Peugeot 307 CC 2005 Handleiding (in Dutch)

Page 61 of 177

Audio en telematica56 -
01-03-2005
57Audio en telematica-
01-03-2005
RDS
Gebruik van RDS-functie (Radio
Data System) op FM
De RDS-functie biedt de
mogelijkheid om naar een zender te
luisteren, ongeacht de verschillende
frequenties die voor deze zender
gebruikt worden in de diverse regio’s.
Op het display wordt de naam van de
geselecteerde zender weergegeven.
Er kunnen door een onvolledige
dekking van de zender of bij het
rijden in heuvel- of bergachtige
gebieden echter storingen in de
ontvangst optreden.
De autoradio/telefoon zoekt steeds
de sterkste zender die hetzelfde
programma uitzendt.Druk, als de radio-
functie is ingescha-
keld, op de draai-
knop. Het snelmenu
«RADIO» verschijnt.
Activeer of deactiveer
het volgen van RDS-zenders.
Op het multifunctionele display
verschijnt:
- RDS als deze functie is ingescha- keld.
- RDS (doorgestreept of grijs weer- gegeven) als deze functie wel in-
geschakeld, maar niet beschikbaar
is. Regionale functie (REG)
Sommige gekoppelde zenders
zenden op bepaalde tijdstippen op
dezelfde frequentie verschillende,
regionale programma’s uit. Met deze
functie kan een regionaal programma
worden beluisterd.
Druk, als de radio-
functie is ingescha-
keld, op de draaiknop.
Het snelmenu «RA-
DIO» verschijnt.
Activeer of deactiveer
de regionale functie.
Op het multifunctionele display
verschijnt:
- REG als deze functie is ingescha- keld.
- REG (doorgestreept of grijs weer- gegeven) als deze functie wel in-
geschakeld, maar niet beschikbaar
is.

Page 62 of 177

Audio en telematica58 -
01-03-2005
59Audio en telematica-
01-03-2005
CD-speler
Selecteren van CD-speler
Uitwerpen van een CDSelecteren van een track van de
CD
Druk op de toets
8 om de volgende
track te selecteren.
Druk op de toets 7 om terug te gaan
naar het begin van de afgespeelde
track of de vorige track.
Het is ook mogelijk om direct een
track te selecteren uit de tracklijst
van de CD:
- Druk op de toets «LIST» om de lijst weer te geven,
- Druk op de toets 5 of 6 om de
track te selecteren,
- Druk op de draaiknop om de track af te spelen.
Versneld afspelen
Houd één van de toetsen 7 of 8 in-
gedrukt om de CD versneld achteruit
of vooruit af te spelen.
Het versneld afspelen stopt zodra de
toets wordt losgelaten.
Zodra een CD in
de CD-speler wordt
gestoken met de
bedrukte zijde naar
boven gericht, zal
de CD-speler de CD
automatisch afspelen.
Als er al een CD in het apparaat zit,
druk dan op de toets «SOURCE» om
de CD-speler te selecteren.
Opmerking: bij gebruik van het
navigatiesysteem moet de navigatie-
CD-ROM in de speler van de
autoradio/telefoon RT3 zijn geplaatst.
Als u een audio CD wilt beluisteren,
gebruik dan de CD-wisselaar.
Druk op de toets om
de CD uit de CD-
speler te werpen. Menu «CD»
Als de CD-speler is geselecteerd en
op de draaiknop wordt gedrukt, biedt
dit toegang tot de volgende functies:
- willekeurig afspelen met «Random
activeren»,
- afspelen van het begin van elke track met «Introscan activeren»,
- programmeren van tracks met «Tracks programmeren».
- weergeven van de tracks va de CD met «Tracklist».
Gebruik alleen CD’s met
een ronde vorm.
Bepaalde beveiligingssy-
stemen op de originele CD
of zelfgebrande CD’s kun-
nen storingen veroorzaken, onge-
acht de kwaliteit van de CD-brander.

