Peugeot 307 CC 2007 Handleiding (in Dutch)

Page 71 of 182

61
Speciale stand van de ruitenwissers voor
Als de ruitenwisserschakelaar bin-nen één minuut nadat het contact is afgezet wordt bediend, bewegen de ruitenwissers naar het midden van de voorruit.
Deze stand kan worden gebruikt voor ‘s winters parkeren en het vervangen of het reinigen van de ruitenwisser-bladen (Zie het hoofdstuk "Prakti-sche informatie - § Ruitenwisserblad vervangen").
Zet het contact aan en bedien de ruitenwisserschakelaar om de ruiten-wissers na de werkzaamheden weer in de ruststand te zetten.
Ruitensproeiers en koplampsproeiers
Trek de ruitenwisserschakelaar naar u toe. De ruitensproeiers treden in werking, waarna enige tijd de ruiten-wissers worden ingeschakeld om de ruit schoon te wissen.
Als de dim-/grootlichten branden, worden tegelijk ook de koplamp-sproeiers geactiveerd.
2 Hoge snelheid (hevige neerslag).
1 Normale snelheid (matige regenval).
I Interval.
0 Uit.
 Eén keer wissen (omlaag duwen).
In de Intervalstand wordt de snelheid van de wissers aangepast aan de rij-snelheid.
2 Hoge snelheid (hevige neerslag).
1 Normale snelheid (matige regenval).
I Interval.
0 Uit.
AUTO Automatisch wissen of één keer wissen (omlaag duwen).
In de Intervalstand wordt de snel-heid van de wissers aangepast aan de rijsnelheid.
In de stand AUTO wordt de snelheid van de wissers aangepast aan de hoeveel-heid neerslag. Duw de schakelaar één keer omlaag om de automatische wer-king van de ruitenwissers in te schake-len.
Duw de schakelaar nogmaals omlaag om de ruitenwissers één keer te laten wissen.
RUITENWISSERSCHAKELAAR
Ruitenwissers vóór met intervalstandRuitenwissers vóór met automatische stand

Page 72 of 182

i
i
62
Automatische ruitenwissers
In de stand AUTO werkt de ruiten-wisser automatisch en wordt de snelheid van de wissers aan de hoeveelheid neerslag aangepast.
Inschakelen
Bij het inschakelen van de automati-sche ruitenwissers verschijnt een mel-ding op het multifunctionele display.
Uitschakelen
Als de functie wordt uitgeschakeld, verschijnt er een melding op het mul-tifunctionele display.
De functie wordt uitgeschakeld als de schakelaar in de stand I, 1 of 2wordt gezet.
In het geval van een storing in de werking van de automatische ruiten-wissers werken de ruitenwissers in de intervalstand.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-punt om het systeem te laten contro-leren.
In deze stand gaat de plafon-nier automatisch branden:
- als de auto wordt ontgrendeld,- als de contactsleutel uit het con-tactslot wordt verwijderd,- als er een portier wordt geopend,- als de auto wordt gelokaliseerd.
De plafonnier dooft geleidelijk:
- als de auto wordt vergrendeld,- nadat het contact is aangezet,- bij afgezet contact, 30 seconden na-dat het laatste portier is gesloten.
PLAFONNIERS
1. Plafonnier vóór

Page 73 of 182

i
i
62
Automatische ruitenwissers
In de stand AUTO werkt de ruiten-wisser automatisch en wordt de snelheid van de wissers aan de hoeveelheid neerslag aangepast.
Inschakelen
Bij het inschakelen van de automati-sche ruitenwissers verschijnt een mel-ding op het multifunctionele display.
Uitschakelen
Als de functie wordt uitgeschakeld, verschijnt er een melding op het mul-tifunctionele display.
De functie wordt uitgeschakeld als de schakelaar in de stand I, 1 of 2wordt gezet.
In het geval van een storing in de werking van de automatische ruiten-wissers werken de ruitenwissers in de intervalstand.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-punt om het systeem te laten contro-leren.
In deze stand gaat de plafon-nier automatisch branden:
- als de auto wordt ontgrendeld,- als de contactsleutel uit het con-tactslot wordt verwijderd,- als er een portier wordt geopend,- als de auto wordt gelokaliseerd.
De plafonnier dooft geleidelijk:
- als de auto wordt vergrendeld,- nadat het contact is aangezet,- bij afgezet contact, 30 seconden na-dat het laatste portier is gesloten.
PLAFONNIERS
1. Plafonnier vóór

