Peugeot 307 CC 2006 Handleiding (in Dutch)

Page 121 of 181

10PRAKTISCHE INFORMATIE
104
Verwijder de afdekplaat* rechts in de
motorruimte:
- druk op het midden van de plastic pluggen A,
- verwijder de plastic pluggen,
- verwijder de afdekplaat.
Vergeet na het vervangen van de
lamp niet om alle onderdelen weer
correct aan te brengen:
- breng de afdekplaat* aan,
- breng de plastic pluggen A aan en
druk ze aan de bovenzijde vast.
* Volgens motoruitvoering.
1. Dimlicht (H1-55 W of
xenonlampen).
LET OP: ELECTROCUTIEGEVAAR
Het vervangen van een xenonlamp
mag worden uitgevoerd door een
PEUGEOT-servicepunt.
2. Grootlicht (H7-55 W).
 Verwijder de beschermkap van de
defecte lamp.
 Neem de stekker los.
 Druk op het uiteinde van de borg-
lippen om deze los te maken.
Vervang de lamp.
Let bij het monteren op de goede stand van de nokjes en controleer
of de borglippen goed vastzitten. Raak de lampen uitsluitend
met een droge doek aan.
De koplampen zijn uitgerust
met glazen van polycarbo-
naat voorzien van een bescherm-
laag. Gebruik voor het schoon-
maken van de koplampen nooit
een droge doek of een schuur-,
schoonmaak- of oplosmiddel.
Gebruik een spons en zeepwater.

Sluit de stekker weer aan.
 Monteer de beschermkap weer.
LAMPEN VERVANGEN
Koplampen

Page 122 of 181

10PRAKTISCHE INFORMATIE
105
 Druk het zijknipperlicht naar voren
en trek het geheel los.
 Verwijder en vervang het zijknip-
perlicht.
De zijknipperlichten zijn verkrijgbaar
bij een PEUGEOT-servicepunt.
De amberkleurige lampen
(richtingaanwijzers en zij-
knipperlichten) moeten wor-
den vervangen door lampen
met dezelfde kleur en eigenschap-
pen.
3. Parkeerlicht (W 5 W).

Verwijder de beschermkap van de
defecte lamp.
 Neem de stekker los.
 Verwijder en vervang de lamp.
4. Richtingaanwijzers (PY 21 W amberkleurig).
 Draai de lamphouder een kwart
omwenteling en verwijder deze.
 Vervang de lamp.
Opmerking: bij bepaalde weers-
omstandigheden (lage temperatuur,
vochtig weer) , kan aan de binnen-
zijde van de koplampen enige
condensvorming ontstaan . Deze
verdwijnt zodra de lampen enige tijd
branden. Raadpleeg een PEUGEOT-service-
punt om deze te laten vervangen.
5. Mistlampen (H11-55 W). Geïntegreerde zijknipperlichten

Page 123 of 181

10PRAKTISCHE INFORMATIE
106
 Maak de bekleding van het des-
betreffende binnenpaneel van de
achterklep op twee plaatsen los.
 Duw de bekleding voorzichtig
opzij om bij de lamphouder 6 te
kunnen komen.
 Draai de lamphouder een kwart
omwenteling.
 Verwijder de lamphouder.
 Vervang de defecte lamp.
Opmerking: Let er bij het plaatsen
op dat de lamphouder goed wordt
geplaatst.
1. Remlichten (LED's).
2. Achterlichten (LED's).
3. Richtingaanwijzers (P 21 W).
4. Achteruitrijlicht (P 21 W),
rechts.
Mistachterlicht (P 21 W), links. 
Verwijder de 3 bouten van de
bekleding van het desbetreffende
zijpaneel van de bagageruimte
om bij de achterlichtunit te komen
(gebruik de Torx
TM 20 dopsleu-
tel C die zich in het mapje met de
boorddocumentatie bevindt).
 Verwijder de bevestigingsmoer
van de achterlichtunit aan de bin-
nenzijde van de bagageruimte.
 Verwijder de achterlichtunit.
 Draai de lamphouder 5 een kwart
omwenteling.
 Verwijder de lamphouder.
 Vervang de defecte lamp.
Opmerking: Let er bij het plaatsen
op dat de lamphouder en de achter-
lichtunit goed worden geplaatst.
Werkzaamheden aan
de LED's dienen te wor-
den uitgevoerd door een
PEUGEOT-servicepunt.
AchterlichtenRichtingaanwijzers Achteruitrijlicht/mistachterlicht

