Peugeot 307 CC 2007 Handleiding (in Dutch)

Page 51 of 182

i
47
ISOFIX KINDERZITJES AANBEVOLEN DOOR PEUGEOT EN
GEHOMOLOGEERD VOOR UW AUTO
KIDDY ISOFIXRÖMER Duo Plus ISOFIX
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kgGroep 1: van 9 tot 18 kgGroep 1: van 9 tot 18 kg
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.Wordt met het gezicht in de rijrichting geplaatst.Wordt uitsluitend met het gezicht in de rijrichting geplaatst.
De rugleuning van het zitje moet tegen de rugleuning van de desbetreffende voorstoel steunen.
De passagiersstoel vóór moet in de middelste stand worden gezet.
Wordt zonder de bovenste riem bevestigd.
Het zitje kan in drie standen worden ge-zet: rechtop, slaapstand en verlengd.
Verstel de voorstoel van de auto om te voorkomen dat de voeten van het kind de rugleuning raken.

Page 52 of 182

48
Met behulp van de afstandsbediening kun-nen de centrale vergrendeling en superver-grendeling worden bediend, kan de auto worden gelokaliseerd, kunnen de buiten-spiegels worden in- en uitgeklapt en kan het kofferdeksel op een kier worden gezet.
Met behulp van de sleutel kunnen mecha-nisch en onafhankelijk van elkaar de sloten van het dashboardkastje en de tankdop worden bediend, kan de passagiersairbag worden uitgeschakeld, kan de ontgrende-lingsschakelaar van het kofferdeksel worden geblokkeerd en kan het contactslot worden bediend.
Vergrendelen
Met de afstandsbediening
 Druk op de knop B om de auto te vergrendelen.
Het vergrendelen wordt bevestigd door het gedurende ongeveer twee seconden branden van de richting-aanwijzers.
Op hetzelfde moment worden de bui-tenspiegels ingeklapt.
- kunnen de buitenspiegels in- en uitgeklapt worden.De achterklep kan uitsluitend ont-grendeld worden door de blokkeer-schakelaar in het interieur te bedie-nen met de sleutel in de schakelaar (zie het desbetreffende hoofdstuk).
Als een van de portieren of het kof-ferdeksel geopend is, werkt de centrale vergrendeling niet.
Ontgrendelen
Druk één keer op de knop C om de auto te ontgrendelen.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door het gedurende ongeveer twee seconden snel knipperen van de richtingaanwijzers.Op hetzelfde moment worden de bui-tenspiegels uitgeklapt.
Supervergrendeling
De supervergrendeling blokkeert het van buitenaf De supervergrendeling blokkeert het van De supervergrendeling blokkeert het van en van binnenuit openen van de portieren.Als de supervergrendeling is ingescha-keld, is ook de vergrendelingsschakelaar in het interieur buiten werking.
Met de sleutel
Draai de sleutel in het slot van het bestuurdersportier in de vergrende-lingsstand om de auto te vergrende-len.
Het vergrendelen wordt bevestigd door het gedurende ongeveer twee secon-den branden van de richtingaanwijzers.Op hetzelfde moment worden de bui-tenspiegels ingeklapt.
Met de afstandsbediening
Druk één keer op de knop Druk één keerDruk één keerB om de auto te vergrendelen.
 Druk binnen vijf seconden nog-maals op de knop om de super-vergrendeling in te schakelen.
Zowel het vergrendelen als het in-schakelen van de supervergrende-ling wordt bevestigd door het ge-durende ongeveer twee seconden branden van de richtingaanwijzers.
Uitklappen/inklappen van de sleutelUitklappen/inklappen van de Uitklappen/inklappen van de
Druk op de knop A om de sleutel uit of AAin te klappen.
Met de sleutelDraai de sleutel in het slot van het be-stuurdersportier in de vergrendelings-stand om de auto te vergrendelen.
 Draai binnen 5 seconden de sleutel nog-maals in de vergrendelingsstand om de supervergrendeling in te schakelen.
Zowel het vergrendelen als het inschakelen van de supervergrendeling wordt bevestigd door het gedurende ongeveer twee secon-den branden van de richtingaanwijzers.
Centrale vergrendeling/ontgrendelingCentrale vergrendeling/Centrale vergrendeling/
Met behulp van de sleutel in het slot van het bestuurdersportier:- kunnen de portieren en het kofferdek-sel gelijktijdig vergrendeld/superver-grendeld worden,- kan het bestuurdersportier worden ontgrendeld. Bij het openen van het bestuurdersportier wordt ook het por-tier aan passagierszijde ontgrendeld,
SLEUTEL MET AFSTANDSBEDIENING

