Peugeot 308 SW BL 2008 Handleiding (in Dutch)

Page 91 of 260

i
i
!
98
ZICHT
PLAFONNIERS
Via de plafonniers kunt u de interieur-
verlichting instellen en inschakelen.

1. Plafonnier vóór

2. Kaartleeslampjes

3. Leeslampjes achter opzij

4. Plafonnier achter Plafonniers vóór en achter
In deze stand gaat de interieur-
verlichting geleidelijk branden:
Kaartleeslampjes

 Druk bij aangezet contact op de
desbetreffende schakelaar.
Als de interieurverlichting permanent
is ingeschakeld, blijft deze geduren-
de een bepaalde tijd branden:
- bij afgezet contact: ongeveer 10 minuten,
- in de eco-mode: ongeveer 30 seconden,
- bij draaiende motor: onbeperkt.
- als de auto wordt ontgrendeld,
- als de sleutel uit het contact wordt
verwijderd,
- als een portier wordt geopend,
- als op de ontgrendelknop van de af- standsbediening wordt gedrukt om
de auto te lokaliseren.
Permanent uit.
Permanent aan. Als de plafonnier vóór in de stand
"permanent aan" staat, brandt de
plafonnier achter ook, behalve als
deze in de stand "permanent uit"
staat.
Zet de plafonnier achter in de stand
"permanent uit" om deze uit te
schakelen.
Leeslampjes achter opzij

 Als het contact is aangezet en één
keer op de schakelaar van een lees-
lampje wordt gedrukt, wordt het des-
betreffende leeslampje ingeschakeld
in de stand "permanent aan".

 Als nogmaals op de schakelaar wordt
gedrukt, gaat het leeslampje branden:
- als de auto wordt ontgrendeld,
- als de sleutel uit het contact wordt genomen,
- bij het openen van een portier,
- bij het lokaliseren van uw auto met de ontgrendelknop van de
afstandsbediening.
Het leeslampje gaat geleidelijk uit:
- na het vergrendelen van de auto,
- als het contact wordt aangezet,
- 30 seconden na het sluiten van het laatste portier.
Zorg ervoor dat er geen voorwerpen
tegen de leeslampjes aan komen.
De interieurverlichting gaat geleidelijk uit:
- als de auto wordt vergrendeld,
- als het contact wordt aangezet,
- 30 seconden na het sluiten van het
laatste portier.

Page 92 of 260

i
i
99
ZICHT
SFEERVERLICHTING
De gedempte interieurverlichting verbe-
tert het zicht in de auto als deze zich in
een donkere omgeving bevindt. De verlichting van de bagageruim-
te kan verschillende perioden blij-
ven branden:
- bij afgezet contact: ongeveer 10 minuten,
- in de eco-mode: ongeveer 30 seconden,
- bij draaiende motor: onbeperkt.
De verlichting van de bagageruimte
gaat automatisch branden zodra de ba-
gageruimte wordt geopend en dooft zo-
dra deze wordt gesloten.
INSTAPVERLICHTING INTERIEUR
Als de automatische verlichting is geacti-
veerd, kan de interieurverlichting met de af-
standsbediening worden ingeschakeld om
op donkere plaatsen het lokaliseren van de
auto en het instappen te vergemakkelijken.
VERLICHTING BAGAGERUIMTE
Inschakelen

 Druk op het geopende hangslot van
de afstandsbediening.
De dorpelverlichting voor en achter, de
beenruimteverlichting en de plafonniers
gaan branden en uw auto wordt gelijk-
tijdig ontgrendeld.
Uitschakelen
De instapverlichting interieur gaat na
een bepaalde tijd automatisch uit of
gaat uit als een van de portieren wordt
geopend.
Programmeren
Inschakelen
Als het buiten donker is, worden de been-
ruimteverlichting en de sfeerverlichting
A
van de plafonnier vóór automatisch inge-
schakeld zodra de parkeerlichten gaan
branden.
Uitschakelen
De sfeerverlichting gaat automatisch uit
als de dimlichten worden uitgeschakeld.
Programmeren
De duur van het branden van de
instapverlichting is gekoppeld en
gelijk aan die van de automatische
follow-me-home verlichting.
Deze functie kan worden
in- of uitgeschakeld via het
confi guratiemenu van het
multifunctionele display.
Deze functie is standaard
ingeschakeld. De duur van het branden
van de instapverlichting kan
worden geselecteerd via het
confi guratiemenu van het
multifunctionele display.