Page 124 of 181

10PRAKTISCHE INFORMATIE
107
Werkzaamheden aan de
LED's dienen te worden uit-
gevoerd door een PEUGEOT-
servicepunt.
Steek een kleine schroeven-
draaier in een van de buitenste
gaten van het lampglas.
 Duw het lampglas naar buiten om
het los te maken.
 Verwijder het lampglas.
 Vervang de defecte lamp.
Derde remlicht (LED's) Kentekenplaatverlichting
(W 5 W)

Page 125 of 181

10PRAKTISCHE INFORMATIE
108
ZEKERINGEN VERVANGEN
De zekeringkasten bevinden zich
onder aan het dashboard (bestuur-
derszijde) en onder de motorkap
(links).Goed Defect Draai met een muntstuk (1) de schroef
een kwart omwenteling los en maak
de klep los door aan het gedeelte
rechts boven (2) te trekken.
Vervangen van een zekering
Voordat u een zekering vervangt,
dient u eerst de oorzaak van de sto-
ring op te sporen en te (laten) verhel-
pen. De nummers van de zekeringen
zijn aangegeven op de zekeringkast.
Vervang een defecte zekering altijd
door een zekering met dezelfde
stroomsterkte (dezelfde kleur).
Gebruik de speciale tang, die zich
aan de binnenzijde van het deksel
van de zekeringkast van het dash-
board bevindt. Deze steun bevat
tevens de reservezekeringen.
Zekeringen dashboard
Zekering Ampère Functies
F36 20 A Versterker hifi-audiosysteem.
F39 20 A
Stoelverwarming bestuurders- en passagiersstoel.
F40 30 A Voeding pomp wegklapbaar dak.

Page 126 of 181

10PRAKTISCHE INFORMATIE
110
Zekeringen in de motorruimte
Maak om bij de zekeringen in de
motorruimte (naast de accu) te
komen het deksel los.
Sluit na de werkzaamheden het dek-
sel zorgvuldig voor een goede afdich-
ting van het zekeringkastje.Zekering Ampère Functies
F1 20 A Voeding relais motorventilateurgroep, voeding elektronische een heid motor.
F2 15 A Claxon.
F3 10 A Ruitensproeiers vóór.
F4 20 A Koplampsproeiers.
F5 15 A Brandstofpomp en elektroklep absorptievat (2 liter benzine).
F6 10 A Elektronische eenheid automatische transmissie met 4 versnellingen,
blokkeerschakelaar
automatische transmissie, contact impulsbediening, relais hoge snelheid motorventilateurgroep,
xenonkoplamp rechts en links.
F7 10 A Elektronische eenheid ABS/ESP, elektronische eenheid stuurbekrachtigin g.

Page 127 of 181

10PRAKTISCHE INFORMATIE
111
Zekering AmpèreFuncties
F8 20 A Bediening van de startmotor.
F9 10 A Eenheid extra verwarming (diesel), schakelaar koelvloeistofniveaumeter .
F10 30 A Regelorganen motormanagement (bobine, elektrokleppen, lambdaso
ndes, elektronische
eenheden, verstuivers, voorverwarming), elektroklep absorptievat (1,6 l iter benzine).
F11 40 A Aanjager airconditioning.
F12 30 A Lage/hoge snelheid ruitenwissers vóór.
F13 40 A Voeding intelligente servicecentrale (BSI) (+ na contact).
F14 30 A Luchtpomp (2 liter benzinemotor).
F15 10 A Grootlicht rechts.
F16 10 A Grootlicht links.
F17 15 A Dimlicht links.
F18 15 A Dimlicht rechts.

