Peugeot 307 SW 2007 Handleiding (in Dutch)

Page 71 of 197

65
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING
Deze diefstalbeveiliging blokkeert het motormanagementsysteem en voorkomt zo het starten van de motor bij een inbraak.
In de sleutel is een chip aangebracht die over een specifieke code beschikt. Bij het aanzetten van het contact moet de code van de sleutel worden her-kend door de startblokkering, waarna de motor gestart kan worden.
Bij een storing in het systeem zal het pictogram service worden weer-gegeven in combinatie met een ge-luidssignaal en een melding op het multifunctionele display.
Uw auto kan dan niet worden gestart.Raadpleeg zo snel mogelijk een PEUGEOT-servicepunt.
Een zwaar voorwerp dat aan de sleu-tel hangt terwijl deze in het contactslot zit (sleutelhanger, ...), kan storingen veroorzaken.
Type batterij: CR1620/3 V.
Als de batterij leeg is, verschijnt het pictogram service in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het multifunctionele display.
Wip dan het huis met een muntstuk bij de inkeping los om bij de batterij te komen.
Als de afstandsbediening na het ver-vangen van de batterij niet werkt, moet deze opnieuw gesynchroni-seerd worden.
Waarschuwingssignaal sleutel
Als het bestuurdersportier wordt ge-opend terwijl de sleutel nog in het con-tact steekt, klinkt er een geluidssignaal.
als de afstandsbediening niet werkt, moet de afstandsbediening gesyn-chroniseerd worden.
 Zet het contact uit.
 Zet het contact weer aan.
 Druk direct gedurende enkele se-conden op de vergrendelingsknop van de afstandsbediening.
 Zet het contact uit en verwijder de sleutel uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer.
Lokaliseren van de auto
Met de sleutel
 Draai de sleutel in het slot van het bestuurdersportier in de vergren-delingsstand om de auto te ver-grendelen.
 Draai binnen 5 seconden de sleu-tel nogmaals in de vergrendelings-stand om de supervergrendeling in te schakelen.
Zowel het vergrendelen als het in-schakelen van de supervergrende-ling wordt bevestigd door het ge-durende ongeveer twee seconden branden van de richtingaanwijzers.
Als de auto is vergrendeld en per ongeluk wordt ont-grendeld zonder dat binnen 30 seconden een van de portieren wordt geopend, wordt de auto automatisch weer vergrendeld.
Het automatisch in- en uitklappen van de buitenspiegels kan worden gedeactiveerd door een PEUGEOT-servicepunt.
Om de eerder vergren-delde auto te lokaliseren op een parkeerplaats:
 druk op de knop B, de plafonniers gaan branden en de knipperlich-ten knipperen gedurende enkele seconden.
Batterij van afstandsbediening vervangen
Synchroniseren van de afstandsbediening
Na het losnemen van de accukabels, na het vervangen van de batterij of

Page 72 of 197

66
Noteer de sleutelnummers zorgvuldig. De sleutelcode is als streepjescode aangege-ven op het label bij de sleutel.
Een PEUGEOT-servicepunt kan bij verlies snel voor nieuwe sleutels zorgen.
De radiografische afstandsbedie-ning is een gevoelig systeem; het is raadzaam om niet met de knop van de afstandsbediening te spe-len om te voorkomen dat de auto per ongeluk ontgrendeld wordt.
De afstandsbediening kan niet functioneren als de sleutel in het contactslot zit, zelfs als het con-tact uitstaat, behalve voor het syn-chroniseren.
Schakel de supervergrendeling niet in als er nog iemand in de auto zit.
Het rijden met vergrendelde portie-ren kan in geval van nood de toe-gang tot het interieur belemmeren.
Neem uit veiligheidsoverwegingen (kinderen in de auto) de sleutel met afstandsbediening mee als u de auto verlaat, zelfs al is dit voor korte duur.
Druk nooit op de knoppen van uw afstandsbediening buiten het bereik van uw auto. De afstandsbediening kan dan onbruikbaar worden en moet in dat geval opnieuw worden gesynchroniseerd.
Let er bij het aanschaffen van een gebruikte auto op dat:
- u in het bezit bent van de code-kaart;- uw sleutels door een PEUGEOT-servicepunt in het elektronische geheugen worden opgeslagen, zodat u er zeker van kunt zijn dat de in uw bezit zijnde sleutels de enige zijn waarmee de auto kan worden gestart.
Breng geen wijzigingen aan in de elektronische startblokkering.
De codekaart wordt u bij aflevering van de auto samen met de twee sleutels overhandigd.
Op deze kaart staat de identificatie-code die uw PEUGEOT-servicepunt nodig heeft bij werkzaamheden aan de elektronische startblokkering. De code is afgedekt, verwijder de film al-leen als dit strikt noodzakelijk is.
Bewaar de codekaart op een vei-lige plaats buiten de auto.
Neem de codekaart mee wanneer u een verre reis maakt en bewaar de kaart bij uw persoonlijke documenten.
Gooi de lege batterijen van de afstandsbediening niet weg, ze bevatten metalen die scha-delijk zijn voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een speci-aal verzamelpunt.
CODEKAART