Page 93 of 260

100
INDELINGEN
INDELING INTERIEUR

1. Brillenvak

2. Zonneklep
(zie de volgende bladzijde voor meer informatie)

3. Handgreep met kledinghaak

4. Vensters voor
parkeer-/tolkaarten
(zie de volgende bladzijde voor meer informatie)

5. Opbergvak

6. Opbergvakje

7. Tashaak

8. Verlicht dashboardkastje
(zie de volgende bladzijde voor meer informatie)

9. Portiervakken

10. Verlichte asbak
(zie de volgende bladzijde voor meer informatie)

11. Opbergvak met antislipmat

12. Aansteker/12V-aansluiting
(zie de volgende bladzijde voor meer informatie)

13. Bekerhouder

14. Armleuning vóór
(zie de volgende bladzijde voor meer informatie)

15. Opbergvak

Page 94 of 260

i
101
INDELINGEN
VERLICHT DASHBOARDKASTJE
Het dashboardkastje bestaat uit speci-
ale ruimtes voor het opbergen van een
fl es mineraalwater, het instructieboekje
van de auto, ...
In het deksel zijn speciale ruimtes ge-
creëerd voor een pen, een bril, klein-
geld, kaarten, een blikje, geurelementen
voor de parfumeur, ...
ZONNEKLEP
De zonneklep kan zowel omlaag als
naar opzij worden geklapt en is voor-
zien van een make-upspiegel met ver-
lichting.

 Open als het contact aan is het af-
dekkapje. De verlichting van de
make-upspiegel gaat automatisch
branden.
De zonneklep bevat tevens een moge-
lijkheid voor het opbergen van pasjes.
VENSTERS VOOR PARKEER-/TOLKAARTEN
Hierin kunt u parkeer- en/of tolkaarten
plaatsen.
Deze vensters bevinden zich aan
weerszijden van de voet van de binnen-
spiegel op de voorruit.
Op deze plaatsen is de thermisch isole-
rende voorruit niet-refl ecterend.
De thermisch isolerende voorruit
beperkt de opwarming van het in-
terieur door zonnestralen (ultravio-
lette straling) te fi lteren. De voorruit
bevat bovendien een refl ecterende
laag die radiogolven tegenhoudt
(bijvoorbeeld bij tolpoorten met
elektronische betaling).
 Trek de handgreep omhoog om het
dashboardkastje te openen.
De verlichting van het dashboardkastje
treedt in werking zodra het deksel wordt
geopend.
Als uw auto is uitgerust met airconditio-
ning, bevat het dashboardkastje een af-
sluitbare ventilatiebuis A , via welke het
dashboardkastje wordt voorzien van de-
zelfde airconditioning als het interieur.

Page 95 of 260

102
INDELINGEN
AANSTEKER / 12V-AANSLUITING

 Druk wanneer u de aansteker wilt
gebruiken, deze in en wacht enkele
seconden tot de aansteker uit zich-
zelf terugspringt.

 Verwijder wanneer u een accessoi-
re van 12 V (maximaal vermogen:
100 W) wilt aansluiten, de aansteker
en sluit een geschikte adapter aan.
ASBAK MET VERLICHTING

 Trek de lade open voor toegang tot
de asbak.

 Open de asbak en druk op de borg-
lip om de asbak uit te nemen en
deze te legen.
TASHAAK

 Druk op het onderste gedeelte van
de haak om deze uit te klappen.

 Hang uw tas er met het hengsel aan
vast.

Page 96 of 260

103
INDELINGEN
ARMLEUNING VÓÓR
Voor het comfort en als opbergmogelijk-
heid voor de bestuurder en voorpassa-
gier.
Het deksel van de armleuning is in hoog-
te en lengterichting verstelbaar voor een
optimaal zitcomfort.
Hoogteverstelling

 Til het deksel op tot de gewenste
stand (laag, tussenin of hoog).

 Trek de armleuning in de hoogste
stand iets verder omhoog en be-
weeg hem vervolgens naar de laag-
ste stand.

 Open om het opbergvak te legen
het deksel en druk op de borglip om
het opbergvak uit te nemen.
Opbergvak
Het opbergvak van de armleuning biedt
ruimte voor 6 CD's.

 Trek de handgreep 1 omhoog.

 Trek het deksel helemaal open.
Verstelling in lengterichting

 Schuif de armleuning volledig naar
voren of naar achteren.

Page 97 of 260

!
!
104
INDELINGEN Om te voorkomen dat de pedalen
blijven hangen:
- gebruik uitsluitend matten die op de bevestigingen van de auto
passen, het gebruik van deze
bevestigingen is verplicht.
- gebruik nooit meer dan één mat per plaats.
MATTEN
De matten zijn uitneembaar en bescher-
men de vloerbedekking van de auto te-
gen vuil van buitenaf. Terugplaatsen
Terugplaatsen van de mat aan de be-
stuurderszijde:

 leg de mat goed op zijn plaats,

 druk de bevestigingen vast,

 controleer of de mat goed vastzit.
Bevestigen
Gebruik wanneer u een nieuwe mat be-
vestigt uitsluitend de bevestigingen uit
het bijgeleverde zakje.
Verwijderen
Verwijderen van de mat aan de bestuur-
derszijde:

 zet de stoel in de achterste stand,

 maak de bevestigingen los,

 verwijder vervolgens de mat.
OPBERGLADEN *
Openen

 Til de lade aan de voorzijde op en
schuif de lade open.
* Niet bij elektrisch verstelbare stoelen. Berg geen zware voorwerpen op in
de laden.
Verwijderen

 Trek de lade helemaal open.

