Peugeot 307 SW 2004 Handleiding (in Dutch)

Page 81 of 190

15-03-200415-03-2004
7879
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING
Automatische werking
2. Automatisch programma "comfort"
Druk op de toets AUTO. Het
systeem regelt de luchtge-
steldheid in het interieur
automatisch aan de hand
van de door u ingestelde waarde.
Hiervoor regelt het systeem de
temperatuur, de luchtopbrengst, de
luchtverdeling naar de luchtroosters
en schakelt het indien nodig de air-
conditioning in. Opmerking:
De instellingen van de
airconditioning zijn de volgende keer
dat de auto wordt gestart hetzelfde
als de temperatuur in de auto niet
te sterk veranderd is. Is dit wel het
geval, dan zal het automatische pro-
gramma weer worden geactiveerd.
3. Automatisch programma "zicht"
In sommige gevallen kan
het programma "comfort"
niet toereikend blijken om
de ruiten condens- en ijsvrij
te houden (vocht, veel inzittenden,
vorst...). Kies dit programma om de
ruiten snel te ontwasemen.
Druk op de toets AUTO om dit pro-
gramma af te sluiten en weer terug
te keren naar het automatisch pro-
gramma "comfort".
Handmatig verstellen
Al naar gelang uw wensen kunt u
de automatische bediening van het
systeem handmatig aanpassen. De
overige functies worden automatisch
geregeld. Bij het indrukken van de
toets AUTO zal het systeem weer
volledig automatisch functioneren.
1. Temperatuurregeling
De op het display weergege-
ven waarde heeft betrekking
op een bepaald comfortni-
veau en niet op de werkelijke
temperatuur in graden Celsius of
Fahrenheit .
Druk op de pijltjestoetsen 1 (omhoog
en omlaag) om deze waarde te wijzi-
gen. Instelling op ongeveer 21 biedt
een optimaal comfort.
UW 307 SW IN DETAIL

Page 82 of 190

15-03-200415-03-2004
7879
4. AirconditioningBij het indrukken van deze
toets wordt de luchtverver-
sing uitgeschakeld. De aan-
duiding ECO verschijnt op
het display. Druk de toets nogmaals
in om de automatische werking van
de airconditioning te hervatten. De
aanduiding A/C verschijnt op het
display.
Opmerkingen
Condensvorming in de airconditio-
ning kan ertoe leiden dat er zich
een klein plasje water onder de auto
vormt, dit is een normaal verschijn-
sel.
Om het beslaan van de ruiten te
voorkomen is het raadzaam de stand
ECO bij koud of vochtig weer niet te
gebruiken.
5. Luchtverdeling
Druk deze toets herhaalde
malen in om de luchtstroom
te verdelen naar:
- de voorruit (ontwasemen of ont- dooien).
- de voorruit en de beenruimte.
- de beenruimte.
- de linker, rechter en middelste ven- tilatieroosters en de beenruimte.
- de linker, rechter en middelste ven- tilatieroosters. 6. Luchtopbrengst
De luchtopbrengst kan
vergroot of verkleind
worden door respec-
tievelijk de toetsen + of
- in te drukken.
7. Toevoer van buitenlucht 8. Uitschakelen van het systeem
Bij het indrukken van de toets
OFF worden alle functies van
het systeem uitgeschakeld.
De temperatuur wordt dan
niet meer geregeld, maar er blijft een
kleine luchtstroom gehandhaafd om
het beslaan van de ruiten te voorko-
men en de lucht te verversen.
Het systeem wordt opnieuw met de
laatste instellingen ingeschakeld
door op de toets OFF, AUTO of zicht
te drukken.
Opmerking: Druk op de toets toe-
voer van buitenlucht 7 om de lucht-
toevoer volledig af te sluiten.
9. Achterruitverwarming en verwarming buitenspiegels
Druk op deze toets om de
achterruitverwarming en de
verwarming van de buiten-
spiegels in te schakelen.
De verwarming wordt automatisch
uitgeschakeld. Het is mogelijk om
de achterruitverwarming eerder uit te
schakelen door de toets nogmaals in
te drukken.
Belangrijke
voorzorgsmaatregelen
Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per
maand 5 tot 10 minuten aan om het
systeem in perfecte staat te houden.
Gebruik de airconditioning niet als
deze niet koelt en laat het systeem
in dat geval door uw PEUGEOT-ser-
vicepunt controleren.
Bij het indrukken van deze
toets wordt de lucht in het
interieur gerecirculeerd. Deze
stand, aangegeven op het
display, dient om de toevoer van bui-
tenlucht bij stank en stofoverlast af te
sluiten.
Gebruik de luchtrecirculatie alleen
als dit echt nodig is. Druk de toets
nogmaals in om de automatische
toevoer van buitenlucht te hervatten.
Opmerking: Om te voorkomen dat
de ruiten beslaan bij koud of vochtig
weer, raden we u aan dan niet de in-
stelling "luchtrecirculatie" te kiezen.
UW 307 SW IN DETAIL