Page 73 of 197

66
Noteer de sleutelnummers zorgvuldig. De sleutelcode is als streepjescode aangege-ven op het label bij de sleutel.
Een PEUGEOT-servicepunt kan bij verlies snel voor nieuwe sleutels zorgen.
De radiografische afstandsbedie-ning is een gevoelig systeem; het is raadzaam om niet met de knop van de afstandsbediening te spe-len om te voorkomen dat de auto per ongeluk ontgrendeld wordt.
De afstandsbediening kan niet functioneren als de sleutel in het contactslot zit, zelfs als het con-tact uitstaat, behalve voor het syn-chroniseren.
Schakel de supervergrendeling niet in als er nog iemand in de auto zit.
Het rijden met vergrendelde portie-ren kan in geval van nood de toe-gang tot het interieur belemmeren.
Neem uit veiligheidsoverwegingen (kinderen in de auto) de sleutel met afstandsbediening mee als u de auto verlaat, zelfs al is dit voor korte duur.
Druk nooit op de knoppen van uw afstandsbediening buiten het bereik van uw auto. De afstandsbediening kan dan onbruikbaar worden en moet in dat geval opnieuw worden gesynchroniseerd.
Let er bij het aanschaffen van een gebruikte auto op dat:
- u in het bezit bent van de code-kaart;- uw sleutels door een PEUGEOT-servicepunt in het elektronische geheugen worden opgeslagen, zodat u er zeker van kunt zijn dat de in uw bezit zijnde sleutels de enige zijn waarmee de auto kan worden gestart.
Breng geen wijzigingen aan in de elektronische startblokkering.
De codekaart wordt u bij aflevering van de auto samen met de twee sleutels overhandigd.
Op deze kaart staat de identificatie-code die uw PEUGEOT-servicepunt nodig heeft bij werkzaamheden aan de elektronische startblokkering. De code is afgedekt, verwijder de film al-leen als dit strikt noodzakelijk is.
Bewaar de codekaart op een vei-lige plaats buiten de auto.
Neem de codekaart mee wanneer u een verre reis maakt en bewaar de kaart bij uw persoonlijke documenten.
Gooi de lege batterijen van de afstandsbediening niet weg, ze bevatten metalen die scha-delijk zijn voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een speci-aal verzamelpunt.
CODEKAART