Page 63 of 177

Audio en telematica58 -
01-03-2005
59Audio en telematica-
01-03-2005
CD-wisselaar
Selecteren van de CD-wisselaarDruk herhaaldelijk op
de toets «SOURCE».
Selecteren van een CD
Druk op een van de toetsen «1»
t/m «5» van de CD-wisselaar om de
desbetreffende CD te selecteren.
Met de toetsen 5 en 6 kan
respectievelijk de vorige of volgende
CD in de CD-wisselaar worden
geselecteerd. Selecteren van een track van een
CD
Druk op de toets
8 om de volgende
track te selecteren.
Druk op de toets 7 om terug te
gaan naar het begin van de track die
momenteel wordt afgespeeld of de
vorige track.
Het is ook mogelijk om direct een
track te selecteren uit de tracklijst
van de CD:
- Druk op de toets «LIST» om de lijst weer te geven,
- Druk op de toets 5 of 6 om de
track te selecteren,
- Druk op de draaiknop om de track af te spelen.
Versneld afspelen
Houd één van de toetsen 7 of 8 in-
gedrukt om de CD versneld achteruit
of vooruit af te spelen.
Het versneld afspelen stopt zodra de
toets wordt losgelaten. Menu «CD-WISSELAAR»
Als de CD-wisselaar is geselecteerd
en op de draaiknop wordt gedrukt,
biedt dit toegang tot de volgende
functies:
- willekeurig afspelen met «Random
activeren»,
- afspelen van het begin van elke track met «Introscan activeren»,
- herhalen van de CD met «Herhalen activeren».
- weergeven van de tracks van de CD met «Tracklist».
Deze functies werken uitsluitend bij
de op dat moment geselecteerde
CD.
Gebruik alleen CD’s met
een ronde vorm. Bepaalde
beveiligingssystemen op
de originele CD of zelf-
gebrande CD’s kunnen
storingen veroorzaken, ongeacht de
kwaliteit van de CD-brander.

Page 64 of 177

Audio en telematica60 -
01-03-2005
61Audio en telematica-
01-03-2005
TELEFOON RT3
Deze functie wordt verzorgd door
een 2-bands GSM-telefoon (900 en
1.800 MHz) die is geïntegreerd in de
autoradio/telefoon/GPS RT3.
Het systeem is voorzien van een
«handsfree»-functie, bestaande uit
een microfoon in de voorste plafon-
nier, luidsprekers van de autoradio,
een schakelaar aan de stuurkolom
en de gesproken commando’s waar-
mee de meeste functies kunnen
worden bediend (de toetsen op het
bedieningspaneel van de autoradio/
telefoon geven toegang tot alle func-
ties).
De belangrijkste mobiele-telefoon-
functies en de registers worden
weergegeven op het multifunctionele
display.
De telefoonfunctie is altijd ingescha-
keld, onafhankelijk van de stand van
het contact, zelfs na dertig minuten
wanneer de melding dat de eco-
mode wordt ingeschakeld op het
multifunctionele display verschijnt.
Na het afzetten van het contact kan
de autoradio/telefoon weer worden
ingeschakeld door op de toets «TEL»
(groen) te drukken of door een CD in
de speler te plaatsen.
Om veiligheidsredenen
dienen handelingen door
de bestuurder uitsluitend bij
stilstand plaats te vinden.
Gebruik van de menu’s
Druk op de toets
«MENU» om het alge-
mene menu weer te
geven. Selecteer de
functie «Telematica»
en bevestig vervol-
gens «Telefoonfuncties» om toegang
te krijgen tot de belangrijkste functies
van de telefoon en vervolgens tot het
submenu van de gewenste functie. Dit menu biedt toegang tot de
volgende functies:
- Netwerk: hiermee kunt u naar een
netwerk zoeken en worden de
beschikbare netwerken weergege-
ven.
- Duur gesprekken: hiermee wordt
de totale tijd van de gesprekken
weergegeven en kan de nulstelling
hiervan worden uitgevoerd.
- Beveiliging: hiermee kunt u uw PIN-
code instellen of wijzigen en kunt u
de opgeslagen (SMS-)berichten
wissen.
- Telefoonopties: hiermee kunt u
instellen of uw telefoonnummer wel
of niet wordt weergegeven op de
telefoon van uw gesprekspartner,
kunt u het automatisch opnemen
na X keer overgaan instellen,
kunt u beltonen kiezen en het
doorschakelnummer invoeren.

