Peugeot 308 CC 2009 Handleiding (in Dutch)

Page 11 of 291

IN EEN OOGOPSLAG
ZICHT
Verlichting
Ring A
Ring B Beweeg de lichtschakelaar omhoog of
omlaag voorbij het zware punt; de rich-
tingaanwijzers aan de desbetreffende
zijde gaan knipperen tot de schakelaar
weer in de neutraalstand wordt gezet.
Richtingaanwijzer
Inschakelen van de stand "AUTO"

 Beweeg de schakelaar omlaag en
laat deze los.

 77 Uit.
Automatisch inschakelen ver-
lichting.
Parkeerlicht.
Dimlicht/grootlicht.
Mistlampen vóór en mistachter-
licht.
Schakelaar A: ruitenwissers vóór

 82
Ruitenwissers
Uitschakelen van de stand "AUTO"

 Beweeg de schakelaar omhoog en
zet deze vervolgens in de stand

"0" .
Functie "autosnelweg"
Beweeg de lichtschakelaar kort om-
hoog of omlaag tot aan het zware punt.
De richtingaanwijzers aan de desbetref-
fende zijde knipperen drie keer.
Deze functie is bij elke snelheid be-
schikbaar, maar is in het bijzonder ge-
schikt voor het wisselen van rijstrook op
snelwegen.

 92
 83

Page 12 of 291

IN EEN OOGOPSLAG
VENTILATIE
Aanbevolen instellingen

Automatische airconditioning
Het is raadzaam de volautomatische werking te selecteren met de t oets "AUTO" . Bij het rijden in de stand "cabriolet" past
het systeem zich automatisch aan de weersomstandigheden aan.
Gewenste werking
Handbediende airconditioning

Luchtverdeling

Luchtopbrengst
Luchtrecirculatie/
Toevoer van buitenlucht
Temperatuur
Handbediende
airconditioning

WARM

KOUD

ONTWASEMEN
ONTDOOIEN

Page 13 of 291

IN EEN OOGOPSLAG
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Instrumentenpaneel Rij drukschakelaars

A. Als het contact wordt aangezet,
moet de wijzer van de brandstof-
meter de resterende hoeveelheid
brandstof aangeven.

B.
Bij draaiende motor moet het verklikker-
lampje laag brandstofniveau uitgaan.

C. Als het contact wordt aangezet, moet
de motorolieniveaumeter enkele secon-
den de melding "OIL OK" weergeven.
Ga indien nodig tanken of vul olie bij. Het branden van een lampje geeft de sta-
tus van de desbetreffende functie aan.

A. Verzending van een noodoproep.
 188

B. Uitschakeling inbraakalarm.
 68

C. Centrale vergrendeling.
 73

D. Uitschakeling ESP/ASR.
 95

E. Uitschakeling parkeerhulp achter
met grafi sche weergave en geluids-
signalen.
 119

F. Toegang tot de PEUGEOT-diensten.
 188

1. Als het contact wordt aangezet,
gaan de oranje en rode verklikker-
lampjes branden.

2. Bij draaiende motor moeten deze
lampjes weer uitgaan.
Raadpleeg de desbetreffende bladzijde
als er lampjes blijven branden.
Verklikkerlampjes

 19
 23

Page 14 of 291

i
IN EEN OOGOPSLAG
Airbag voorpassagier
STARTEN

1. Steek de sleutel in de schakelaar.

2. Selecteer de stand:
"OFF" (uitschakelen) wanneer een
kinderzitje "met de rug in de rijrich-
ting" is bevestigd,
"ON" (inschakelen) wanneer een
passagier op de voorstoel zit of een
kinderzitje "met het gezicht in de rij-
richting" is bevestigd.

3. Verwijder de sleutel zonder de stand
van de schakelaar te veranderen.
1. Stand Stop .

2. Stand Contact .

3. Stand Starten .
A. Verklikkerlampje veiligheidsgordels voor
en/of achter niet vastgemaakt of weer
losgemaakt.

B. Verklikkerlampje veiligheidsgordel links
voor.

C. Verklikkerlampje veiligheidsgordel rechts
voor.

D. Verklikkerlampje veiligheidsgordel rechts
achter.

E. Verklikkerlampje veiligheidsgordel links
achter.

F. Verklikkerlampje uitschakeling airbag
vóór aan passagierszijde.

G. Verklikkerlampje airbag vóór aan passa-
gierszijde actief.
Veiligheidsgordels en airbag
vóór aan passagierszijde
VEILIGHEID VOOR DE INZITTENDEN

 100

 97, 101 Contactslot

 66
Hang geen zware voorwerpen aan
de sleutel. Hierdoor kunnen storin-
gen of slijtage optreden.

Page 15 of 291

IN EEN OOGOPSLAG
RIJDEN
Snelheidsbegrenzer "LIMIT" Weergave op het
instrumentenpaneel

1. Selecteren/deactiveren van de snel-
heidsbegrenzer.

2. Verlagen van de ingestelde snelheid.

3. Verhogen van de ingestelde snelheid.

4. Snelheidsbegrenzer aan/uit.
Het instellen van de snelheid is alleen
mogelijk bij draaiende motor.

 115 Als de snelheidsregelaar of -begrenzer
is ingeschakeld, verschijnen de instellin-
gen van het systeem op het instrumen-
tenpaneel.

