Peugeot 308 CC 2009 Handleiding (in Dutch)

Page 221 of 291

209
03
5
6
7
1
2
3
4
NAVIGATIE
NAVIGATIEOPTIES
Selecteer de functie ROUTEDYNAMIEK. Deze functie geeft toegang tot de opties VERKEERSONAFHANKELIJK of SEMI-DYNAMISCH.
Selecteer de functie VERMIJDCRITERIA. Deze functie geeft toegang tot de optie VERMIJDEN (autosnelwegen, tolwegen, veerboten).
Draai aan de draaiknop en selecteer de functie HERBEREKENEN om rekening te houden met de geselecteerde navigatieopties. Druk op de draaiknop om te bevestigen.
Druk op de toets NAV.
Druk nogmaals op de toets NAV of selecteer de functie MENU NAVIGATIE en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Selecteer de functie NAVIGATIECRITERIA en druk op de draaiknop om te bevestigen. Met deze functie kunnen de navigatiecriteria worden gewijzigd.
Selecteer de functie NAVIGATIEOPTIES en druk op de draaiknop om te bevestigen.
MENU NAVIGATIE
NAVIGATIEOPTIES
NAVIGATIECRITERIA
ROUTEDYNAMIEK
VERMIJDCRITERIA
HERBEREKENEN
De route die het kleurennavigatiesysteem met Bluetooth carkit berekent, hangt af van de geselecteerde navigatieopties. Door het wijzigen van deze opties kan een totaal verschillende route worden berekend.

Page 222 of 291

210
5
6
7
1
2
3
4
ETAPPE TOEVOEGEN
Voer bijvoorbeeld een nieuw adres in.
Selecteer na het invoeren van het nieuwe adres OK en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Selecteer HERBEREKENEN en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Druk op de toets NAV.
Druk nogmaals op de toets NAV of selecteer de functie MENU NAVIGATIE en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Selecteer de functie ETAPPE TOEVOEGEN (maximaal 5 tussenstops) en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Selecteer de functie ETAPPES en druk op de draaiknop om te bevestigen.
MENU NAVIGATIE
ETAPPES
ETAPPE TOEVOEGEN
NIEUW ADRES INVOEREN
OK
De etappe moet zijn gepasseerd of gewist voordat de nt de navigatie naar de volgende bestemming kan worden hervat. Zo niet, daiet, dan leidt uw PC Nav u systematisch naar de vorige etappe.
Na het selecteren van de bestemming kunnen etappes aan de route worden toegevoegd.
HERBEREKENEN

Page 223 of 291

211
03
1
2
3
4
7
85
6
NAVIGATIE
POINTS OF INTEREST ZOEKEN
Druk op de toets NAV.
Druk nogmaals op de toets NAV of selecteer de functie MENU NAVIGATIE en druk op de toets om te bevestigen.
Selecteer de functie POI DICHTBIJ om points of interest in de nabijheid van de auto te zoeken.
Selecteer de functie POI ZOEKEN een druk op de draaiknop om te bevestigen.
MENU NAVIGATIE
POI ZOEKEN
POI DICHTBIJ
Selecteer de functie POI IN PLAATS om points of interest in de gewenste plaats te zoeken. Kies het land en voer vervolgens de plaatsnaam in met behulp van het virtuele toetsenbord.
Selecteer de functie POI BIJ ROUTE om points of interest in de nabijheid van de route te zoeken.
Selecteer de functie POI IN LAND om points of interest in het gewenste land te zoeken.
Selecteer de functie POI BIJ BESTEMMING om points of interest in de omgeving van de eindbestemming te zoeken.
POI BIJ BESTEMMING
POI IN LAND
POI BIJ ROUTE
Via de toets LIST op het virtuele toetsenbord is een oven overzicht van plaatsnamen in het geselecteerde land beschikbaar.
POI IN PLAATS
Points of interest (POI) zijn openbare gebouwen en diensten in de omgeving (hotels, bedrijven, vliegvelden...).

Page 224 of 291

212
03 NAVIGATIE
POI-lijst POI-lijst
* afhankelijk van beschikbaarheid in het land. * afhankelijk van beschikbaarheid in het land.
Dit pictogram verschijnt als er zich meerdere Points of Interest in hetzelfde gebied bevinden. Door op dit pictogram in te zoomen kunt u de verschillende Points of Interest bekijken.