Page 74 of 197

67
Het alarmsysteem bestaat uit twee soorten beveiliging:- de omtrekbeveiliging treedt in wer-king als een portier, de bagageruimte of de motorkap wordt geopend.king als een portier, de bagageruimte king als een portier, de bagageruimte
- de interieurbeveiliging treedt in wer-king als er beweging in het interieur wordt waargenomen (breken van een king als er beweging in het interieur king als er beweging in het interieur
ruit, iets of iemand in het interieur).wordt waargenomen (breken van een wordt waargenomen (breken van een
 Druk binnen tien seconden op de knop A totdat het lampje continu blijft branden.
 Verlaat de auto.
 Schakel het alarmsysteem in door de auto te vergrendelen of de super-vergrendeling in te schakelen met behulp van de afstandsbediening (het lampje van de knop A zal één AAkeer per seconde knipperen).
De functie werkt alleen als deze pro-cedure wordt uitgevoerd telkens na-dat het contact is afgezet.
Inschakelen
 Zet het contact uit en verlaat de auto.
 Schakel het alarmsysteem in door de auto te vergrendelen of de super-vergrendeling in te schakelen met behulp van de afstandsbediening (het lampje van de knop A zal één AAkeer per seconde knipperen).
Opmerking: als u de auto wilt ver-grendelen zonder het alarmsysteem in te schakelen, maak dan gebruik van de sleutel in het slot.
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in werking en knipperen de richtingaan-wijzers gedurende dertig seconden.
Nadat het alarm is gestopt, wordt het opnieuw ingeschakeld.
Uitschakelen
Ontgrendel de auto met behulp van de afstandsbediening (het lampje van de knop A gaat uit).
Opmerking: als het alarm tijdens uw afwezigheid is afgegaan, zal het lampje na het aanzetten van het con-tact stoppen met knipperen.
Als het alarm tien keer ach-ter elkaar is afgegaan, zal het bij de elfde keer worden uitgeschakeld.
Als het lampje van de knop A snel knippert, betekent dit dat het alarm tijdens uw afwezigheid is afgegaan.
45 seconden nadat de vergrendel-toets van de afstandsbediening is ingedrukt, wordt het alarm ingescha-keld, ongeacht de toestand van de portieren en de achterklep.
Om bij het wassen van uw auto te voorkomen dat het alarm afgaat:
- vergrendel de portieren met de sleutel,of
- schakel alleen de omtrekbeveili-ging in.
Alleen de omtrekbeveiliging inschakelen
Schakel alleen de omtrekbeveiliging in als u tijdens uw afwezigheid een ruit een stukje open wilt laten of als er een huisdier in de auto achterblijft.
 Zet het contact af.
ALARMSYSTEEM
* Volgens land van bestemming.
Afstandsbediening werkt niet
 Ontgrendel de portieren met de sleutel en open het portier. Het alarm zal afgaan.
 Zet het contact aan. Het alarm stopt.Storing
Als, bij het aanzetten van het contact, het lampje van de knop A gedurende tien seconden gaat branden, duidt dit op een storing in de verbinding met de sirene.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-punt om het systeem te controleren.
Automatisch inschakelen*
Het alarmsysteem wordt twee minuten nadat het laatste portier of de achterklep is gesloten, automatisch ingeschakeld.
Om het laten afgaan van het alarm bij het openen van een portier of de ach-terklep te voorkomen, moet nogmaals op de ontgrendelknop van de afstands-bediening worden gedrukt.

Page 75 of 197

68
1. Schakelaar ruitbediening bestuurderszijde.
2. Schakelaar ruitbediening passagierszijde.
3. Schakelaar ruitbediening rechts achter.
4. Schakelaar ruitbediening links achter.
5. Blokkeerschakelaar elektrisch bedienbare ruiten achter (kinderslot).
De bestuurder beschikt over twee mogelijkheden:
Automatische bediening:
Duw of trek schakelaarvoorbij het zware punt. Als u de schakelaar heeft losgelaten, opent of sluit de ruit volle-dig. Druk opnieuw op de schakelaar om het openen of sluiten te stoppen.
Opmerking: Ongeveer 45 seconden nadat de sleutel uit het contact is ge-nomen, kunnen de ruiten niet meer wor-den bediend. Zet het contact aan om de ruiten weer te kunnen bedienen.
Neem bij het verlaten van de auto, zelfs voor een korte periode, altijd de sleutel uit het contact.
Wanneer tijdens het bedienen van de ruit iets tussen de ruit en de sponning bekneld raakt, moet de ruit weer worden geopend. Druk daarvoor op de desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan passagierszijde bedient, moet deze ervan verzekerd zijn dat niets het cor-recte sluiten van de ruit verhindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd zijn dat de passagiers op de juiste manier gebruik maken van de elek-trische ruitbediening.
Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens het bedienen van de ruit niet kunnen bezeren.
Resetten van de ruitbediening
Nadat de accukabels los zijn geweest of na een storing:
- laat de schakelaar los en trek hem opnieuw omhoog totdat de ruit vol-ledig is gesloten,- houd de schakelaar na het sluiten nog ongeveer 1 seconde vast,- druk op de schakelaar om de ruit automatisch te openen,- druk als de ruit volledig is geopend nogmaals op de schakelaar en houd deze nog ongeveer 1 seconde vast.Tijdens deze handelingen is de beveiliging tegen beknellen uitge-schakeld.
Handbediening:
Duw of trek schakelaar tot het zware punt. De ruit stopt zodra de schake-laar wordt losgelaten.
ELEKTRISCH BEDIENBARE
RUITEN
Beveiliging tegen beknellen
Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit, stopt de ruit en gaat deze ge-deeltelijk weer open.
Opmerking:
Als de ruit bijvoorbeeld bij vorst niet wil sluiten, druk dan op de schake-laar om de ruit helemaal te openen en trek vervolgens de schakelaar omhoog tot de ruit volledig is geslo-ten. Houd de schakelaar na het slui-ten nog ongeveer 1 seconde vast.
Tijdens deze handelingen is de beveiliging tegen beknellen uitge-schakeld.
Blokkering van de ruitbediening achter
Druk, voor de veiligheid van uw kin-deren, op de schakelaar 5 om de ruit-bediening achter, ongeacht de stand van de ruiten, te blokkeren.
Als de schakelaar omlaag staat, is de ruitbediening geblokkeerd. Als de schakelaar omhoog staat, is de ruit-bediening niet geblokkeerd.

