Peugeot 307 SW 2007 Handleiding (in Dutch)

Page 51 of 197

49
De binnenspiegel verstelt geleide-lijk en automatisch van de dag- in de nachtstand. Om verblinding te voorkomen, wordt de spiegel auto-matisch donker, afhankelijk van de hoeveelheid licht die vanaf de ach-terzijde van de auto op de spiegel valt. Zodra de hoeveelheid licht (bij-voorbeeld zonneschijn, verlichting van achteropkomend verkeer) ver-mindert, wordt het spiegelbeeld weer helder voor een optimaal zicht.Binnenspiegel
De binnenspiegel kent 2 standen:
- dagstand (normaal),
- nachtstand (antiverblinding).
De spiegel kan in de dag- en nacht-stand gezet worden met behulp van het hendeltje aan de onderzijde.
Werking
Zet het contact aan en druk op schakelaar 1:
- Verklikkerlampje 2 aan (schakelaar ingedrukt): automatische werking.- Verklikkerlampje 2 uit: automati-sche werking uitgeschakeld. De spiegel blijft in de dagstand staan.
Bijzonderheden
Zodra de achteruit wordt ingescha-keld, wordt de spiegel in de dagstand gezet voor een maximaal zicht naar achteren.
Zorg dat de auto stil staat en ontgrendel het stuurwiel door aan hendel A te trekken.
Verstel het stuurwiel in hoogte en diepte.
Vergrendel het stuurwiel door de hendel A volledig in te drukken.
STUURWIEL IN HOOGTE EN
DIEPTE VERSTELLENAutomatische binnenspiegel

Page 52 of 197

49
De binnenspiegel verstelt geleide-lijk en automatisch van de dag- in de nachtstand. Om verblinding te voorkomen, wordt de spiegel auto-matisch donker, afhankelijk van de hoeveelheid licht die vanaf de ach-terzijde van de auto op de spiegel valt. Zodra de hoeveelheid licht (bij-voorbeeld zonneschijn, verlichting van achteropkomend verkeer) ver-mindert, wordt het spiegelbeeld weer helder voor een optimaal zicht.Binnenspiegel
De binnenspiegel kent 2 standen:
- dagstand (normaal),
- nachtstand (antiverblinding).
De spiegel kan in de dag- en nacht-stand gezet worden met behulp van het hendeltje aan de onderzijde.
Werking
Zet het contact aan en druk op schakelaar 1:
- Verklikkerlampje 2 aan (schakelaar ingedrukt): automatische werking.- Verklikkerlampje 2 uit: automati-sche werking uitgeschakeld. De spiegel blijft in de dagstand staan.
Bijzonderheden
Zodra de achteruit wordt ingescha-keld, wordt de spiegel in de dagstand gezet voor een maximaal zicht naar achteren.
Zorg dat de auto stil staat en ontgrendel het stuurwiel door aan hendel A te trekken.
Verstel het stuurwiel in hoogte en diepte.
Vergrendel het stuurwiel door de hendel A volledig in te drukken.
STUURWIEL IN HOOGTE EN
DIEPTE VERSTELLENAutomatische binnenspiegel

Page 53 of 197

50
VOORSTOELEN
1. Verstelling in lengterichting
Til de beugel op en schuif de stoel in de gewenste stand.
2. Hoogteverstelling bestuurders- en passagiersstoel
Trek de hendel omhoog of duw deze omlaag tot de gewenste stand be-reikt is.
3. Rugleuningverstelling
Duw de handgreep naar achteren.
4. Opklaptafeltje
U heeft de beschikking over een opklaptafeltje met bekerhouder in de achterkant van beide voorstoelen.

