Peugeot 307 SW 2007 Handleiding (in Dutch)

Page 61 of 197

58
"Met het gezicht in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje met het gezicht in de rijrichting op de pas-sagiersstoel voor wordt geplaatst, sagiersstoel voorsagiersstoel voormoet de stoel van de auto in de mid-delste stand met de rugleuning recht-op worden gezet en mag de airbag aan passagierszijde** niet worden uitgeschakeld.
BEVESTIGEN VAN
EEN KINDERZITJE
MET EEN DRIEPUNTS
VEILIGHEIDSGORDEL
"Met de rug in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de passagiers-stoel voor wordt geplaatst, moet de stoel voorstoel voorairbag aan passagierszijde** zijn uit-geschakeld. Anders kan het kind bij het afgaan van de airbag levens-gevaarlijk gewond raken.
ALGEMENE INFORMATIE
MET BETREKKING TOT
KINDERZITJES
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van uw auto veel aandacht heeft be-steed aan veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun veiligheid natuurlijk ook afhankelijk van u zelf.
Volg voor een optimale veiligheid de volgende adviezen op:
- conform Richtlijn dienen kinderen jonger dan 12 jaar of kleiner dan 1,50 m in gehomolo-geerde, aan het lichaamsgewicht aangepaste kinderzitjes op met veiligheids-gordels of ISOFIX-bevestigingen uitgeruste plaatsen te worden ver-voerd*,- de veiligste plaats voor het ver-voeren van een kind is volgens de statistieken een plaats op de achterbank van uw auto,- kinderen tot 9 kg moeten zowel voor- als achterin met de rug in de rijrichting worden vervoerd.
PEUGEOT beveelt u aan kinderen op de achterzitplaatsen van uw auto te vervoeren:
- met de rug in de rijrichting tot 2 jaar,- met het gezicht in de rijrichtingvanaf 2 jaar.
** Volgens uitvoering.
Middelste stand

Page 62 of 197

59
** Volgens uitvoering.
Airbag aan passagierszijde OFF**
DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN KINDERZITJES
PEUGEOT levert een complete reeks kinderzitjes met een artikelnummer van Automobiles PEUGEOT die met een driepunts veiligheidsgordel kunnen worden vastgemaakt:
Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg
L1"BRITAX Babysure"(E11 0344117)Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
L2"RÖMER Baby-Safe Plus"(E1 03301146)Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
Groep 1, 2 en 3: van 9 tot 36 kg
L3 "KIDDY Life"(E1 03301135)Omwille van de veiligheid van jonge kinderen (van 9 tot 18 kg), raadt PEUGEOT u aan de gordelbeschermer te gebruiken.
Groep 2 en 3: van 15 tot 36 kg
L4
"RECARO Start"(E1 03301108).
L5"KLIPPAN Optima"(E17 030007)Vanaf 6 jaar (ongeveer 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging.

Page 63 of 197

59
** Volgens uitvoering.
Airbag aan passagierszijde OFF**
DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN KINDERZITJES
PEUGEOT levert een complete reeks kinderzitjes met een artikelnummer van Automobiles PEUGEOT die met een driepunts veiligheidsgordel kunnen worden vastgemaakt:
Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg
L1"BRITAX Babysure"(E11 0344117)Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
L2"RÖMER Baby-Safe Plus"(E1 03301146)Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
Groep 1, 2 en 3: van 9 tot 36 kg
L3 "KIDDY Life"(E1 03301135)Omwille van de veiligheid van jonge kinderen (van 9 tot 18 kg), raadt PEUGEOT u aan de gordelbeschermer te gebruiken.
Groep 2 en 3: van 15 tot 36 kg
L4
"RECARO Start"(E1 03301108).
L5"KLIPPAN Optima"(E17 030007)Vanaf 6 jaar (ongeveer 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging.

