.
5. Blokkeerschakelaar elektrisch bedienbare ruiten achter.
6. Schakelaar gelijktijdige bediening alle ruiten. Handbediening:
F
Duw of trek de schakelaar tot aan
het zware punt. De ruit stopt zodra
de schakelaar wordt losgelaten.
Automatische bediening:
F Duw of trek de schakelaar voorbij
het zware punt. De ruit opent of
sluit volledig.
: 97
: 84
Tijdens het parkeren kunnen de
buitenspiegels elektrisch worden
ingeklapt met behulp van de knop 7 of
automatisch bij het vergrendelen van
de auto met de afstandsbediening of
met de sleutel.

Page 5 of 177

8 -
01-03-2005
9
-
01-03-2005
In een oogopslag
VOORSTOELEN
1. Verstelling in lengterichting.
2. Hoogteverstelling van de
bestuurders- of passagiersstoel.
3. Verstelling van de hoek van de
rugleuning.
4. Toegang tot de achterbank.
5. Hoogte- en hoekverstelling van
de hoofdsteun.
Trek om de hoofdsteun te verstellen deze naar voren en
verschuif hem gelijktijdig.
Ga nooit rijden als de
hoofdsteunen zijn verwij-
derd.
6. Schakelaar stoelverwarming.
: 86

Page 6 of 177

8 -
01-03-2005
9
-
01-03-2005
In een oogopslag
WEGKLAPBAAR DAK
Vóór het bedienen van het dak
F Het is raadzaam de auto op een
horizontale ondergrond stil te
zetten. Eventueel kan het dak ook
bij een snelheid van maximaal
10 km/h worden bediend.
F Controleer of het afdekscherm 1
is uitgetrokken (er mogen geen
voorwerpen op het afdekscherm
of de scharnierende afdekpla-
ten 2 geplaatst zijn; eventuele
bagage mag het scherm niet om-
hoogdrukken).
F Controleer of er geen voorwerpen
op de hoedenplank geplaatst zijn.
F Sluit de achterklep op de juiste
manier.
F Zet het contact in de stand M. Het
is raadzaam het dak te bedienen
bij draaiende motor. Openen van het dak
F
Trek aan de knop 3 tot het ge-
luidssignaal aangeeft dat het dak
volledig is geopend.
Sluiten van het dak
F Druk op de knop 3 tot het geluids-
signaal aangeeft dat het dak vol-
ledig is gesloten.
Opmerking: Door de knop 3 na het
openen of sluiten te blijven bedienen,
worden de vier ruiten gesloten. Let erop dat er zich, tijdens
het openen of sluiten van
het dak, geen personen
in de buurt van het bedie-
ningsmechanisme bevin-
den; hiermee wordt risico op letsel
voorkomen.
De bediening van het dak is volledig
voor eigen risico van de bestuurder.
Laat, voor een goede werking van
de dakbediening, de knop 3 niet
los als het dak nog niet geheel
geopend of gesloten is.
Laat bij gevaar echter de bedie-
ningsknop los; het dak stopt di-
rect met bewegen. Als het gevaar
is geweken, kan de bediening van
het dak worden voltooid.
: 102

Page 7 of 177

10 -
01-03-2005
11
-
01-03-2005
In een oogopslag
: 82
1. Temperatuurregeling
bestuurderszijde.
VOLAUTOMATISCHE
AIRCONDITIONING MET
GESCHEIDEN REGELING
De bestuurder en de voorpassagier
kunnen de temperatuur afzonderlijk
naar wens instellen.
Het is raadzaam de automatische
stand te gebruiken: het systeem
regelt de temperatuur, de luchtop-
brengst, de luchtverdeling naar de
luchtroosters en de luchtrecirculatie.
Opmerking: de werking van het sy-
steem kan minder zijn als het dak is
weggeklapt.
2. Temperatuurregeling
passagierszijde.
3. Automatisch
programma "comfort".
4. Automatisch
programma "zicht". 5.
Airconditioning aan/uit.
6. Regeling
luchtverdeling.
7. Regeling
luchtopbrengst. 8.
Luchttoevoer/
luchtrecirculatie.
9. Achterruitverwarming
en verwarming
buitenspiegels.