Page 54 of 197

51
5. Hoogte- en hoekverstelling hoofdsteun
Trek de hoofdsteun naar boven om hem hoger te zetten.
Druk op de pal A en trek de hoofdsteun AAomhoog om hem te verwijderen.
Steek om de hoofdsteun terug te zet-ten de pennen van de hoofdsteun in de openingen van de rugleuning tot de hoofdsteun op zijn plaats blijft.
Druk gelijktijdig op de pal A en op de hoofdsteun om deze lager te zetten.
Voor uw veiligheid is de hoofdsteun voorzien van een gekarteld me-chanisme om te voorkomen dat de hoofdsteun bij een aanrijding naar beneden zakt.
8. Schakelaars stoelverwarming
Ga nooit rijden als de hoofd-steunen zijn verwijderd; de hoofdsteunen moeten zijn geplaatst en correct zijn af-gesteld.
HOOFDSTEUNEN ACHTER
Zet de hoofdsteunen omhoog om ze te gebruiken en omlaag als de desbe-treffende zitplaats niet gebruikt wordt.
De hoofdsteunen kunnen bovendien worden verwijderd.
Verwijderen: trek de hoofdsteun om-hoog tot aan de aanslag en druk de blokkeerpal (buitenste stoel) of de twee nokken (middelste stoel) in.
6. Armsteunen vóór
Deze zijn neerklapbaar en uitneembaar.
Druk, om de armsteun te verwijde-ren, op de knop tussen de armsteun en de rand van de zitting en trek de armsteun omhoog.
7. Opbergladen
Onder beide voorstoelen heeft u de beschikking over een opberglade*.
- Til de opberglade iets op en trek hem naar voren om de lade te ope-nen.- Trek om de opberglade te verwijde-ren de lade geheel open, druk op de uiteinden van de geleiders, til de lade op en trek hem vervolgens ge-heel naar buiten.- Zet om de opberglade terug te plaatsen de achterzijde in de gelei-der en druk op de bovenzijde om de lade vast te klikken.
Onder de passagiersstoel is een spe-ciale ruimte om een verbanddoos en een gevarendriehoek (klein model) op te bergen.
De juiste stand van de hoofdsteun is als de bovenzijde van de hoofdsteun zich ter hoogte van de bovenzijde van het hoofd bevindt.
Kantel de onderzijde van de hoofdsteun naar vo-ren of naar achteren om de hoek te verstellen.Kantel de onderzijde van de hoofdsteun naar vo-Kantel de onderzijde van de hoofdsteun naar vo-
Plaats geen zware voorwerpen in de opbergladen.
Druk de schakelaar bij draaiende motor in. De temperatuur wordt auto-matisch geregeld.
Druk nogmaals op de schakelaar om de verwarming weer uit te schakelen.
Opmerking: De geselecteerde stand van de stoelverwarming blijft nadat het contact is afgezet nog twee mi-nuten in het geheugen.
* Volgens uitvoering.

Page 55 of 197

52
Uitstappen van de 3e zitrij of wegklappen vanuit de bagageruimte
Zet de hoofdsteun in de laagste stand.
Klap de rugleuning op de zitting met de band B.
Opmerking: Druk de rugleuning te-gen de zitting aan om de rugleuning in deze stand te vergrendelen (zoals bij verwijderen).
Trek de band C omhoog om de achter-ste stoelbevestiging te ontgrendelen.
Klap de stoel weg.
Verstelling in lengterichting*
Trek de beugel A op en schuif de stoel in de gewenste stand.
* Behalve extra stoel.
Rugleuningverstelling
Trek aan de band B aan de voorzijde van de stoel, links of rechts en stel vervolgens de gewenste hoek in.
Laat de band los om de rugleuning te vergrendelen.
Trek aan band B aan de achterzijde van de stoel om de rugleuning van de stoel vanuit de 3e zitrij of de baga-geruimte te verstellen.
Opmerking: de extra stoel kan wor-den opgeklapt of versteld met de band B, die zich rechts of links aan de achterzijde van de stoel bevindt.
Toegang tot de 3e zitrij
Zet de hoofdsteun in de laagste stand.
Schuif de stoel indien nodig naar achteren met de beugel A.
Klap de rugleuning op de zitting met de band B.
Opmerking: druk de rugleuning te-gen de zitting aan om de rugleuning in deze stand te vergrendelen (zoals bij verwijderen).
Trek de band C omhoog om de achter-ste stoelbevestiging te ontgrendelen.
Klap de stoel weg.
Wegklappen van de buitenste stoel:ACHTERSTOELEN