Page 64 of 197

60
Plaats
Gewicht van het kind/leeftijdsindicatie
Minder dan 13 kg (groep 0 (b) en 0+)Tot ≈ 1 jaar
9 - 18 kg(groep 1)Van 1 tot ≈ 3 jaar
15 - 25 kg(groep 2)Van 3 tot ≈ 6 jaar
22 - 36 kg(groep 3)Van 6 tot ≈ 10 jaar
1e zitrij
Passagiersstoel vóór (c)- vaste stoel- stoel met hoogteverstelling (R)U
U (R)
U
U (R)
U
U (R)
U
U (R)
2e zitrij
Buitenste zitplaatsBuitenste stoel
Middelste zitplaatsMiddelste stoel
U
U
U
U
U
U
U
U
3e zitrij
Buitenste zitplaatsExtra stoelL1, L2L3L3, L4, L5L3, L4, L5
Buitenste zitplaatsBuitenste stoel2e zitrijUUUU
Buitenste zitplaatsMiddelste stoel2e zitrijUUUU
PLAATSEN VAN KINDERZITJES MET DE VEILIGHEIDSGORDEL
Overeenkomstig de Europese wetgeving (Richtlijn 2000/3) geeft het overzicht de mogelijkheden weer voor het installeren met de veiligheidsgordel van een universeel goedgekeurd kinderzitje (a) afhankelijk van het gewicht van het kind en de plaats in de auto.
(a) Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle auto’s met de veiligheids-gordel kan worden bevestigd.
(b) Groep 0: van de geboorte tot 10 kg.
(c) Raadpleeg de wetgeving in uw land alvorens uw kind op deze plaats te installeren.
U: zitplaats geschikt voor de beves-tiging van een als universeel geho-mologeerd kinderzitje met de veilig-heidsgordel, zowel met de "rug in de rijrichting" als met het "gezicht in de rijrichting".
U (R): Hetzelfde als U, maar de stoel van de auto moet in de hoogste stand staan.
L-: Alleen de aangegeven kinder-zitjes kunnen op de desbetreffende plaats worden bevestigd (volgens land van bestemming).

Page 65 of 197

61
ADVIEZEN VOOR
KINDERZITJES
Kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet met het gezicht in de rijrichting op de passagiersstoel voor worden ver-voerd, behalve als de achterzitplaat-sen al bezet zijn door andere kinderen of als de achterbank niet bruikbaar, neergeklapt of verwijderd is.
Schakel de airbag aan passagierszij-de* uit zodra een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de voorstoel wordt geplaatst. Het kind kan anders bij het afgaan van de airbag levens-gevaarlijk gewond raken.
* Volgens uitvoering.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de veilig-heidsgordel moet over de schouder van het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de bovenbenen van het kind ligt.
PEUGEOT beveelt aan een stoelver-hoger met rugleuning te gebruiken voorzien van een gordelgeleider ter hoogte van de schouder.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
- geen kinderen zonder toezicht ach-ter in een auto,- nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de auto in de zon staat,- de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de auto.Gebruik de kindersloten* om te voor-komen dat de portieren per ongeluk geopend worden.
Zorg er voor dat de achterzijruiten* niet verder dan voor 1/3 deel ge-opend worden.
Plaats zonneschermen om uw jonge kinderen tegen de zon te beschermen.
De onjuiste bevestiging van een kin-derzitje brengt de veiligheid van het kind in gevaar in geval van een bot-sing.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten, worden vastgemaakt waarbij de speling ten opzichte van het lichaam van het kind zoveel mo-gelijk moet worden beperkt.
Zorg er voor een optimale beves-tiging van het kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting" voor dat de rugleuning van het zitje tegen de rugleuning van de stoel van de auto aandrukt en dat de hoofdsteun geen belemmering vormt.
Als de hoofdsteun verwijderd moet worden, berg deze dan zorgvuldig op om te voorkomen dat de hoofd-steun door de auto vliegt bij krachtig afremmen.

Page 66 of 197

62
Het betreft 2 ringen die zijn geplaatst tus-sen de rug en de zitting van de stoel.
De ISOFIX-kinderzitjes beschikken over 2 sloten die eenvoudig aan deze ringen kunnen worden verankerd.
ISOFIX-BEVESTIGINGEN
Deze zitplaatsen* zijn uitgerust met ISOFIX-bevestigingen.De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor een betrouwbare, degelijke en snelle montage van het kinderzitje in uw auto.
* Volgens uitvoering.
De extra stoelen zijn niet voorzien van ISOFIX-beves-tigingen.
Om een ISOFIX kinderzitje op de 3e zitrij te bevestigen, moet één van de buitenste stoelen van de 2e zitrij naar de 3e zitrij worden ver-plaatst.