Page 65 of 177

Audio en telematica60 -
01-03-2005
61Audio en telematica-
01-03-2005
In elk menu:
Verplaats de cursor door op de
toetsen 5 of 6 te drukken of kies een
functie door aan het navigatiepaneel
te draaien en dit in te drukken om te
bevestigen.
Annuleer een functie met de toets
«ESC». Gebruik van het alfanumerieke
toetsenbord
Druk herhaaldelijk op een toets om
het gewenste teken in te voeren.
Installeren van de SIM-kaart (niet
bij de auto geleverd)
Open de lade door de
ronde opening erboven
in te drukken met een
potloodpunt.
Steek uw SIM-kaart
(verkrijgbaar bij een
aanbieder van mobiele telefonie), op
de aangegeven manier in de houder
en steek de houder in het toestel.
Opmerking: Verwijder of plaats de
SIM-kaart pas nadat de autoradio/
telefoon/GPS RT3 is uitgeschakeld.
Let erop de SIM-kaart niet te
beschadigen.
CombinatieToetsen/tekens
[1] 1 of spatie
[2] 2 of A B C 2 of a b c 2
[3] 3 of D E F 3 of d e f 3
[4] 4 of G H I 4 of g h i 4
[5] 5 of J K L 5 of j k l 5
[6] 6 of M N O 6 of m n o 6
[7] 7 of P Q R S 7 of p q r s 7
[8] 8 of T U V 8 of t u v 8
[9] 9 of W X Y Z 9 of w x y z 9
[0] 0 of + (lang indrukken)
[#] # of bevestigen
[*] * of wissen laatst ingevoerde
teken (lang indrukken)

Page 66 of 177

Audio en telematica62 -
01-03-2005
63Audio en telematica-
01-03-2005
Invoeren van de PIN-code
Na het afzetten van het contact
moet de PIN-code opnieuw worden
ingevoerd, behalve als de PIN-code
is opgeslagen of als de functie
«Bescherming met PIN-code» is
uitgeschakeld.
Voer uw PIN-code in met behulp van
het alfanumerieke toetsenbord en
bevestig door op de draaiknop G of
op de toets # te drukken om toegang
te krijgen tot het netwerk.
De verbinding met het netwerk wordt
bevestigd door een pictogram op het
multifunctionele display.
Wanneer u achtereenvolgens drie-
maal de onjuiste PIN-code invoert,
wordt uw SIM-kaart geblokkeerd.
Om deze te deblokkeren moet de
PUK-code worden ingevoerd. De
PUK-code is verkrijgbaar bij de le-
verancier van uw SIM-kaart (na het
tienmaal onjuist invoeren van de
PUK-code is de SIM-kaart deinitief
onbruikbaar). Uitschakelen van het verzoek om
PIN-code in te voeren
Selecteer in het menu «Telefoon-
functies», «Beveiliging», vervolgens
«Invoeren van PIN-code» en beves-
tig de functie «Deactiveren».
Let op: Zorg ervoor dat u de SIM-
kaart niet verliest; de vinder kan
er vanwege het ontbreken van de
beveiliging onbeperkt gebruik van
maken.
Weergave telefoonfunctie
Geen verbinding
Op het display verschijnen de
melding van de aanwezigheid van
nieuwe voice mail- of SMS-berichten,
de totale gesprekstijd sinds de
laatste nulstelling en de toestand
van de telefoon.
Verbinding
Op het display verschijnen de
verstreken tijd sinds het begin van
het gesprek, het telefoonnummer*
of de naam van uw gesprekspartner
(wanneer deze is opgeslagen in
de index) en de toestand van de
telefoon.
* Indien de optie en dienst
beschikbaar zijn.

