PEUGEOT 4008 2012 Instructieboekje (in Dutch)

Page 201 of 332

199
7
Praktische informatie





Trekken van een aanhanger, een caravan...
Wij raden u aan gebruik te maken vaneen speciaal door PEUGEOT getesteen goedgekeurde trekhaak en kabelset en deze door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats te latenmonteren.
Als de trekhaak bij een bedrijf buiten het PEUGEOT- net wer k wo r dt gemonteerd, dient dit volgens de voorschriften vande constructeur te worden uitgevoerd.
Uw auto is hoofdzakeli
jk bedoeld voor het
ver voer van personen en bagage, maar is
tevens geschikt voor het trekken van een
aanhanger. Het ri
jden met een aanhanger heeft veelinvloed op het rijgedrag van de auto en vergt daarom extra aandacht van de bestuurder.

Page 202 of 332

200
Praktische informatie
Adviezen
Gewichtsverdeling
)Verdeel het gewicht in de caravan/aanhanger gelijkmatig en houd u aan de
toegestane kogeldruk.
Door een geringere luchtdichtheid nemen de prestaties van de motor af als men op groterehoogte boven de zeespiegel komt. Trek boven
de 1000 m 10% van het maximaal toelaatbare
treingewicht af en herhaal dit voor elke
volgende 1000 m.
Raadpleeg de "Technische gegevens" voor de gewichten en aanhangergewichten die voor uw auto van toepassing zijn.
Zijwind
)Houd er rekening mee dat dezijwindgevoeligheid van de auto groter is.

Koeling

Het trekken van een aanhanger opeen helling veroorzaakt een hogere koelvloeistoftemperatuur.
De koelventilateur wordt elektrisch bediend en
is niet afhankelijk van het motortoerental. ) Pas uw snelheid aan om het toerental te beperken.
Het maximum aanhangergewicht is afhankelijk
van het hellingspercentage en de temperatuur
van de buitenlucht.
Let in elk geval goed op de aanwijzing van dekoelvloeistoftemperatuurmeter.
)
Als deze melding verschijnt, stop dan zo
snel mogelijk op een veilige plaats .


Remmen

Het trekken van een aanhanger vergroot de
remweg.

Banden
)Controleer de bandenspanning van de auto en de aanhanger en breng deze indiennodig op de juiste waarde.

Verlichting
)Controleer de verlichting van de aanhanger.



Als de melding langzaam knippert, wacht dan
tot de motor is afgekoeld en vul indien nodig koelvloeistof bij.
Als de meldin
g snel knipper t, neem dan zo snel
mogelijk contact op met het PEUGEOT- net wer k
of een gekwalificeerde werkplaats.

Page 203 of 332

201
7
Praktische informatie





Allesdragers monteren

De dwarsdragers worden op de 8 met afdekplaatjes uitgeruste bevestigingspunten van de dakrails
bevestigd.
Ver wijder met een kleine schroevendraaier de 8 afdekplaatjes aan de binnenzijde van beide dakrails.
De dwarsdra
gers worden op de 4 met afdekplaatjes uitgeruste bevestigingspunten op het dak vande auto bevestigd.
Schuif de afdekplaatjes in de richting van de voorzijde van de auto om ze los te maken.
Bewaar de afdekplaatjes zorgvuldig om ze na het demonteren van de dwarsdragers weer aan te
bren
gen.



De dorpelsierlijsten zijn niet bedoeldals opstapje bij het monteren van de allesdragers.


Gebruik de door PEUGEOT aanbevolen accessoires en houd u aan demontagevoorschriften van de fabrikant.

Max. toegestane daklast op allesdrager,waarbij de laadhoogte niet meer dan 40 cm mag bedragen (m.u.v. fietsendrager): 80 kg. Pas bij een belading hoger dan40 cm de rijsnelheid aan aan de rijomstandigheden om schade aan de allesdrager en de bevestigingen op het dak te voorkomen.
Raadpleeg de wetgeving van uw land met betrekking tot het ver voeren van voor werpen die langer zijn dan de auto.
Om veiligheidsredenen en om beschadiging van het dak te voorkomen mogen uitsluitend voor uw
auto goedgekeurde allesdragers worden gebruikt.


