Peugeot 307 CC 2006 Handleiding (in Dutch)

Page 51 of 181

3COMFORT
47
Airbag aan passagierszijde OFF**
DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN KINDERZITJES
PEUGEOT levert een complete reeks kinderzitjes met een artikelnummer van
Automobiles PEUGEOT die met een driepunts veiligheidsgordel kunnen wor-
den vastgemaakt:
** Volgens uitvoering. Groep 1, 2 en 3: van 9 tot 36 kg
L4
"KIDDY Life"
(E1 03301135)
Omwille van de
veiligheid van jonge kinderen (van 9
tot 18 kg), raadt
PEUGEOT u aan de gordelbeschermer te gebruiken.
Groep 2 en 3: van 15 tot 36 kg
L5
"RECARO Start" (E1 03301108)
L6
"KLIPPAN Optima" (E17 030007)Vanaf 6 jaar
(ongeveer 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging.
Groep 0 : vanaf de geboorte tot 10 kg
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg
L1
"BRITAX
Babysure"
(E11 0344117)
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
L2
"RÖMER
Baby-Safe"
(E1 03301146)
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
L3
"MAXI COSI Cabrio"
(E4 03443301 / E4 04443517)
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.

Page 52 of 181

3COMFORT
47
Airbag aan passagierszijde OFF**
DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN KINDERZITJES
PEUGEOT levert een complete reeks kinderzitjes met een artikelnummer van
Automobiles PEUGEOT die met een driepunts veiligheidsgordel kunnen wor-
den vastgemaakt:
** Volgens uitvoering. Groep 1, 2 en 3: van 9 tot 36 kg
L4
"KIDDY Life"
(E1 03301135)
Omwille van de
veiligheid van jonge kinderen (van 9
tot 18 kg), raadt
PEUGEOT u aan de gordelbeschermer te gebruiken.
Groep 2 en 3: van 15 tot 36 kg
L5
"RECARO Start" (E1 03301108)
L6
"KLIPPAN Optima" (E17 030007)Vanaf 6 jaar
(ongeveer 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging.
Groep 0 : vanaf de geboorte tot 10 kg
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg
L1
"BRITAX
Babysure"
(E11 0344117)
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
L2
"RÖMER
Baby-Safe"
(E1 03301146)
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
L3
"MAXI COSI Cabrio"
(E4 03443301 / E4 04443517)
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.

Page 53 of 181

3COMFORT
48
BEVESTIGEN VAN KINDERZITJES MET DE VEILIGHEIDSGORDEL
Overeenkomstig de Europese wetgeving (Richtlijn 2000/3) geeft dit overzicht de mogelijkheden weer voor het bevestigen met
de veiligheidsgordel van een universeel (a) goedgekeurd kinderzit je afhankelijk van het gewicht van het kind en de plaats in
de auto.
U: zitplaats geschikt voor de beves-
tiging met de veiligheidsgordel van
een goedgekeurd, universeel kinder-
zitje met de rug in de rijrichting en/of
het gezicht in de rijrichting.
U (R) : als "U", waarbij bovendien de
stoel van de auto in de hoogste stand
moet staan.
(a) Universeel kinderzitje: kinderzit-
je dat in alle auto's met de veilig-
heidsgordel kan worden beves-
tigd.
(b) Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg.
(c) Raadpleeg de wetgeving in uw land voordat u uw kind op deze
zitplaats installeert. Bijzonderheden
Zet bij het bevestigen van het kinder-
zitje
L5 (RECARO Start) op de pas-
sagiersstoel bij de groepen 2 en 3
de stoel van de auto in de middelste
stand.
Gebruik, als het kinderzitje L6
(KLIPPAN Optima) op een van de
buitenste achterzitplaatsen beves-
tigd wordt, bij groep 3 alleen de zit-
verhoging.
Plaats
Gewicht van het kind/
leeftijdsindicatie
Tot 13 kg
(groep 0 (b) en 0+) Tot ± 1 jaar 9 tot 18 kg
(groep 1)
Van 1 tot ± 3 jaar 15 tot 25 kg
(groep 2)
Van 3 tot ± 6 jaar 22 tot 36 kg
(groep 3)
Van 6 tot ± 10 jaar
Passagiersstoel
vóór (c)
- In hoogte verstelbaar U (R) U (R) U (R) U (R)
Buitenste zitplaatsen
achter U U U U