Page 83 of 190

15-03-200415-03-2004
8081UW 307 SW IN DETAILVOORSTOELEN
1 - Verstelling in lengterichting.
Til de beugel op en schuif de stoel in
de gewenste stand.
2 - Rugleuningverstelling
Duw de handgreep naar achteren.
3 - Hoogteverstelling bestuur-ders- en passagiersstoel:
Trek de hendel omhoog of duw deze
omlaag tot de gewenste stand be-
reikt is.
4 - Schakelaars stoelverwarming
Druk de schakelaar bij draaiende
motor in. De temperatuur wordt auto-
matisch geregeld.
Druk nogmaals op de schakelaar
om de verwarming weer uit te scha-
kelen.
Opmerking: De geselecteerde stand
van de stoelverwarming blijft nadat
het contact is afgezet nog twee minu-
ten in het geheugen.

Page 84 of 190

15-03-200415-03-2004
8081UW 307 SW IN DETAIL
5 - Armsteunen vóór
Deze zijn neerklapbaar en uitneem-
baar.
Druk, om de armsteun te verwijde-
ren, op de knop tussen de armsteun
en de rand van de zitting en trek de
armsteun omhoog.
6 - Hoogte- en hoekverstelling hoofdsteun vóór
Trek de hoofdsteun naar voren en
schuif deze gelijktijdig naar wens
omhoog of omlaag. Actieve rugleuning
(voorstoelen)
De rugleuning is voorzien van een
systeem dat de zogenaamde whip-
lash voorkomt.
In het geval van een aanrijding zorgt
de kracht van het lichaam op de
rugleuning ervoor dat de hoofdsteun
naar voren en omhoog komt, waar-
door wordt voorkomen dat het hoofd
een sterke achterwaartse beweging
maakt.
7 - Opbergladen
Onder beide voorstoelen heeft u de
beschikking over een opberglade.
- Til de opberglade iets op en trek hem naar voren om de lade te openen.
- Trek om de opberglade te verwij- deren de lade geheel open, druk
op de uiteinden van de geleiders,
til de lade op en trek hem vervol-
gens geheel naar buiten.
- Zet om de opberglade terug te plaatsen de achterzijde in de gelei-
der en druk op de bovenzijde om
de lade vast te klikken.
Plaats geen zware voorwerpen in de
opbergladen.
Onder de passagiersstoel is een
speciale ruimte om een verbanddoos
en een gevarendriehoek (klein mo-
del) op te bergen.
8 - Opklaptafeltje
U heeft de beschikking over een
opklaptafeltje met bekerhouder in de
achterkant van beide voorstoelen. Ga nooit rijden als de hoofd-
steunen zijn verwijderd; de
hoofdsteunen moeten zijn
geplaatst en correct zijn
afgesteld.HOOFDSTEUNEN ACHTER
Zet de hoofdsteunen omhoog om
ze te gebruiken en omlaag als de
desbetreffende zitplaats niet gebruikt
wordt.
De hoofdsteunen kunnen bovendien
worden verwijderd.
Verwijderen: trek de hoofdsteun om-
hoog tot aan de aanslag en druk de
blokkeerpal (buitenste stoel) of de
twee nokken (middelste stoel) in.
De juiste stand van de hoofd-
steun is als de bovenzijde van
de hoofdsteun zich ter hoogte
van de bovenzijde van het
hoofd bevindt.
Zet, om de hoofdsteun te verwijde-
ren, deze in de op één na hoogste
stand, druk de lip met behulp van
een muntstuk omhoog en trek de
hoofdsteun omhoog.
Steek om de hoofdsteun terug te zet-
ten de pennen in de openingen van
de rugleuning tot de hoofdsteun op
zijn plaats blijft.