Auto's met dakrails

Auto's zonder dakrails

Page 204 of 332

202
Praktische informatie





Accessoires
Deze accessoires en onderdelen zijn getest en goedgekeurd ten aanzien van bedrijfszekerheid en veiligheid.
Ze zijn volledig aangepast aan uw auto, zijn voorzien van een artikelnummer en beschikken over de garantie van PEUGEOT.
"Comfort":
parkeerhulp voor en achter, rokersset,
kledinghanger aan hoofdsteun, thermobox, aluminium voetsteun, leeslamp, windgeleiders
op de portieren, zonneschermen...
"Transport":
trekhaak met afneembare kogel, laadvloer achter (easy base), dakstangen, bak
bagageruimte, bagagestoppers, fietsendrager
voor bevestiging op allesdragers, skidragers,
kayakdrager, dakkoffers van hard kunststof,soepele dakkoffers, bagageruimtenet...

"Style":

16 inch lichtmetalen velgen, 18 inchlichtmetalen velgen, verchroomde
portierhandgreepkappen, verchroomde
spie
gelkappen, interieurstylingset geborsteld
aluminium, interieurstylingset glanzendzwart, sierdeel handremhefboom, aluminium
pookknop, met leder bekleed stuur wiel...


"Veiligheid":

inbraakalarm, gevarendriehoek,
veiligheidsvest, alcoholtester, EHBO-tas,
sneeuwkettingen, sneeuwsokken, slotbouten,kinderzitjes, brandblusser, mistlampenset,hondenrek, lokalisatiesysteem gestolen auto,
accessoires voor huisdieren (veiligheidsgordel, bescherming voor stoelen, bagageruimte,kooi)...

"Bescherming":

matten *
, bagageruimtebekleding, spatlappen,flankbeschermingen, dorpelbeschermers,
beschermers bagageruimtedorpel,
autobeschermhoes, stootli
jsten voor de voor- en achterbumper...
Ombouwsets
Het is mogelijk om sets te bestellen genaamd
"Entreprise" voor het ombouwen van een
bedri
jfsauto naar een personenauto en
omgekeerd.
Als een trekhaak met de bijbehorende draadbundel buiten het PEUGEOT-netwerk gemonteerd wordt, dient dit beslist volgens de voorschriften van defabrikant uitgevoerd te worden.

*


Om te voorkomen dat de pedalen geblokkeerd raken:
- zorg er voor dat de matten goed
geplaatst en bevestigd zijn, - leg nooit meerdere matten boven op elkaar.

Page 205 of 332

203
7
Praktische informatie
Het monteren van elektrische uitrustingen of accessoires dieniet onder een artikelnummer inhet assortiment van PEUGEOTvoorkomen, kan leiden tot storingen in het elektronisch systeem van uwauto en een verhoogd stroomverbruik veroorzaken. Houdt u rekening met deze te nemenvoorzorgmaatregel. Wij raden u aan contact op te nemen met eenver tegenwoordiger van het merkPEUGEOT om u te laten informeren over het assor timent uitrustingen en accessoires voorzien van eenartikelnummer.
Installeren vanradiocommunicatiezenders
Voordat u radiozenders als uitrusting achteraf monteert, kunt u bij hetPEUGEOT-netwerk informeren naar de technische gegevens (frequentieband, maximaaluitgangsvermogen, positie antenne, specifieke installatievoorschriften) van de voor montage geschikte zenderster beschikking, volgens de Richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit(2004/104/EG).


Afhankelijk van de lokale wetgevingkan de aanwezigheid van eenveiligheidsvest, een gevarendriehoek eneen set reser velampen en -zekeringenin de auto verplicht zijn.

"Multimedia":

semi-geïntegreerd navigatiesysteem,draagbare navigatiesystemen, autoradio's,
luidsprekers, hoedenplank met luidsprekers,handsfree set, DVD-speler, DVD voor het
updaten van de kaartgegevens, waarschuwingvoor gevaarlijke zones, WIFI on board, 230V-
aansluiting, head-up display, iPhone-lader,multimedia-aansluiting achter...

Page 206 of 332

204
Onderhoud
PEUGEOT & TOTAL

Page 207 of 332

205
8
Onderhoud











Motorkap
)Open het linker voorportier. )Trek de hendel A
onder in de portiersponning naar u toe.

Open de motorkap niet als het stormt. Wees bij warme motor voorzichtig met het bedienen van de veiligheidshaaken de motorkapsteun (kans opbrandwonden).