Page 67 of 177

Audio en telematica62 -
01-03-2005
63Audio en telematica-
01-03-2005
Bellen
Druk op de toets om
het snelmenu van
de telefoon weer te
geven.
Door het uiteinde van
de stuurkolomscha-
kelaar langer dan 2 seconden in te
drukken wordt een snelmenu op-
geroepen van de functies «Index»,
«Lijst gesprekken» en «Voicemail».
Invoeren van een nummer
Selecteer de functie «Nummer
kiezen» en voer het nummer van uw
gesprekspartner met het toetsenbord
in.
Druk op de toets «Opnemen» om te
bellen.
Bellen vanuit een index
Selecteer de functie «Index» om toe-
gang te verkrijgen tot alle opgeslagen
telefoonnummers of «Gesprekken-
lijst» om de lijst met telefoonnummers
van de laatste twintig inkomende ge-
sprekken (indien de optie voor weer-
gave van het actieve telefoonnummer
beschikbaar is) of uitgaande gesprek-
ken weer te geven.
Er zijn twee indexen: de index van de
autoradio/telefoon/GPS RT3 en die
van de SIM-kaart. Plaats de SIM-kaart
en voer uw PIN-code in om de index
van de SIM-kaart weer te geven.
Gesprek beantwoorden
U kunt een inkomend
gesprek, waarbij een
beltoon is te horen,
beantwoorden door op
de toets «opnemen»
of op het uiteinde van
de stuurkolomschakelaar te drukken.
U kunt het gesprek weigeren door op
de toets «ophangen» te drukken of
door de knop «NEE» op het scherm
«Beantwoorden?» te selecteren en
te bevestigen.
U kunt een geac-
cepteerd gesprek be-
ëindigen door op de
toets «ophangen» te
drukken.
Als u het gesprek
weigert, wordt er doorgeschakeld
naar de voicemail of een
doorschakelnummer.
U kunt deze functie in- of uitschakelen
door langer dan 2 seconden op de
toets «ophangen» te drukken.
SMS-berichten
SMS-berichten lezen
Als het piepsignaal te horen is (als de
optie beltoon voor SMS-berichten is
ingeschakeld) en een bovenliggend
scherm met de melding «Wilt u
het nieuwe SMS-bericht lezen?»
verschijnt, kunt u het SMS-bericht
lezen door «JA» te selecteren en te
bevestigen of kunt u het lezen van
het bericht uitstellen door «NEE» te
selecteren en te bevestigen, door
op de toets «ESC» te drukken of
door te wachten tot de melding is
verdwenen.
Opmerking: U kunt de opgeslagen
oude SMS-berichten en nieuwe be-
richten, waarvan u het lezen hebt
uitgesteld, lezen door op de toets
«MENU» te drukken, de functie «Te-
lematica» en vervolgens «SMS-be-
richten» te selecteren. Bevestig ver-
volgens «Ontvangen SMS-berichten
lezen» door op de draaiknop te druk-
ken, verplaats de cursor door de lijst
door aan de draaiknop te draaien en
druk op deze knop om het gewenste
SMS-bericht te lezen (als de spraak-
synthese is geactiveerd).