Page 53 of 182

i
49
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING
Deze diefstalbeveiliging blokkeert het motormanagementsysteem en voor-komt zo het starten van de motor bij een inbraak.
In de sleutel is een chip aangebracht die over een specifieke code beschikt. Bij het aanzetten van het contact moet de code van de sleutel worden her-kend door de startblokkering, waarna de motor gestart kan worden.
Bij een storing in het systeem zal het pictogram service worden weer-gegeven in combinatie met een ge-luidssignaal en een melding op het multifunctionele display.
Uw auto kan dan niet worden gestart.
Raadpleeg zo snel mogelijk een PEUGEOT-servicepunt.
Een zwaar voorwerp dat aan de sleu-tel hangt terwijl deze in het contactslot zit (sleutelhanger, ...), kan storingen veroorzaken.
Type batterij: CR1620/3 V.
Als de batterij leeg is, verschijnt het pictogram service in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het multifunctionele display.
Wip dan het huis met een muntstuk bij de inkeping los om bij de batterij te komen.
Als de afstandsbediening na het ver-vangen van de batterij niet werkt, moet deze opnieuw gesynchroni-seerd worden.
Waarschuwingssignaal sleutel
Als het bestuurdersportier wordt geo-pend terwijl de sleutel nog in het contact steekt, klinkt er een geluidssignaal.
als de afstandsbediening niet werkt, moet de afstandsbediening gesyn-chroniseerd worden.
 Zet het contact uit.
 Zet het contact weer aan.
 Druk direct gedurende enkele seconden op de vergrendelings-knop van de afstandsbediening.
 Zet het contact uit en verwijder de sleutel uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer.
Lokaliseren van de auto
Om de eerder vergrendelde auto te lokaliseren op een parkeerplaats:
 druk op de knop B, de plafonniers gaan branden en de knipperlich-ten knipperen gedurende enkele seconden.
Druk op de knop D om de achter-klep te ontgrendelen en op een kier te zetten.
De portieren worden hierbij ook ont-grendeld.
Op een kier zetten van de achterklep
Batterij van afstandsbediening vervangen
Synchroniseren van de afstandsbediening
Na het losnemen van de accukabels, na het vervangen van de batterij of

Page 54 of 182

i
50
De codekaart wordt u bij aflevering van de auto samen met de twee sleutels overhandigd.
Op deze kaart staat de identificatie-code die uw PEUGEOT-servicepunt nodig heeft bij werkzaamheden aan de elektronische startblokkering. De code is afgedekt, verwijder de film al-leen als dit strikt noodzakelijk is.
Bewaar de codekaart op een vei-lige plaats buiten de auto.
Neem de codekaart mee wanneer u een verre reis maakt en bewaar de kaart bij uw persoonlijke documen-ten.
CODEKAART

Page 55 of 182

i
49
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING
Deze diefstalbeveiliging blokkeert het motormanagementsysteem en voor-komt zo het starten van de motor bij een inbraak.
In de sleutel is een chip aangebracht die over een specifieke code beschikt. Bij het aanzetten van het contact moet de code van de sleutel worden her-kend door de startblokkering, waarna de motor gestart kan worden.
Bij een storing in het systeem zal het pictogram service worden weer-gegeven in combinatie met een ge-luidssignaal en een melding op het multifunctionele display.
Uw auto kan dan niet worden gestart.
Raadpleeg zo snel mogelijk een PEUGEOT-servicepunt.
Een zwaar voorwerp dat aan de sleu-tel hangt terwijl deze in het contactslot zit (sleutelhanger, ...), kan storingen veroorzaken.
Type batterij: CR1620/3 V.
Als de batterij leeg is, verschijnt het pictogram service in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het multifunctionele display.
Wip dan het huis met een muntstuk bij de inkeping los om bij de batterij te komen.
Als de afstandsbediening na het ver-vangen van de batterij niet werkt, moet deze opnieuw gesynchroni-seerd worden.
Waarschuwingssignaal sleutel
Als het bestuurdersportier wordt geo-pend terwijl de sleutel nog in het contact steekt, klinkt er een geluidssignaal.
als de afstandsbediening niet werkt, moet de afstandsbediening gesyn-chroniseerd worden.
 Zet het contact uit.
 Zet het contact weer aan.
 Druk direct gedurende enkele seconden op de vergrendelings-knop van de afstandsbediening.
 Zet het contact uit en verwijder de sleutel uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer.
Lokaliseren van de auto
Om de eerder vergrendelde auto te lokaliseren op een parkeerplaats:
 druk op de knop B, de plafonniers gaan branden en de knipperlich-ten knipperen gedurende enkele seconden.
Druk op de knop D om de achter-klep te ontgrendelen en op een kier te zetten.
De portieren worden hierbij ook ont-grendeld.
Op een kier zetten van de achterklep
Batterij van afstandsbediening vervangen
Synchroniseren van de afstandsbediening
Na het losnemen van de accukabels, na het vervangen van de batterij of

