Peugeot 307 SW 2006 Handleiding (in Dutch)

Page 41 of 189

2
39
MONOCHROOM DISPLAY CT
Presentatie
Dit display kan via het bedieningspa-
neel van de autoradio/telefoon RT3
de volgende informatie weergeven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur (er verschijnt een melding bij kans op gladheid),
- informatie van de autoradio (radio, CD, ...),
- informatie van het telematicasys- teem (telefoon, diensten, ...),
- controle van te openen carrosse- riedelen (portieren, achterklep, ...),
- de waarschuwingsmeldingen (bijv: "Laag brandstofniveau") en de sta-
tus van de functies van de auto
(bijv.: "Automatische verlichting ac-
tief"), tijdelijk weergegeven,
- de boordcomputerfuncties,
- de aanwijzingen voor het navigatie- systeem. Om gebruik te kunnen maken van
alle functies van het systeem, heeft u
de beschikking over twee CD-Roms:
- de CD-Rom "Configuratie" met de
software en de verschillende talen
voor de weergave en de gesproken
berichten
- de CD-Rom "Navigatie" met alle cartografische gegevens van het
navigatiesysteem. Druk op de toets
"MENU" van de
autoradio/telefoon RT3 om het
algemene menu weer te geven, van
waaruit de volgende functies kunnen
worden geselecteerd:
- navigatie,
- audio,
- boordcomputer,
- index,
- telematica,
- configuratie.
Raadpleeg de desbetreffende hoofd-
stukken voor meer informatie over de
functies.
Algemeen menu
MULTIFUNCTIONELE DISPLAYS

Page 42 of 189

2
40
Het menu "Configuratie display"
biedt toegang tot de volgende para-
meters:
• "Instellen lichtsterkte": instellen van de lichtsterkte van het display,
• "Geluid": instellen van de spraak- synthese (voor de parameter vrou-
welijke/mannelijke stem: plaats de
configuratie-CD-Rom); gesproken
commando’s instellen,
• "Internationale parameters": instel- len datum en tijd (weergave in 12 of
24 uur, instellen minuten via GPS);
instellen van eenheden (l/100 - °C
of mpg - °F),
• "Keuze van de taal" van de weer- gave en de gesproken informatie
(Nederlands, Français, Italiano,
Portugues, Español, Deutsch,
English: plaats de configuratie-
CD-Rom).
Om veiligheidsredenen mag
de bestuurder het multifuncti-
onele display alleen bedienen
als de auto stilstaat.
Dit menu biedt toegang tot diverse
opeenvolgende vensters.
Voorbeeld: "tijdsduur follow me home"
Parameters van de auto instellen
Met deze functie kunnen verschil-
lende systemen van de auto geacti-
veerd of uitgeschakeld worden:
- het inschakelen van de ruitenwis-
ser achter als de achteruitversnel-
ling wordt ingeschakeld,
- het automatisch inschakelen van de verlichting,
- de functie follow me home verlich- ting en de tijdsduur,
- de parkeerhulp.
Menu "configuratie"Configuratie van het display
MULTIFUNCTIONELE DISPLAYS

Page 43 of 189

2
41
KLEURENDISPLAY DT
Presentatie
Dit display kan via het bedieningspa-
neel van de autoradio/telefoon RT3
de volgende informatie weergeven:
- de tijd.
- de datum.
- de buitentemperatuur (er verschijnt een melding bij kans op gladheid).
- de informatie van de autoradio (radio, CD, ...).
- de telefoonfuncties (telefoon, dien- sten, ...).
- de controle op te openen carrosse- riedelen (portieren, achterklep, ...).
- de waarschuwingsmeldingen (bijv: "Laag brandstofniveau") en de sta-
tus van de functies van de auto
(bijv.: "Automatische verlichting ac-
tief"), tijdelijk weergegeven.
- de boordcomputerfuncties.
- de aanwijzingen voor het navigatie- systeem. Om gebruik te kunnen maken van
alle functies van het systeem, heeft u
de beschikking over twee CD-Roms:
- de CD-Rom "Configuratie" met de
software en de verschillende talen
voor de weergave en de gesproken
berichten
- de CD-Rom "Navigatie" met alle cartografische gegevens van het
navigatiesysteem.
Druk op de toets "MENU" van de au-
toradio/telefoon RT3 om het algeme-
ne menu weer te geven, van waaruit
de volgende functies kunnen worden
geselecteerd:
- navigatie,
- audio,
- boordcomputer,
- index,
- telematica,
- configuratie,
- kaart,
- video.
Raadpleeg de desbetreffende hoofd-
stukken voor meer informatie over de
functies.
Algemeen menu
MULTIFUNCTIONELE DISPLAYS