Page 54 of 181

3COMFORT
49
ADVIEZEN VOOR
KINDERZITJES
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de veilig-
heidsgordel moet over de schouder
van het kind liggen zonder de hals te
raken.
Controleer of de heupgordel goed
over de bovenbenen van het kind
ligt.
PEUGEOT beveelt aan een stoelver-
hoger met rugleuning te gebruiken
voorzien van een gordelgeleider ter
hoogte van de schouder.* Volgens uitvoering.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
- geen kinderen zonder toezicht ach-
ter in een auto,
- nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten
gesloten zijn en de auto in de zon
staat,
- de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten* om te voor-
komen dat de portieren per ongeluk
geopend worden.
Zorg er voor dat de achterzijrui-
ten* niet verder dan voor 1/3 deel
geopend worden.
Plaats zonneschermen om uw jonge
kinderen tegen de zon te bescher-
men.
Kinderen jonger dan 10 jaar mogen
niet met het gezicht in de rijrichting
op de passagiersstoel voor worden
vervoerd, behalve als de achterzit-
plaatsen al bezet zijn door andere
kinderen of als de achterbank niet
bruikbaar, neergeklapt of verwijderd
is.
Schakel de airbag aan passagiers-
zijde* uit zodra een kinderzitje met
de rug in de rijrichting op de voor-
stoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan
van de airbag levensgevaarlijk
gewond raken.
De onjuiste bevestiging van een kin-
derzitje brengt de veiligheid van het
kind in gevaar in geval van een bot-
sing.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels
of het tuigje van het kinderzitje, zelfs
bij korte ritten, worden vastgemaakt
waarbij
de speling ten opzichte van
het lichaam van het kind zoveel
mogelijk moet worden beperkt .
Zorg er voor een optimale beves-
tiging van het kinderzitje "met het
gezicht in de rijrichting" voor dat de
rugleuning van het zitje tegen de
rugleuning van de stoel van de auto
aandrukt en dat de hoofdsteun geen
belemmering vormt.
Als de hoofdsteun verwijderd moet
worden, berg deze dan zorgvuldig
op om te voorkomen dat de hoofd-
steun door de auto vliegt bij krachtig
afremmen.

Page 55 of 181

3COMFORT
50
Het betreft 2 ringen die zijn geplaatst
tussen de rug en de zitting van de
stoel.
De ISOFIX-kinderzitjes beschikken
over 2 sloten die eenvoudig aan deze
ringen kunnen worden verankerd.
ISOFIX-BEVESTIGINGEN
Deze zitplaatsen* zijn uitgerust met
ISOFIX-bevestigingen. De ISOFIX-bevestigingen zorgen
voor een betrouwbare, degelijke en
snelle montage van het kinderzitje in
uw auto.
* Volgens uitvoering.