Page 67 of 197

63
ISOFIX KINDERZITJES AANBEVOLEN DOOR PEUGEOT EN GEHOMOLOGEERD VOOR UW AUTO
Deze kinderzitjes kunnen ook worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX-bevestigingen. Het is in dat geval verplicht het kinderzitje met de normale driepunts veiligheidsgordel op de zitplaats van de auto te bevestigen.
Volg bij het plaatsen van het kinderzitje de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het zitje.
KIDDY ISOFIXRÖMER Duo Plus ISOFIX
Groep 0+:vanaf de geboorte tot 13 kgGroep 1: van 9 tot 18 kgGroep 1: van 9 tot 18 kg
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst op de 2eWordt met de rug in de rijrichting Wordt met de rug in de rijrichting en 3eWordt met de rug in de rijrichting Wordt met de rug in de rijrichting zitrij.Wordt met het gezicht in de rijrichting geplaatst, uitsluitend op de 2eWordt met het gezicht in de rijrichting Wordt met het gezicht in de rijrichting zitrij.Wordt uitsluitend met het gezicht in de rijrichting geplaatst.
Op de 2e zitrij moeten de buitenste stoelen naar het midden zijn geplaatst.De rugleuning van het zitje moet tegen de rugleuning van de desbetreffende voorstoel steunen.
Op de 3e zitrij moet de rugleuning van het zitje tegen de rugleuning van een van de buitenste stoelen van de 2ehet zitje tegen de rugleuning van een het zitje tegen de rugleuning van een zitrij steunen.
De voorstoel van de auto moet in de middelste stand worden gezet.
Wordt zonder de bovenste riem bevestigd.
Het zitje kan in drie standen worden ge-zet: rechtop, slaapstand en verlengd.
Verstel de voorstoel van de auto om te voorkomen dat de voeten van het kind de rugleuning raken.

Page 68 of 197

64
AFSTANDSBEDIENING
Met behulp van de afstandsbediening kunnen de centrale vergrendeling en su-pervergrendeling worden bediend, kan de auto worden gelokaliseerd en kunnen de buitenspiegels worden in- en uitgeklapt.
Met behulp van de sleutel kunnen mechanisch en onafhankelijk van el-kaar het slot van het dashboardkastje en de tankdop worden bediend, kan de passagiersairbag worden uitge-schakeld en kunnen het kinderslot en het contactslot worden bediend.
Met behulp van de sleutel in het slot van het bestuurdersportier kunnen elektrisch de centrale vergrendeling en superver-grendeling van de portieren en de ach-terklep worden bediend en kunnen de buitenspiegels worden in- en uitgeklapt.
Als één van de portieren of de ach-terklep geopend is, werkt de centrale vergrendeling niet.
Met de sleutel
 Draai de sleutel in het slot van het bestuurdersportier in de vergren-delingsstand om de auto te ver-grendelen.
Het vergrendelen wordt bevestigd door het gedurende ongeveer twee seconden branden van de richting-aanwijzers.
Op hetzelfde moment worden de bui-tenspiegels ingeklapt.
Uitklappen/inklappen van de sleutel
Druk op de knop A om de sleutel uit of in te klappen.
Vergrendelen
Met de afstandsbediening
Druk één keer op de knop Druk één keerDruk één keerB om de auto te vergrendelen.
Druk langer dan 2 seconden op de knop B om ook de ruiten te sluiten.
Iedere handeling wordt bevestigd door het gedurende ongeveer twee seconden branden van de richting-aanwijzers.
Op hetzelfde moment worden de bui-tenspiegels ingeklapt.
Supervergrendeling
De supervergrendeling blokkeert het van buitenaf en van binnenuit ope-nen van de portieren.
Als de supervergrendeling is inge-schakeld, is ook de vergrendelings-schakelaar in het interieur buiten werking.
Ontgrendelen
 Druk één keer op de knop C om de auto te ontgrendelen.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door het gedurende ongeveer twee seconden snel knipperen van de richtingaanwijzers.
Op hetzelfde moment worden de bui-tenspiegels uitgeklapt.
Met de afstandsbediening
Druk één keer op de knop B om de auto te vergrendelen of langer dan 2 seconden op de knop Bom bovendien de ruiten te slui-ten.
 Druk binnen vijf seconden nog-maals op de knop om de super-vergrendeling in te schakelen.
Iedere handeling wordt bevestigd door het gedurende ongeveer twee seconden branden van de richting-aanwijzers.
SLEUTEL MET