Page 76 of 197

69
Openen van binnenuit
Met de portiergreep van de portie-ren kunnen gelijktijdig ook de andere portieren en de achterklep worden ontgrendeld.
Opmerking: de portieren kunnen niet met de portiergrepen worden ge-opend op het moment dat de super-vergrendeling is ingeschakeld.
Druk op de knop A om:
de auto te vergrendelen of ontgren-delen.
Het rode lampje van de knop licht op bij het vergrendelen en gaat uit bij het ontgrendelen.
Opmerking: op het moment dat de nor-male vergrendeling of supervergrende-ling van buitenaf is ingeschakeld, knip-pert het rode lampje en kunnen de portieren niet worden ontgrendeld met knop A. Gebruik dan de sleutel of de af-standsbediening om te ontgrendelen.
PORTIEREN
Openen van buitenaf
Inschakelen
Druk lang op de knop A.
Bij het inschakelen van de functie verschijnt een melding op het multi-functionele display.
Automatische centrale portiervergrendeling
Zodra sneller wordt gereden dan 10 km/h, worden de portieren auto-matisch vergrendeld.
Druk om bij een snelheid hoger dan 10 km/h de portieren tijdelijk te ont-grendelen kort op de knop A.
U kunt deze functie desgewenst in-schakelen of uitschakelen.
Uitschakelen
Druk lang op de knop A.
Bij het uitschakelen van de functie verschijnt een melding op het multi-functionele display.
Waarschuwing "portier open"
Als een portier niet goed is gesloten:- bij draaiende motor: er verschijnt gedurende enkele seconden een af-bij draaiende motor: bij draaiende motor: er verschijnt er verschijnt
beelding en een melding op het mul-tifunctionele display,beelding en een melding op het mul-beelding en een melding op het mul-
- tijdens het rijden (snelheid hoger dan 10 km/h): het verklikkerlampje tijdens het rijden tijdens het rijden (snelheid hoger (snelheid hoger
service gaat branden, gedurende enkele seconden in combinatie met een geluidssignaal, een afbeelding en een melding op het multifunctio-een geluidssignaal, een afbeelding een geluidssignaal, een afbeelding
nele display.
Opmerkingen:
Als een van de portieren geopend is, werken de vergrendeling van binnen-uit en de automatische centrale ver-grendeling niet.
Als de achterklep wordt geopend, blijft de automatische centrale ver-grendeling van de portieren actief.
Vergrendelen/Ontgrendelen van binnenuit

Page 77 of 197

70
Beide achterportieren zijn voorzien van een kinderslot om het openen van binnenuit te verhinderen.
 Draai de knop van beide achter-portieren een kwart omwenteling met de contactsleutel.
Waarschuwingsmelding "achterklep open"
Als de achterklep niet goed is geslo-ten:
- wordt u bij draaiende motor ge-bij draaiende motorbij draaiende motordurende enkele seconden gewaar-schuwd door een afbeelding en een melding op het multifunctionele dis-play,- gaat tijdens het rijden (snelheid hoger dan 10 km/h) het verklikker-lampje service branden, in com-binatie met een geluidssignaal en een afbeelding en melding op het multifunctionele display.Achterklep gelijktijdig met de portieren ver- of ontgrendelen
De achterklep wordt vergrendeld of ontgrendeld met de afstandsbedie-ning of het portierslot aan bestuur-derszijde.
Trek om de achterklep te openen aan de handgreep A en trek de ach-terklep open.
Opmerking: De achterklep wordt automatisch vergrendeld zodra snel-ler wordt gereden dan 10 km/h. De achterklep wordt ontgrendeld zodra een portier wordt geopend of op de schakelaar centrale vergrendeling wordt gedrukt (snelheid lager dan 10 km/h).
BAGAGERUIMTEKindersloten