Page 56 of 181

3COMFORT
51
ISOFIX KINDERZITJES AANBEVOLEN DOOR PEUGEOT EN GEHOMOLOGEERD VOOR UW AUTO
Deze kinderzitjes kunnen ook worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX-bevestigingen. Het
is in dat geval verplicht het kinderzitje met de normale driepu nts veiligheidsgordel op de zitplaats van de auto te
bevestigen.
Volg bij het plaatsen van het kinderzitje de gebruiksaan wijzing van de fabrikant van het zitje.
MAXI COSI CabrioFix KIDDY ISOFIX RÖMER Duo ISOFIX
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg Groep 0+: vanaf de
geboorte tot 13 kg Groep 1: van 9 tot 18 kg Groep 1: van 9 tot 18 kg
Wordt met de rug in de rij- richting geplaatst. Wordt met de rug in de rij-
richting geplaatst. Wordt met het gezicht in de
rijrichting geplaatst. Wordt uitsluitend met het
gezicht in de rijrichting geplaatst.
Het ISOFIX-onderstel is voor-
zien van een in hoogte ver-
stelbare steun.
De steun dient tegen de vloer
van de auto te steunen. De rugleuning van het zitje
moet tegen de rugleuning
van de desbetreffende voor-
stoel steunen.
De passagiersstoel vóór moet
in de middelste stand worden
gezet.Wordt zonder de bovenste
riem bevestigd.
Het zitje kan in drie standen
worden gezet: rechtop, slaap-
stand en verlengd.
Verstel de voorstoel van de
auto om te voorkomen dat de
voeten van het kind de rug-
leuning raken.

Page 57 of 181

4TOEGANG TOT DE AUTO
52Met behulp van de afstandsbediening kun-
nen de centrale vergrendeling en superver-
grendeling worden bediend, kan de auto
worden gelokaliseerd, kunnen de buiten-
spiegels worden in- en uitgeklapt en kan het
kofferdeksel op een kier worden gezet.
Met behulp van de sleutel kunnen mecha-
nisch en onafhankelijk van elkaar de sloten
van het dashboardkastje en de tankdop
worden bediend, kan de passagiersairbag
worden uitgeschakeld, kan de ontgrende-
lingsschakelaar van het kofferdeksel worden
geblokkeerd en kan het contactslot worden
bediend.
Vergrendelen
Met de afstandsbediening

Druk op de knop B om de auto te
vergrendelen.
Het vergrendelen wordt bevestigd
door het gedurende ongeveer twee
seconden branden van de richting-
aanwijzers.
Op hetzelfde moment worden de bui-
tenspiegels ingeklapt.
- kunnen de buitenspiegels in- en
uitgeklapt worden.
De achterklep kan uitsluitend ont-
grendeld worden door de blokkeer-
schakelaar in het interieur te bedie-
nen met de sleutel in de schakelaar
(zie het desbetreffende hoofdstuk).
Als een van de portieren of het kof-
ferdeksel geopend is, werkt de cen-
trale vergrendeling niet.
Ontgrendelen
 Druk één keer op de knop C om de
auto te ontgrendelen.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door het
gedurende ongeveer twee seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Op hetzelfde moment worden de buiten-
spiegels uitgeklapt.
Supervergrendeling
De supervergrendeling blokkeert het van
buitenaf en van binnenuit openen van de
portieren.
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
is ook de vergrendelingsschakelaar in het
interieur buiten werking.
Met de afstandsbediening
 Druk één keer op de knop B om de
auto te vergrendelen.
 Druk binnen vijf seconden nogmaals
op de knop om de supervergrendeling
in te schakelen.
Zowel het vergrendelen als het inscha-
kelen van de supervergrendeling wordt
bevestigd door het gedurende ongeveer
twee seconden branden van de richting-
aanwijzers.
Met de sleutel

Draai de sleutel in het slot van het
bestuurdersportier in de vergrende-
lingsstand om de auto te vergrendelen.
 Draai binnen 5 seconden de sleutel
nogmaals in de vergrendelingsstand
om de supervergrendeling in te scha-
kelen.
Zowel het vergrendelen als het inscha-
kelen van de supervergrendeling wordt
bevestigd door het gedurende ongeveer
twee seconden branden van de richting-
aanwijzers.
Met de sleutel
 Draai de sleutel in het slot van het
bestuurdersportier in de vergren-
delingsstand om de auto te ver-
grendelen.
Het vergrendelen wordt bevestigd
door het gedurende ongeveer twee
seconden branden van de richting-
aanwijzers.
Op hetzelfde moment worden de bui-
tenspiegels ingeklapt.
Uitklappen/inklappen van de
sleutel
Druk op de knop A om de sleutel uit
of in te klappen.
Centrale vergrendeling/
ontgrendeling
Met behulp van de sleutel in het slot
van het bestuurdersportier:
- kunnen de portieren en het kofferdek- sel gelijktijdig vergrendeld/superver-
grendeld worden,
- kan het bestuurdersportier worden ontgrendeld. Bij het openen van het
bestuurdersportier wordt ook het por-
tier aan passagierszijde ontgrendeld,
SLEUTEL MET AFSTANDSBEDIENING