Page 74 of 182

i
i
62
Automatische ruitenwissers
In de stand AUTO werkt de ruiten-wisser automatisch en wordt de snelheid van de wissers aan de hoeveelheid neerslag aangepast.
Inschakelen
Bij het inschakelen van de automati-sche ruitenwissers verschijnt een mel-ding op het multifunctionele display.
Uitschakelen
Als de functie wordt uitgeschakeld, verschijnt er een melding op het mul-tifunctionele display.
De functie wordt uitgeschakeld als de schakelaar in de stand I, 1 of 2wordt gezet.
In het geval van een storing in de werking van de automatische ruiten-wissers werken de ruitenwissers in de intervalstand.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-punt om het systeem te laten contro-leren.
In deze stand gaat de plafon-nier automatisch branden:
- als de auto wordt ontgrendeld,- als de contactsleutel uit het con-tactslot wordt verwijderd,- als er een portier wordt geopend,- als de auto wordt gelokaliseerd.
De plafonnier dooft geleidelijk:
- als de auto wordt vergrendeld,- nadat het contact is aangezet,- bij afgezet contact, 30 seconden na-dat het laatste portier is gesloten.
PLAFONNIERS
1. Plafonnier vóór

Page 75 of 182

63
2. Kaartleeslampjes
Permanent uit.
Permanent aan.
De tijd dat de plafonnier blijft bran-den, varieert:
- bij afgezet of aangezet contact: onge-veer 10 minuten,- in de eco-mode: ongeveer 30 secon-den,- bij draaiende motor: onbeperkt.
Druk bij aangezet contact op de desbetreffende schakelaar.
Permanent aan als het contact wordt aangezet (functie niet beschikbaar in eco-mode).
3. Plafonnier achter
In deze stand gaat de plafon-nier automatisch branden:
- als de auto wordt ontgrendeld,- als de contactsleutel uit het con-tactslot wordt verwijderd,- als er een portier wordt geopend,- als de auto wordt gelokaliseerd.
De plafonnier dooft geleidelijk:
- als de auto wordt vergrendeld,- nadat het contact is aangezet,- bij afgezet contact, 30 seconden na-dat het laatste portier is gesloten.
Permanent uit.
Opmerking: de plafonnier vóór (in de stand "permanent aan") zorgt er-voor dat de plafonnier achter gaat branden als de schakelaar in de mid-delste stand staat.
Zet de schakelaar in de stand "per-manent uit" om de plafonnier achter uit te schakelen.

Page 76 of 182

64

Page 77 of 182

!
65
INDELING VAN HET
INTERIEUR
1. Gekoeld dashboardkastje2. Asbak vóór
Trek aan het deksel om de asbak te openen.
Druk om de asbak te legen na het openen op de lip en verwijder de as-bak.
3. Opbergruimte
4. 12 V-aansluiting (max. 100 W)
De 12 V-aansluiting is van het type aansteker, is voorzien van een dop en kan worden gebruikt bij aangezet contact.
5. Portiervak
6. Opbergruimte/flessenhouder
7. Muntenbakje
8. Afvalbak
Open de afvalbak helemaal om deze te legen (tot voorbij het zware punt) en trek aan de bak om deze eruit te nemen.
Maak de bak weer aan het deksel vast om hem terug te zetten.
De afvalbak mag niet als asbak wor-den gebruikt.
9. Kaartentassen
Het dashboardkastje is afsluitbaar.
Trek aan de handgreep om het dash-boardkastje te openen.
De verlichting van het dashboard-kastje treedt in werking zodra het wordt geopend.
Het dashboardkastje wordt via een afsluitbare ventilatiebuis A voorzien van dezelfde gekoelde lucht als het interieur en bevat drie aansluitingen*B voor een videorecorder.
Bovendien bevat het dashboard-kastje ruimte voor een verbandtrom-mel (afhankelijk van het land van bestemming kan deze zich ook in de bagageruimte bevinden) en zijn er speciale ruimtes gecreëerd voor een pen, dit instructieboekje, een bril, munten, enz.
Wanneer u de vloermat voor het eerst aanbrengt, gebruik dan uitsluitend de be-vestigingen uit het meegeleverde zakje.
Verwijderen van de vloermat aan be-stuurderszijde:
- schuif de stoel in de achterste stand,- draai de bevestigingen volledig los,- verwijder de bevestigingen en ver-volgens de mat.
* Uitsluitend in combinatie met kleurendisplay.
AANBRENGEN/
VERWIJDEREN VAN DE MAT