Page 8 of 177

10 -
01-03-2005
11
-
01-03-2005
In een oogopslag
UITENWISSERSCHAKELAAR
2 Hoge snelheid.
1 Normale snelheid.
I Interval
0 Uit.
AUTO â Automatisch wissen of
één keer wissen.
Ruitensproeier: Trek de hendel naar
u toe.
LICHTSCHAKELAAR
De stand van de schakelaar wordt
aangegeven door het desbetreffende
verklikkerlampje op het instrumen-
tenpaneel.
: 105
Verlichting vóór en achter (ring A)
Lichten uit
Parkeerlichten
Dim-/ grootlicht Mistlampen vóór
(ring 1 stand naar voren
draaien)
Mistlampen vóór en
mistachterlicht
(ring 2 standen naar
voren draaien).
Uitschakelen: Draai de ring naar
achteren.
Automatische ontste-
king van de verlichting
Deze functie kan wor-
den in- of uitgeschakeld
via het coniguratieme-
nu van het multifunctio-
nele display. Mistlampen vóór en
mistachterlicht (ring B)
:
107

Page 9 of 177

12 -
01-03-2005
13
-
01-03-2005
In een oogopslag
SNELHEIDSREGELAAR
1. Selecteren/onderbreken van de
functie.
2. Opslaan van een snelheid/
verlagen van de opgeslagen
snelheid.
3. Opslaan van een snelheid/
verhogen van de opgeslagen
snelheid.
4. Uitschakelen/opnieuw
inschakelen van de
snelheidsregeling.
Om de wagensnelheid op te slaan en
de snelheidsregelaar te kunnen acti-
veren, moet de wagensnelheid hoger
dan 40 km/h zijn en minimaal de vier-
de versnelling (tweede versnelling bij
een automatische transmissie) zijn
ingeschakeld.
PARKEERHULP
A. Inschakelen.
B. Detectie.
C. Activeren/deactiveren.
Dit systeem kan worden geac- tiveerd of gedeactiveerd via het
coniguratiemenu van het multi-
functionele display.
Zodra de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld, wordt u bij het achter-
uitrijden begeleid door een geluids-
signaal en een graische weergave
op het multifunctionele display.
: 126
:
124
Weergave op het
instrumentenpaneel
Als de snelheidsregelaar actief is,
wordt de werking hiervan weergege-
ven op het instrumentenpaneel.
Druk op de knop om achtereenvolgens
deze informatie en de kilometerteller/
dagteller weer te geven.

Page 10 of 177

12 -
01-03-2005
13
-
01-03-2005
In een oogopslag
BRANDSTOF TANKEN
Het tanken dient met afgezette mo-
tor te gebeuren.
F Open de brandstofvulklep.
F Steek de sleutel in het slot en
draai deze linksom.
F Trek de tankdop uit de vulopening
en bevestig deze aan de haak aan
de binnenzijde van de vulklep.
Op een label aan de binnenzijde van
de vulklep staat de voorgeschreven
soort brandstof aangegeven.
De inhoud van de brandstoftank
bedraagt circa 60 liter.
Verklikkerlampje brandstofreserve
Op het moment dat het
lampje gaat branden, kunt
u nog ongeveer 50 km
met de resterende hoe-
veelheid brandstof rijden.
Weergave op het
instrumentenpaneel
P: Parking (parkeerstand).
R: Reverse (achteruitversnelling).
N: Neutral (neutraalstand).
D: Drive (rijstand).
M: Manual (zelf schakelen).
S: programma Sport.
T : programma Sneeuw.
1 2 3 4: ingeschakelde versnelling.
AUTOMATISCHE
TRANSMISSIE "TIPTRONIC-
SYSTEM PORSCHE"
1. Selectiehendel.
2. Schakelaar "SPORT".
3. Schakelaar "SNEEUW" .
Schakelpatroon
Kies de gewenste stand door de
selectiehendel in het schakelpatroon
te verplaatsen.
De gekozen stand wordt met een
pictogram in het instrumentenpaneel
aangegeven.
: 104
Starten van de motor
Controleer of de handrem is aange-
trokken en zet de selectiehendel in
de stand P of N.
Zet het contact aan.
Wegrijden
Bij draaiende motor en met de se-
lectiehendel in de stand P of N: Trap
het rempedaal in en zet de hand-
rem los.
Selecteer de stand R, D of M.
Laat langzaam het rempedaal los; de
auto begint meteen te rijden.
: 121

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 ... 180 next >