Page 69 of 197

65
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING
Deze diefstalbeveiliging blokkeert het motormanagementsysteem en voorkomt zo het starten van de motor bij een inbraak.
In de sleutel is een chip aangebracht die over een specifieke code beschikt. Bij het aanzetten van het contact moet de code van de sleutel worden her-kend door de startblokkering, waarna de motor gestart kan worden.
Bij een storing in het systeem zal het pictogram service worden weer-gegeven in combinatie met een ge-luidssignaal en een melding op het multifunctionele display.
Uw auto kan dan niet worden gestart.Raadpleeg zo snel mogelijk een PEUGEOT-servicepunt.
Een zwaar voorwerp dat aan de sleu-tel hangt terwijl deze in het contactslot zit (sleutelhanger, ...), kan storingen veroorzaken.
Type batterij: CR1620/3 V.
Als de batterij leeg is, verschijnt het pictogram service in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het multifunctionele display.
Wip dan het huis met een muntstuk bij de inkeping los om bij de batterij te komen.
Als de afstandsbediening na het ver-vangen van de batterij niet werkt, moet deze opnieuw gesynchroni-seerd worden.
Waarschuwingssignaal sleutel
Als het bestuurdersportier wordt ge-opend terwijl de sleutel nog in het con-tact steekt, klinkt er een geluidssignaal.
als de afstandsbediening niet werkt, moet de afstandsbediening gesyn-chroniseerd worden.
 Zet het contact uit.
 Zet het contact weer aan.
 Druk direct gedurende enkele se-conden op de vergrendelingsknop van de afstandsbediening.
 Zet het contact uit en verwijder de sleutel uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer.
Lokaliseren van de auto
Met de sleutel
 Draai de sleutel in het slot van het bestuurdersportier in de vergren-delingsstand om de auto te ver-grendelen.
 Draai binnen 5 seconden de sleu-tel nogmaals in de vergrendelings-stand om de supervergrendeling in te schakelen.
Zowel het vergrendelen als het in-schakelen van de supervergrende-ling wordt bevestigd door het ge-durende ongeveer twee seconden branden van de richtingaanwijzers.
Als de auto is vergrendeld en per ongeluk wordt ont-grendeld zonder dat binnen 30 seconden een van de portieren wordt geopend, wordt de auto automatisch weer vergrendeld.
Het automatisch in- en uitklappen van de buitenspiegels kan worden gedeactiveerd door een PEUGEOT-servicepunt.
Om de eerder vergren-delde auto te lokaliseren op een parkeerplaats:
 druk op de knop B, de plafonniers gaan branden en de knipperlich-ten knipperen gedurende enkele seconden.
Batterij van afstandsbediening vervangen
Synchroniseren van de afstandsbediening
Na het losnemen van de accukabels, na het vervangen van de batterij of

Page 70 of 197

66
Noteer de sleutelnummers zorgvuldig. De sleutelcode is als streepjescode aangege-ven op het label bij de sleutel.
Een PEUGEOT-servicepunt kan bij verlies snel voor nieuwe sleutels zorgen.
De radiografische afstandsbedie-ning is een gevoelig systeem; het is raadzaam om niet met de knop van de afstandsbediening te spe-len om te voorkomen dat de auto per ongeluk ontgrendeld wordt.
De afstandsbediening kan niet functioneren als de sleutel in het contactslot zit, zelfs als het con-tact uitstaat, behalve voor het syn-chroniseren.
Schakel de supervergrendeling niet in als er nog iemand in de auto zit.
Het rijden met vergrendelde portie-ren kan in geval van nood de toe-gang tot het interieur belemmeren.
Neem uit veiligheidsoverwegingen (kinderen in de auto) de sleutel met afstandsbediening mee als u de auto verlaat, zelfs al is dit voor korte duur.
Druk nooit op de knoppen van uw afstandsbediening buiten het bereik van uw auto. De afstandsbediening kan dan onbruikbaar worden en moet in dat geval opnieuw worden gesynchroniseerd.
Let er bij het aanschaffen van een gebruikte auto op dat:
- u in het bezit bent van de code-kaart;- uw sleutels door een PEUGEOT-servicepunt in het elektronische geheugen worden opgeslagen, zodat u er zeker van kunt zijn dat de in uw bezit zijnde sleutels de enige zijn waarmee de auto kan worden gestart.
Breng geen wijzigingen aan in de elektronische startblokkering.
De codekaart wordt u bij aflevering van de auto samen met de twee sleutels overhandigd.
Op deze kaart staat de identificatie-code die uw PEUGEOT-servicepunt nodig heeft bij werkzaamheden aan de elektronische startblokkering. De code is afgedekt, verwijder de film al-leen als dit strikt noodzakelijk is.
Bewaar de codekaart op een vei-lige plaats buiten de auto.
Neem de codekaart mee wanneer u een verre reis maakt en bewaar de kaart bij uw persoonlijke documenten.
Gooi de lege batterijen van de afstandsbediening niet weg, ze bevatten metalen die scha-delijk zijn voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een speci-aal verzamelpunt.
CODEKAART

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 ... 200 next >