Peugeot 308 CC 2009 Handleiding (in Dutch)

Page 251 of 291

239
11
66
22
77
44
99
55
1010
33
88
05
Saisir code authentiication01OKDel23456789_
PC BLUETOOTH
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon aan het Bluetooth-systeem van uw autoradio mag om veiligheidsredenen en vanwe ge het feit dat deze handeling volledige aandacht van de bestuurder vraagt, uitsluitend worden uitgevoerd bij stilstaande auto en met aangezet contact.
Activeer de functie Bluetooth van uw telefoon.
Er wordt een venster weergegeven met de tekst "Bez ig met zoeken...".
Druk op de toets MENU.
Kies in het menu: - Bluetooth-telefoon - Audio - Bluetooth confi guratie - Zoeken via Bluetooth
De beschikbare functies zijn afhankelijk van het netwerk, de SIM-kaart en de compatibiliteit van de gebruikte Bluetooth-appar atuur. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw telefoon en uw provider voor meer informatie over de beschikbare functies. Een overzicht van de meest geschikte telefoons is verkrijgbaar via het netwerk. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk. BLUETOOTH-TELEFOON
DISPLAY C
Met het menu TELEFOON krijgt u onder andere toegan g tot de volgende functies: Adresboek * , Logboek gesprekken, Beheer van de koppelingen.
De eerste vier herkende telefoons worden in dit ve nster weergegeven.
Op het scherm wordt een toetsenbord weergegeven: voer een code van minimaal 4 cijfers in. Bevestig met Ok.
Op het scherm verschijnt "Koppeling Naam_telefoon geslaagd".
Selecteer in de lijst de te koppelen telefoon. U kunt slechts één telefoon per keer koppelen.
Op het scherm van de geselecteerde telefoon wordt een bericht weergegeven: voer, om de koppeling te accepteren, in de telefoon dezelfde code in en beve stig vervolgens met Ok. Mocht de koppeling niet gelukt zijn, dan kunt u het nogmaals proberen. Dit kan een onbeperkt aantal ker en.
De toegestane automatische verbinding wordt geacti veerd nadat de telefoon is geconfi gureerd. Het adresboek en het logboek gesprekken zijn na de synchronisatie beschikbaar.
OK
KOPPELEN VAN EEN TELEFOON
U kunt ook via de telefoon de koppeling tot stand brengen.
* als uw telefoon volledig compatibel is.

Page 252 of 291

240
11
22
11
11
22
33
22
JA
EEN GESPREK ONTVANGEN
Een inkomend gesprek wordt aangegeven door een beltoon en het verschijnen van een venster op het multifunctionele display. Start de koppelingsprocedure tussen de telefoon en de auto. Deze procedure kan gestart worden via het telefoonmenu van de auto of via het toetsenbord van de telefoon, zie hiervoor de eerder beschreven stappen 1 t/m 10. Tijdens de koppeling moet de auto stilstaan en het contact aanstaan.
Selecteer in het telefoonmenu de te koppelen telefoon. Het audiosysteem wordt automatisch verbonden met de zojuist gekoppelde telefoon.
Selecteer met behulp van de toetsen de knop JA op het scherm en bevestig met OK.
Druk op de toets OK op het stuurwiel om het gesprek te accepteren.
Selecteer in het menu Bluetooth-telefoon Audio, Be heer van het telefoongesprek en vervolgens Bellen, Logboek gespr ekken of Adresboek.
Druk gedurende meer dan twee seconden op het uiteinde van de hendel aan de stuurkolom om toegang te krijgen tot uw adresboek. Of Gebruik, als de auto stilstaat, het toetsenbord van uw telefoon om een nummer in te voeren.
BELLEN
STREAMING BLUETOOTH-AUDIO
(IN DE LOOP VAN HET JAAR BESCHIKBAAR)
Draadloze overdracht van muziekbestanden van de te lefoon naar het audiosysteem van de auto. De telefoon moet de desbetreffende Bluetooth-profi elen (A2DP/AVRCP) kunnen ondersteune n.
* In sommige gevallen moet het afspelen van audiobestanden via het toetsenbord worden geactiveerd. ** Als de telefoon deze functie ondersteunt.
Activeer de bron Streaming door op de toets SOURCE * te drukken. Via de toetsen op het bedieningspaneel van de radio en de bediening op het stuurwiel kunt u op de gebruikelijke wijze de muziekstukken aansturen ** . De informatie over de muziekstukken kan op het display worden weergegeven.