)
Neem de motorkapsteun C
uit de houder
op de onderzijde van de motorkap. ) Bevestig de motorkapsteun in de uitsparing
om de motorkap geopend te houden.


Sluiten
)
Haal de motorkapsteun uit de uitsparing. )
Bevestig de motorkapsteun in de houder op
de onderzijde van de motorkap. ) Laat de motorkap voorzichtig zakken en
laat deze aan het einde van de slag in hetslot vallen. ) Trek aan de motorkap om te controleren of
deze goed is vergrendeld.

De plaats van de ontgrendelingshendel in het interieur zorgt er voor dat demotorkap niet geopend kan worden alshet linker voorportier is gesloten.


Openen
)Duw de veiligheidshaak Bnaar links en til
de motorkap op.
Dit bericht verschi
jnt op het display van het
instrumentenpaneel als de motorkap niet goedgesloten is.
De koelventilator kan ook nog gaan draaien nadat de motor is afgezet:
houd daarom voorwerpen en kleding uit de buur t van de ventilator.

Page 208 of 332

206
Onderhoud
controleren en bepaalde onderdelen
ver vangen.














Benzinemotoren
1.
Reservoir ruiten- en koplampsproeiervloeistof. 2.
Reservoir koelvloeistof.3.
Reservoir remvloeistof.4.
Accu .5.
Zekeringkast.
6.Luchtfilter.
7. Oliepeilstok. 8.Motorolie (bij)vullen.
1,6 L 115
2,0 L 150

Page 209 of 332

207
8
Onderhoud
het controleren van de verschillendevloeistofniveaus, het ver vangen van bepaaldeonderdelen en het ontluchten van hetbrandstofcircuit.














Dieselmotoren
1.
Reservoir ruiten- en
koplampsproeiervloeistof.
2.Reservoir koelvloeistof. 3.Reservoir remvloeistof.4. Accu.
5. Zekeringkast.
6.Luchtfilter.
7. Oliepeilstok.8.Motorolie (bij)vullen.9.
Handopvoerpomp * .
1.6 HDi 110
1.8 HDi 150
*

Volgens motoruitvoering.

Page 210 of 332

208
Onderhoud
Zodra het pictogram snel knippert(ongeveer twee keer per seconde), hebt u niet veel brandstof meer in de tank (ongeveer 5 liter).
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u met een lege tankstrandt.

































Brandstoftank
De inhoud van de brandstoftank bedraagt
ongeveer 60 liter.
Minimaal brandstofniveau
Tanken
Op een label aan de binnenzijde van de vulklepstaat de voorgeschreven soor t brandstof
voor uw auto aangegeven, afhankelijk van uwmotoruitvoering.
Er moet minimaal 5 liter brandstof worden getankt om er voor te zorgen dat de
brandstofmeter het niveau weer aangeeft.

Plaats van de brandstofvuldop


Wanneer het minimale niveau in debrandstoftank is bereikt, verschijnt deze weergave op het scherm van het instrumentenpaneel. Zodra het lampje
gaat branden is er nog ongeveer 10 liter
brandstof over.
Het pictogram knippert langzaam (ongeveer één
keer per seconde).
1. Openen van de klep. 2.Openen van de dop.
3.Ophangen van de dop.
Veili
g tanken:)zet altijd de motor af, f)
trek aan de knopAlinks onder de
bestuurdersstoel om de brandstofvulklep te
ontgrendelen,) open de brandstofvulklep B , )
draai de dop C
naar links,)
ver wijder de dop C
, )
tank de auto af, maar laat het vulpistool
nooit meer dan 3 keer uitsprin
gen
;
indien dit wel gebeurt, kunnen er storingen optreden.
N
a het tanken:)
breng de dop aan, waarbij u eerst het
bovenste gedeelte in de opening steekt,
) draai de dop naar rechts,)
sluit de brandstofvulklep.
Controleer of de brandstofvulklep goed
gesloten is. Dit pictogram gee
ft aan dat de
brandstofvuldop zich aan de
linkerzijde van de auto bevindt.
Het is normaal dat bi
j het openen van debrandstofvuldop een geluid van aanzuigende lucht hoorbaar is, aangezien er een vacuümontstaat dat wordt veroorzaakt door deafdichting van het brandstofcircuit.

Page:   < prev 1-10 ... 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 ... 340 next >