Page 85 of 190

15-03-200415-03-2004
8081UW 307 SW IN DETAIL
5 - Armsteunen vóór
Deze zijn neerklapbaar en uitneem-
baar.
Druk, om de armsteun te verwijde-
ren, op de knop tussen de armsteun
en de rand van de zitting en trek de
armsteun omhoog.
6 - Hoogte- en hoekverstelling hoofdsteun vóór
Trek de hoofdsteun naar voren en
schuif deze gelijktijdig naar wens
omhoog of omlaag. Actieve rugleuning
(voorstoelen)
De rugleuning is voorzien van een
systeem dat de zogenaamde whip-
lash voorkomt.
In het geval van een aanrijding zorgt
de kracht van het lichaam op de
rugleuning ervoor dat de hoofdsteun
naar voren en omhoog komt, waar-
door wordt voorkomen dat het hoofd
een sterke achterwaartse beweging
maakt.
7 - Opbergladen
Onder beide voorstoelen heeft u de
beschikking over een opberglade.
- Til de opberglade iets op en trek hem naar voren om de lade te openen.
- Trek om de opberglade te verwij- deren de lade geheel open, druk
op de uiteinden van de geleiders,
til de lade op en trek hem vervol-
gens geheel naar buiten.
- Zet om de opberglade terug te plaatsen de achterzijde in de gelei-
der en druk op de bovenzijde om
de lade vast te klikken.
Plaats geen zware voorwerpen in de
opbergladen.
Onder de passagiersstoel is een
speciale ruimte om een verbanddoos
en een gevarendriehoek (klein mo-
del) op te bergen.
8 - Opklaptafeltje
U heeft de beschikking over een
opklaptafeltje met bekerhouder in de
achterkant van beide voorstoelen. Ga nooit rijden als de hoofd-
steunen zijn verwijderd; de
hoofdsteunen moeten zijn
geplaatst en correct zijn
afgesteld.HOOFDSTEUNEN ACHTER
Zet de hoofdsteunen omhoog om
ze te gebruiken en omlaag als de
desbetreffende zitplaats niet gebruikt
wordt.
De hoofdsteunen kunnen bovendien
worden verwijderd.
Verwijderen: trek de hoofdsteun om-
hoog tot aan de aanslag en druk de
blokkeerpal (buitenste stoel) of de
twee nokken (middelste stoel) in.
De juiste stand van de hoofd-
steun is als de bovenzijde van
de hoofdsteun zich ter hoogte
van de bovenzijde van het
hoofd bevindt.
Zet, om de hoofdsteun te verwijde-
ren, deze in de op één na hoogste
stand, druk de lip met behulp van
een muntstuk omhoog en trek de
hoofdsteun omhoog.
Steek om de hoofdsteun terug te zet-
ten de pennen in de openingen van
de rugleuning tot de hoofdsteun op
zijn plaats blijft.