Page 253 of 291

241
06 SNELKEUZE
STUURKOLOMSCHAKELAARS
RADIO: selecteren van de volgende voorkeuzezender. Selecteren van het volgende item van een menu.
RADIO: selecteren van de vorige voorkeuzezender. Selecteren van het vorige item van een menu.
RADIO: automatisch zoeken naar zenders in oplopende volgorde. CD/MP3: selecteren van het volgende nummer. CD: lang indrukken: versneld vooruitspoelen. Selecteren van het vorige item.
RADIO: automatisch zoeken naar zenders in afl opende volgorde. CD/MP3: selecteren van het vorige nummer. CD: lang indrukken: versneld terugspoelen. Selecteren van het volgende item.
Volume verhogen.
Volume verlagen.
Geluid onderbreken: gelijktijdig indrukken van de volumetoetsen.
Druk op een van de twee volumetoetsen om terug te keren naar het oorspronkelijke volume.
- Wijzigen van de geluidsbron. - Bevestigen van een selectie. - Telefoon opnemen/ophangen. - Langer dan 2 seconden indrukken: toegang tot het telefoonmenu.

Page 254 of 291

242
55
66
77
88
11
22
33
44
07 CONFIGURATIE
Druk op de toets MENU.
Selecteer met de pijltoetsen de functie PERSOONLIJKE INSTELLING - CONFIGURATIE.
Druk op de toets om de selectie te bevestigen.
Selecteer met de pijltoetsen de functie CONFIGURATIE BEELDSCHERM.
Druk op de toets om de selectie te bevestigen.
Druk op de toets om de selectie te bevestigen.
Selecteer met de pijltoetsen de functie DATUM EN TIJD INSTELLEN.
Stel de parameters één voor één in door deze te bevestigen met de toets OK. Selecteer vervolgens de knop OK op het scherm om de instellingen te bevestigen.
CONFIGURATIE BEELDSCHERM
DATUM EN TIJD INSTELLEN
OK
PERSOONLIJKE INSTELLING - CONFIGURATIE
DATUM EN TIJD INSTELLEN

Page 255 of 291

243
11
2
3
4
3
4
3
4
2
3
4
2
3
4
2
4
4
3
3
4
4
1
22
1
2
3
3
08
3
4
4
1
2
2
2
2
1
2
1
2
3
2
PERSOONLIJKE INSTELLING - CONFIGURATIE AUDIOFUNCTIES
MENUSTRUCTUREN monochroom display C MENUSTRUCTUREN monochroom display C
* De parameters variëren afhankelijk van de auto (zie het hoofdstuk "Multifunctionele displays").
BLUETOOTH TELEFOON
BLUETOOTH CONFIGURATIE
TOESTEL AANSLUITEN/AFKOPPELEN
Telefoonfunctie
Audio streaming functie
RAADPLEGEN KOPPELINGEN
VERWIJDEREN GEKOPPELD TOESTEL
ZOEKEN VIA BLUETOOTH
DIAGNOSE AUTO
VOORKEUZE FM
RDS-functie
inschakelen/uitschakelen
REG-functie
inschakelen/uitschakelen
weergave radiotext (RDTXT)
inschakelen/uitschakelen
VOORKEUZE CD-AUDIO
RDM-functie (random)
inschakelen/uitschakelen
PARAMETERS VAN DE AUTO DEFINIËREN *
LOGBOEK WAARSCHUWINGEN
diagnose
CONFIGURATIE BEELDSCHERM
regeling weergave
normale weergave
omgekeerde weergave
regeling helderheid (- +)
datum en tijd instellen
dag/maand/jaar instellen
uren/minuten instellen
keuze cyclus 12u/24u
keuze van eenheden
l/100 km - mpg - km/l
°Celsius / °Fahrenheit
TAALKEUZE
BEHEER VAN EEN GESPREK
HUIDIGE GESPREK BEËINDIGEN
INSCHAKELEN MUTEFUNCTIE
BELLEN
LOGBOEK VAN OPROEPEN
INDEX