Page 68 of 177

Audio en telematica64 -
01-03-2005
65Audio en telematica-
01-03-2005
SMS-bericht verzenden
Controleer vóór het schrijven van
het eerste bericht of het nummer
van het berichtencentrum goed
is opgeslagen in het submenu
«Nr van server». Als dit niet het
geval is, worden alle berichten die
geschreven zijn voordat het nummer
werd opgeslagen, niet verzonden.
Bevestig in het menu «SMS-
berichten» de functie «SMS-bericht
opstellen». Voer uw bericht in met
behulp van het alfanumerieke
toetsenbord en bevestig het bericht
met de toets «OK» om het bericht
te bewaren of selecteer de knop
«Verzenden» om het bericht te
verzenden. U kunt na het selecteren
van de knop «Verzenden» het
nummer van de ontvanger invoeren
of een nummer selecteren uit het
telefoonboek of de gesprekkenlijst
en het bericht verzenden. Menu «Duur gesprekken»
Selecteer de functie «Duur gesprek-
ken» in het menu «Telefoonfuncties»
om de totale tijd van de uitgevoerde
gesprekken weer te geven. De duur
van elk gesprek wordt opgeteld bij
de totale gesprekstijd sinds de laat-
ste nulstelling met de knop «Nulstel-
ling».
Menu «Telefoonopties»
De functie «Telefoonopties» in het
menu «Telefoonfuncties» biedt
toegang tot de volgende functies:
• «Instellingen voor telefoneren».
Hiermee kunt u de functies «Weer-
gave van mijn nummer» en «Au-
tomatisch opnemen na «X» keer
overgaan» in- en uitschakelen,
• «Opties beltonen». Hiermee kunt
u het volume van de beltoon voor
inkomende telefoongesprekken
aanpassen, het piepsignaal voor
de ontvangst van SMS-berichten
inschakelen en één van de vijf
aangeboden beltonen kiezen.
• «Doorschakelnummer/voicemail».
Hier kunt u het gekozen doorscha-
kelnummer invoeren , anders wordt
het gesprek doorgeleid naar de
voicemail.
Diensten*
Druk op de toets om
het menu «Diensten»
weer te geven en
selecteer één van de
volgende diensten:
• «Customer Contact Center» voor
een directe verbinding met het
Customer Contact Center van
PEUGEOT en de bijbehorende
diensten (deze verbinding wordt
verbroken op het moment dat een
noodoproep of een oproep voor as-
sistentie is geplaatst).
• «PEUGEOT Assistance» voor een
directe verbinding met de alarmcen-
trale van PEUGEOT Assistance en
u wordt snel weer op weg geholpen
(u kunt wanneer u per ongeluk op
deze toets heeft gedrukt dit bin-
nen 6 seconden ongedaan ma-
ken) . U kunt tijdens de verbinding
met Peugeot Assistance behalve
een noodoproep geen andere ver-
bindingen tot stand brengen. In het
geval voor uw auto een speciiek
PEUGEOT-contract van kracht is,
wordt het gesprek automatisch ge-
lokaliseerd. Er verschijnt dan een
sterretje in de omschrijving op het
multifunctionele display.
• «Diensten gebruiker» voor toegang
tot een lijst met speciieke diensten
van uw mobiele-telefonie-aanbieder
(bijv.: klantenservice, kostenover-
zicht, nieuws, beursberichten, weer,
reizen, spelletjes, enz.), indien deze
diensten beschikbaar zijn.
* Indien de optie en dienst beschikbaar zijn.