Page 225 of 291

213
03
6
4
5
1
2
3
NAVIGATIE-INSTELLINGEN
Selecteer de functie VOLUME GESPROKEN BERICHTEN en draai aan de draaiknop om het volume van de verschillende gesproken berichttypen (verkeersinformatie, waarschuwingsmeldingen…) in te stellen.
Selecteer RISICOZONE-POI'S INSTELLEN voor toegang tot de functies OP KAART WEERGEVEN, VISUELE WAARSCHUWING en GELUIDSSIGNAAL.
Selecteer de functie POI-CATEGORIEËN OP KAART om de POI's die standaard op de kaart worden weergegeven in te stellen.
VOLUME GESPROKEN BERICHTEN
Druk op de toets NAV.
Druk nogmaals op de toets NAV of selecteer de functie MENU NAVIGATIE en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Selecteer de functie INSTELLINGEN en druk op de draaiknop om te bevestigen.
MENU NAVIGATIE
INSTELLINGEN
POI-CATEGORIEËN OP KAART
RISICOZONE-POI'S INSTELLEN
NAVIGATIE
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk voor meer informatie over de procedure voor het instellen van RISICOZONE-POI'S. Voor het updaten van RISICOZONE-POI's is een SDHC- speler (High Capacity) vereist.

Page 226 of 291

214
04
1
2
5
4
3
VERKEERSINFORMATIE
INSTELLEN VAN DE FILTERS EN DE
WEERGAVE VAN TMC-BERICHTEN
Selecteer uit de lijst die vervolgens wordt weergegeven de gewenste straal van het fi lter (in km), afhankelijk van de route. Druk op de draaiknop om uw keuze te bevestigen. Wanneer alle berichten over het traject worden geselecteerd, wordt aanbevolen een geografi sche fi lter (over een straal van 5 km bijvoorbeeld) toe te voegen om het aantal berichten dat op de kaart verschijnt te verkleinen. Het geografi sch fi lter volgt de verplaatsing van de auto.
Druk nogmaals op de toets TRAFFIC of selecteer het MENU VERKEER en druk op de draaiknop om te bevestigen.
GEOGRAFISCH FILTER (UIT)
Druk op de toets TRAFFIC.
De fi lters werken onafhankelijk en cumulatief. Het is raadzaam om een fi lter op de route en een fi lter rondom de auto in te schakelen van: - 3 km of 5 km voor een gebied met een dicht wegennet, - 10 km voor een gebied met een normaal wegennet , - 50 km voor lange trajecten (autosnelweg).
Selecteer de functie GEOGRAFISCH FILTER (UIT) en druk op de draaiknop om te bevestigen.
De lijst met TMC-berichten verschijnt onder MENU V ERU VERKEER op volgorde van nabijheid.
Selecteer het gewenste fi lter:
ALLE BERICHTEN OP ROUTE
WAARSCHUWINGS MELDIGE OP ROUTE
ALLEEN WAARSCHUWINGSMELDINGEN
ALLE BERICHLEN
De berichten verschijnen op de kaart en in de lijst. Druk op ESC om het fi lter uit te schakelen.
MENU VERKEER
Het symbool TMC links onder aan het schet scherm kan op 3 verschillende manieren worden weergegeergegeven: - Geen TMC-zender beschikbaar, - TMC-zender beschikbaar, geen berichterichten voor deze route, - TMC-zender beschikbaar, met berichterichten voor deze route (indien navigatie actief).

Page 227 of 291

215
11
2
3
05
SELECTEREN VAN EEN ZENDER
Druk tijdens het luisteren naar de radio op de draaiknop.
Het snelkeuzemenu van de radiofunctie verschijnt en ge en geeft toegang tot de volgende opties:
Selecteer de gewenste functie en druk op de draaiknop om te bevestigen en de desbetreffende instellingen te wijzigen.
VERKEERSINFORMATIE (TA)
Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeo steeds naar de sterkste frequentie van een zender, zodat u erna ar kaar kunt blijven luisteren zonder dat u zelf de frequentie hoeft te wijzigenijzigen. Sommige RDS-zenders zijn echter niet in het hele land te on tvangtvangen, omdat de frequenties van de zender niet het hele land dek ken.kken. Dit verklaart dat de zender tijdens het rijden kan wegvallen.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden door obstakels in de omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook als d e RDS-functie is ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te maken me t een storing in de autoradio.
RDS - REGIONALE FUNCTIE -
VERKEERSINFORMATIE
Druk op de toets RADIO om de alfabetische lijst met lokaal ontvangen zenders weer te geven. Selecteer het gewenste station met de draaiknop en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Druk tijdens het luisteren naar de radio op een va n de toetsen om de vorige of volgende zender in de lijst te selecteren.
Druk langer dan 2 seconden op een van de numerieke rieke toetsen om de zender waarop is afgestemd op te slaan. Druk op de numerieke toets om naar de zender te luiste luisteren die onder die toets is opgeslagen.
RDS
RADIOTEKST
REGIONAAL PROG.
AM
RADIO
Houd een van de toetsen lang ingedrukt om automatisch in afl opende of oplopende volgorde naar zenders te zoeken.