1. Selecteren/deactiveren van de snel-
heidsregelaar.

2. Instellen van een snelheid / Verlagen
van de ingestelde snelheid.

3. Instellen van een snelheid / Verhogen
van de ingestelde snelheid.

4. Snelheidsbegrenzer uit / Hervatten
snelheidsbegrenzer.
Snelheidsregelaar "CRUISE"
Snelheidsregelaar
Snelheidsbegrenzer

 117
Het instellen van een snelheid en het
activeren van de snelheidsregelaar is
alleen mogelijk bij een wagensnelheid
hoger dan 40 km/h, vanaf de vierde
versnelling bij een handgeschakelde
versnellingsbak (tweede bij een auto-
matische transmissie).

Page 16 of 291

1
i
19
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
INSTRUMENTENPANEEL BENZINE - DIESEL MET HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK
De klokken en verklikkerlampjes op het
instrumentenpaneel geven informatie
over de werking van de auto.
5. Display.

6. Knop nulstelling.
Knop voor de nulstelling van de ge- selecteerde functie (dagteller of on-
derhoudsindicator).

7. Dimmer dashboardverlichting.
Knop voor de instelling van de licht- sterkte van de dashboardverlichting.
Klokken

1. Toerenteller.
Geeft het motortoerental aan (x 1000 t/min).

2. Koelvloeistoftemperatuurmeter.
Geeft de koelvloeistoftemperatuur aan (°Celsius).

3. Brandstofniveaumeter.
Geeft de resterende hoeveelheid brandstof in de tank aan.

4. Snelheidsmeter.
Geeft de wagensnelheid aan (km/h of mph).
A. Snelheidsbegrenzer
of
Snelheidsregelaar.
(km/h of mph)

B. Dagteller.
(km of miles)
Deze drie functies worden achter- eenvolgens weergegeven als het
contact wordt aangezet.

C. Onderhoudsindicator.
(km of miles), vervolgens:
Motorolieniveaumeter.
vervolgens:
Kilometerteller.
(km of miles)
Display
Raadpleeg voor meer informatie
over de werking en de weergave
van een bepaalde functie de des-
betreffende paragraaf.

Page 17 of 291

1
i
20
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
INSTRUMENTENPANEEL BENZINE - DIESEL MET HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK OF AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
De klokken en verklikkerlampjes op het
instrumentenpaneel geven informatie
over de werking van de auto.
5. Klein display.

6. Groot display.

7. Knop CHECK/nulstelling.
Activeert een handmatige CHECK.
Nulstelling van de geselecteerde functie (dagteller of onderhoudsindi-
cator).

8. Dimmer dashboardverlichting.
Knop voor de instelling van de licht- sterkte van de dashboardverlichting.
Klokken

1. Toerenteller
Geeft het motortoerental aan (x 1000 t/min).

2. Koelvloeistoftemperatuurmeter.
Geeft de koelvloeistoftemperatuur aan (°Celsius).

3. Brandstofniveaumeter.
Geeft de resterende hoeveelheid brandstof in de tank aan.

4. Snelheidsmeter.
Geeft de wagensnelheid aan (km/h of mph).
A. Dagteller.
(km of miles)

B. Kilometerteller.
(km of miles)
Deze twee functies worden achter- eenvolgens weergegeven als het
contact wordt aangezet.

C. Onderhoudsindicator.
(km of miles), vervolgens:
Motorolieniveaumeter.
Display
Raadpleeg voor meer informatie
over de werking en de weergave
van een bepaalde functie de des-
betreffende paragraaf. De volgende functies worden afhanke-
lijk van de geselecteerde functie weer-
gegeven.
-
Waarschuwingspictogrammen/
CHECK.
- Detectie te lage bandenspan-
ning.
- Snelheidsbegrenzer/-regelaar.
- Automatische transmissie.
- Informatie navigatiesysteem/
boordcomputer.

Page 18 of 291

1
i
21
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
INSTRUMENTENPANELEN NG4 BENZINE - DIESEL MET HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK OF AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
De klokken en verklikkerlampjes op het
instrumentenpaneel geven informatie
over de werking van de auto.
5. Klein display.

6. Groot display 16x9
NG4
.

7. Knop CHECK/nulstelling.
Activeert een handmatige CHECK.
Nulstelling van de geselecteerde functie (dagteller of onderhoudsindi-
cator).