Page 256 of 291

276
In de onderstaande tabel vindt u de antwoorden op de meest gestelde vragen over uw Autoradio RD4 en u w Autoradio/telefoon/GPS RT4.
VRAAG OPLOSSING ANTWOORD
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen de verschillende geluidsbronnen (radio, CD, ...).
Controleer of de audio-instellingen (volume, bassen, hoge tonen, muziekstijl, loudness) zijn afgestemd op de verschillende geluidsbronnen. Het is raadzaam de AUDIO-functies (bassen, hoge tonen, balans V-A, balans L-R) in de middelste stand te zetten, de muziekstijl "Geen" te selecteren en de functie Loudness in de stand "Actief" te zetten als de CD-speler is geselecteerd en in de stand "Inactief" te zetten als de radio is geselecteerd.
Voor een optimaal luistergenot kunt u de audio-instellingen (volume, bassen, hoge tonen, muziekstijl, loudness) voor elk e geluidsbron afzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een andere geluidsbron (radio, CD, ...) verschillen in de geluidskwaliteit hoorbaar zijn.
De CD wordt steeds uitgeworpen of kan niet worden afgespeeld door de CD-speler.
- Controleer of de CD met de juiste zijde boven in de speler is geplaatst. - Controleer de staat van de CD: de CD kan niet worden gelezen als deze te veel is beschadigd. - Controleer de inhoud van de CD als deze zelf is gebrand: raadpleeg de tips in het hoofdstuk Audio. - De CD-speler van de autoradio kan geen DVD's afspelen. - De kwaliteit van sommige zelfgebrande CD's is onvoldoende om deze door de autoradio te laten afspelen.
De CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden gelezen, bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden d ie niet door de autoradio gelezen kunnen worden.
De CD is voorzien van een beveiligingssysteem dat niet door de autoradio wordt herkend.
VEELGESTELDE VRAGEN
De CD-speler levert een slechte geluidskwaliteit. De gebruikte CD is gekrast of van slechte kwaliteit. Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg ze zorgvuldig op.
De audio-instellingen (bassen, hoge tonen, muzieks tijl) zijn niet op de CD-speler afgestemd. Zet het niveau van de bassen of de hoge tonen op 0, zonder een muziekstijl te selecteren.

Page 257 of 291

277
VRAAG OPLOSSING ANTWOORD
De voorkeuzezenders kunnen niet worden ontvangen (geen geluid, 87,5 Mhz wordt weergegeven...).
Het verkeerde golfbereik is geselecteerd. Druk op de toets BAND AST om het golfbereik (AM, FM1, FM2, FMAST) terug te vinden waarin de voorkeuzezenders zijn opgeslagen.
De functie TA (verkeersinformatie) is ingeschakeld, maar ik krijg geen verkeersinformatie te horen.
Stem af op een zender die wel verkeersinformatie uitzendt. De geselecteerde radiozender maakt geen deel uit van het regionale netwerk van zenders die verkeersinformatie uitzende n.
De ontvangstkwaliteit van de beluisterde radiozender neemt geleidelijk af of de voorkeuzezenders kunnen niet worden ontvangen (geen geluid, 87,5 Mhz wordt weergegeven...).
De auto bevindt zich te ver van de zender van het beluisterde radiostation of er bevindt zich geen zender in het gebied waarin de auto zich bevindt.
De omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergar ages, enz.) veroorzaakt storingen in de ontvangst, ook als de RDS-functie is ingeschakeld.
De antenne is niet aanwezig of beschadigd (bijvoor beeld in een wasstraat of ondergrondse parkeergarage).
Activeer de functie RDS om het systeem te laten controleren of er een sterkere zender in het gebied aanwezig is.
Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te maken met een storing in de autoradio.
Laat de antenne controleren door het PEUGEOT-netwerk.
Het geluid van de radio valt 1 tot 2 seconden weg.
Het RDS zoekt tijdens deze korte onderbreking van het geluid naar een eventuele sterkere zender voor een betere ontvangst van het station. Schakel de RDS-functie uit als dit verschijnsel zich te vaak en steeds op hetzelfde traject voordoet.
Na het afzetten van de motor wordt de radio na enkele minuten automatisch uitgeschakeld.
Als de motor is afgezet, blijft de radio nog werken zolang de laadtoestand van de accu dat toestaat. Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco -mode van de autoradio is geactiveerd om te voorkomen dat de accu van de a uto ontladen raakt.
Start de motor om de accu op te laden.
De melding "het audiosysteem is oververhit" verschijnt op het display.
Schakel het audiosysteem enkele minuten uit om het systeem te laten afkoelen. Om het audiosysteem te beschermen tegen een te hog e omgevingstemperatuur, activeert de autoradio automatisch een thermische beveiliging die het geluidsvolume verlaagt of de CD-speler uitschakelt.