Page 44 of 189

2
42
Het menu "Configuratie display"
biedt toegang tot de volgende para-
meters:
• "Kleuren selecteren": selecteren van het voor de weergave beschik-
bare kleurenpalet.
• "Lichtsterkte en helderheid": instel- len van de lichtsterkte en de hel-
derheid van het display.
• "Geluid": instellen van de spraak- synthese (voor de parameter vrou-
welijke/mannelijke stem: plaats de
configuratie-CD-Rom); gesproken
commando’s instellen.
• "Internationale parameters": instel- len datum en tijd (weergave in 12 of
24 uur, instellen minuten via GPS);
instellen van eenheden (l/100 - °C
of mpg - °F).
• "Keuze van de taal" van de weer- gave en de gesproken informatie
(Nederlands, Français, English, Ita-
liano, Portugues, Español, Deutsch:
plaats de configuratie-CD-Rom).
Dit menu biedt toegang tot diverse
opeenvolgende vensters.
Parameters van de auto instellen
Met deze functie kunnen verschil-
lende systemen van de auto geacti-
veerd of uitgeschakeld worden:
- het inschakelen van de ruitenwis-
ser achter als de achteruitversnel-
ling wordt ingeschakeld,
- het automatisch inschakelen van de verlichting,
- de functie follow me home verlich- ting en de tijdsduur,
- de parkeerhulp. Voorbeeld: "Automatisch inschakelen
van de verlichting"
Configuratie van het displayMenu "configuratie"
MULTIFUNCTIONELE DISPLAYS

Page 45 of 189

2
43
ENKELE DEFINITIES...
Bovenliggend scherm
Dit is een scherm dat tijdelijk vóór het
geselecteerde scherm wordt weer-
gegeven om een wijziging van een
andere functie aan te kondigen.
Permanente toepassing
Belangrijkste toepassing die momen-
teel wordt gebruikt en wordt weerge-
geven op het basisscherm.
Snelmenu
Beperkt menu dat gekoppeld is aan
de belangrijkste toepassing die mo-
menteel wordt gebruikt en wordt
weergegeven op het basisscherm.
U kunt op de drie audio/video-aan-
sluitingen in het dashboardkastje een
videoapparaat (camcorder, digitale
camera, DVD-speler, ...) aansluiten.
De videoweergave is uitsluitend
mogelijk als de auto stilstaat. Selecteer in het
algemene menu het
menu "Video" :
- "Videofunctie activeren" om de vi- deofunctie in of uit te schakelen,
- "Parameters video" om het formaat van de weergave, de lichtsterkte,
het contrast en de kleuren in te
stellen.
Druk op de toets "MODE" of "DARK"
om de videoweergave uit te schake-
len.
Druk herhaaldelijk op de toets
"SOURCE" om in plaats van de vi-
deoweergave een andere geluids-
bron te selecteren.
Om veiligheidsredenen mag
de bestuurder het multifuncti-
onele display alleen bedienen
als de auto stilstaat.
Menu "Video"
MULTIFUNCTIONELE DISPLAYS