Page 86 of 190

15-03-200415-03-2004
8283UW 307 SW IN DETAIL
ACHTERSTOELEN
Verstelling in lengterichting*
Trek de beugel A op en schuif de
stoel in de gewenste stand.
Vanaf de 3
e zitrij kunt u aan de band
B trekken en de stoel in de gewenste
stand zetten.
Dit vergemakkelijkt het uitstappen
van de passagiers op de 3
e zitrij,
zeker als de stoelen van de 2e zitrij
neergeklapt zijn.
Rugleuningverstelling
Trek aan een band C (twee banden
voor de buitenste stoelen, één voor
de middelste stoel) en stel de ge-
wenste hoek in.
Laat de band los om de rugleuning te
vergrendelen.
Trek aan band C aan de achterzijde
van de stoel om de rugleuning van
de stoel vanuit de 3
e zitrij of de baga-
geruimte te verstellen.
Opmerking: De extra stoel kan wor-
den opgeklapt of versteld met een en-
kele riem C, die zich rechts of links aan
de achterzijde van de stoel bevindt. Opklappen van buitenste stoel:
Toegang tot de 3
e zitrij:
Zet de hoofdsteun in de laagste
stand.
Schuif de stoel zo ver mogelijk
naar achteren met de beugel A.
Klap de rugleuning op de zitting met
de band C.
Opmerking: druk de rugleuning te-
gen de zitting aan om de rugleuning
in deze stand te vergrendelen (zoals
bij verwijderen).
Breng de knop D omhoog om de
achterste stoelbevestiging te ont-
grendelen en klap de stoel op.
Uitstappen van de 3
e zitrij
of neerklappen vanuit de
bagageruimte:
Zet de hoofdsteun in de laagste
stand.
Schuif de stoel zo ver mogelijk
naar achteren met de band B. Klap de rugleuning op de zitting met
de band
C.
Opmerking: Druk de rugleuning te-
gen de zitting aan om de rugleuning
in deze stand te vergrendelen (zoals
bij verwijderen).
Breng de knop D omhoog om de
achterste stoelbevestiging te ont-
grendelen en klap de stoel op.
Bevestig de spanbanden (in de
kaartentas van een van de voor-
stoelen) voor het rijden:
- 2
e zitrij: de ene kant aan het
handvat G en de andere kant aan
de handgreep,
- 3
e zitrij: de ene kant aan het
handvat G en de andere kant aan
de handgreep van de achterste
armleuning.
* Behalve extra stoel.

Page 87 of 190

15-03-200415-03-2004
8283UW 307 SW IN DETAIL
Middelste stoel als tafeltje
installeren
Zet de hoofdsteun in de laagste
stand.
Klap de rugleuning op de zitting met
de band C.
De achterkant van de rugleuning
dient nu als tafeltje met vier beker-
houders, twee pennenhouders en
een documenthouder. Opklappen van middelste stoel
Zet de hoofdsteun in de laagste
stand.
Schuif de stoel zo ver mogelijk
naar achteren
met de beugel A of
de band B.
Klap de rugleuning op de zitting met
de band C.
Opmerking: Druk de rugleuning te-
gen de zitting aan om de rugleuning
in deze stand te vergrendelen (zoals
bij verwijderen).
Breng de knop D omhoog om de
achterste stoelbevestiging te ont-
grendelen en klap de stoel op.
Bevestig de ene kant van de
spanband (in de kaartentas van
één van de voorstoelen) voor het
rijden aan het handvat G en de an-
dere kant aan de handgreep. Opklappen van extra stoel
Zet de hoofdsteun in de laagste
stand.
Trek de band
C (rechts of links aan
de achterzijde van de stoel) naar
achteren en druk de rugleuning om-
laag om deze te ontgrendelen, terwijl
u de band aangetrokken houdt.
Klap de rugleuning op de zitting.
Opmerking: Druk de rugleuning te-
gen de zitting aan om de rugleuning
in deze stand te vergrendelen.
Breng de hendels E omhoog om de
achterste stoelbevestiging te ont-
grendelen en klap de stoel op.
Bevestig de ene kant van de
spanband (in de kaartentas van
de stoel) voor het rijden aan het
handvat G en de andere kant aan
de handgreep van de achterste
armleuning.