 Druk op de uiteinden van de gelei-
ders.

 Til de lade op en verwijder hem uit
de geleiders.
Terugplaatsen

 Plaats de lade in de geleiders.

 Schuif de lade dicht en druk op de
lade om hem te vergrendelen.

Page 98 of 260

!
105
INDELINGEN
ARMLEUNING ACHTER SKILUIK
Openen

 Klap de armleuning achter omlaag.

 Trek de handgreep van het skiluik
omlaag.

 Laat het skiluik zakken.

 Steek voorwerpen vanuit de baga-
geruimte door het skiluik.

 Klap de armleuning achter omlaag
voor een optimaal zitcomfort.

 Til het deksel op voor toegang tot de
opbergruimte.
U vindt hierin een opbergvak, twee be-
kerhouders en twee pennenhouders.
OPKLAPTAFELTJES

 Uitklappen: klap het tafeltje zo ver
mogelijk uit, tot het in de hoogste
stand vergrendeld is.

 Inklappen: beweeg het tafeltje naar
beneden, voorbij het zware punt, tot
het volledig ingeklapt is.
Vergeet niet het tafeltje aan passa-
gierszijde in te klappen alvorens de
stoel in de tafelstand te zetten.
Leg geen zware of harde voorwer-
pen op de opklaptafeltjes; deze
kunnen bij een noodstop of een
aanrijding veranderen in gevaar-
lijke projectielen.
Voor het comfort en als opbergmogelijk-
heid voor de achterpassagiers.
Het skiluik kan worden gebruikt voor het
vervoeren van lange voorwerpen. Op de opklaptafeltjes aan de achterzijde
van de rugleuning van beide voorstoe-
len kunnen voorwerpen gelegd worden.
Deze tafeltjes zijn voorzien van een be-
kerhouder.

Page 99 of 260

INDELINGEN INDELING VAN DE
BAGAGERUIMTE

1. Tafeltje achter of tafeltje met
geïntegreerd opbergvak
(zie de volgende bladzijde voor meer informatie)

2. Haken
(zie de volgende bladzijde voor meer informatie)

3. 12V-aansluiting
(zie de volgende bladzijde voor meer informatie)

4. Sjorogen

5. Bagagenet
(zie de volgende bladzijde voor meer informatie)

6. Uitneembare riemen
(zie de volgende bladzijde voor meer informatie)

7. Riem

8. Afgesloten opbergvak

9. Open opbergvak

10. Opbergbak
(zie de volgende bladzijde voor meer informatie)

Page 100 of 260

i
107
INDELINGEN
Verwijderen van de hoedenplank:

 maak de twee koorden los,

 til de hoedenplank iets op en verwij-
der hem.
Hoedenplank
Bij het verwisselen van een wiel
Bevestig bij het verwisselen van
een wiel het koord van de vloer-
mat van de bagageruimte aan de
extra haak onder de hoedenplank
voor een optimale toegang tot het
reservewiel.
Verwijderen van de hoedenplank:

 maak de twee koorden los,

 til de hoedenplank iets op en verwij-
der hem.
Hoedenplank met geïntegreerd
opbergvak
In dit opbergvak kunnen spullen worden
opgeborgen zonder dat deze zichtbaar
zijn van buitenaf en het zicht naar ach-
teren hinderen.
Hieraan kunt u een boodschappentas
ophangen.
Haken
Er zijn meerdere mogelijkheden om de
hoedenplank op te bergen:
- rechtop achter de voorstoelen,
- rechtop achter de achterbank, be- vestigd met een van de uitneemba-
re riemen. Er zijn meerdere mogelijkheden om de
hoedenplank op te bergen:
- rechtop achter de voorstoelen,
- rechtop achter de achterbank, be-
vestigd met een van de uitneemba-
re riemen.

 Gebruik een van de twee handgrepen
om het deksel vanuit het interieur of
vanuit de bagageruimte te openen.

 Trek de handgreep omhoog alvo-
rens het deksel te sluiten.

 Trek beide handgrepen gelijktijdig om-
hoog om het deksel te verwijderen.

Page:   < prev 1-10 ... 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 ... 260 next >