Page 78 of 182

!
65
INDELING VAN HET
INTERIEUR
1. Gekoeld dashboardkastje2. Asbak vóór
Trek aan het deksel om de asbak te openen.
Druk om de asbak te legen na het openen op de lip en verwijder de as-bak.
3. Opbergruimte
4. 12 V-aansluiting (max. 100 W)
De 12 V-aansluiting is van het type aansteker, is voorzien van een dop en kan worden gebruikt bij aangezet contact.
5. Portiervak
6. Opbergruimte/flessenhouder
7. Muntenbakje
8. Afvalbak
Open de afvalbak helemaal om deze te legen (tot voorbij het zware punt) en trek aan de bak om deze eruit te nemen.
Maak de bak weer aan het deksel vast om hem terug te zetten.
De afvalbak mag niet als asbak wor-den gebruikt.
9. Kaartentassen
Het dashboardkastje is afsluitbaar.
Trek aan de handgreep om het dash-boardkastje te openen.
De verlichting van het dashboard-kastje treedt in werking zodra het wordt geopend.
Het dashboardkastje wordt via een afsluitbare ventilatiebuis A voorzien van dezelfde gekoelde lucht als het interieur en bevat drie aansluitingen*B voor een videorecorder.
Bovendien bevat het dashboard-kastje ruimte voor een verbandtrom-mel (afhankelijk van het land van bestemming kan deze zich ook in de bagageruimte bevinden) en zijn er speciale ruimtes gecreëerd voor een pen, dit instructieboekje, een bril, munten, enz.
Wanneer u de vloermat voor het eerst aanbrengt, gebruik dan uitsluitend de be-vestigingen uit het meegeleverde zakje.
Verwijderen van de vloermat aan be-stuurderszijde:
- schuif de stoel in de achterste stand,- draai de bevestigingen volledig los,- verwijder de bevestigingen en ver-volgens de mat.
* Uitsluitend in combinatie met kleurendisplay.
AANBRENGEN/
VERWIJDEREN VAN DE MAT

Page 79 of 182

66
INDELING BAGAGERUIMTE
1. Sjorogen
Gebruik de sjorogen op de vloer en het achterpaneel van de bagage-ruimte om uw bagage vast te zetten.
2. Bagagenet
Het bagagenet is bevestigd aan de sjorogen en biedt de mogelijkheid uw bagage vast te zetten.
3. 12 V-aansluiting (max. 100 W)
De 12 V-aansluiting (type aansteker) bevindt zich in het linkerzijpaneel van de bagageruimte.
De aansluiting kan worden gebruikt als het contact is aangezet.
4. Gevarendriehoek*
De gevarendriehoek kan met twee elastische riemen worden bevestigd in de bagageruimte.
* Volgens land van bestemming.

Page 80 of 182

67
ALARMKNIPPERLICHTEN
CLAXON
Automatische ontsteking van de alarmknipperlichten*
Bij een noodstop schakelen de alarmknipperlichten, afhankelijk van de remvertraging die optreedt, auto-matisch in. De alarmknipperlichten blijven knipperen totdat er opnieuw gas wordt gegeven.
U kunt de alarmknipperlichten echter ook uitschakelen door de knop in te drukken.
* Volgens land van bestemming.
Druk op een van de spaken van het stuurwiel
Druk de knop in, de richtingaanwij-zers knipperen tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook als het contact is afgezet.

Page:   < prev 1-10 ... 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 ... 190 next >