Page 46 of 189

3COMFORT
44

Page 47 of 189

3COMFORT
45
VENTILATIE
1. Uitstroomopeningen
voorruitontwaseming.
2. Uitstroomopeningen
zijruitontwaseming.
3. Zijventilatieroosters.
4. Middelste ventilatieroosters.
5. Uitstroomopening voor
beenruimte voor.
6. Uitstroomopening voor
beenruimte achter.
Gebruiksadviezen
 Als de temperatuur in de auto na-
dat deze een tijd in de zon heeft
gestaan erg hoog is opgelopen, is
het raadzaam het interieur enige
tijd te laten doorluchten.
Zet de luchttoevoer ver genoeg open voor een optimale verver-
sing van de lucht in het interieur.
Als de knop voor de luchttoevoer in de stand 0 staat (systeem uit-
geschakeld), wordt het thermische
comfort niet meer gewaarborgd. Er
kan echter een kleine luchtstroom
worden waargenomen, die wordt
veroorzaakt door de rijwind.
 Let er voor een gelijkmatige ver-
deling van de lucht naar het interi-
eur op dat het luchtinlaatrooster,
de uitstroomopeningen in de auto,
de luchtkanalen onder de voor-
stoelen en de ventilatieopeningen
in de bagageruimte vrij blijven.
Zorg ervoor dat het interieurfilter
in een goede staat verkeert.
Vervang de filterelementen perio- diek. Als de auto onder zware om-
standigheden wordt gebruikt, ver-
vang de elementen dan tweemaal
zo vaak. Schakel, zodra de omstan-
digheden het toelaten, de
achterruitverwarming en de
verwarming van de buiten-
spiegels uit aangezien een geringer
stroomverbruik een verlaging van het
brandstofverbruik tot gevolg heeft.

Page 48 of 189

3COMFORT
46
De airconditioning werkt uitsluitend
bij draaiende motor.2. Temperatuurregeling
1. Airconditioning aan/uit
Draai de knop van blauw
(koud) naar rood (warm)
om de temperatuur naar
behoefte in te stellen.4. Regeling luchtverdeling
Luchtstroom naar voorruit
en zijruiten.
Luchtstroom naar voorruit,
portierruiten en beenruimte.
Luchtstroom naar de been-
ruimte.
(ventilatieroosters gesloten).
De airconditioning kan tij-
dens alle seizoenen effec-
tief gebruikt worden, mits de
ruiten zijn gesloten. Het sy-
steem stelt u in staat de tem-
peratuur in het interieur `s zomers te
verlagen en zorgt in de winter bij tem-
peraturen boven 0 °C voor een snelle
ontwaseming van beslagen ruiten.
Druk de schakelaar in, het verklikker-
lampje gaat branden.
De airconditioning werkt niet als de
knop 3 voor de regeling van de lucht-
opbrengst in de stand "0" staat. Linker, rechter en middelste
ventilatieroosters.
3. Regeling luchtopbrengst Draai de knop bij draaiende
motor van stand 1 naar stand
4 om de gewenste luchtop-
brengst te verkrijgen. De luchtstroom kan worden gevari-
eerd door de knop in een tussenstand
te zetten, aangegeven door
" ".
HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING

Page 49 of 189

3COMFORT
47
6. Achterruitverwarming en verwarming buitenspiegels
Druk de schakelaar in om
de achterruitverwarmin en
de verwarming buitenspie-
gels in te schakelen.
De achterruitverwarming en
de verwarming buitenspiegels gaat
automatisch uit om onnodig stroom-
verbruik te voorkomen.
Druk nogmaals op de schakelaar om de
achterruitverwarming en de verwarming
buitenspiegels opnieuw in te schakelen.
Het is mogelijk deze verwarming uit
te schakelen voordat dit automatisch
gebeurt door de schakelaar nog-
maals in te drukken. Bij een zware belasting van
de motor (trekken van een
aanhanger op een steile hel-
ling bij een hoge buitentem-
peratuur) kan de airconditioning tij-
delijk worden uitgeschakeld voor een
optimale trekkracht van de motor.
Sluit de ruiten, zodat de airconditio-
ning effectief kan werken.
Het airconditioningssysteem is
chloorvrij en is niet schadelijk voor
de ozonlaag.
Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per
maand 5 tot 10 minuten aan om het
systeem in perfecte staat te houden.
Bij stilstand is het normaal dat er
onder de auto een plasje water ver-
schijnt, aangezien de airconditioning
het condenswater druppelsgewijs
afvoert via een daarvoor bestemde
afvoeropening.
Laat het systeem regelmatig contro-
leren om de goede werking van de
airconditioning te waarborgen.
Gebruik de airconditioning niet als
deze niet koelt en laat het systeem
in dat geval door een PEUGEOT-ser-
vicepunt controleren.
5. Toevoer van buitenlucht/
luchtrecirculatie
Bij het indrukken van de
knop 5 wordt de lucht in
het interieur gerecirculeerd.
Het verklikkerlampje gaat
branden.
Druk, zodra de omstandigheden dit
toelaten, nogmaals op de knop 5
voor de toevoer van buitenlucht, om
te voorkomen dat de kwaliteit van
de lucht afneemt en dat de ruiten
beslaan. Hierbij gaat het verklikker-
lampje uit.
De luchtrecirculatie dient om de toe-
voer van buitenlucht bij stank en stof-
overlast af te sluiten.
De toevoer van buitenlucht voorkomt
het beslaan van de voorruit en de zij-
ruiten.
Als de luchtrecirculatiestand gebruikt
wordt terwijl de airco is ingeschakeld,
wordt de capaciteit van de airco ver-
groot.
Als de luchtrecirculatiestand bij voch-
tig weer wordt gebruikt, bestaat het
risico dat de ruiten beslaan.
Snelle ontwaseming van de
voorruit
Ga voor het snel ontwasemen van
de voorruit en de zijruiten als volgt te
werk:
- zet de schakelaar voor de luchtver-deling in de stand "voorruit en zij-
ruiten",
- stel de temperatuur 2 en de lucht-
opbrengst 3 in op maximaal, zoals
weergegeven door het symbool
"voorruit en zijruiten" op het bedie-
ningspaneel,
- sluit de middelste ventilatieroosters,
- zet de knop van de luchttoevoerre- geling 5 in de stand "Toevoer van
buitenlucht" (het verklikkerlampje
van de knop 5 gaat uit),
- schakel de airconditioning in door op de toets 1 te drukken.