8. Dimmer dashboardverlichting.
Knop voor de instelling van de licht- sterkte van de dashboardverlichting.
Klokken

1. Toerenteller
Geeft het motortoerental aan (x 1000 t/min).

2. Koelvloeistoftemperatuurmeter.
Geeft de koelvloeistoftemperatuur aan (°Celsius).

3. Brandstofniveaumeter.
Geeft de resterende hoeveelheid brandstof in de tank aan.

4. Snelheidsmeter.
Geeft de wagensnelheid aan (km/h of mph).
A. Dagteller.
(km of miles)

B. Kilometerteller.
(km of miles)
Deze twee functies worden achter- eenvolgens weergegeven als het
contact wordt aangezet.

C. Onderhoudsindicator.
(km of miles), vervolgens:
Motorolieniveaumeter.
De volgende functies worden afhanke-
Display
Raadpleeg voor meer informatie
over de werking en de weergave
van een bepaalde functie de des-
betreffende paragraaf. lijk van de geselecteerde functie weer-
gegeven.
-
Waarschuwingspictogrammen/
CHECK.
- Detectie te lage bandenspan-
ning.
- Snelheidsbegrenzer/-regelaar.
- Automatische transmissie.
- N
avigatiesysteem/boordcomputer.
- Parameters van de auto.

Page 19 of 291

1
i
22
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
* Volgens land van bestemming.
Het bedieningspaneel van het
instrumentenpaneel van de NG4
Algemeen menu

 Druk op toets 1 voor toegang tot het
algemene menu en om één van de
volgende functies te kiezen:
- "Parameters van de auto",
- "Taalkeuze",
- "Keuze van de eenheden".

 Druk op toets 2 of 3 om op het
scherm te verplaatsen.

 Druk opnieuw op toets 1 om de keu-
ze te bevestigen. Parameters van de auto
In dit menu kunt u bepaalde functies ten
behoeve van het rijden en het comfort
inschakelen:
- selectieve ontgrendeling (zie hoofd-
stuk "Openen"),
- follow-me-home en instapverlichting (zie hoofdstuk "Zicht"),
- sfeerverlichting (zie hoofdstuk "Zicht"),
- verlichting overdag (zie hoofdstuk "Zicht"),
- bochtverlichting (zie hoofdstuk "Zicht").
Taalkeuze
In dit menu kunt u de weergave van de
taal kiezen: Deutsch, English, Espanol,
Français, Italiano, Nederlands, Portugues,
Türkçe * .
Keuze van de eenheden
In dit menu kunt u de eenheden kiezen:
temperatuur (°Celsius of °Fahrenheit)
en verbruik (l/100 km, mpg of km/l).

Met behulp van de toetsen kunnen:
-
bij stilstaande auto , de uitrusting
van de auto en de parameters van
het display (taal, eenheden) worden
ingesteld,
- bij rijdende auto , de actieve functies
achtereenvolgend worden weerge-
geven (boordcomputer, navigatie...).
Bediening
U beschikt over vier toetsen om het
grote display 16x9 van het instrumen-
tenpaneel te bedienen:

1. toegang tot het algemene menu, be-
vestigen van de keuze,

2. naar boven verplaatsen in het
menu,

3. naar beneden verplaatsen in het
menu,

4. terugkeren naar het vorige scherm,
het menu verlaten. Het algemene menu en de bijbeho-
rende functies zijn uitsluitend toe-
gankelijk bij stilstaande auto, via de
toetsen
1 tot en met 4 .
Boven een bepaalde snelheid ver-
schijnt een melding op het display
die aangeeft dat toegang tot het al-
gemene menu onmogelijk is.
De weergave van de boordcom-
puter is uitsluitend toegankelijk bij
rijdende auto, via de toetsen 2 en 3
(zie paragraaf "Boordcomputer").

Page 20 of 291

1
!
23
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Verklikkerlampjes kunnen constant
branden of knipperen.
Een aantal verklikkerlampjes heeft
beide mogelijkheden. Of het con-
stant branden of knipperen van
een verklikkerlampje duidt op een
storing, is afhankelijk van de wer-
kingsfase van de auto.
Verklikkerlampjes
De verklikkerlampjes geven de bestuur-
der informatie over de werking van een
systeem (ingeschakeld of uitgescha-
keld) of waarschuwen de bestuurder in
het geval van een storing (waarschu-
wingslampje).
Bijbehorende waarschuwingen
Sommige verklikkerlampjes kunnen
gaan branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display.
Verklikkerlampjes tijdens het rijden
De volgende verklikkerlampjes geven
aan dat de desbetreffende functie is in-
geschakeld.
Richtingaanwijzer links.
Handrem aangetrokken.
Richtingaanwijzer rechts.
Grootlicht.
Dimlicht.
Voorgloeien dieselmotor.
Wacht tot dit pictogram is verdwe-
nen voordat u de motor start.
Mistlampen vóór.
Mistachterlicht.
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan
de waarschuwingslampjes enkele se-
conden branden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten
deze lampjes weer uitgaan.
Als het lampje blijft branden, controleer
dan voordat u gaat rijden welke functie
het betreft.
Gemeenschappelijke
verklikkerlampjes tijdens het rijden

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 ... 300 next >