Page 88 of 190

15-03-200415-03-2004
8485UW 307 SW IN DETAIL
Stoel verwijderen
Klap de desbetreffende stoel op.
Kantel de twee rode hendels F onder
de stoel om de voorste stoelbevesti-
ging te ontgrendelen.
Til de stoel op aan het handvat G en
verwijder hem uit de auto.
Plaats bij de 3
e zitrij de doppen in de
openingen om de vloer van de baga-
geruimte vlak te maken. Stoel plaatsen
Verwijder bij de 3
e zitrij eerst de dop-
pen uit de vloer met behulp van een
kleine schroevendraaier.
Zet voor het plaatsen van de stoelen
op de 3
e zitrij eerst die van de 2e zitrij
naar voren.
Zorg ervoor dat de verankerings-
punten van de stoel vrij zijn en de
stoel ongehinderd vergrendeld
kan worden.
Draag de stoel aan het handvat G.
Plaats de voorkant van de stoel in de
verankeringspunten.
Breng de knop D omhoog om te con-
troleren of de achterste bevestiging
goed ontgrendeld is.
Kantel de neergeklapte stoel naar
achteren. De achterste bevestiging wordt au-
tomatisch vergrendeld, evenals de
2 rode hendels
F.
Controleer of de stoel goed ver-
grendeld is.
Trek aan de band C en klap de rug-
leuning omhoog.
Druk op de twee hendels E om de
extra stoelen vast te zetten.
Vergrendel de rugleuning
alleen als het nodig is
tegen de zitting om een
lange levensduur van de
bekleding van de stoelen
te waarborgen.
Vermijd het plaatsen van bagage
op de neergeklapte stoelen.
Gebruik de banden voor het ver-
stellen van de stoel nooit om de
stoel te verwijderen, te plaatsen
of te dragen. Gebruik hiervoor de
speciale handgreep.
Vergrendeld Ontgrendeld

Page 89 of 190

15-03-200415-03-2004
8485UW 307 SW IN DETAIL
gordelgeleider ter hoogte van de
schouder van het kind te gebruiken.
- Vergeet bij het vastmaken van de veiligheidsgordel of het tuigje van
het kinderzitje niet om de speling
tussen de gordel of het tuigje en
het lichaam van het kind tot een
minimum te beperken .ALGEMENE INFORMATIE
MET BETREKKING TOT
KINDERZITJES
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp
van uw auto veel aandacht heeft be-
steed aan veiligheidsvoorzieningen
voor uw kinderen, is hun veiligheid
natuurlijk ook afhankelijk van u zelf.
Volg voor een optimale veiligheid de
volgende adviezen op:
- Sinds 1992 dienen kinderen
jonger dan 10 jaar in gehomo-
logeerde*, aan het lichaamsge-
wicht aangepaste kinderzitjes op
met veiligheidsgordels of ISOFIX-
bevestigingen uitgeruste plaatsen
te worden vervoerd.
- Kinderen van minder dan 9 kg
moeten zowel voor- als achterin
tegen de rijrichting in worden ver-
voerd . PEUGEOT raadt u aan uw
kind tegen de rijrichting in te ver-
voeren tot de leeftijd van 2 jaar.
- De veiligste plaats voor een kin-
derzitje is volgens de statistie-
ken een plaats op de achterbank
van uw auto . PEUGEOT beveelt
u dan ook aan het kinderzitje op
de achterbank te bevestigen,
ook al is het een kinderzitje dat
tegen de rijrichting in kan wor-
den bevestigd.
- Als uw kind op een zitverhoging zit, controleer dan of de heupgor-
del goed over de bovenbenen van
het kind ligt. De schoudergordel
dient over de schouder van het
kind te liggen, zonder de hals te
raken. PEUGEOT raadt u aan een
zitverhoging met rugleuning en een
ISOFIX-BEVESTIGINGEN
De twee buitenste zitplaatsen achter
zijn uitgerust met ISOFIX-bevesti-
gingen . Deze bevestigingen bestaan
uit 2 ringen geplaatst tussen de rug-
leuning en de zitting van de stoel.
De ISOFIX-kinderzitjes beschikken
over 2 sloten die eenvoudig aan deze
ringen kunnen worden verankerd.
Bij een onjuist geplaatst kinderzitje
is de veiligheid van het kind bij een
aanrijding niet meer gewaarborgd.
De ISOFIX-bevestigingen zorgen
voor een veilige, degelijke en snelle
montage van het kinderzitje in uw
auto.
De voor uw auto gehomologeerde
ISOFIX-kinderzitjes worden op de
volgende bladzijde gepresenteerd.
Bijzonderheden met betrekking
tot het vervoer van kinderen op
de passagiersstoel*
Kinderen jonger dan 10 jaar mogen
niet met het kinderzitje in de rijrich-
ting op de passagiersstoel worden
vervoerd, behalve als de achterzit-
plaatsen al bezet zijn door andere
kinderen of als de achterbank niet
bruikbaar is (verwijderd, neerge-
klapt). Zet in dat geval de passa-
giersstoel in de middelste stand en
schakel de airbag niet uit.
Het kinderzitje mag tegen de rijrich-
ting in worden aangebracht. In deze
stand is het verplicht de airbag aan
passagierszijde uit te schakelen. An-
ders kan het kind bij het afgaan van
de airbag levensgevaarlijk gewond
raken.
* Volgens de wettelijke bepalingen.