Page 69 of 177

Audio en telematica64 -
01-03-2005
65Audio en telematica-
01-03-2005
Noodoproep*
Druk in een noodgeval
lang op de toets «SOS»
tot een geluidssignaal te
horen is en een venster
voor het bevestigen/
annuleren van de op-
roep (annuleren binnen 6 seconden)
verschijnt of voer direct het nummer
112 in.
Voer een noodoproep uit in het ge-
val u betrokken bent in een situatie
waarbij sprake is van ernstig (licha-
melijk) gevaar voor de betrokkenen
(bijv. wanneer u getuige of slachtof-
fer bent van een ongeval met gewon-
den, een overval, ...).
Om een noodoproep te kunnen ver-
zenden, moet de autoradio/telefoon
een mobiel netwerk detecteren en
dient de SIM-kaart in het toestel te
zijn geïnstalleerd .
Als voor uw auto geen speciiek
PEUGEOT-contract van kracht is,
dan is de toets «SOS» zo ingesteld
dat hij een noodoproep verzendt
naar 112 - een uniek nummer dat
via het wereldwijde GSM-netwerk
speciaal bereikbaar is voor noodop-
roepen.
Als voor uw auto een speciiek
PEUGEOT-contract van kracht is,
wordt uw oproep gelokaliseerd en
wordt u in verbinding gesteld met
een medewerker van de alarmcen-
trale van PEUGEOT.
Raadpleeg de algemene voorwaar-
den van het desbetreffende contract
voor meer informatie. «PEUGEOT Assistance»/
Noodoproep
Op de voorkant van de autoradio/
telefoon/GPS RT3 gaat een groene
diode knipperen op het moment dat
u een noodoproep heeft gedaan
of «PEUGEOT Assistance» heeft
opgeroepen. Wanneer de oproep in
behandeling wordt genomen door de
betreffende hulpdienst gaat de diode
permanent branden.
Tijdens de verbinding is het niet
mogelijk om te bellen, inkomende
gesprekken te beantwoorden of
sms-berichten te versturen of te
ontvangen; inkomende gesprekken
worden doorverbonden met uw
voicemail.
Index
Algemeen
De «Index»
kan 400 kaarten
bevatten en is onderverdeeld in 4
onafhankelijke rubrieken («User1»,
«User2», «User3» en «User4»).
Met behulp van het telefoonboek
kunnen kaarten worden beheerd,
kan getelefoneerd worden met
behulp van de SIM-kaart en kan een
navigatie naar een bepaald adres
worden opgestart.
* Indien de optie en dienst beschikbaar zijn. Hoofdmenu
Selecteer in het alge-
mene menu de func-
tie «index» om in het
hoofdmenu «Index»
te komen en selecteer
één van de volgende
functies:
• «Bellen» om naar een opgeslagen
nummer te telefoneren.
• «Opstarten navigatie naar» om een
navigatie naar een in het geheugen
opgeslagen plaats op te starten.
• «Beheer indexkaarten» om kaarten
aan de index toe te voegen,
kaarten te verwijderen, te wijzigen
of te raadplegen of om deze uit
te wisselen met de kaarten op de
SIM-kaart.
• «Coniguratie index» om de actieve
index te selecteren en te bepalen
welke index bij het inschakelen van
het systeem actief is.

Page 70 of 177

Audio en telematica66 -
01-03-2005
Aanmaken/wijzigen van een kaart
Selecteer in het menu «Index» de
functie «Beheer indexkaarten» en
vervolgens «Toevoegen» om een
nieuwe kaart aan te maken.
Selecteer en bevestig de rubriek
waarin u de kaart wilt plaatsen en vul
vervolgens de informatie in.
Selecteer in het menu «Beheer in-
dexkaarten» de functie «Raadple-
gen» om een reeds bestaande kaart
te wijzigen en voer vervolgens de
wijzigingen door.
De navigatie CD-rom moet bij het
invoeren van een adres aanwezig
zijn zodat een navigatie naar deze
bestemming kan worden uitgevoerd.Registreren van een omschrijving
voor een kaart uit de index
Wanneer u een kaart in de index
van een omschrijving heeft voorzien,
kunt u deze inspreken en opslaan,
zodat u door middel van gesproken
commando’s van de index gebruik
kunt maken (bijv: «Bellen» «[Naam
gesproken omschrijving]» of
«Navigatie naar» «[Naam gesproken
omschrijving]»).
Selecteer in het menu «Beheer
indexkaarten» «Raadplegen of
wijzigen kaart» voor toegang tot het
scherm voor het invoeren en opslaan
van de naam.
Druk op de toets om op te slaan en
volg de instructies.Verkeersinformatie RDS TMC
(Trafic Message Channel)
Vanuit het menu «Audiofuncties» of
«Telematica» en vervolgens vanuit
de functie «Verkeersinformatie RDS
TMC» (zie hoofdstuk «Navigatiesys-
teem»), heeft u toegang tot de be-
richten over de verkeerssituatie.
De autoradio/telefoon/GPS RT3
kan via de FM-band «RDS TMC»-
verkeersinformatie ontvangen.

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 ... 180 next >