Page 56 of 182

i
50
De codekaart wordt u bij aflevering van de auto samen met de twee sleutels overhandigd.
Op deze kaart staat de identificatie-code die uw PEUGEOT-servicepunt nodig heeft bij werkzaamheden aan de elektronische startblokkering. De code is afgedekt, verwijder de film al-leen als dit strikt noodzakelijk is.
Bewaar de codekaart op een vei-lige plaats buiten de auto.
Neem de codekaart mee wanneer u een verre reis maakt en bewaar de kaart bij uw persoonlijke documen-ten.
CODEKAART

Page 57 of 182

i
50
De codekaart wordt u bij aflevering van de auto samen met de twee sleutels overhandigd.
Op deze kaart staat de identificatie-code die uw PEUGEOT-servicepunt nodig heeft bij werkzaamheden aan de elektronische startblokkering. De code is afgedekt, verwijder de film al-leen als dit strikt noodzakelijk is.
Bewaar de codekaart op een vei-lige plaats buiten de auto.
Neem de codekaart mee wanneer u een verre reis maakt en bewaar de kaart bij uw persoonlijke documen-ten.
CODEKAART

Page 58 of 182

i
51
Het alarmsysteem bestaat uit twee soorten beveiliging:
- de omtrekbeveiliging treedt in wer-king als een portier, de bagageruimte of de motorkap wordt geopend.- de interieurbeveiliging treedt in wer-king als er beweging in het interieur wordt waargenomen (breken van een ruit, iets of iemand in het interieur).Opmerking: de interieurbeveiliging is uitgeschakeld als het dak is geopend (stand cabriolet).
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in werking en knipperen de richtingaan-wijzers gedurende dertig seconden.
Nadat het alarm is gestopt, wordt het opnieuw ingeschakeld.
 Zet het contact af.
 Druk binnen tien seconden op de knop A totdat het lampje continu AAblijft branden.
 Verlaat de auto. Schakel het alarmsysteem in door de auto te vergrendelen of de su-pervergrendeling in te schakelen met behulp van de afstandsbedie-ning (het lampje van de knop A zal AAéén keer per seconde knipperen).De functie werkt alleen als deze pro-cedure wordt uitgevoerd telkens na-dat het contact is afgezet.
Inschakelen
 Zet het contact uit en verlaat de auto.
 Schakel het alarmsysteem in door de auto te vergrendelen of de su-pervergrendeling in te schakelen met behulp van de afstandsbedie-ning (het lampje van de knop A zal één keer per seconde knipperen).
Opmerking: als u de auto wilt ver-grendelen zonder het alarmsysteem in te schakelen, maak dan gebruik van de sleutel in het slot.
Uitschakelen
Ontgrendel de auto met behulp van de afstandsbediening (het lampje van de knop A gaat uit).
Opmerking: als het alarm tijdens uw afwezigheid is afgegaan, zal het lampje na het aanzetten van het con-tact stoppen met knipperen.
Alleen de omtrekbeveiliging inschakelen
Schakel alleen de omtrekbeveiliging in als u tijdens uw afwezigheid een ruit een stukje open wilt laten of als er een huisdier in de auto achterblijft.
Storing
Als, bij het aanzetten van het contact, het lampje van de knop A gedurende tien AAseconden gaat branden, duidt dit op een storing in de verbinding met de sirene.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt om het systeem te controleren.
Automatisch inschakelen*
Het alarmsysteem wordt twee minuten nadat het laatste portier of het kofferdek-Het alarmsysteem wordt twee minuten Het alarmsysteem wordt twee minuten
sel is gesloten, automatisch ingescha-keld.Om het laten afgaan van het alarm bij het openen van een portier of het koffer-Om het laten afgaan van het alarm bij Om het laten afgaan van het alarm bij
deksel te voorkomen, moet nogmaals op de ontgrendelknop op de afstands-deksel te voorkomen, moet nogmaals deksel te voorkomen, moet nogmaals
bediening worden gedrukt.
* Volgens land van bestemming.
Afstandsbediening werkt niet
 Ontgrendel het bestuurdersportier met de sleutel en open het portier. Het alarm zal afgaan.
Zet het contact aan. Het alarm stopt.
ALARMSYSTEEM
Als het lampje van de knop A snel knip-AApert, betekent dit dat het alarm tijdens uw afwezigheid is afgegaan.45 seconden nadat de vergrendeltoets van de afstandsbediening is ingedrukt, wordt het alarm ingeschakeld, ongeacht de toestand van de portieren en het kof-ferdeksel.Om bij het wassen van uw auto te voor-komen dat het alarm afgaat:- vergrendel de portieren met de sleutel,of- schakel alleen de omtrekbeveiliging in.