Page 228 of 291

216
06 MULTIMEDIASPELERS
CD, CD MET MP3- OF WMA-BESTANDEN,
SD-KAART MP3/WMA
INFORMATIE EN TIPS
Bij gebruik van het GPS-navigatiesysteem moet de SD-kaart van de navigatie in de speler van de Peugeot Connect Nav zijn geplaatst. In dat geval is het niet mogelijk om een SD-kaart met MP3-bestanden af te spelen.
Selecteer bij het branden van een CD-R of CD-RW de s de standaard ISO 9660 niveau 1, 2 of bij voorkeur Joliet om deze te ke te kunnen afspelen. Als de CD in een ander formaat is gebrand, kan het zijnet zijn dat deze niet goed wordt afgespeeld. Het is raadzaam voor één CD niet meer dan één stan dastandaard voor het branden te gebruiken. Stel de laagst mogelijke snelheidelheid in (maximaal 4 x) voor een optimale geluidskwaliteit. Voor het branden van een multisessie-CD is het raa dzaaadzaam de standaard Joliet te gebruiken.
De Peugeot Connect Nav speelt bestanden met de ext ee extensie ".mp3" en een bitrate van 8 tot 320 Kbps en bestanden met deet de extensie ".wma" en een bitrate van 5 tot 384 Kbps af. Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate) kunn ekunnen worden afgespeeld. Geluidsbestanden met een andere extensie (.mp4, .m 34, .m3u...) kunnen niet worden afgespeeld.
De formaten MP3 (afkorting van MPEG 1, 2 & 2.5 Aud io Audio Layer 3) en WMA (afkorting van Windows Media Audio, eigen eigendom van Microsoft) zijn standaarden voor het comprimeren van g van geluid die de mogelijkheid bieden enkele tientallen nummers op és op één CD te plaatsen.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters e nters en verwijder speciale tekens (bijv.: " ", ?, ù) om problemen met het at het afspelen of de weergave te voorkomen.
Schakel tijdens het afspelen de functie SD-kaart u it vooit voordat u de SD-kaart uit de speler verwijdert.
Om diefstal te voorkomen, is het raadzaam de SD-ka ar-kaart te verwijderen voordat u de auto met geopend dak achte rlchterlaat.

Page 229 of 291

217
1
2
3
5
4
6
MUZIEK SELECTEREN/BELUISTEREN
CD, MP3-/WMA-CD, SD-KAART MP3-/ WMA-CD
Het afspelen of weergeven van een MP3-/WMA-speellijpeellijst kan worden beïnvloed door het gebruikte programma voor h voor het branden van de CD en/of de instellingen. Wij raden u aan voor hvoor het branden van een CD de standaard ISO 9660 te gebruiken.
Druk op de toets MUSIC.
Selecteer de functie KIES GELUIDSBRON en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Druk op de toets omhoog/omlaag om de volgende/vorige map te selecteren.
Selecteer de gewenste geluidsbron: CD, MP3-/WMA-CD, SD-KAART MP3/WMA… Druk op de draaiknop om te bevestigen. Het afspelen begint.
KIES GELUIDSBRON
Druk nogmaals op de toets MUSIC of selecteer de functie MENU MUZIEK en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Druk op een van de toetsen om een nummer te selecteren. Houd een van de toetsen ingedrukt om snel vooruit of terug te spoelen. MENU MUZIEK
De lijst met nummers of MP3-/WMA-bestanden verschi jerschijnt onder het MENU MUZIEK.

Page 230 of 291

218
1
2
3
4
06
Sluit het externe apparaat (MP3-/WMA-speler…) met de met de JACK/RCA-audiokabel aan op de audioaansluitingen (wgen (wit en rood, type RCA) in het dashboardkastje.
Druk op de toets MUSIC en druk nogmaals op de toets of selecteer de functie MENU MUZIEK en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Selecteer de geluidsbron AUX en druk op de draaiknop om te bevestigen, waarna het afspelen automatisch begint.
Selecteer de functie EXTERN TOESTEL en druk op de draaiknop om het externe apparaat te activeren.
EXTERN TOESTEL
De weergave- en bedieningsfuncties verlopen via de ex de externe apparatuur zelf.
AUX-INGANG GEBRUIKEN
AUDIO-/RCA-KABEL NIET BIJGELEVERD
MULTIMEDIASPELERS

Page:   < prev 1-10 ... 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 ... 300 next >