Page 258 of 291

245
PC Media Nav
De PC Media Nav is zodanig gecodeerd dat deze uitsluitend in uw auto functioneert. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk als u het systeem voor gebruik in een andere auto wilt laten confi gureren.
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingen die zijn volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren bij stilstaande auto. Enkele minuten na het afzetten van de motor kan de PC Media Nav zichzelf uitschakelen om te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
INHOUD


Page 259 of 291

246
22
11
55
3344
88
99
10101515
11111717
18181212
1616
1414
7766
1313
01
1. Uitwerpen van de CD.
2. Selecteren van de geluidsbron: radio, Jukebox, CD, en externe apparatuur (AUX, indien geactiveerd in h et confi guratiemenu). Lang indrukken: de CD naar de harde schijf kopiëre n.
3. Lang indrukken van de toets SOS: noodoproep.
4. Selecteren van de weergave op het display van de functies TRIP, TEL, NAV en AUDIO.
5. Wijzigen van de schermweergave. Lang indrukken: resetten van de RT4. 6. Aan/uit en volumeregeling.
7. Selecteren van het golfbereik FM1, FM2, FMast , AM.
8. TA-functie (verkeersinformatie) AAN/UIT. Lang indrukken: toegang tot de PTY-functie (program matypen radio).
9. Toegang tot het dienstenmenu "PEUGEOT".
10. Annuleren van de bewerking. Lang indrukken: terugkeren naar de actieve functie .
11. Automatisch zoeken naar zenders in afl opende/oplopende volgorde. Selecteren van het vorige/volgende nummer van de C D, de vorige/volgende MP3 of het vorige/volgende nummer van de Jukebox.
12. Weergave van het algemene menu.
13. Alfanumeriek toetsenbord voor invoeren van omschrijvingen.
14. Selecteren van de vorige/volgende MP3/Jukebo x-speellijst.
15. Audio-instellingen: balans voor/achter, links/rechts, loudness, geluidssferen.
16. Selecteren en bevestigen.
17. Opening voor SIM-kaart.
18. Weergave van de lijst radiozenders, de numme rs van de CD of de MP3/Jukebox-speellijsten. Lang indrukken: bijwerken van de lijst radiozender s.
BASISFUNCTIES

Page 260 of 291

247
02 ALGEMEEN MENU
KAART: oriëntatie, details, weergave. AUDIO FUNCTIES: radio, CD-speler, Jukebox, opties.
Gebruik voor het schoonmaken van het display een zacht, niet-schurend doekje (bijvoorbeeld een brillendoekje) zonder schoonmaakmiddel.
TELEMATICA: telefoon, index, SMS.
CONFIGURATIE: parameters van de auto, weergave, tijd, talen, stem, AUX-aansluiting.
VIDEO: activeren, parameters.
DIAGNOSE AUTO: logboek waarschuwingsmeldingen, status van functies.
NAVIGATIE: GPS, etappes, opties.
VERKEERSINFORMATIE: TMC-informatie, meldingen.

Page:   < prev 1-10 ... 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 291-300 ... 300 next >