Page 58 of 181

4TOEGANG TOT DE AUTO
53
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING
Deze diefstalbeveiliging blokkeert
het motormanagementsysteem en
voorkomt zo het starten van de motor
bij een inbraak.
In de sleutel is een chip aangebracht
die over een specifieke code beschikt.
Bij het aanzetten van het contact moet
de code van de sleutel worden her-
kend door de startblokkering, waarna
de motor gestart kan worden.
Bij een storing in het systeem zal
het pictogram service worden weer-
gegeven in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display.
Uw auto kan dan niet worden gestart.
Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
Type batterij: CR1620 / 3 V.
Als de batterij leeg is, verschijnt het
pictogram service in combinatie met
een geluidssignaal en een melding
op het multifunctionele display.
Wip dan het huis met een muntstuk
bij de inkeping los om bij de batterij
te komen.
Als de afstandsbediening na het ver-
vangen van de batterij niet werkt,
moet deze opnieuw gesynchroni-
seerd worden.
Waarschuwingssignaal sleutel
Als het bestuurdersportier wordt
geopend terwijl de sleutel nog in het
contact steekt, klinkt er een geluids-
signaal.
Synchroniseren van de
afstandsbediening
Na het losnemen van de accukabels,
na het vervangen van de batterij of
als de afstandsbediening niet werkt,
moet de afstandsbediening gesyn-
chroniseerd worden.

Zet het contact uit.
 Zet het contact weer aan.
 Druk direct gedurende enkele
seconden op de vergrendelings-
knop van de afstandsbediening.
 Zet het contact uit en verwijder
de sleutel uit het contactslot. De
afstandsbediening werkt nu weer.
Lokaliseren van de auto
Om de eerder vergrendelde auto te
lokaliseren op een parkeerplaats:
 druk op de knop B, de plafonniers
gaan branden en de knipperlich-
ten knipperen gedurende enkele
seconden. Als de auto is vergrendeld en
per ongeluk wordt ontgren-
deld zonder dat binnen 30
seconden een van de por-
tieren of de achterklep wordt
geopend, wordt de auto automatisch
weer vergrendeld.
Het automatisch in- en uitklappen
van de buitenspiegels kan worden
uitgeschakeld door een PEUGEOT-
servicepunt.
 Druk op de knop D om de achter-
klep te ontgrendelen en op een
kier te zetten.
De portieren worden hierbij ook ont-
grendeld.
Op een kier zetten van de achterklep
Batterij van
afstandsbediening vervangen