Page 56 of 197

53
Zet de hoofdsteun in de laagste stand.
Klap de rugleuning op de zitting met de band B.
De achterkant van de rugleuning dient nu als tafeltje met vier beker-houders, twee pennenhouders en een documenthouder.
Wegklappen van middelste stoel
Zet de hoofdsteun in de laagste stand.
Klap de rugleuning op de zitting met de band B.
Opmerking: Druk de rugleuning te-gen de zitting aan om de rugleuning in deze stand te vergrendelen (zoals bij verwijderen).
Trek de band C omhoog om de achter-ste stoelbevestiging te ontgrendelen.
Klap de stoel weg.
Bevestig de ene kant van de spanband (in de kaartentas van één van de voorstoelen) voor het rijden aan het handvat F en de andere kant aan één van de pennen van een hoofdsteun voor.
Zet de hoofdsteun in de laagste stand.
Trek de band B (rechts of links aan de achterzijde van de stoel) naar achteren en druk de rugleuning om-laag om deze te ontgrendelen, terwijl u de band aangetrokken houdt.
Klap de rugleuning op de zitting.
Opmerking: Druk de rugleuning te-gen de zitting aan om de rugleuning in deze stand te vergrendelen.
Breng de hendels D omhoog om de achterste stoelbevestiging te ont-grendelen en klap de stoel weg.
Bevestig de ene kant van de spanband (in de kaartentas van de stoel) voor het rijden aan het handvat F en de andere kant aan de handgreep van de achterste armleuning.
Middelste stoel als tafeltje installerenWegklappen van een extra stoel

Page 57 of 197

54
Klap de desbetreffende stoel weg.
Kantel de twee rode hendels E onder de stoel om de voorste stoelbevesti-ging te ontgrendelen.
Til de stoel op aan het handvat F en verwijder hem uit de auto.
Plaats bij de 3e zitrij de doppen in de openingen om de vloer van de baga-geruimte vlak te maken.
Een stoel plaatsen
Verwijder bij de 3e zitrij eerst de dop-pen uit de vloer met behulp van een kleine schroevendraaier.
Zet voor het plaatsen van de stoelen op de 3e zitrij indien nodig eerst die van de 2e zitrij naar voren.
Zorg ervoor dat de verankerings-punten van de stoel vrij zijn en de stoel ongehinderd vergrendeld kan worden.
Draag de stoel aan het handvat F.
Plaats de voorkant van de stoel in de verankeringspunten en vergrendel deze door aan de twee rode hendels E te trekken.
Vergrendeld
Trek de band C omhoog om te con-troleren of de achterste bevestiging goed ontgrendeld is.
Kantel de weggeklapte stoel naar achteren.
De achterste bevestiging wordt auto-matisch vergrendeld.
Controleer of de stoel goed vergrendeld is.
Trek aan de band B en klap de rugleuning omhoog.
Druk op de twee hendels D om de extra stoelen vast te zetten.
Vergrendel de rugleuning al-leen als het nodig is tegen de zitting om een lange levens-duur van de bekleding van de stoelen te waarborgen.
Vermijd het plaatsen van bagage op de weggeklapte stoelen.
Gebruik de banden voor het verstel-len van de stoel nooit om de stoel te verwijderen, te plaatsen of te dragen. Gebruik hiervoor de speciale hand-greep.
Ontgrendeld
Een stoel verwijderen

Page 58 of 197

55
STOELOPSTELLINGEN
Dankzij het slimme ontwerp van uw auto en van de stoelen kunt u de stoelen op diverse manieren opstellen.
De buitenste stoelen kunnen zowel op de 2e als op de 3e zitrij en zowel links als rechts worden geplaatst.
Als de middelste stoel verwijderd is van de 2e zitrij, kunt u de stoelen naar het midden verplaatsen voor nog meer ruimte.
De middelste stoel van de 2e zitrij kan ook links aan de zijkant op de 3e zitrij worden geplaatst.
In dat geval moet de linker veiligheidsgordel van de 3e zitrij worden gebruikt zonder deze door de geleider te voeren.
Op de 3e zitrij kunt u maximaal 2 extra stoelen plaatsen (links en rechts).
Het wijzigen van de opstelling van de stoelen dient te gebeuren als de auto stilstaat (zie hoofdstuk "Stoelen").
Voorbeelden van stoelopstellingen die zowel comfortabel als praktisch zijn:
5 zitplaatsen
4 zitplaatsen met tafeltje

Page 59 of 197

56
5 zitplaatsen met middelste stoel op 3e zitrij
Vervoeren van lange voorwerpen
4 zitplaatsen met buitenste stoel op 3e zitrij
Grote laadruimte

Page 60 of 197

57
6 zitplaatsen met extra stoel en middelste stoel op 3e zitrij
5 zitplaatsen met tafeltje en extra stoel
7 zitplaatsen met 2 extra stoelen
5 zitplaatsen met 2 weggeklapte extra stoelen

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 200 next >