Page 128 of 181

10PRAKTISCHE INFORMATIE
112
Bij het ontwerp van het elektrische circuit van uw auto is reeds rekening gehouden met de montage van zowel de
standaarduitrusting als eventuele opties.
Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt voordat u andere elektrische voorzie ningen of accessoires in de auto mon-
teert of laat monteren.
PEUGEOT is niet aansprakelijk voor kosten die voortvloeien uit het verhelpen van storingen veroorzaakt door het monteren
van extra accessoires die niet door PEUGEOT aanbevolen en geleverd worden of door voorzieningen die niet volgens de
voorschriften van PEUGEOT zijn gemonteerd. Dit geldt met name voor apparatuur met een stroomverbruik van meer dan
10 milliampère.
* De hoofdzekeringen zorgen voor een extra beveiliging van de elektrische installatie. Werkzaamheden aan de hoofdzeke-
ringen dienen door een PEUGEOT-servicepunt uitgevoerd te worden. Zekering Ampère
Functies
MF1* 30 A
Motorventilateurgroep 200 W.
50 A Motorventilateurgroep 400 W en 460 W.
MF2* 30 A Pomp ABS/ESP.
MF3* 30 A Elektroklep ABS/ESP.
MF4* 80 A Voeding Intelligente Servicecentrale (BSI).
MF5* 80 A Voeding Intelligente Servicecentrale (BSI).
MF6* 80 A Zekeringkast interieur.
MF8* 70 A Elektropompgroep stuurbekrachtiging.

Page 129 of 181

10PRAKTISCHE INFORMATIE
108
ZEKERINGEN VERVANGEN
De zekeringkasten bevinden zich
onder aan het dashboard (bestuur-
derszijde) en onder de motorkap
(links).Goed Defect Draai met een muntstuk (1) de schroef
een kwart omwenteling los en maak
de klep los door aan het gedeelte
rechts boven (2) te trekken.
Vervangen van een zekering
Voordat u een zekering vervangt,
dient u eerst de oorzaak van de sto-
ring op te sporen en te (laten) verhel-
pen. De nummers van de zekeringen
zijn aangegeven op de zekeringkast.
Vervang een defecte zekering altijd
door een zekering met dezelfde
stroomsterkte (dezelfde kleur).
Gebruik de speciale tang, die zich
aan de binnenzijde van het deksel
van de zekeringkast van het dash-
board bevindt. Deze steun bevat
tevens de reservezekeringen.
Zekeringen dashboard
Zekering Ampère Functies
F36 20 A Versterker hifi-audiosysteem.
F39 20 A
Stoelverwarming bestuurders- en passagiersstoel.
F40 30 A Voeding pomp wegklapbaar dak.

Page 130 of 181

10PRAKTISCHE INFORMATIE
109
Zekering AmpèreFuncties
F1 - Niet gebruikt.
F2 30 A Vergrendeling en supervergrendeling.
F3 5 A Elektronische eenheid airbags en pyrotechnische gordelspanners.
F4 10 A
Schakelaar rem- en koppelingspedaal, schakelaar koe lvloeistofniveaumeter, sensor verdraaiing
stuurwiel, diagnoseaansluiting, sensor ESP, pomp ro etfilter, elektrochrome binnenspiegel.
F5 30 AVoeding ruitbediening vóór en verwarming buitenspiegels.
F6 30 A Voeding ruitbediening achter, motor scharnierende afdekplate n.
F7 5 A Plafonniers voor en achter, kaartleeslampjes, verlichting dashboard kastje.
F8 20 A Voeding multifunctioneel display, autoradio, autoradio/t
elefoon, sirene alarm, eenheid
inbraakalarm, servicecentrale trekhaakaansluiting, voeding stuurkolomsch akelaars.
F9 30 A 12V-aansluiting vóór, 12V-aansluiting achter.
F10 15 A Elektronische eenheid automatische transmissie, remlichtschakelaar, el
ektronische eenheid
detectie te lage bandenspanning.
F11 15 A Diagnoseaansluiting, elektronische eenheid roetfilter, contact slot met zwakstroom.
F12 15 A Parkeerhulp, HiFi-versterker.
F13 5 A Voeding servicecentrale motor, regen-/lichtsensor.
F14 15 A Servicecentrale trekhaakaansluiting, instrumentenpaneel, volautoma
tische airconditioning,
elektronische eenheid airbags, pyrotechnische gordelspanners en rol l-bars, handsfree set.
F15 30 A Voeding vergrendeling en supervergrendeling.
F16 - Shunt tijdens opslag.
F17 40 A Achterruitverwarming.

Page:   < prev 1-10 ... 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 ... 190 next >