Page 90 of 190

15-03-200415-03-2004
8485UW 307 SW IN DETAIL
gordelgeleider ter hoogte van de
schouder van het kind te gebruiken.
- Vergeet bij het vastmaken van de veiligheidsgordel of het tuigje van
het kinderzitje niet om de speling
tussen de gordel of het tuigje en
het lichaam van het kind tot een
minimum te beperken .ALGEMENE INFORMATIE
MET BETREKKING TOT
KINDERZITJES
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp
van uw auto veel aandacht heeft be-
steed aan veiligheidsvoorzieningen
voor uw kinderen, is hun veiligheid
natuurlijk ook afhankelijk van u zelf.
Volg voor een optimale veiligheid de
volgende adviezen op:
- Sinds 1992 dienen kinderen
jonger dan 10 jaar in gehomo-
logeerde*, aan het lichaamsge-
wicht aangepaste kinderzitjes op
met veiligheidsgordels of ISOFIX-
bevestigingen uitgeruste plaatsen
te worden vervoerd.
- Kinderen van minder dan 9 kg
moeten zowel voor- als achterin
tegen de rijrichting in worden ver-
voerd . PEUGEOT raadt u aan uw
kind tegen de rijrichting in te ver-
voeren tot de leeftijd van 2 jaar.
- De veiligste plaats voor een kin-
derzitje is volgens de statistie-
ken een plaats op de achterbank
van uw auto . PEUGEOT beveelt
u dan ook aan het kinderzitje op
de achterbank te bevestigen,
ook al is het een kinderzitje dat
tegen de rijrichting in kan wor-
den bevestigd.
- Als uw kind op een zitverhoging zit, controleer dan of de heupgor-
del goed over de bovenbenen van
het kind ligt. De schoudergordel
dient over de schouder van het
kind te liggen, zonder de hals te
raken. PEUGEOT raadt u aan een
zitverhoging met rugleuning en een
ISOFIX-BEVESTIGINGEN
De twee buitenste zitplaatsen achter
zijn uitgerust met ISOFIX-bevesti-
gingen . Deze bevestigingen bestaan
uit 2 ringen geplaatst tussen de rug-
leuning en de zitting van de stoel.
De ISOFIX-kinderzitjes beschikken
over 2 sloten die eenvoudig aan deze
ringen kunnen worden verankerd.
Bij een onjuist geplaatst kinderzitje
is de veiligheid van het kind bij een
aanrijding niet meer gewaarborgd.
De ISOFIX-bevestigingen zorgen
voor een veilige, degelijke en snelle
montage van het kinderzitje in uw
auto.
De voor uw auto gehomologeerde
ISOFIX-kinderzitjes worden op de
volgende bladzijde gepresenteerd.
Bijzonderheden met betrekking
tot het vervoer van kinderen op
de passagiersstoel*
Kinderen jonger dan 10 jaar mogen
niet met het kinderzitje in de rijrich-
ting op de passagiersstoel worden
vervoerd, behalve als de achterzit-
plaatsen al bezet zijn door andere
kinderen of als de achterbank niet
bruikbaar is (verwijderd, neerge-
klapt). Zet in dat geval de passa-
giersstoel in de middelste stand en
schakel de airbag niet uit.
Het kinderzitje mag tegen de rijrich-
ting in worden aangebracht. In deze
stand is het verplicht de airbag aan
passagierszijde uit te schakelen. An-
ders kan het kind bij het afgaan van
de airbag levensgevaarlijk gewond
raken.
* Volgens de wettelijke bepalingen.

Page:   < prev 1-10 ... 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 ... 190 next >