Page 59 of 181

4TOEGANG TOT DE AUTO
54
Noteer de sleutelnummers
zorgvuldig. De sleutelcode is
als streepjescode aangege-
ven op het label bij de sleutel.
Een PEUGEOT-servicepunt kan bij
verlies snel voor nieuwe sleutels
zorgen.
De radiografische afstandsbedie-
ning is een gevoelig systeem; het
is raadzaam om niet met de knop
van de afstandsbediening te spe-
len om te voorkomen dat de auto
per ongeluk ontgrendeld wordt.
De afstandsbediening kan niet
functioneren als de sleutel in het
contactslot zit, zelfs als het con-
tact uitstaat, behalve voor het syn-
chroniseren.
Schakel de supervergrendeling
niet in als er nog iemand in de
auto zit.
Het rijden met vergrendelde por-
tieren kan in geval van nood de
toegang tot het interieur belem-
meren.
Neem uit veiligheidsoverwegingen
(kinderen in de auto) de sleutel
met afstandsbediening mee als u
de auto verlaat, zelfs al is dit voor
korte duur.
Druk nooit op de knoppen van
uw afstandsbediening buiten het
bereik van uw auto.
De afstandsbediening kan dan
onbruikbaar worden en moet in
dat geval opnieuw worden gesyn-
chroniseerd.Let er bij het aanschaffen van een
gebruikte auto op dat:
- u in het bezit bent van de code-
kaart;
- uw sleutels door een PEUGEOT- servicepunt in het elektronische
geheugen worden opgeslagen,
zodat u er zeker van kunt zijn dat
de in uw bezit zijnde sleutels de
enige zijn waarmee de auto kan
worden gestart.
Breng geen wijzigingen aan in de
elektronische startblokkering.
De codekaart wordt u bij aflevering
van de auto samen met de twee
sleutels overhandigd.
Op deze kaart staat de identificatie-
code die uw PEUGEOT-servicepunt
nodig heeft bij werkzaamheden aan
de elektronische startblokkering. De
code is afgedekt, verwijder de film
alleen als dit strikt noodzakelijk is.
Bewaar de codekaart op een vei-
lige plaats buiten de auto.
Neem de codekaart mee wanneer u
een verre reis maakt en bewaar de
kaart bij uw persoonlijke documen-
ten. Gooi de lege batterijen van
de afstandsbediening niet
weg, ze bevatten metalen
die schadelijk zijn voor het
milieu.
Lever lege batterijen in bij een speci-
aal verzamelpunt.
CODEKAART

Page 60 of 181

4TOEGANG TOT DE AUTO
53
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING
Deze diefstalbeveiliging blokkeert
het motormanagementsysteem en
voorkomt zo het starten van de motor
bij een inbraak.
In de sleutel is een chip aangebracht
die over een specifieke code beschikt.
Bij het aanzetten van het contact moet
de code van de sleutel worden her-
kend door de startblokkering, waarna
de motor gestart kan worden.
Bij een storing in het systeem zal
het pictogram service worden weer-
gegeven in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display.
Uw auto kan dan niet worden gestart.
Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
Type batterij: CR1620 / 3 V.
Als de batterij leeg is, verschijnt het
pictogram service in combinatie met
een geluidssignaal en een melding
op het multifunctionele display.
Wip dan het huis met een muntstuk
bij de inkeping los om bij de batterij
te komen.
Als de afstandsbediening na het ver-
vangen van de batterij niet werkt,
moet deze opnieuw gesynchroni-
seerd worden.
Waarschuwingssignaal sleutel
Als het bestuurdersportier wordt
geopend terwijl de sleutel nog in het
contact steekt, klinkt er een geluids-
signaal.
Synchroniseren van de
afstandsbediening
Na het losnemen van de accukabels,
na het vervangen van de batterij of
als de afstandsbediening niet werkt,
moet de afstandsbediening gesyn-
chroniseerd worden.

Zet het contact uit.
 Zet het contact weer aan.
 Druk direct gedurende enkele
seconden op de vergrendelings-
knop van de afstandsbediening.
 Zet het contact uit en verwijder
de sleutel uit het contactslot. De
afstandsbediening werkt nu weer.
Lokaliseren van de auto
Om de eerder vergrendelde auto te
lokaliseren op een parkeerplaats:
 druk op de knop B, de plafonniers
gaan branden en de knipperlich-
ten knipperen gedurende enkele
seconden. Als de auto is vergrendeld en
per ongeluk wordt ontgren-
deld zonder dat binnen 30
seconden een van de por-
tieren of de achterklep wordt
geopend, wordt de auto automatisch
weer vergrendeld.
Het automatisch in- en uitklappen
van de buitenspiegels kan worden
uitgeschakeld door een PEUGEOT-
servicepunt.
 Druk op de knop D om de achter-
klep te ontgrendelen en op een
kier te zetten.
De portieren worden hierbij ook ont-
grendeld.
Op een kier zetten van de achterklep
Batterij van
afstandsbediening vervangen

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 190 next >