Page 50 of 189

3COMFORT
48
De airconditioning werkt uitsluitend
bij draaiende motor.Om bij koude motor de toevoer van
koude lucht te beperken, wordt de
aanjagerregeling geleidelijk op het
optimale niveau gebracht.
De bestuurder en de voor-
passagier kunnen de tem-
peratuur afzonderlijk naar
wens instellen.
De op het display weerge-
geven waarde heeft betrekking op
een bepaald comfortniveau en niet
op de werkelijke temperatuur in gra-
den Celsius of Fahrenheit.
Draai de knop 2 of 3 naar links of
naar rechts om deze waarde te ver-
lagen of te verhogen.
Voor een optimaal comfort wordt de
waarde 21 aanbevolen. Niettemin is
afhankelijk van uw wensen een af-
stelling tussen 18 en 24 gebruikelijk.
Voor een optimaal comfort is het raadzaam de
temperatuur links en rechts zo in te stellen dat
het verschil niet meer dan 3 bedraagt.
Om het interieur maximaal te koelen of te ver-
warmen kan de temperatuur lager dan 15 wor-
den ingesteld door de knop naar links te draai-
en tot "LO" wordt weergegeven of hoger dan
27 worden ingesteld door de knop naar rechts
te draaien tot "HI" wordt weergegeven.
4. Automatisch programma
"zicht"
In sommige gevallen kan
het programma "comfort"
niet toereikend blijken om
de ruiten condens- en ijsvrij
te houden (vocht, veel inzit-
tenden, vorst...).
Kies in dat geval het automatische
programma "zicht".
Het systeem regelt automatisch de
airconditioning, de luchtopbrengst, de
luchttoevoer en de luchtverdeling naar
de luchtroosters voor een optimale ont-
waseming van de voorruit en zijruiten.
Druk nogmaals op de toets 4 of op
de toets "AUTO" om dit programma
af te sluiten. Het verklikkerlampje in
de toets gaat uit en de aanduiding
"AUTO" verschijnt.
Automatische werking
1. Automatisch programma
"comfort"
Druk op de toets "AUTO".
Het symbool "AUTO" wordt
weergegeven.
Het is raadzaam deze stand
te gebruiken: het systeem
regelt de temperatuur, de luchtop-
brengst, de luchtverdeling naar de
luchtroosters en de luchtrecircu-
latie automatisch en optimaal aan
de hand van de door u ingestelde
waarde. Het systeem kan tijdens alle
seizoenen effectief gebruikt worden,
mits de ruiten zijn gesloten. 2. Regeling bestuurderszijde
3. Regeling passagierszijde Als de temperatuur in de auto
bij het instappen veel lager
of hoger is dan de ingestelde
waarde, heeft het geen zin
om voor het gewenste comfort de
ingestelde waarde te wijzigen. Het
systeem compenseert automatisch
en zo snel mogelijk het temperatuur-
verschil.
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING MET GESCHEIDEN REGELIN G

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 ... 190 next >