Page 78 of 197

70
Beide achterportieren zijn voorzien van een kinderslot om het openen van binnenuit te verhinderen.
 Draai de knop van beide achter-portieren een kwart omwenteling met de contactsleutel.
Waarschuwingsmelding "achterklep open"
Als de achterklep niet goed is geslo-ten:
- wordt u bij draaiende motor ge-bij draaiende motorbij draaiende motordurende enkele seconden gewaar-schuwd door een afbeelding en een melding op het multifunctionele dis-play,- gaat tijdens het rijden (snelheid hoger dan 10 km/h) het verklikker-lampje service branden, in com-binatie met een geluidssignaal en een afbeelding en melding op het multifunctionele display.Achterklep gelijktijdig met de portieren ver- of ontgrendelen
De achterklep wordt vergrendeld of ontgrendeld met de afstandsbedie-ning of het portierslot aan bestuur-derszijde.
Trek om de achterklep te openen aan de handgreep A en trek de ach-terklep open.
Opmerking: De achterklep wordt automatisch vergrendeld zodra snel-ler wordt gereden dan 10 km/h. De achterklep wordt ontgrendeld zodra een portier wordt geopend of op de schakelaar centrale vergrendeling wordt gedrukt (snelheid lager dan 10 km/h).
BAGAGERUIMTEKindersloten

Page 79 of 197

70
Beide achterportieren zijn voorzien van een kinderslot om het openen van binnenuit te verhinderen.
 Draai de knop van beide achter-portieren een kwart omwenteling met de contactsleutel.
Waarschuwingsmelding "achterklep open"
Als de achterklep niet goed is geslo-ten:
- wordt u bij draaiende motor ge-bij draaiende motorbij draaiende motordurende enkele seconden gewaar-schuwd door een afbeelding en een melding op het multifunctionele dis-play,- gaat tijdens het rijden (snelheid hoger dan 10 km/h) het verklikker-lampje service branden, in com-binatie met een geluidssignaal en een afbeelding en melding op het multifunctionele display.Achterklep gelijktijdig met de portieren ver- of ontgrendelen
De achterklep wordt vergrendeld of ontgrendeld met de afstandsbedie-ning of het portierslot aan bestuur-derszijde.
Trek om de achterklep te openen aan de handgreep A en trek de ach-terklep open.
Opmerking: De achterklep wordt automatisch vergrendeld zodra snel-ler wordt gereden dan 10 km/h. De achterklep wordt ontgrendeld zodra een portier wordt geopend of op de schakelaar centrale vergrendeling wordt gedrukt (snelheid lager dan 10 km/h).
BAGAGERUIMTEKindersloten

Page 80 of 197

71
Hiermee kan bij een eventuele sto-ring in de centrale vergrendeling, de achterklep ontgrendeld worden.
- Klap de achterbank naar voren om bij het slotin de bagageruimte te komen,- Steek een kleine schroevendraaier in de opening A van het slot om de achterklep te ontgrendelen.
Beveiliging tegen beknellen
Als het zonnescherm bij het sluiten tegen een obstakel stuit, stopt het automatisch en gaat het langzaam weer open.
U heeft de beschikking over een pa-noramadak met getint glas, waardoor de lichtinval en het zicht in het interi-eur worden vergroot. Het elektrisch bedienbaar zonnescherm zorgt voor een beter thermisch comfort in het interieur.
Openen: druk op de zijde A van de schakelaar.
Sluiten: druk op de zijde B van de schakelaar.
Handbediening: Druk de schakelaar iets in en laat hem los als het zonne-scherm in de gewenste stand staat.
Automatisch: Druk de schakelaar he-lemaal in en het zonnescherm wordt automatisch volledig geopend of ge-sloten. Druk nogmaals op de knop om het zonnescherm te stoppen.
Opmerkingen:
U moet bij een storing in de voe-ding van het zonnescherm, tijdens het open- of dichtgaan of zodra het gesloten is, de beveiliging tegen be-knellen opnieuw instellen:
- Druk op de zijde B van de schakelaar totdat het zonnescherm helemaal gesloten is (het schuift stapsgewijs steeds enkele centimeters dicht).
Als het panoramadak niet wil sluiten, moet u, zodra het panoramadak ge-stopt is:
- op de zijde A van de schakelaar drukken totdat het zonnescherm geheel geopend is.- laat de zijde A los en druk daarna gelijk op de zijde B van de schake-laar totdat het zonnescherm geheel gesloten is (het schuift stapsgewijs steeds enkele centimeters dicht).
Tijdens deze handelingen is de beveiliging tegen beknellen uitge-schakeld.
PANORAMADAKNoodbediening

Page:   < prev 1-10 ... 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 ... 200 next >