Page 59 of 182

52
1. Schakelaar ruitbedieningbestuurderszijde.
2. Schakelaar ruitbedieningpassagierszijde.
3. Schakelaar ruitbediening rechts achter.
4. Schakelaar ruitbediening links achter.
5. Blokkeerschakelaar elektrisch bediende ruiten achter(kinderslot).
De bestuurder beschikt over twee mogelijkheden:
Handbediening:
Duw of trek de schakelaar tot het zware punt. De ruit stopt zodra de schakelaar wordt losgelaten.
Automatische bediening:
Duw of trek de schakelaarvoorbij het zware punt. Als u de schakelaar hebt losgelaten, opent of sluit de ruit vol-ledig.
Druk opnieuw op de schakelaar om het openen of sluiten te stoppen.
Beveiliging tegen beknellen van de portierruiten
Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit, stopt de ruit en gaat deze ge-deeltelijk weer open.
Blokkeren van de ruitbediening achter
Druk voor de veiligheid van uw kinde-ren op de schakelaar 5 om de scha-kelaars van de ruitbediening ach-ter te blokkeren, ongeacht in welke stand de ruiten zijn geopend.
Als de knop is ingedrukt, is de ruitbe-diening achter geblokkeerd.
Opmerkingen:
Ongeveer 45 seconden nadat de sleutel uit het contact is genomen of nadat een portier is geopend, kun-nen de ruiten niet meer worden be-diend. Zet het contact aan om de rui-ten weer te kunnen bedienen.
De ruiten achter worden niet automa-tisch gesloten.
Opmerking:
Als de ruit bijvoorbeeld bij vorst niet wil sluiten, druk dan op de schake-laar om de ruit helemaal te openen en trek vervolgens de schakelaar omhoog tot de ruit volledig is geslo-ten. Houd de schakelaar na het slui-ten nog ongeveer 1 seconde vast.
Tijdens deze handelingen werkt de beveiliging tegen beknellen niet.
ELEKTRISCH BEDIENBARE
RUITEN

Page 60 of 182

!
!
53
Met de schakelaar 6 kunnen alle rui-ten gelijktijdig worden geopend of ge-sloten.
Druk op de schakelaar 5 voor de blokkering van de ruitbediening ach-ter om de werking van de schakelaar 6 te blokkeren.
RESETTEN VAN DE
RUITBEDIENING
Nadat de accukabels los zijn geweest of bij een storing:
- Laat de schakelaar los en trek hem opnieuw omhoog totdat de ruit vol-ledig is gesloten. - Houd de schakelaar na het sluiten nog ongeveer 1 seconde vast.- Druk op de schakelaar om de ruit automatisch volledig te openen.- Druk als de ruit volledig is geopend nogmaals op de schakelaar en houd deze nog ongeveer 1 secon-de vast.
Tijdens deze handelingen werkt de beveiliging tegen beknellen niet.
GELIJKTIJDIG BEDIENEN
VAN DE 4 RUITEN

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 190 next >